NL1025517C2

NL1025517C2 - Voegrooster en werkwijze voor het produceren daarvan.

Info

Publication number: NL1025517C2
Application number: NL1025517A
Authority: NL
Inventors: Fred Goosen
Original assignee: Ngf Holding B V
Priority date: 2004-02-19
Filing date: 2004-02-19
Publication date: 2005-08-22
Also published as: EP1566499B1; PL1566499T3; DK1566499T3; ATE430852T1; EP1566499A1; DE602005014295D1

Description

Voegrooster en werkwijze voor het produceren daarvan

De uitvinding heeft betrekking op een voegrooster en op een werkwijze voor het produceren van zo een voegrooster.

5

Voor ventilatie van de spouw worden vaak voegen in de buitenmuur open gelaten. Voegroosters dienen voor het tegenhouden van hinderlijke dieren, zoals bijvoorbeeld bijen, wespen en muizen, die door deze open voegen kunnen bewegen. De meeste bekende voegroosters hebben een niet vervormbare structuur en dienen 10 tijdens het metselen geplaatst te worden. Zie bijvoorbeeld DE 3406931, EP 0 137 466, W088/08905, NL1005762. Een nadeel hiervan is dat de metselaar altijd enkele ventilatieroosters bij zich moet hebben. & zijn echter ook voegroosters bekend die na het metselen in een opengelaten of opengemaakte voeg ingebouwd kunnen worden. Octrooi US 5203795 beschrijft bijvoorbeeld een rooster dat bestaat uit een 15 ventilatiescherm waarvan het oppervlak groter is dan het oppervlak van de voeg dat afgeschermd dient te worden, en een bevestigingsmechanisme, waarbij een schroef een weerhaaksysteem in de voeg vastzet Het monteren van een dergelijk voegrooster vereist in ieder geval een schroevendraaier, zodat het plaatsen ervan in een muur niet gemakkelijk en snel gaat US 2002/0092631 Al beschrijft ook een 20 dergelijk rooster waarbij het bevestigingsmechanisme hier twee veerkrachtige vingers omvat die in de voeg geklemd kunnen worden. Het plaatsen van dit laatste rooster is niet gemakkelijk omdat het ventilatiescherm hindert bij het tegelijkertijd naar elkaar toedrukken van de vingers en het plaatsen van deze naar elkaar gedrukte vingers in de open voeg. Deze twee soorten roosters met ventüatieschermen hebben 25 verschillende andere nadelen. Ze zijn niet handzaam, dat wil zeggen dat het voor iemand onhandig is om veel van deze voegroosters bij zich te dragen. Ze zijn relatief duur omdat bij het vervaardigen ervan meerdere delen aan elkaar gemonteerd dienen te worden. Er wordt onnodig veel materiaal gebruikt omdat de ventüatieschermen een groter oppervlak hebben dan het oppervlak van de voeg dat afgeschermd dient te 30 worden. Bovendien bevindt het grootste deel van deze roosters zich vóór de open 1025517 I voeg waardoor ze niet een geheel vlak vormen met de muur. Dit maakt deze I voegroosters kwetsbaar en niet esthetisch.

I Doel van de onderhavige uitvinding is om te voorzien in een voegrooster dat de 5 bovengenoemde nadelen van de voegroosters volgens de stand der techniek niet kent I en een werkwijze voor het produceren van zo een voegrooster.

I De uitvinding voorziet daartoe in een voegrooster, met het kenmerk dat het ten I minste voor het grootste deel in een voeg opgenomen kan worden en dat het een I 10 veerkrachtig buiggebied omvat. Met “voeg” wordt hier een ruimte tussen twee stenen bedoeld die normaal met bijvoorbeeld cementmortel wordt gevuld. Dit is in I de meeste gevallen een verticale rechthoekige opening. Met “in een voeg I opgenomen kan worden” wordt bedoeld dat een voeg open gehouden kan worden, I dat wil zeggen niet wordt gevuld met bijvoorbeeld cementmortel, of later geopend I 15 kan worden door het verwijderen van bijvoorbeeld het cementmortel, voor het né het metselen plaatsen van het voegrooster volgens de onderhavige uitvinding maar ook dat gedurende het metselen het voegrooster volgens de onderhavige uitvinding in I een voeg geplaatst kan worden.

20 Het voordeel van zo een voegrooster is dat de mogelijkheid bestaat om het rooster i I ook n£ het metselen in een open gehouden of open gemaakte voeg te plaatse». Door I de veerkracht van het buiggebied kan het voegrooster door een kracht van buiten af, bijvoorbeeld door de vingers van een persoon, vervormd worden en daardoor in een I voeg worden geplaatst waarbij na het verdwijnen van de betreffende kracht de vorm I 25 van het voegrooster zich aanpast aan de afmetingen van de voeg. Hierdoor is het niet I belangrijk wat de exacte afmetingen van de voeg zijn en is het dus mogelijk om zo I een voegrooster op een geschikt moment te plaatsen, welk moment niet afhankelijk I is van het moment van het metselen van de muur. Omdat het voegrooster tenminste I voor het grootste deel in een open voeg geplaatst kan worden is het esthetischer dan 30 de voegroosters volgens de stand der techniek die na het metselen geplaatst kunnen I 1025517 3 worden, omdat het zichtbare deel van het onderhavige voegrooster, wanneer het is geplaatst in een voeg, even groot is als het zichtbare gedeelte van de voeg en omdat het voegrooster een vlak geheel kan vormen met de gemetselde muur. Door het laatste is het onderhavige voegrooster bovendien minder kwetsbaar.

5

Indien het buiggebied de opening van de voeg geheel afsluit, dient het buiggebied openingen te omvatten die voldoende groot zijn voor ventilatie en eventueel voldoende klein voor het tegenhouden van hinderlijke dieren. Dit kunnen bijvoorbeeld ronde of rechthoekige openingen zijn die willekeurig of in een patroon 10 zijn geordend.

In een voorkeuruitvoeringsvorm van het voegrooster volgens de onderhavige uitvinding verbindt het veerkrachtig buiggebied zodanig een eerste wand en een tweede wand, die beide bij voorkeur hoofdzakelijk vlak zijn, met elkaar dat de eerste IS wand en de tweede wand tegenover elkaar zijn gepositioneerd. Het voordeel hiervan is dat met alleen het buiggebied vervormd kan worden maar daarnaast ook de positie van twee wanden van het voegrooster ten opzichte van elkaar door de vervorming gewijzigd kan worden. Hierdoor kunnen door de veerkracht van het buiggebied de twee wanden zich aanpassen aan de afmetingen van de voeg wat de verankering in 20 de voeg versterkt.

Het buiggebied omvat bij voorkeur langwerpige, parallel aan elkaar lopende openingen die van de eerste wand naar de tweede wand lopen. Het voordeel van dit soort openingen is dat het buiggebied dan gemakkelijker te vervormen is. Dit is 25 gemakkelijk bij het buigen van de delen voor het vervaardigen van een dergelijk voegrooster maar ook voor het plaatsen van het voegrooster, waarbij tevens het buiggebied wordt vervormd. Een ander voordeel van dergelijke openingen is, indien dat nodig is (zie boven), ze voor ventilatie kunnen zorgdragen.

1025517

I 4 I

I In een voorkeuraitvoeringsvorm van het voegrooster volgens de onderhavige I

I uitvinding omvat het voegrooster een eerste flens en een tweede flens, welke I

I respectievelijk aan de eerste wand en de tweede wand zijn verbonden, tegenover het I

I veerkrachtig buiggebied zijn gepositioneerd, dat wil zeggen dat de flenzen naar I

I 5 elkaar toe zijn gericht, en waarbij ten minste een van de flenzen, en bij voorkeur I

I beide flenzen, openingen voor ventilatie omvatten. Het voordeel van de flenzen is I

I dat ze de voeg kunnen afsluiten voor hinderlijke dieren en dat de openingen «in I

I voor voldoende ventilatie zorgen. Omdat de flenzen aan de twee wanden zijn I

I verbonden is de positie van de flenzen afhankelijk van de positie van de twee I

I 10 wanden zodat naast de wanden ook de flenzen zich aanpassen aan de afmetingen I

I van de voeg. I

I In weer een andere voorkeuniitvoeringsvorm van het voegrooster volgens de I

I uitvinding is de afstand vanaf het buiggebied tot aan een eerste verbindgebied, dat I

I IS de eerste wand met de eerste flens verbindt, grot»' dan de afstand van het I

I buiggebied tot aan een tweede verbindgebied, dat de tweede wand met de tweede I

I flens verbindt, en omvatten beide flenzen meerdere langwerpige, parallel aan elkaar I

I lopende inkepingen, waarbij de openingen die door de inkepingen van de eerste I

I flens worden gevormd en de openingen die door de inkepingen van de tweede flens I

I 20 worden gevormd, elkaar overtappen. I

I Het voordeel van een dergelijke voorkeuruitvoeringsvorm is dat bij het I

I samendrukken van de wanden de twee flenzen over elkaar heen kunnen vallen I

I zonder de ventilatie te beperken. De flenzen kunnen zodanig gevormd zijn dat bij I

I 25 het maximaal indrukken van de inrichting, de openingen van de twee flenzen elkaar I

I voor het grootste deel overlappen. I

I De eerste wand en de tweede wand omvatten bij voorkeur weerstandbiedende I

I elementen, zoals bijvoorbeeld richels, weerhaken en borglippen zodat het mogelijk I

I 30 is om het voegrooster nog vaster in de opening te plaatsen. I

I 1025517 5

De onderhavige uitvinding voorziet tevens in een werkwijze voor het produceren van een voegrooster volgens de onderhavige uitvinding, omvattende het maken van openingen in een plaatvormig materiaal, het snijden van het plaatvormig materiaal in 5 ten minste een deel, waarbij elk deel tot een voegrooster kan worden gevormd, en het buigen van het deel. Een belangrijk voordeel van een dergelijke werkwijze is dat ze eenvoudig en goedkoop is, met name voor de productie op kleine of middelgrote schaal. Bovendien kan de hoogte van het voegrooster makkelijk aangepast worden door het snijvlak aan te passen. Het voegrooster volgens de onderhavige uitvinding 10 kan echter ook door middel van spuitgieten geproduceerd worden. Dit is met name voordelig bij productie op grote schaal. Het voegrooster kan worden gemaakt van een willekeurig buigzaam materiaal.

1025517

I 6 I

I De uitvinding wordt in het navolgende nader toegelicht aan de hand van de figuren. I

I Figuur 1 toont daartoe een perspectivisch aanzicht op een voorkeuruitvoeringsvorm I

I van een voegrooster volgens de onderhavige uitvinding. I

I 5 Figuur 2 toont een plaatvonnig materiaal met openingen voor het produceren van I

I een voegrooster volgens de onderhavige uitvinding. I

I Figuur 1 toont een voegrooster (1) met een eerste hoofdzakelijk vlakke wand (2) en I

I een tweede hoofdzakelijk vlakke wand (3); een veerkrachtig buiggebied (6) en I

I 10 openingen (8) voor ventilatie; een eerste flens (9) en een tweede flens (10) die beide I

I openingen (12) omvatten. In deze uitvoeringsvorm is de afstand (A) vanaf het I

I buiggebied (6) tot aan een eerste verbindgebied (13), dat de eerste wand (2) en de I

I eerste flens (9) met elkaar verbindt, groter dan de afstand (B) vanaf het buiggebied I

I (6) tot aan een tweede verbindgebied (14), dat de tweede wand (3) en de tweede I

I 15 flens (lOXmet elkaar verbindt I

I Figuur 2 toont plaatvormig materiaal (16) met openingen (15) voor het produceren I

I van era voegrooster (1) volgens de onderhavige uitvinding. De doorgetrokken lijnen I

I (18 en 19) geven de snijvlakken aan. Te zien is dat een snijvlak (18) door een rij I

I 20 openingen gaat voor het vormen van de inkepingen van de flenzen. De snijvlakken I

I dwars op de rij openingen (19) bepalen de hoogte van het voegrooster. Ook is het I

I deel (17) te zien dat gevormd kan gaan worden tot een voegrooster (1) volgens de I

I onderhavige uitvinding. I

I 25 I

I '102551 7

Claims

1. Voegrooster (1), met het kenmerk dat het ten minste voor het grootste deel in een voeg opgenomen kan worden en dat het een veerkrachtig buiggebied 5 (6) omvat.

2. Voegrooster (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het veerkrachtig buiggebied (6) een eerste wand (2) en een tweede wand (3), die beide bij voorkeur hoofdzakelijk vlak zijn, zodanig met elkaar verbindt dat de eerste 10 wand (2) en de tweede wand (3) tegenover elkaar zijn gepositioneerd.

3. Voegrooster volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het buiggebied (6) langwerpige, parallel aan elkaar lopende openingen (8) heeft die van de eerste wand (2) naar de tweede wand (3) lopen. 15

4. Voegrooster (1) volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat het een eerste flens (9) en een tweede flens (10) omvat, welke - respectievelijk aan de eerste wand (2) en de tweede wand (3) zijn verbonden; 20. tegenover het buiggebied (6) zijn gepositioneerd, dat wil zeggen dat de flenzen naar elkaar toe zijn gericht, en - waarbij ten minste een van de flenzen (9, 10), en bij voorkeur beide flenzen, openingen (12) voor ventilatie omvatten.

5. Voegrooster volgens conclusie 4, met het kenmerk dat • de afstand (A) vanaf het buiggebied (6) tot aan een eerste verbindgebied (13) , dat de eerste wand (2) met de eerste flens (9) verbindt, groter is dan de afstand (B) vanaf het buiggebied (6) tot aan een tweede verbindgebied (14) , dat de tweede wand (3) met de tweede flens (10) verbindt; 1025517 I 8 I I - beide flenzen (9,10) meerdere langwerpige, parallel aan elkaar lopende I I inkepingen omvatten die loodrecht staan op de respectievelijke I I verbindgebieden (13,14), en I I - de openingen die door de inkepingen van de eerste flens (9) worden I I 5 gevormd en de openingen die door de inkepingen van de tweede flens I (10) worden gevormd, elkaar overlappen. I

6. Voegrooster volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk dat de I I eerste wand (2) en de tweede wand (3) weerstandbiedende elementen I I 10 omvatten, zoals bijvoorbeeld richels, weerhaken en borglippen. I

7. Werkwijze voor het produceren van een voegrooster volgens conclusies 1-6, I omvattende I I - het maken van openingen (15) in een plaatvormig materiaal (16); I I 15 het snijden van het plaatvormig materiaal in ten minste een deel (17), I I waarbij elk deel (17) tot een voegrooster (1) kan worden gevormd, en I I - het buigen van het deel (17). I I 102551 7