NL1024922C2 - Werkwijze, alsmede inrichting om met gas gevulde flexibele verpakkingen te lektesten. - Google Patents

Description

»

Titel: Werkwijze, alsmede inrichting om met gas gevulde flexibele verpakkingen te lektesten

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze om met gas gevulde flexibele verpakkingen te lektesten, waarbij de verpakkingen tussen twee oneindige transportbanden langs een testtraject worden gevoerd, waarbij de transportbanden een testdruk op elke verpakking 5 uitoefenen langs ten minste een drukdeel van het testtraject, waarbij op een eerste testpositie van het testtraject de dikte van elke verpakking wordt gemeten.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Amerikaanse octrooi US 5,279,099. Bij de bekende werkwijze wordt elke te testen verpakking tussen 10 een bovenste en een onderste transportband van een testinrichting gebracht. De bovenste transportband is voorzien van rollen om de verpakkingen door middel van zwaartekracht tussen de transportbanden in ' te drukken. Een van de rollen is voorzien van een sensor om te bepalen, of die rol een verpakking tot gewenste einddikte indrukt. Bij een onjuist 15 opgeblazen verpakking zal die roller naar een positie nabij de onderste transportband bewegen, hetgeen door middel van genoemde sensor wordt gedetecteerd. Afhankelijk van het signaal van de sensor wordt elke tussen de transporteurs ingedrukte verpakking goedgekeurd of afgekeurd. De afstand tussen de twee transporteurs kan worden ingesteld voordat een 20 testcyclus begint, zodat verpakkingen van verschillende afmetingen op lekken kunnen worden getest.

Nadeel van de bekende werkwijze is, dat deze relatief onnauwkeurig is. Bovendien is het bij de bekende werkwijze relatief lastig om verschillende verpakkingen die verschillende diktes hebben, 25 achtereenvolgens te testen. Het continu achtereenvolgens testen van verpakkingen met verschillende diktes is verder niet mogelijk bij de 1024922 ♦ 2 bekende werkwijze. De bekende werkwijze behoeft bovendien relatief veel ruimte.

De onderhavige uitvinding beoogt een verbetering van de in de aanhef genoemde werkwijze. In het bijzonder beoogt de uitvinding een 5 werkwijze voor het lektesten van flexibele verpakkingen, welke werkwijze relatief nauwkeurig is.

Hiertoe wordt de werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat op ten minste een tweede testpositie van het testtraject, welke tweede testpositie zich, gezien langs het testtraject, op afstand van de eerste 10 testpositie bevindt, de dikte van elke verpakking wordt gemeten om de verpakking te lektesten.

Op deze manier kan de dikte van elke verpakking ten minste op twee van elkaar verwijderde testposities worden gemeten. Vervolgens kan eenvoudig worden bepaald of de verpakking lekt of niet. De eerste 15 testpositie kan zich bijvoorbeeld aan of bij het begin van het testtraject bevinden, terwijl de tweede testpositie zich aan of bij een einde van het testtraject bevindt. Bij voorkeur wordt genoemde testdruk ten minste tussen de eerste en tweede testpositie op elke verpakking uitgeoefend. Bij een lek zal gas ontsnappen uit de betreffende verpakking, hetgeen de 20 verpakking dunner maakt, althans het volume van de verpakking zal doen slinken. De volumeafname kan eenvoudig, door middel van de ten minste twee diktemetingen, worden gedetecteerd, opdat de lekkende verpakking kan worden afgekeurd.

Door bij het lektesten gebruik te maken van dikteverschillen in 25 plaats van het testen op een gegeven, gewèpste einddikte, kunnen verpakkingen van verschillende afmetingen gemakkelijk, in een continu proces, achtereenvolgens worden getest. Bovendien kan zo worden vermeden, dat de verschillende diktes van de te testen verpakkingen bekend dienen te zijn voordat de verpakkingen door de onderhavige werkwijze op 30 lekken worden getest.

1024922 3

Door het toepassen van transportbanden om de verpakkingen lange het testtraject te transporteren en bovendien samen te drukken, kan de werkwijze bovendien met relatief eenvoudige middelen betrouwbaar worden uitgevoerd.

5 Volgens een voordelige uitwerking van de uitvinding is het testtraject voorzien van ten minste één bocht.

Op deze manier kan de werkwijze in een relatief kleine ruimte worden uitgevoerd, waarbij het testtraject toch een relatief lange lengte heeft. Daardoor kan de testdruk gedurende een relatief lange periode op de 10 verpakkingen worden uitgeoefend, zodat relatief kleine lekken toch een zodanige volumeafname teweeg brengen dat deze lekken door genoemde dikteverschilmeting kunnen worden gedetecteerd. Verder kunnen de transporteurs een bepaalde, bijvoorbeeld extra, testdruk op elke verpakking uitoefenen wanneer de verpakking de bocht doorloopt.

15 De uitvinding heeft vérder betrekking op een inrichting om mét gas gevulde flexibele verpakkingen te lektesten, welke inrichting is voorzien van ten minste twee oneindige transportbanden, waarbij de transportbanden zijn ingericht om de verpakkingen langs een testtraject te voeren, waarbij de transportbanden zijn ingericht om een testdruk op elke verpakking uit te 20 oefenen langs ten minste een drukdeel van het testtraject.

Een dergelijke inrichting is eveneens bekend uit US 5,279,099. De bekende inrichting heeft bovengenoemde nadelen. In het bijzonder is de bekende inrichting relatief onnauwkeurig en bovendien niet in staat om verpakkingen met verschillende diktes achtereenvolgens te lektesten, in een 25 continu proces.

De onderhavige uitvinding beoogt een verbetering van de bekende inrichting. In het bijzonder beoogt de uitvinding een inrichting voor het lektesten van met gas gevulde flexibele verpakkingen, welke inrichting relatief nauwkeurig.

1024922 4 ι

Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de inrichting is voorzien van ten minste twee diktemeters die zijn ingericht om de dikte van elke verpakking op ten minste twee testposities van het testtraject te meten.

5 Met de diktemeters kunnen dikteverschillen van de verpakkingen worden gemeten, hetgeen de inrichting bijzonder nauwkeurig maakt. Met de inrichting kunnen bij voorkeur verpakkingen van verschillende diktes in een continu proces worden getest. Doordat de verpakkingen tussen transportbanden worden samengedrukt, is de inrichting relatief 10 storingsongevoelig. De transportbanden kunnen verder een relatief grote testdruk gelijkmatig verdeeld op de verpakkingen uitoefenen, hetgeen beschadiging van de verpakkingen tegengaat.

Het is volgens de uitvinding bijzonder voordelig, wanneer genoemd testtraject zich ten minste gedeeltelijk, bij voorkeur in hoofdzaak, in een in 15 hoofdzaak verticale richting uitstrekt.

Op deze manier kan de inrichting relatief weinig vloeroppervlak innemen, zodat de inrichting tevens toepasbaar is in relatief kleine ruimtes.

Nadere uitwerkingen vaii de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies. Thans zal de uitvinding worden verduidelijkt aan de hand 20 van een uitvoeringsvoorbeeld en de tekening. Daarin toont: fig. 1 een zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; fig. 2 een opengewerkt weergegeven vooraanzicht van het in fig. 1 weergegeven zijaanzicht; en 25 fig. 3 een detail van het in fig. 2 weergegeven vooraanzicht.

Tenzij nadrukkelijk anders wordt gesteld, dient onder 'ongeveer', 'circa' of dergelijke bewoording in deze aanvrage ten minste een waarde te worden begrepen die plus en min 10% afwijkt van de gegeven, betreffende waarde.

1024922 5 figuren 1-3 tonen een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting om met gas gevulde flexibele verpakkingen 6 te lektesten. De inrichting is voorzien twee oneindige transportbanden 1, 2. De transportbanden 1, 2 zijn ingericht om de verpakkingen 6 langs een in hoofdzaak verticaal, in 5 hoofdzaak U-vormig testtraject 5 te voeren. De transportbanden 1, 2 hebben ten opzichte van elkaar een zodanig bewegingsvrijheid, dat verpakkingeii 6 met verschillende diktes langs het testtraject 5 transporteerbaar zijn. Het testtraject 5 strekt zich tussen een in flg. 2 met pijl B aangegeven trajectbegin en een trajecteinde E uit. Bovendien zijn de transportbanden 1, 10 2 ingericht om een testdruk op elke verpakking 6 uit te oefenen langs een drukdeel, althans op een aantal aandrukposities, van het testtraject 5. Het begrip 'transportband dient relatief ruim te worden opgevat. Zo kan elke transportband 1, 2 op verschillende manieren zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld < als een schakelband, transportweb, een ketting, een band van elastisch of 15 niet-elastisch materiaal of dergelijke. De banden kunnen elk van diverse materialen zijn vervaardigd, bijvoorbeeld kunststof, rubber, metaal en/of ander materiaal.

De inrichting is voorzien van een hoofdframe 25. De tweede transportband 2 is aan het hoofdframe 25 gekoppeld en strekt zich in in 20 hoofdzaak verticale richting uit. Een ondereinde van de tweede band 2 is om twee, in horizontale richting op afstand van elkaar opgestelde wielen 20 geleid. Een van deze wielen 20 is gekoppeld aan een aandrijving 21 om de tweede band 2 via dat wiel 20 aan te drijven en met een bepaalde transportsnelheid voort te bewegen. Een boveneinde van de tweede band 2 25 is voorzien van een aantal keerwielen 31 om de tweede band geleidelijk langs een bocht 24 van circa 180° te keren.

De eerste band 1 omvat een eerste, in hoofdzaak U-vormig part la dat zich om een in hoofdzaak U-vormig part van de tweede band 2 uitstrekt. Het genoemde testtraject 5 strekt zich in hoofdzaak uit tussen dat eerste 30 part la van de eerste band 1 enerzijds en de tweede band 2 anderzijds. De 1024922 . » 6 eerste band 1 omvat verder een in hoofdzaak U-vormig tweede part lb dat zich niet langs het genoemde testtraject 5 maar op afstand daarvan uitstrekt. Het tweede part lb van de eerste transportband 1 is om geleidemiddelen, omvattende geleiderollen 11,111, gevoerd, zodanig dat een 5 bovenste deel van dit tweede part lb om eën buitenframe 26 van de inrichting en om genoemde bocht 24 wordt heengeleid. De genoemde geleiderollen 11,111 zijn aan het buitenframe 26 van de inrichting gekoppeld.

Aandrijving van de eerste band 1 geschiedt bijvoorbeeld door direct 10 of indirect contact met de tweede band 2, en/of door middel van een niet weergegeven aandrijving. Tijdens gebruik heeft eerste band 1 in hoofdzaak dezelfde transportsnelheid als de tweede band 2. Bij voorkeur is deze transportsnelheid zodanig, dat elke verpakking 6 het testtraject 5 doorloopt in circa 2 s of meer, bij voorkeur circa 5 s of meer, meer bij voorkeur circa 10 15 s of meer, zodat daarop gedurende een relatief lange testperiode een testdruk kan worden uitgeoefend.

Doordat het eerste part la van de eerste transportband 1 en de tweede transportband zich in hoofdzaak in verticale richting uitstrekken, strekt het testtraject 5 zich eveneens in hoofdzaak verticaal uit. Het 20 testtraject 5 wordt door de bocht 24 van transportbanden 1, 2 verdeeld in een eerste deel, vóór de bocht 24 en een tweede deel, na de bocht. Het testtraject 5 heeft dan ook in hoofdzaak twee verschillende transportrichtingen T, in het bijzonder eerst in hoofdzaak omhoog en vervolgens weer naar beneden, gezien in stroomafwaartse richting vanaf het 25 trajectbegin B. Zoals figuur 2 toont, is de onderhavige inrichting relatief smal, hetgeen is bereikt door een in hoofdzaak verticaal testtraject te voorzien. De inrichting heeft derhalve een relatief korte inbouwlengte L.

Deze inbouwlengte L kan bijvoorbeeld kleiner zijn dan circa 5 m, in het bijzonder kleiner dan circa 2 m.

1024922 7.

*

De inrichting is voorzien van eerste aandrukmiddelen 9, 22, 23 die op genoemde aandrukposities, te weten langs de verticale delen van het eerste part la van de eerste band 1, zijn opgesteld. De aandrukmiddelen zijn elk ingericht om althans een nabijgelegen deel van de eerste 5 transportband 1 naar een tegenoverliggend deel van de tweede transportband 2 toe te drukken. De eerste aandrukmiddelen 9, 22, 23 zijn aan het buitenframe 26 van de inrichting gekoppeld. De eerste aandrukmiddelen zijn voorzien van drukcilinders 22 en zwenkbare armen 23, welke armen 23 aan vrije einden zijn voorzien van aandrukrollen 9. De 10 drukcilinders 22 zijn ingericht om het eerste part la van de eerste transportband 1 -via de zwenkarmen 23 en aandrukrollen 9- tegen de buitenzijde van de tweede transportband 2 aan te drukken. De eerste aandrukmiddelen 9, 22, 23 zijn bovendien ingericht om de eerste transportband 1 een zodanige transversale bewegingsvrijheid te geven ten 15 opzichte van de tweede transportband 2, dat verpakkingen 6 met* verschillende diktes langs genoemde aandrukposities tussen de transportbanden 1, 2 transporteerbaar zijn. In een door de aandrukmiddelen naar elkaar toe bewogen stand van de banden 1, 2 kunnen de naar elkaar toe gekeerde delen van de banden 1, 2 zich 20 bijvoorbeeld tegen elkaar of op relatief korte afstand van elkaar uitstrekken, althans wanneer zich geen verpakking 6 tussen de banden 1, 2 bevindt.

De onderhavige inrichting is voorzien van twee op afstand van elkaar opgestelde diktemeters 7, 8, die elk zijn ingericht om de dikte van elke daarlangs gevoerde verpakking 6 te meten. De eerste diktemeter 7 is op 25 een eerste testpositie, voor de bocht 24 Van het testtraject 5, opgesteld en de tweede diktemeter 8 op een tweede testpositie na die bocht 24, gezien in stroomafwaartse richting langs het testtraject 5. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn de diktemeters 7, 8 nabij het begin B en einde E van het testtraject 5 opgesteld. Daardoor kunnen de diktemeters 7, 8 de 30 dikteverandering van elke verpakking 6 meten, welke dikteverandering de 1024922 8 verpakkihg 6 heeft verkregen bij het doorlopen van in hoofdzaak het gehele testtraject 5.

In het uitvoeringsvoorbeeld zijn de diktemeters 8, 9 geïntegreerd in de nabij het begin B en einde E van het testtraject 5 opgestelde eerste 5 aandrukmiddeien 9, 22, 23. Elke diktemeter 7, 8 omvat een sensor die is ingericht om een transversale verplaatsing van althans een deel van de eerste transportband 1 ten opzichte van de tweede transportband 2 te bepalen. Elke diktemeters 7, 8 is ingericht om de zwènking van de zwenkarm 23 van de betreffende aandrukmiddeien te meten. De 10 diktemeters 7, 8 kunnen elk bijvoorbeeld in de aandrukcilinders 22 van die zwenkarmen 23 zijn opgenomen en/of op die aandrukcilinders 22 zijn aangesloten. De diktemeters 8, 9 kunnen elk op verschillende manieren zijn uitgevoerd en bijvoorbeeld zijn ingericht om genoemde transversale verplaatsing van de eerste band 1' optisch, mechanisch, door middel van 15 druk, elektrisch en/of anderszins te meten. Verder kunnen de diktemeters 7, 8 bijvoorbeeld niet in de eerste aandrukmiddeien zijn geïntegreerd.

De inrichting omvat verder een niet weergegeven besturing om elke verpakking 6 af te keuren bij een bepaalde, door de diktemeters 7, 8 gemeten verandering van de dikte van die verpakking. De besturing is 20 verder ingericht om een door genoemde aandrukmiddeien uitgeoefende testdruk te regelen. Het zal voor de vakman duidelijk zijn, dat een dergelijke besturing bijvoorbeeld een of meer computers, (micro-)elektronica en/of dergelijke kan omvatten, welke zijn ingericht om door de sensoren gegenereerde meetsignalen te verwerken en aan de hand van 25 meetresultaten gewenste acties te ondernemen.

De lengte van het zich buiten het testtraject 5 bevindend tweede part lb van de eerste transportband 1 is inkortbaar en weer verlengbaar om het zich langs het testtraject 5 bevindend eerste part la van de eerste transportband 1 te verlengen en weer in te korten tijdens transport van 30 verpakkingen 6 langs het testtraject 5. In het uitvoeringsvoorbeeld zijn de 1024922 ' * 9 1 geleiderollen 11,111 van het tweede part lbingericht om de lengte van het tweede part lb van de ene transportband 1 aan te passen ten behoeve van aanpassing van de lengte van het eerste part la. De geleiderollen 11, 111 zijn bovendien ingericht om de lengte van het tweede part lb van de eerste 5 transportband 1 aan te passen onder invloed van een trekkracht die door het eerste part la op dat tweede part lb wordt uitgeoefend. Dit ie bij het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld eenvoudig bereikt, doordat één van de genoemde geleiderollen 111 transleerbaar is ten opzichte van de andere geleiderollen 11. Zoals in figuren 2 en 3 is weergegeven, is deze 10 transleerbare geleiderol 111 tussen twee, op vaste posities opgestelde geleiderollen 11 geplaatst. De eerste transportband 1 is om deze drie geleiderollen 11, 111 gewoven. De verlenging van het eerste part la van de eerste band 1 is in het bijzonder gewenst om een verpakking 6 soepel de bocht 24 te laten doorlopen, waarbij wordt voorkomen dat de verpakking 6 15 voor de bocht 24 tussen de banden 1, 2 klem komt te zitten.

Bij de in fïg. 3 getoonde stand bevindt de transleerbare geleiderol zich op een van de twee nabijgelegen rollen 11 af bewogen positie. Het buitenste part lb van de eerste band 1 heeft dan een bepaalde, bij die rollenstand behorende lengte. Het binnenste part la van de eerste band 1 20 ligt hierbij in de bocht 24 nabij of op de tweede band 2. Wanneer tijdens gebruik een verpakking 6 de bocht 24 van het testtraject 5 doorloopt, duwt de verpakking 6 het eerste part la van de eerste band 1 omhoog, zodat een bepaalde trekkracht in de eerste band 1 ontstaat. Deze trekkracht wordt via het tweede bandpart lb op de transleerbare geleiderol 111 overgebracht.

25 Onder invloed van deze trekkracht wordt de transleerbare rol 111 naar de andere twee rollen 11 toe bewogen, in een in fig. 3 met pijl X weergegeven richting, hetgeen leidt tot een inkorting van het tweede part lb van de eerste band 1 en een verlenging van het eerste part la. Op deze manier kan voldoende bandlengte beschikbaar worden gesteld om de verpakking 6 de 30 bocht 24 te laten doorlopen. De transleerbare geleiderol 111 is voorzien van 1Ü24922 10 een drukéilinder 112 om translatie van die rol 111 tegen te werken, in het bijzonder om de rol 111 naar een uitgangspositie terug te brengen nadat een verpakking 6 genoemde bocht 24 heeft doorlopen. Verlenging en inkorting van het eerste part la van de eerste band 1 kan bovendien plaatsvinden 5 wanneer een of meer verpakkingen 6 andere delen van het testtraject 5 doorlopen. Opgemerkt zij, dat een verpakking tijdens het doorlopen van de bocht 24 een extra testdruk kan ondervinden ten gevolge van het gewicht van de eerste band 1 en de op de eerste band 1 door de drukcilinder 112 uitgeoefende kracht.

10 De inrichting omvat voorts een aantal tweede aandrukmiddelen 27 om de eerste band 1 bij een zich vanaf het trajectbegin B uitstrekkend inloopdeel van het testtraject 5, naar de eerste band 2 toe te brengen. De tweede aandrukmiddelen 27 omvatten aandrukstangen 28 met aandrukrollen 29, waarbij de aandrukstangen 28 door drukcilinders 30 15 transleerbaar zijn. Deze tweede aandrukmiddelen zijn ingericht om de eerste transportband 1 een zodanige transversale bewegingsvrijheid té geven ten opzichte van de tweede transportband 2, dat verpakkingen 6 met verschillende diktes bij het trajectbegin B tussen de transportbanden 1, 2 kunnen worden opgenomen.

20 Bij voorkeur heeft het testtraject een lengte heeft van ten minste circa 2 m, in het bijzonder ten minste circa 4 m. Daardoor kunnen de verpakkingen 6 over een relatief grote afstand en derhalve gedurende een relatief lange testperiode in een continu testproces worden getest, hetgeen de nauwkeurigheid van het lektesten vergroot.

25 Verder omvat de inrichting bij voorkeur ten minste één reinigingsinrichting om ten minste één van de transportbanden 1, 2 te reinigen. Een dergelijke reinigingsinrichting is niet in de figuren weergegeven. Volgens een voordelige uitwerking omvat de reinigingsinrichting een installatie om de betreffende band 1, 2 met een 30 reinigingsmiddel, bijvoorbeeld water en/of dergelijke, schoon te sproeien of 1 024922 a 11 l spuiten. Indien het reinigingsmiddel een vloeistof omvat, is de reinigingsinrichting bij voorkeur tevens voorzien van een droóginrichting om de band na de reiniging te drogen.

Tijdens gebruik worden verpakkingen 6 aan het begin B van het 5 testtraject 5 toegevoerd. De verpakkingen 6 kunnen bijvoorbeeld gelijke of verschillende diktes hebben. Toevoer van de verpakkingen 6 kan bijvoorbeeld in een horizontale richting, langs een horizontaal transportvlak V, geschieden, bij voorkeur door een niet weergegeven toevoertransporteur of dergelijk. De verpakkingen 6 worden bij het trajectbegin B tussen de 10 eerste en tweede band 1, 2 opgenomen en vervolgens door de banden 1, 2 langs de tweede aandrukmiddelen 27 en de eerste aandrukmiddelen 9, 22, 23 gevoerd, in genoemde transportrichtingen T langs het testtraject 5. De eerste aandrukmiddelen 9, 22, 23 oefenen via de eerste band 1 een testdruk op elke verpakking 6 uit langs het' drukdeel van het testtraject 5. De 15 testdruk kan relatief lang op elke verpakking 6 worden uitgeoefend door de relatief grote lengte van het testtraject 5. Bovendien wordt elke verpakking bij het doorlopen van de bocht 24 tussen de transporteurs 1, 2 samengedrukt. Doordat het testtraject 5 zich in hoofdzaak in verticale richting uitstrekt, wordt bovendien weinig afstand in horizontale richting 20 afgelegd door elke te testen verpakking 6. Na het doorlopen van het testtraject 5 verlaten de verpakkingen 6 de inrichting bij het trajecteinde E en kunnen bijvoorbeeld door een niet weergegeven transporteur worden afgevoerd. Zoals fïg. 2 toont, kunnen bijvoorbeeld twee verpakkingen 6 gelijktijdig door het testtraject 5 worden gevoerd om óp lekken te worden 25 getest, zodat een groot aantal verpakkingen 6 per tijdseenheid kan worden getest. De inrichting kan daarbij bovendien gelijktijdig een testdruk op beide verpakkingen 6 uitoefenen, hetgeen duidelijk in fïg. 2 is weergegeven. De verpakkingen kunnen het testtraject, in het bijzonder de bocht 24 daarvan, soepel doorlopen door een bijbehorende aanpassing van de lengte 30 van het eerste part la van de eerste band 1.

1024922 » 12

Op de eerste en een tweede testpositie wordt de dikte van elke verpakking 6 gemeten door genoemde diktemeters 7, 8. Daarbij worden twee transportbanden 1, 2 bij elke testpositie door de drukcilinders 22 van de diktemeters 7, 8 naar elkaar worden bewogen. De meetresultaten worden 5 aan genoemde besturing doorgegeven om een mogelijke dikteverandering te meten. Indien in hoofdzaak geen dikteverandering. van een verpakking wordt gemeten, kan de betreffende verpakking door de besturing worden goedgekeurd. Indien wel een bepaalde dikteverandering heeft plaatsgevonden, wordt de verpakking door de besturing afgekeurd. De 10 verpakking kan dan bijvoorbeeld door niet weergegeven middelen worden gemarkeerd, worden lekgeprikt en/of worden verwijderd. Door meting op dikte ver schil worden de verpakkingen 6 nauwkeurig op lekken getest. Verder kunnen verschillende verpakkingen, met verschillende afmetingen, snel achtereenvolgens worden gecontroleerd.

15 Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Diverse wijzigingen zijn mogelijk binnen van raam van de uitvinding zoals is verwoord in de navolgende conclusies.

Zo dient te term "met gas gevuld" relatief ruim te worden opgevat. Genoemd gas kan bijvoorbeeld ten minste één gas, een gasmengsel, lucht, 20 stikstof en/of dergelijke omvatten. De te testen verpakkingen kunnen verder van diverse zaken zijn voorzien, bijvoorbeeld een of meer producten, voedingsmiddelen en/of dergelijke. Elke verpakking kan op diverse manieren flexibel zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld doordat de verpakking een gasdichte zak, een houder met één of meer flexibele wanden, een folie of 25 dergelijke omvat. ; "ΐ

Verder dient de term "verticaal" relatief ruim te worden opgevat.

Zo kan onder "verticaal" een richting worden opgevat die een hoek met een verticaal vlak insluit, welke hoek ligt in het bereik van circa plus of min 45°. Meer in het bijzonder ligt genoemde hoek in een bereik van circa plus of min 30 30°.

1024922 » 13

Bovendien kan het testtraject zich in hoofdzaak in een bepaalde richting uitstrekken, bijvoorbeeld een horizontale, verticale, schuine of andere richting. Met de term "in hoofdzaak" wordt hier bedoeld, dat ten minste 50% van het testtraject, in het bijzonder ten minste 80% van het 5 testtraject, zich in de gegeven richting uitstrekt. Verder kan het testtraject zich in verschillende richtingen uitstrekken, bijvoorbeeld wanneer het testtraject een of meer bochten omvat. Het testtraject kan bijvoorbeeld een of meer rechte, gekromde of anderszins gevormde trajectdelen bevatten.

Daarnaast kan de inrichting van verschillende aandrukmiddelen 10 zijn voorzien om druk en/of trekkrachten op bepaalde onderdelen uit te oefenen, bijvoorbeeld drukcilinders, pneumatische middelen, hydraulische middelen, veermiddelen, gewichten en/of dergelijke. De verschillende aandrukmiddelen kunnen bijvoorbeeld gezamenlijk, groepsgewijs en/of individueel bestuurbaar zijn. Verder kunnen de aandrukmiddelen elk 15 bijvoorbeeld zijn ingericht om een of meer, in het bijzonder variabele, testdrukken op de verpakkingen uit te oefenen.

Verder kunnen de eerste en ten minste tweede testpositie zich op verschillende posities van het testtraject bevinden. De eerste testpositie kan bijvoorbeeld zijn gelegen bij of nabij het begin van het testtraject en/of het 20 drukdeel van dat traject, terwijl de tweede testpositie zich stroomafwaarts daarvan, bijvoorbeeld aan of nabij een eind van het testtraject en/of het drukdeel daarvan, kan bevinden.

•<024922

Claims (25)

1. Werkwijze om met gas gevulde flexibele verpakkingen te lektesten, waarbij de verpakkingen (6) tussen twee oneindige transportbanden (1, 2) langs een testtraject (5) worden gevoerd, waarbij de transportbanden (1, 2) een testdruk op elke verpakking (6) uitoefenen langs ten minste een 5 drukdeel van het testtraject, waarbij op een eerste testpositie van het testtraject (5) de dikte van elke verpakking (6) wordt gemeten, waarbij op ten minste een tweede testpositie van het testtraject (5), welke tweede testpositie zich, gezien langs het testtraject (5), op afstand van de eerste testpositie bevindt, de dikte van elke verpakking (6) wordt gemeten om de 10 verpakking te lektesten.

2. Werkwijze volgens conclusie 1', waarbij het testtraject is voorzien van ten minste één bocht (24).

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de eerste testpositie zich voor genoemde bocht (24) bevindt, waarbij ten minste de tweede testpositie 15 zich na de bocht (24) bevindt.

4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een eerste, zich langs het testtraject (5) bevindend part (la) van de ene transportband (1) ten minste gedeeltelijk wordt verlengd met een deel van een tweede, zich buiten het testtraject (5) bevindend part (lb) van die ene 20 transportband (1) wanneer ten minste één verpakking (6) althans een deel (24) van het testtraject (5) doorloopt;

5. Werkwijze volgens ten minste conclusie 2 en 4, waarbij het eerste part (la) van genoemde ene transportband (1) ten minste wordt verlengd wanneer een verpakking (6) de ten minste ene bocht (24) doorloopt.

6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste twee verpakkingen (6) met verschillende diktes gelijktijdig langs het testtraject (5) worden gevoerd en/of voerbaar zijn. 1024922 15 , ι

7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemd testtraject (5) zich ten minste over een bepaalde afstand in in hoofdzaak verticale richting uitstrekt.

8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de 5 twee transportbanden (1, 2) bij elke testpositie door een aandrukinrichting (22) naar elkaar worden toe bewogen om de dikte van elke, langs die positie bewegende verpakking (6) te bepalen.

9. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de transportbanden (1, 2) ten opzichte van elkaar een zodanig 10 bewegingsvrijheid hebben, dat verpakkingen (6) met verschillende diktes langs het testtraject (5)transporteerbaar zijn.

10. Inrichting om met gas gevulde flexibele verpakkingen te lektesten, in het bijzonder voor het uitvoeren van een werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting is voorzien van ten minste twee 15 oneindige transportbanden (1, 2), waarbij de transportbanden (1, 2) zijn ingericht om de verpakkingen (6) langs een testtraject (5) te voeren, waarbij de transportbanden (1, 2) zijn ingericht om een testdruk op elke verpakking (6) uit te oefenen langs ten minste een drukdeel van het testtraject (5), waarbij de inrichting is voorzien van ten minste twee diktemeters (7, 8) die 20 zijn ingericht om de dikte van elke verpakking (6) op ten minste twee testposities van het testtraject (5) te meten.

11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij genoemd testtraject (5) zich ten minste gedeeltelijk, bij voorkeur in hoofdzaak, in een in hoofdzaak verticale richting uitstrekt.

12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, waarbij het testtraject (5) is voorzien van ten minste één bocht (24).

13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij ten minste één van de diktemeters (7) voor de bocht (24) is opgesteld en ten minste een andere diktemeter (8) na de bocht (24), gezien langs het testtraject (5). 10249?? . I

14. Inrichting volgens één van de conclusies 10-13, voorzien van aandrukmiddelen (9, 22, 23) die langs verschillende aandrukpoeitiee van het testtraject zijn opgesteld, waarbij de aandrukmiddelen (9, 22, 23) elk zijn ingericht om de ene transportband (1) naar de andere transportband (2) toe 5 te drukken.

15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij de aandrukmiddelen (9, 22, 23) zijn ingericht om de ene transportband (1) een zodanige bewegingsvrijheid te geven ten opzichte van de andere transportband (2), dat verpakkingen (6) met verschillende diktes langs genoemde 10 aandrukposities transporteerbaar zijn.

16. Inrichting volgens één van de conclusies 10-15, waarbij de lengte van een zich buiten het testtraject (5) bevindend tweede part (lb) van de ene transportband (1) aanpasbaar is, in het bijzonder inkortbaar en weer verlengbaar, om de lengte van een zich langs het testtraject (5) bevindend 15 eerste part (la) van de ene transportband (1) aan te passen, in het bijzonder te verlengen en weer in te korten.

17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij het tweede part (lb) van de ene transportband (1) langs een aantal geleidemiddelen (11, 111) is geleid, waarbij de geleidemiddelen (11, 111) zijn ingericht om de lengte van dat 20 tweede part (lb) van de ene transportband (1) aan te passen ten behoeve van aanpassing van de lengte van het eerste part (la).

18. Inrichting volgens conclusie 17 waarbij de geleidemiddelen (11, 111. zijn ingericht om de lengte van het tweede part (lb) van de ene transportband (1) aan te passen onder invloed van een kracht die door dat 25 tweede part (lb) op althans een deel (111) van die geleidemiddelen wordt uitgeoefend.

19. Inrichting volgens conclusie 17 of 18, waarbij ten minste één van de genoemde geleidemiddelen (111) transleerbaar is ten opzichte van de andere geleidemiddelen (11) ten behoeve van het aanpassen van de lengtes van de 30 parten (la, lb) van de ene transportband (1). 1024922 9 »

20. Inrichting volgens één van de conclusies 10-19, waarbij de transportbanden (1, 2) zijn ingericht om ten minste twee verpakkingen (6) met verschillende diktes gelijktijdig langs het testtraject te voeren, en daarop gelijktijdig een testdruk uit te oefenen.

21. Inrichting volgens één van de conclusies 10-20, waarbij elke diktemeter (7, 8) ten minste één sensor (22) omvat die is ingericht om een verplaatsing van althans een deel van de ene transportband (1) ten opzichte van de andere transportband (2) te bepalen.

22. Inrichting volgens één van de conclusies 10-21, waarbij het 10 testtraject (5) een lengte heeft van ten minste circa 2 m, in het bijzonder ten minste circa 4 m.

23. Inrichting volgens één van de conclusies 10-22, voorzien van een besturing om elke verpakking (6) af te keuren bij een bepaalde, door middel van de diktemeters (7, 8) gemeten verandering van de dikte van die 15 verpakking. . ·

24. Inrichting volgens één van de conclusies 10-23, voorzien van ten minste één reinigingsinrichting om ten minste één van de transportbanden (lj 2) te reinigen.

25. Gebruik van een inrichting volgens één van de conclusies 10-24 20 voor het lektesten van ten minste één flexibele met gas gevulde verpakking. j i ,J;;. . . ' j ! 1024922