NL1024906C1 - Verpakking met verbeterde sluitmiddelen. - Google Patents

Description

Titel: Verpakking met verbeterde sluitmiddelen.

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking voor informatiedragers zoals CD's, DVD's en dergelijke.

Informatiedragers, in het bijzonder blanco CD's, DVD's en dergelijke geschikt voor het opnemen van informatie worden veelal geleverd 5 in verpakkingen waarin een of meer infromatiedragers zijn opgenomen. Deze verpakkingen omvatten een eerste en tweede dekseldeel, welke dekseldelen al dan niet onder tussenkomst van een zijwand tegen om de informatiedragers worden aangebracht en vastgezet. Teneinde de verpakking te sluiten en sealen, zodanig dat geen informatiedragers uit de 10 verpakking kunnen worden genomen zonder dat dit vanaf de buitenzijde zichtbaar is, worden veelal wrappers gebruikt die om de verpakking worden geseald of worden zelfklevende sluitzegels over de verpakking aangebracht die onzichtbaar openen van de verpakking bemoeilijken of zelfs onmogelijk maken.

15 Dergelijke verpakking hebben als nadeel dat de wrapper dient te worden aangebracht, hetgeen het uiterlijk van de verpakking nadelig kan beïnvloeden, met name bij verpakkingen die geheel of gedeeltelijk doorzichtig zijn, zodat de inhoud zichtbaar is, en bovendien omslachtig is. Nadeel van gebruik van zelfklevende sluitzegels is dat bij verwijdering 20 daarvan de verpakking eenvoudig kan beschadigen.

De uitvinding beoogt een verpakking van de in de aanhef beschreven soort, waarbij ten minste een aantal van de genoemde nadelen is vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een verpakking volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens 25 conclusie 1.

Bij een verpakking volgens de uitvinding wordt een sluitelement gebruikt dat rond ten minste een gedeelte van de verpakking wordt gevouwen. Dit sluitelement omvat een centraal deel en ten minste twee 1024906- 2 armen die zich daar vanaf uitstrekken. De armen zijn aan een van het centraal deel afgekeerd einde ingericht om te passen in uitsparingen in een dekseldeel, een en ander zodanig dat de beide dekeeldelen door genoemd sluitelement worden vastgezet tegen elkaar en/of tegen een tussengelegen 5 wanddeel. Informatiedragers worden daardoor in de verpakking opgesloten en kunnen slechts worden uitgenomen nadat het sluitelement is weggenomen.

De armen zijn bij voorkeur voorzien van insteekelementen aan hun vrije einden, bijvoorbeeld doordat de einden U-vormig zijn omgebogen en in 10 uitsparingen in een dekseldeel kunnen worden gestoken. Evenwel kunnen uiteraard ook andere insteekelementen zijn voorzien, bijvoorbeeld klikvinger vormige elementen, pennen die zich vanaf de armen uitstrekken en in uitsparingen kunnen worden gestoken of dergelijke.

In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een verpakking volgens de 15 uitvinding voorts gekenmerkt doordat het sluitelement is voorzien van een ophangelement waarmee de verpakking kan worden opgehangen, bijvoorbeeld met een sluitvlak van de dekseldelen ongeveer verticaal. Dit ophangelement is bij voorkeur voorzien in of nabij het centraal deel en/of aan of bij een arm. Daardoor kan een bijzonder voordelig presentatie van de 20 verpakking worden verkregen.

In een verdere voordelige uitvoeringsvorm is het sluitelement voorts voorzien van scheurmiddelen zoals een scheurlip waarmee ten minste één van de armen kan worden losgescheurd, bijvoorbeeld doordat het centraal deel wordt doorgescheurd of doordat ten minste één arm van het 25 centraal deel wordt losgescheurd. Dit maakt openen van de verpakking eenvoudiger terwijl het sluitelement blijft functioneren als zegel (pilferproof).

Bij voorkeur zijn het ophangelement en de scheurmiddelen gekoppeld.

J 024906- 3

Het verdient de voorkeur dat een sluitelement van een verpakking volgens de uitvinding meer dan twee armen heeft, meer in het bijzonder ten minste vier, op afstand van elkaar aangebracht en gevouwen rond verschillende zijden van de verpakking. Daardoor wordt een nog betere 5 sluiting en zegelwerking verkregen. Mat name zullen daarbij meer dan één arm moeten worden loegemaakt om de verpakking te kunnen openen.

Bij voorkeur is de verpakking daarbij meerhoekig, zodat de armen om vlakken van de verpakking kunnen grijpen.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een sluitelement voor 10 gebruik in of bij een verpakking volgens de uitvinding, in het bijzonder gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 11.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vormen van een verpakking volgens de uitvinding, in het bijzonder gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 12.

15 Tér verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een verpakking en werkwijze volgens de uitvinding worden nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont:

Figuur 1 in perspectivisch aanzicht een verpakking volgens de 20 uitvinding, voorzien van bedrukking; figuur 2 in zijaanzicht schematisch een gedeelte van een verpakking volgens figuur 1; figuur 3 een tweetal uitvoeringsvormen van delen van koppelmiddelen volgens de uitvinding; 25 figuur 4 een achttal verpakkingen volgens de uitvinding, gestapeld; figuur 5 een koppeling geschikt voor toepassing volgens de uitvinding, in perspectivisch aanzicht; figuur 6, een koppelelement voor toepassing binnen de uitvinding in boven- en zijaanzicht 1024906- 4 figuur 7 in gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht van een verpakking volgens de uitvinding; figuur 8 in gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht een opbergdoos gevormd uit een verpakking volgens figuur 7; 5 figuur 9 in doorgesneden zijaanzicht een gedeelte van een verpakking volgens de uitvinding, in een verdere alternatieve uitvoeringsvorm; figuur 10 in perspectivisch aanzicht een alternatieve uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding, in aanzicht 10 vergelijkbaar met figuur 1; figuur 11 in doorgesneden zijaanzicht, vergelijkbaar met figuur 7, de verpakking volgens figuur 10; figuur 12 in doorgesneden zijaanzicht vergelijkbaar met figuur 8, een opbergdoos gevormd uit een verpakking volgens figuur 10, tezamen met 15 in perspectivisch aanzicht een gedeelte van een koppelingselement; figuur 13 in doorgesneden zijaanzicht een gedeelte van een verpakking volgens de uitvinding, vergelijkbaar met figuur 9, met een opsluitelement als getoond in figuur 11; figuur 14 in door gesneden zijaanzicht een verdere alternatieve 20 uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding; figuur 15 een tweede dekseldeel schematisch, in doorgesneden zijaanzicht, voor gebruik bij een verpakking volgens de uitvinding; figuur 16 in perspectivisch aanzicht een verpakking volgens de uitvinding, met daarin opgesloten informatiedragers; en 25 figuur 17 in perspectivisch aanzicht een stapel verpakkingen volgens de uitvinding; figuur 18 in vooraanzicht een dekseldeel voor een verpakking volgens de uitvinding; figuur 19 in perspectivisch aanzicht een verdere voordelige 30 uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding; 1024906- 5 figuur 20 in uitgeslagen toestand een wand voor een verpakking volgens fig. 19; figuur 21 de doorsnede volgens de lijn XXI - XXI in fig. 19; figuur 22 de doorsnede volgens de lijn XXII - XXII in fig. 20; 5 figuur 23 de doorsnede volgens de lijn ΧΧΠΪ - XXIII in fig. 20; figuur 24 een opsluitelement volgens de uitvinding; figuur 25 een verpakking volgens de uitvinding, voorzien van uitsparingen; figuur 26 een verpakking volgens de uitvinding met een aantal 10 omgevouwen armen; en figuur 27 een verpakking volgens de uitvinding met daaromheen gesloten opsluitelement.

In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. De uitvoeringsvormen zijn 15 slechts als voorbeeld getoond. Combinaties van delen van getoonde uitvoeringsvoorbeelden worden tevens geacht onder de uitvindingsgedachte te vallen. Bovendien zijn vele variaties mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.

In deze beschrijving zal worden uitgegaan van een verpakking voor 20 plaatvormige, in het bijzonder schijfvormige informatiedragers, zoals CD'e, CD rewritables en CD recordables. Het zal evenwel duidelijk zijn dat ook andersoortige informatiedragers zoals diskettes, minidisk of dergelijke in een vergelijkbare verpakking kunnen worden opgeborgen, waarbij de vormgeving eenvoudig daarop kan worden aangepast.

25 In figuur 1 is in perspectivisch aanzicht een verpakking 1 volgens de uitvinding getoond, zoals deze bijvoorbeeld voor transport en aanbieden daarvan in een winkel kan worden gebruikt. Deze verpakking 1 is in hoofdzaak opgebouwd uit een eerste dekseldeel 2, een tweede dekseldeel 4 en een daartussen opgesloten opsluitelement 6. Binnen het opsluitelement 6 30 is een serie 11 informatiedragers 10 (in figuur 1 niet zichtbaar) opgesloten, 10249üö- 6 bijvoorbeeld 5,10, 20 of een ander gewenst aantal. Het opsluitelement 6 is in de getoonde uitvoeringsvorm in hoofdzaak kokervormig, in het bijzonder cilindrisch met een binnendoorsnede zodanig dat de informatiedragers 10 daarin passend kunnen worden opgenomen. Het opsluitelement 6 kan 5 bijvoorbeeld zijn geëxtrudeerd uit kunststof, doch kan ook uit een ander materiaal of op andere wijze worden gevormd, bijvoorbeeld uit foliemateriaal, worden gespuitgiet of worden vervaardigd uit metaal.

In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm zijn het eerste dekseldeel 2 en het tweede dekseldeel 4 onderling verbonden door 10 koppelmiddelen 8, in de getoonde uitvoeringsvorm qua vormgeving uitgevoerd als bouten en moeren. Hoewel gebruik van feitelijk bouten en moeren een technisch haalbare oplossing is, wordt binnen de uitvinding de voorkeur gegeven aan koppelmiddelen 8 die zijn opgebouwd uit bijvoorbeeld een eerste koppelelement 12, een tweede koppelelement 14 en een tussen de 15 dekseldelën opgenomen derde koppelelement 16, welke koppelelementen 12, 14, 16 zodanig zijn uitgevoerd dat het derde koppelelement 16 tussen de dekseldelen 2 en 4 kan worden vastgezet met het eerste koppelelement 12 en het tweede koppelelement 14. In figuur 5 en 6 zijn uitvoeringsvoor-beelden van dergelijke koppelelementen 12,14,16 nader getoond. Bij deze 20 uitvoeringsvorm is het eerste koppelelement 12 gelijk aan het tweede koppelelement 14, terwijl het derde koppelelement 16 in hoofdzaak kokervormig is uitgevoerd en aan beide einden is voorzien van eenzelfde koppelconfiguratie 18 als aangebracht voor het eerste en tweede koppelelement 12, 14. Deze koppelconfiguratie, welke op zichzelf in 25 hoofdzaak uit de praktijk bekend is, omvat twee eerste lippen 20, diametraal tegenover elkaar opgesteld en ongeveer kwart cirkelvormig in bovenaanzicht, als getoond in figuur 6 boven, en twee tweede lippen 22, diametraal tegenover elkaar opgesteld, over een hoek van 90° gedraaid ten opzichte van de eerst lippen 20. De tweede lippen 22 zijn ten opzichte van de 30 eerste lippen 20 enigszins naar binnen verzet, zodanig dat de buitenzijde 24 1024906- 7 van de tweede lippen 22 ongeveer op eenzelfde cirkel zijn gelegen als de binnenzijde 26 van de eerste lippen 20. Tussen de eerste en tweede lippen 20, 22 zijn uitsparingen 28 voorzien, zodanig dat een eerste koppelelement 12 over een tweede koppelelement 14 kan worden geschoven, waarbij de 5 eerste lippen 20 van het eerste koppelelement 12 worden opgenomen tussen de eerste lippen van het tweede koppelelement 14 en een nagenoeg gesloten buisvormig element wordt verkregen, waarbij de tweede lippen 22 van het eerste koppelelement 12 tussen de tweede lippen 22 van het tweede koppelelement 14 komen te liggen, geklemd tegen de binnenzijde 26 van de 10 eerste lippen 20. De lippen 20, 22 zijn bij voorkeur enigszins hellend buitenwaarts gericht, zodat een goede klemming wordt verkregen. Zoals getoond in figuur 5 is het ondereinde 30 van het derde koppelelement 16 eveneens voorzien van eerst en tweede lippen 20, 22, op vergelijkbare wijze, zodat dit op dezelfde wijze kan worden gekoppeld met een eerste 15 koppelelement 12 en/of een tweede koppelelement 14. Het zal duidelijk zijn dat op vergelijkbare wijze ook vele andere koppelelementen 12, 14 en daarmee samenwerkende derde koppelelementen 16 kunnen worden toegepast binnen het raam van de uitvinding.

In figuur 5 en 6 omvatten de koppelelementen 12,14 een vierkante 20 plaat 32 waarop de koppelfiguratie 18 is aangebracht. Zoals getoond in figuur 3 kan deze plaat 32 ook een andere vorm hebben. Als voorbeeld zijn getoond een bloemvorm en een boutvorm. Ook kan een koppelconfiguratie 18 eenvoudig in het dekseldeel 2, 4 zijn geïntegreerd zodat het derde koppelelement 16 direct op de beide dekseldelen kan worden geklemd.

25 Een verpakking 1 volgens de uitvinding kan als volgt worden opgebouwd.

Een serie informatiedragers 10 wordt in een opsluitelement 6 gelegd, welk opsluitelement 6 aan weerszijden vervolgens wordt afgesloten door een dekseldeel 2, 4. Tussen de beide dekseldelen 2, 4, welke in de 30 getoonde uitvoeringsvoorbeelden een in hoofdzaak vierkante vorm hebben 1024906- 8 met afgeschuinde hoeken wordt een viertal derde koppelelementen 16 aangebracht, welke derde koppelelementen 16 worden vastgezet met behulp van eerste en tweede koppelelementen 12,14 die vanaf de buitenzijde door geschikte openingen in de beide dekseldelen 2, 4 zijn of worden gestoken en 5 als beschreven in de derde koppelelementen 16 worden vastgeklikt. Alsdan is een gesloten verpakking 1 verkregen met daarin een serie informatiedragers 10. Zoals getoond in figuur 4 kunnen verpakkingen 1 als getoond in figuur 1 eenvoudig worden gestapeld onder vorming van een in hoofdzaak rechthoekige, blokvormige stapel. De buitenzijde van ten minste 10 één dekseldeel 2 van de bovenste laag ligt daarbij vrij en vormt een groot display-oppervlak waarop bijvoorbeeld reclame 60kan worden gemaakt en informatie kan worden gegeven. Door deze stapelmogelijkheid is opslag en transport van de verpakkingen bijzonder eenvoudig mogelijk.

Zoals schematisch weergegeven in figuur 4 ter linker zijde kunnen 15 derde koppelelementen 16 en opsluitelementen 6 eenvoudig in lengte worden aangepast, afhankelijk van het gewenste aantal informatiedragers dat dient te worden verpakt. Hierdoor wordt een bijzonder flexibel verpakkingsmiddel verkregen waarbij steeds dezelfde dekseldelen 2, 4 kunnen worden toegepast. Het verdient de voorkeur dat de dekseldelen 2, 4 20 en/of het opsluitelement en eventueel de koppelelementen 12, 14, 16 worden voorzien van een bedrukking, in het bijzonder door in-mould-labelling wanneer de producten worden vervaardigd uit kunststof, in het bijzonder door spuitgieten. Hiermee kan een verpakking worden verkregen met een bijzonder aangenaam uiterlijk, terwijl relatief snel kan worden ingespeeld 25 op veranderende trends.

In figuur 7 is gedeeltelijk in doorsnede een verpakking 1 volgens de uitvinding getoond, waarbij de beide dekseldelen 2, 4 een opsluitelement 6 insluiten, alsmede een serie 11 informatiedragers 10, schematisch weergegeven door een bovenste en onderste informatiedrager 10 en de door 30 streep/stippellijnen weergeven contouren 13 van de serie 11.

1024906- 9

Bij deze uitvoeringsvorm is het eerste dekseldeel 2 rond de langsrand 34 voorzien van twee zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende randen 36, 38, waartussen een eerste groef 40 is ingesloten. Bovendien is binnen genoemde randen 36 aan dezelfde zijde van het deksel 2 een tweetal 5 concentrische ringen 42, 44 voorzien onder insluiting van een tweede groef 46 waarin passend een eerste einde van het kokervormige opsluitelement 6 kan worden gedrukt. Het tweede dekseldeel 4 is bij zijn langsrand 48 voorzien van één opstaande rand 50, op het doel waarvan nog nader wordt teruggekomen. Voorts zijn binnen genoemde rand 50 wederom twee 10 concentrisch ringen 42, 44 opgenomen, onder insluiting van eenzelfde groef 46 als in het eerste dekseldeel 2, waarin het tegenovergelegen einde van het kokervormige opsluitelement 6 kan worden gedrukt. De eerste en tweede koppelelementen 12, 14 zijn in de dekseldelen 2 respectievelijk 4 aangebracht en geklikt in de einden van de derde opsluitelementen 16, 15 zodanig dat de dekseldelen 2, 4 het opsluitelement 6 en daarmee de informatiedragers 10 opsluiten en vasthouden.

Na openen van de verpakking 1 door lostrekken van de eerste koppelelementen 12 en/of de tweede koppelelementen 14 kan het kokervormige opsluitelement 6 met de informatiedragers 10 worden 20 weggenomen, terwijl de derde opsluitelementen 16 kunnen worden verwijderd. Vervolgens kunnen de beide dekseldelen 2, 4 op elkaar worden gedrukt, zodanig dat de rand 50 passend in de eerste groef 40 wordt opgenomen. De eerste en tweede koppelelementen 12,14 kunnen dan in elkaar worden gedrukt, zodat een gesloten opbergdoos wordt verkregen.

25 Bijvoorbeeld één of twee informatiedragers 10 kunnen daarbij binnen de binnenste ring 44 worden opgesloten, bijvoorbeeld nadat hierop informatie is opgenomen. Bij voorkeur zijn de ringen 44 zodanig vormgegeven dat de informatiedrager 10 enigszins klemmend wordt opgesloten, bijvoorbeeld op afstand van de dekselvlakken. Met name wanneer de beide dekseldelen 2, 4 1024906- 10 uit relatief zachte kunststof zijn vervaardigd kan de informatiedrager 10 ook los tussen de dekseldelen 2, 4 liggen of daartussen worden vastgeklemd.

In figuur 8 is een opbergdoos 52 getoond, gevormd uit een verpakking 1 volgens figuur 7.

5 In figuur 9 is een gedeelte van een alternatieve uitvoeringsvorm voor een verpakking 1 volgens de uitvinding getoond, waarbij een dekseldeel 4 is voorzien van twee concentrische ringen 42, 44, vergelijkbaar met die als getoond in figuur 7 en 8, waarbij evenwel de tussengelegen groef 46 ie uitgevoerd als een klemgroef. Het opsluitelement 6 is aan de vrije langsrand 10 7 voorzien van een verdikking die kan worden geklemd in de groef 46.

Hiermee wordt een alternatieve koppeling tussen opsluitelement 6 en dekseldelen 4 verkregen. Eventueel kunnen bij een dergelijk uitvoeringsvoorbeeld de derde koppelelementen 16 worden weggelaten en de eerste en tweede koppelelementen 12,14 slechts worden gebruikt voor 15 koppeling van de beide dekseldelen voor vorming van een opbergdoos 52. Ook kan in een verdere alternatieve uitvoeringsvorm (niet getoond) het opsluitelement 6 aan de tegenovergelegen zijde zijn voorzien van concentrische ringen, zoals aangebracht op het dekseldeel 4 in figuur 9, terwijl het andere dekseldeel 2 is voorzien van een cirkelvormige rand met 20 een verdikking als de verdikking 7 als getoond in figuur 9, zodanig dat koppeling van de beide dekseldelen 2, 4 met het opsluitelement 6 mogelijk is, terwijl bovendien genoemde rand met verdikking van het eerste dekseldeel 2 in de groef 46 kan worden opgenomen voor vorming van de gesloten opbergdoos. In dat geval vormen de koppelmiddelen tevens 25 sluitmiddelen voor de opbergdoos 52.

In figuur 10 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een verpakking 1 volgens de uitvinding getoond, in een aanzicht vergelijkbaar met dat als getoond in figuur 1. Wederom zijn twee dekseldelen 2, 4 voorzien, met daartussen opgesloten een opsluitelement 6. In figuur 11 is de 30 inrichting 1 volgens figuur 10 schematisch in doorgesneden zijaanzicht 1024906' 11 getoond, vergelijkbaar met figuur 7. Bij deze uitvoeringsvorm is het opsluitelement 6 uitgevoerd als een in hoofdzaak kokervormige blaasbalg, althans als een koker 6 voorzien van vouwlijnen 6A, waardoor het element 6 harmonicavormig kan worden ingedrukt of uitgetrokken, waardoor de 5 lengte daarvan tussen de dekseldelen 2, 4 eenvoudig kan worden gevarieerd. Hierdoor kan de lengte L eenvoudig worden aangepast, waardoor voor een verschillend aantal informatiedragers 10 in de serie 11 hetzelfde opsluitelement 6 kan worden toegepast. Dit wordt eenvoudig verder ingedrukt dan wel uitgetrokken. Het opsluitelement 6 is wederom 10 met de langsranden 7 vastgezet, althans gepositioneerd in de groeven 46.

Bij de in figuur 11 getoonde uitvoeringsvorm zijn de beide dekseldelen 2, 4 met behulp van een koppelelement 16 en twee koppelelementen 12, 14 vastgezet aan elkaar. Het koppelelement 16 is hierbij in hoofdzaak staafvormig uitgevoerd, waarvan één einde in figuur 12 15 schematisch in perspectief is getoond. Het koppelelement 16 omvat een eerste flens 17 en een tweede flens 19, welke haaks op elkaar staan en waarbij nabij een eerste einde 14A de tweede flens 19 langer is dan de eerste flens 17. Het tegenovergelegen einde 12A is op dezelfde wijze uitgevoerd of bijvoorbeeld zodanig dat daar de eerste flens 17 langer is dan 20 de tweede flens 19. Het eerste dekseldeel 2 is voorzien van een eerste koppelelement 12 waarin het eerste einde 12A van het koppelelement 16 kan worden vastgeklemd terwijl het tegenovergelegen tweede dekseldeel 4 is voorzien van een vergelijkbaar tweede koppelelement 14 waarin het einde 14A van het koppelelement 16 kan worden geklemd. Eventueel kunnen de 25 koppelelementen 12, 14 complementair zijn, zodat bij de vorming van de verpakking 52 zoals getoond in figuur 12 het eerste en tweede koppelelement 12, 14 passend in elkaar kunnen grijpen. Het koppelelement 16 strekt zich bij de in figuur 11 getoonde toestand uit door de centrale openingen van de informatiedragers 10, waardoor deze in de gewenste 1024906- 12 positie worden gehouden. Het koppelelement 16 kan ook worden uitgevoerd als getoond in figuur 7

Het eerste en tweede koppelelement 12, 14 kunnen zijn uitgevoerd als bijvoorbeeld getoond in figuur 5 en 6 of op elke geschikte andere wijze.

5 In figuur 13 is in enigszins uitvergrote toestand een gedeelte van een verpakking 1 volgens figuur 10-12 getoond, waarbij een vrije langsrand 7 van het opsluitelement 6 enigszins is verdikt, zodanig dat deze op eerder beschreven wijze kan worden geklemd in de groef 46.

Het zal duidelijk zijn dat met een inrichting volgens figuur 10-13 10 eenvoudig met behulp van ongeveer dezelfde middelen verschillende verpakkingen voor verschillende aantallen informatiedragers 10 kunnen worden gevormd. Immers, slechts de lengte L van het koppelelement 16 dient te worden aangepast. Daartoe kan een aantal koppelelementen 16 met verschillende lengten zijn voorzien zodat steeds de geschikte lengte kan 15 worden gekozen, doch het koppelelement 16 kan ook zodanig zijn uitgevoerd dat de lengte daarvan eenvoudig kan worden aangepast, bijvoorbeeld door afbreken van een gedeelte of door in- of uitschuiven van de flenzen 17,19 ten opzichte van elkaar. Daarmee kan steeds de geschikte lengte worden ingesteld.

20 Figuur 14 toont in doorgesneden zijaanzicht, in hoofdzaak vergelijkbaar met bijvoorbeeld figuur 7, 9, 11 en 13, een verpakking 1 volgens de uitvinding, voorzien van een eerste dekseldeel 2, bijvoorbeeld als getoond in figuur 7 of 11, en een tweede dekseldeel 4, hetwelk een in hoofdzaak vlak sluitvlak 61 omvat met daarop een in hoofdzaak cilindrische 25 opstaande wand 62 als opsluitelement 6. Binnen de cilindrische wand 6 kan een stapel 11 informatiedragers 10 worden opgenomen. In figuur 14 is de stapel 11 schematisch in onderbroken lijnen weergegeven. De stapel 11 kan bijvoorbeeld los zijn gestapeld, doch kan evenals bij de andere uitvoeringsvormen ook zijn verpakt in bijvoorbeeld relatief dunne folie zoals 30 cellofaan, krimpfolie of dergelijke en past relatief nauwkeurig binnen de 1024906- 13 wand 62. In de wand 62 zijn verbrekingsmiddelen 63 aangebracht, bijvoorbeeld in de vorm van rondlopende perforatielijnen, verzwakkingslijnen of dergelijke. In de in figuur 14 getoonde uitvoeringsvorm is een tweetal scheurstrips of tearstrips 64 voorzien, welke 5 zich evenwijdig aan elkaar en het sluitvlak 61 uitstrekken. De onderste tearstrip 64A is nabij het sluitvlak 61 aangebracht, de tweede tearstrip 64B op bijvoorbeeld ongeveer de halve hoogte van de wand 62. Tearstrips zijn op zichzelf bekend uit bijvoorbeeld voedselverpakkingen, consumentenverpakkingen en dergelijke. Door toepassing van tearstrips 10 kan de hoogte H van de wand 62, haaks op het sluitvlak 61 worden aangepast, bijvoorbeeld op de (resterende) hoogte van de stapel 11 informatiedragers 10. Dit kan door de fabrikant gebeuren, waardoor de fabrikant eenvoudig met dezelfde verpakking verschillende stapels informatiedragers kan verpakken, doch kan ook geschieden door een 15 gebruiker, waardoor de hoogte H steeds kan worden aangepast en een verpakking 1 met de gewenste, minimale afmetingen wordt verkregen.

In de getoonde uitvoeringsvorm is het eerst dekseldeel voorzien van klemmiddelen 42, 44, 46 en de wand 62 van complementaire middelen 7, zoals nader beschreven aan de hand van bijvoorbeeld figuur 9 en 13, zodat 20 het eerst dekseldeel 2 eenvoudig op het tweede dekseldeel 4 kan worden gedrukt. Onder elke tearstrip 61A, B is wederom een verdikking 7 voorzien voor koppeling met het eerste dekseldeel 2 wanneer het daarboven gelegen deel van de wand 62 is weggenomen tezamen met de betreffende tearstrip 64A, B. Uiteraard kunnen evenwel ook andere koppelmiddelen zijn voorzien 25 voor koppeling van de beide dekseldelen 2, 4, bijvoorbeeld zoals eerder besproken aan de hand van de eerdere uitvoeringsvormen.

Een verpakking 1 volgens de uitvinding, vergelijkbaar met die als getoond in figuur 14 kan ook met andere aantallen tearstrips of dergelijke verbrekingsmiddelen 63 worden uitgevoerd, terwijl bovendien de wand 62 30 ook met slechts één tearstrip 64A met het tweede dekseldeel 4 kan zijn 1024906- 14 verbonden. Ook kan een fabrikant twee of meer tweede dekeeldelen 4, als getoond in figuur 14, beschikbaar stellen, slechts onderling verschillend in de hoogte H van de wand 62, waardoor met een beperkt aantal onderdelen eenvoudig verschillende verpakkingen kunnen worden verkregen, althans 5 verpakkingen voor verschillende hoogten stapels 11.

Figuur 15 toont een tweede dekseldeel, vergelijkbaar met dat als getoond in figuur 14, waarbij evenwel in plaats van (of naast) de wand 62 een stomp 65 is voorzien waarover heen een stapel 11 informatiedragers 10 kan worden geschoven met de centrale opening daarvan. In deze stomp 65 10 zijn rondlopende insnijdingen 66 voorzien als breekmiddelen 63, waardoor telkens een gedeelte (bijvoorbeeld gedeelte 65A) van de stomp 65 kan worden afgebroken, teneinde de hoogte H van de stomp 65 boven het sluitvlak 61 aan te passen aan een stapelhoogte.

Indien verpakkingen, althans tweede dekseldelen 4 als getoond in 15 figuur 14 en 15 in verschillende hoogte H van de wand 62, respectievelijk stomp 65 dienen te worden vervaardigd, kan daarvoor een beperkt aantal matrijzen worden toegepast, terwijl bovendien gebruik kan worden gemaakt van dezelfde matrijs met inzetstukken of vulringen voor het aanpassen van de hoogte van de wand 62, respectievelijk stomp 65. Gebruik van dergelijke 20 vulblokken in een matrijs zal voor de vakman direct duidelijk zijn.

In figuur 16 is een perspectivisch aanzicht getoond van een verpakking 1 volgens de uitvinding, met de beide dekseldelen 2, 4 in in hoofdzaak verticale stand. In figuur 17 is een aantal dergelijke verpakkingen 1 gestapeld, op een wijze als vergelijkbaar met die als getoond 25 in figuur 4, waarbij in figuur 17 de stapel bestaat uit twee boven elkaar gestapelde rijen verpakkingen 1, elk vier lagen diep.

De in figuur 16 getoonde verpakking heeft twee dekseldelen 2, 4 met elk een in hoofdzaak achthoekige vorm met ongeveer gelijke zijden. De verpakking 1 kan stabiel op een opstelvlak X worden opgesteld, op een zijde 30 67 van de beide dekseldelen 2, 4. In deze uitvoeringsvorm is het eerste 1024906- 15 dekseldeel! voorzien van een doorzichtig gedeelte 68, bijvoorbeeld in plaats van het logodragende deel 60 als getoond in figuur 1 en 10. Dit doorzichtige gedeelte 68 kan een integraal onderdeel zijn van het betreffende dekseldeel 2 waartoe bijvoorbeeld het gehele dekseldeel 2 kan zijn vervaardigd uit 5 doorzichtige kunststof of in twee componenten kan zijn gespuitgiet. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is het doorzichtige gedeelte 68 bij voorkeur uitgevoerd als een inzetstuk, een los in het dekseldeel 2 gezet element 69, bijvoorbeeld vervaardigd uit helder doorzichtig polystyreen, policarbonaat, PET, PE of dergelijke. Door dit doorzichtig element 68, 69 is het hoofdvlak 10 70 van een stapel 11 informatiedragers 10 zichtbaar met daarop aangebrachte informatie, bijvoorbeeld een reclame-uiting of dergelijke.

Zoals duidelijk blijkt uit figuur 4 en 17 kunnen verpakkingen 1 volgens de uitvinding op elkaar worden gestapeld met de dekselvlakken 2, 4 in hoofdzaak in verticale stand. Met name door gebruik van veelhoekige 15 dekselvlakken, bijvoorbeeld zeshoekige, achthoekige (als getoond) of meerhoekige dekseldelen en/of opsluitelementen 6, althans wanden 62 wordt een stabiele stapeling verkregen. Doordat de dekselvlakken 2, 4 zich in hoofdzaak verticaal uitstrekken, althans niet horizontaal, liggen de frontale oppervlakken van ten minste de voorste dekselvlakken 2 vrij en zijn 20 zichtbaar, bijvoorbeeld op een schap in een winkel of dergelijke. Op deze dekselvlakken aangebrachte reclame-uitingen zijn dan goed zichtbaar. In de in figuur 17 toegepaste verpakkingen 1, zoals nader getoond in figuur 16 is in elk dekseldeel 2 door het doorzichtige gedeelte 68 het hoofdvlak 70 van de daarin opgenomen stapel informatiedragers zichtbaar, met daarop 25 aangebrachte informatie, zoals reclame. In de in de figuur 17 getoonde toestand is in elke verpakking 1 de stapel 11 zodanig geplaatst dat de informatiedrager in elke verpakking 1 in hoofdzaak dezelfde stand heeft. Dit kan evenwel ook variëren. Het verdient echter de voorkeur dat inpakmiddelen worden toegepast die de stapels informatiedragers 10 steeds 1024906' 16 op dezelfde wijze, met dezelfde oriëntatie inleggen, zodat een regelmatig en aangenaam uiterlijk wordt verkregen van een stapel 72 verpakkingen 1.

Bij de in figuur 16 getoonde uitvoeringsvorm is het opsluitelement 6 in hoofdzaak cilindervormig en kan bijvoorbeeld een wand 62 zijn zoals 5 getoond in figuur 14. Evenwel kan het opsluitelement 6, althans de wand 62 ook bijvoorbeeld meerhoekig zijn uitgevoerd, zoals getoond in figuur 17, bijvoorbeeld met een doorsnede gelijkvormig aan de vorm van de beide dekseldelen 2, 4. Het zal duidelijk zijn dat ook beide dekeeldelen geheel of gedeeltelijk transparant kunnen worden uitgevoerd.

10 Figuur 18 toont schematisch een dekseldeel 2, 4 volgens de uitvinding, vergelijkbaar met bijvoorbeeld de uitvoeringsvorm als getoond in figuur 14 of 16, waarbij een wand 62 is voorzien die in twee delen is verdeeld. In figuur 18 is in bovenaanzicht een dergelijke dekseldeel 2, 4 getoond, waarbij ter rechter zijde van een middellijn K een eerste wanddeel 15 62A is getoond aan de tegenovergelegen zijde een tweede wanddeel 62B. De beide wanddelen sluiten een cirkelsegment in met respectievelijk een straal Ri en R2. De straal Ri komt bijvoorbeeld ongeveer overeen met de straal van een informatiedrager 10 die daarin dient te worden opgenomen, terwijl de straal R2 enigszins groter is, in het bijzonder de wanddikte W van het eerste 20 wanddeel 62A groter. Dit betekent dat twee dekseldelen 2, 4 als getoond in figuur 18 op elkaar kunnen worden geplaatst, waarbij het ene deksel 2 over 180° is gedraaid ten opzichte van het tweede dekseldeel 4, waardoor het eerste wanddeel 62A van het eerste dekseldeel passend zal vallen binnen het tweede wanddeel 62B van het tweede dekseldeel en vice versa. De 25 informatiedragers 10 worden daardoor goed opgesloten, terwijl de dekseldelen identiek zijn en voor vervaardiging daarvan derhalve slechts één matrijs nodig is. De afstand tussen de sluitvlakken 61 van de beide dekseldelen 2, 4 kan eenvoudig worden ingesteld door verschuiving van de beide dekseldelen, althans wanden 62A, B, zodat een flexibele verpakking 30 wordt verkregen. Uiteraard kunnen wederom breekmiddelen 63 zijn 1024908- 17 voorzien alsmede koppelmiddelen in elke gewenste uitvoeringsvorm. De wanddelen 62A, B kunnen ook anders dan cirkelsegmentvormig zijn, bijvoorbeeld meer-hoekig.

In fig. 19 - 23 is een verdere voordelige uitvoeringsvorm van een 5 verpakking 1 volgens de uitvinding getoond, omvattende een eerste en tweede dekseldeel 2, 4, bijvoorbeeld als eerder beschreven aan de hand van de figuren. Elk dekseldeel 2, 4 is voorzien van een groef 46 waarin een opsluitelement 6 in de vorm van een wand 80 met een langsrand 7 kan worden vastgezet, in het bijzonder geklemd of vormgesloten, zoals eerder 10 beschreven. In fig. 20 is in uitgeslagen toestand de wand 80 getoond. Deze is vlak gespuitgiet of anderszins gevormd en is voorzien van een aantal vlakken 81, onderling verbonden door scharniermiddelen 82. In fig. 20 is een wand 80 voor een vierkante verpakking getoond doch het zal duidelijk zijn dat elk gewest aantal vlakken 81 kan zijn voorzien. Ook kunnen 15 meerdere dergelijke wanden in een verpakking worden toegepast, bijvoorbeeld twee wanden 80 als getoond in fig. 20 voor een achthoekige verpakking 1 als getoond in fig. 16 en 17. In de getoonde uitvoeringsvorm is de wand 80 eendelig gespuitgiet, met geïntegreerde scharnieren 82 van het filmscharnier-type. De vlakken 81 hebben bijvoorbeeld een doorsnede als 20 getoond in fig. 23 en is aan een eerste einde voorzien van een eindrand 83 als getoond in fig. 22, waardoor genoemde eindrand bij vorming van een kokervormig opsluitelement 6 achter het aan het tegenovergelegen einde 84 gevormde vlak 8 IA kan worden gestoken, voor sluiting van de wand, als getoond in fig. 22A. De alsdan gevormde koker is meerhoekig en kan in die 25 stand worden vastgezet door een of beide dekseldelen 2, 4 daarop vast te drukken, met de groeven 46 op de randen 7. In fig. 21 is dit in doorsnede schematisch getoond. Bij wegnemen van de wand 80 kunnen de dekseldelen 2, 4 op eerder beschreven wijze onderling worden gekoppeld voor de vorming van een lage doos voor het verpakken van bijvoorbeeld een of twee 30 informatiedragers 10.

1024906- 18

De scharniermiddelen 82 kunnen althans gedeeltelijk zodanig worden uitgevoerd dat deze relatief eenvoudig kunnen worden verbroken. Een wandvlak 81 kan dan bijvoorbeeld eenvoudig worden losgescheurd, waardoor het uitnemen van een informatiedrager uit de verpakking wordt 5 vereenvoudigd.

Bij een verpakking 1 volgens fig. 20 is bij voorkeur ten minste een dekseldeel 2 voorzien van een doorzichtig deel 68 als eerder beschreven aan de hand van in het bijzonder de figuren 16 en 17. Dit kan bijvoorbeeld in het betreffende dekseldeel 2 zijn vastgeklikt, zoals schematisch getoond in fig.

10 21 of daarin zijn vastgezet door spuitgiettechniek, lijm of dergelijke. In fig.

21 is het doorzichtige deel 68 aan zijn rand voorzien van een groef 87 waarmee deze over een rand 88 van een opening in het deksel 2 kan worden gedrukt. Het doorzichtige deel 68 is in deze uitvoeringsvorm enigszins convex, voor een aangenaam uiterlijk en relatief eenvoudige plaatsing, doch 15 dit kan uiteraard ook vlak of concaaf zijn, of een combinatie daarvan. Het andere dekseldeel kan bijvoorbeeld gesloten zijn gevormd. In het bijzonder het dekseldeel 2, 4 dat is voorzien van een doorzichtig deel is bij voorkeur voorzien van bijvoorbeeld nokken, rillen, ruggen of dergelijke naast genoemd deel 68, waardoor bij stapeling van de verpakkingen op de 20 dekseldelen 2, 4 het doorzichtige deel 68 wordt beschermd. Uiteraard kan dit deel 68 ook enigszins terug liggen ten opzichte van het verdere deksel-buitenvlak 86. De vlakken 81 van de wand 80 en/of de dekseldelen 2, 4 kunnen, evenals vergelijkbare delen van de eerder getoonde uitvoeringsvormen, beschrijfbaar worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door 25 materiaalkeuze of door bedrukking of dergelijke, waardoor informatie daarop kan worden geschreven. Daardoor kan de verpakking eenvoudig als opbergeenheid worden gebruikt. Uiteraard kunnen in plaats daarvan ook vlakken zijn voorzien waarop stickers of dergelijke etiketten zijn of kunnen worden aangebracht. Horizontale scheurlijnen kunnen zijn voorzien voor 1024906- 19 het verlagen van de wand 80. Ook kunnen verschillende hoogten wanden 80 worden voorzien, voor gebruik bij verschillende aantallen informatiedragers.

Het zal duidelijk zijn dat een verpakking 1 volgens fig. 19 ook elke andere gewenste buitenvorm kan hebben, bijvoorbeeld 4, 6 of 8-hoekig of 5 rond, door een geschikte keuze van het aantal vlakken en scharniermiddelen. Voor rond geldt dat dit bijvoorbeeld kan worden bereikt . door een bijzonder groot aantal scharniermiddelen of door voldoende buigzaamheid van de wand. 80.

Het zal duidelijk zijn dat de verschillende onderdelen van een 10 inrichting volgens de uitvinding in de getoonde uitvoeringsvoorbeelden eenvoudig onderling kunnen worden verwisseld voor de vorming van andere uitvoeringsvoorbeelden. Zo kan een blaasbalgvormig opsluitelement 6 als getoond in figuur 11 ook eenvoudig worden toegepast is een inrichting volgens figuur 1 of 14-18 of 19 en kunnen koppelelementen 12, 14,16 als 15 getoond in figuur 1-9 ook eenvoudig worden toegepast bij een inrichting 1 volgens figuur 10-19. Ook zijn vele andere alternatieve uitvoeringsvormen voor koppelelementen 12, 14,16 mogelijk voor koppeling van de dekseldelen 2, 4.

Fig. 24 toont in uitgeslagen, in hoofdzaak vlakke toestand een 20 opsluitelement 100 voor een verpakking volgens de uitvinding. Dit opsluitelement 100 omvat een centraal deel 101 met een viertal armen 102, waarbij het centrale deel kan zijn gevormd door delen van de armen 102. De armen 102 strekken zich in vier verschillende richtingen uit en zijn nabij hun vrije einde 103 voorzien van een insteekdeel 104, gevormd door een 25 omgebogen deel dat enigszins L- of U vormig is. Vanaf het centrale deel 101 strekt zich bovendien een scheurlip 105 uit die eindigt in een ophangelement 106. Het ophangelement 106 omvat een opening 107 waarmee dit over bijvoorbeeld een pen of haak van een presentatie inrichting (niet getoond) ion een winkel kan worden gehangen. Het 30 ophangelement 106 kan tegen de scheurlip 105 worden gevouwen, langs 1024906- 20 vouwlijn 108, zodanig dat bij samengestelde verpakking als getoond in fig.

27 het ophangelement 106 zich niet buiten de verpakking 1, althans het doosvormige deel daarvan uitstrekt buiten de buitencontour daarvan.

De armen 102 hebben elk een vouwlijn 109 zodanig dat een 5 verpakking 1 met de buitencontour 110 tegen de vouwlijnen kan worden geplaatst, met een dekseldeel 4 op het centrale deel.

Zoals getoond in fig. 25 is de verpakking 1 in het dekseldeel 2 voorzien van een viertal uitsparingen 111 in, althans nabij de buitenrand 112 daarvan. Zoals getoond in fig. 26 kunnen de armen langs de vouwlijnen 109 worden 10 gevouwen, tegen een zijvlak 81, waarbij de insteekdelen 104 in de uitsparingen kunnen worden gestoken. De lengte van de armen tussen de vouwlijnen 109 en de insteekdelen 104 is zodanig dat de insteekdelen 104 door trekspanning in de armen 102 in de uitsparingen worden vastgehouden en daaruit biet te verwijderen zijn tenzij de armen worden losgemaakt van 15 het centrale deel en/of worden doorgesneden of iets dergelijks. Daardoor is elke opening van de verpakking direct duidelijk.

De gesloten verpakking is getoond in fig. 27.

Teneinde de verpakking te kunnen openen zijn de armen 102 met elkaar en/of met het centrale deel 101 verbonden door verzwakkingslijnen 20 113. Door aan de scheurlip 105 te trekken kunnen deze verzwakkingslijnen 113 ten minste gedeeltelijk worden verbroken, waardoor ten minste een aantal armen loskomt en de insteekdelen 104 uit de uitsparingen kunnen worden genomen. Dan kunnen de dekseldelen worden verwijderd en de inhoud worden bereikt. Hiermee is tevens de verzegeling verbroken.

25 Een sluitelement volgens de uitvinding kan ook bij andersoortige verpakkingen worden toegepast, zoals CD* en DVD dozen, videodozen en dergelijke. Ook bij ronde of anderszins meerhoekige dan achthoekige verpakkingen kan een dergelijk sluitelement worden toegepast. Dit kan bovendien andere aantallen armen hebben en al dan niet met scheurlip 30 en/of ophangelement worden uitgevoerd. Ook kunnen in de armen 1024906- 21 scheurlippen zijn voorzien. Alle getoonde uitvoeringsvormen van een verpakking kunnen met uitsparingen zijn voorzien om met een sluitelement volgens de uitvinding te kunnen samenwerken volgens de uitvinding. Uiteraard kan een sluitelement volgens de uitvinding elke gewenste 5 configuratie hebben binnen bet door de conclusies geschetste raam van de uitvinding. Het sluitelement is bij voorkeur vervaardigd uit kunststof met relatief brede, stijve armen, althans insteekelementen.

In deze aanvrage wordt onder kokervormig ten minste begrepen een in hoofdzaak hol lichaam, met al dan niet in hoofdzaak continue 10 doorsnede over een axiale lengte, alsdan niet voorzien van een bodem.

Onder staafvormig dient ten minste te worden begrepen een in hoofdzaak massief lichaam, met elke gewenste axiale doorsnede. De dekseldelen en opsluitelementen alsmede de koppelmiddelen kunnen uit elk gewenst materiaal worden vervaardigd.

15

De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.

Zo kunnen andere koppelelementen worden toegepast voor 20 koppeling van de eerste en tweede dekseldelen met elkaar en/of met het opsluitelement. Ook kunnen de koppelelementen, in het bijzonder de derde koppelelementen 16 zodanig zijn gepositioneerd dat de informatiedragers 10 daartussen passend kunnen worden opgenomen met geringe speling. Alsdan kunnen de koppelelementen 16 worden gebruikt als opsluitelementen en 25 kan worden volstaan met de informatiedragers 10 daarbinnen te stapelen, eventueel omsloten door een folie ter verhindering van vervuiling. In de getoonde uitvoeringsvoorbeelden hebben de dekseldelen 2, 4 in hoofdzaak een vierkante vorm. Het zal evenwel duidelijk zijn dat deze elke gewenste vorm kunnen hebben zo lang de informatiedragers 10 met geschikte 30 opsluitelementen daartussen kunnen worden opgenomen en opgesloten. Zo 1024906- 22 kunnen de dekseldelen 2, 4 bijvoorbeeld de vorm hebben van cartoonfiguren, gebruiksvoorwerpen en dergelijke. Ook kunnen de dekseldelen zijn geprofileerd, zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 1, waarbij een cirkelvormige verhoging is aangebracht. De dekseldelen 2, 4 kunnen ook 5 zodanig zijn uitgevoerd dat deze onderling kunnen worden gekoppeld, zodanig dat deze kunnen scharnieren, bijvoorbeeld op een wijze als bekend uit de Jewel-box. Eventueel kunnen middelen zijn voorzien aan de binnenzijde van de dekseldelen 2, 4 waarop één of meer informatiedragers 10 kunnen worden vastgezet, bijvoorbeeld op zichzelf bekende rozetten, 10 klemringen of dergelijke.

Het opsluitelement 6 kan zijn voorzien van een bodemelement waartegen een dekseldeel 2, 4 kan aanliggen, zodat de informatiedragers eenvoudig met het opsluitelement kunnen worden uitgenomen, waarbij eventueel een extra deksel kan zijn voorzien voor het afsluiten van het 15 opsluitelement 6 los van de dekseldelen 2, 4. Daardoor kunnen de dekseldelen 2, 4 voor vorming van de verpakking/doos 52 worden gebruikt, terwijl de overige informatiedragers door het opsluitelement met deksel wordt beschermd.

De beide dekseldelen 2, 4 kunnen zijn voorzien van een langswand 20 62 als getoond in figuur 13, zodanig dat deze in en/of over elkaar passen, waardoor eenvoudig een variatie in hoogte kan worden verkregen. Door deze wand bijvoorbeeld enigszins asymmetrisch en/of elastisch, althans vervormbaar uit te voeren kunnen de dekseldelen identiek zijn, zoals schematisch getoond in figuur 18.

25 Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.

1024906=

Claims (12)

1. Verpakking voor informatiedragers, voorzien van ten minste twee dekseldelen waartussen informatiedragers kunnen worden ingesloten, waarbij een sluitinrichting is voorzien met een centraal deel en ten minste twee zich vanaf het centraal deel uitstrekkende armen, waarbij het centraal 5 deel is geplaatst tegen een buitenzijde van de verpakking, in het bijzonder tegen een der dekseldelen en de armen zijn gevouwen rond de verpakking, aan twee tegenover elkaar gelegen zijden, zodanig dat de armen ten minste een deel van een eerste dekseldeel omsluiten en zich tot tegen het tegenovergelegen tweede dekseldeel uitstrekken, waarbij genoemd tweede 10 dekseldeel is voorzien van uitsparingen waarin vrije einden van de armen zijn vastgezet.

2. Verpakking volgens conclusie 1, waarbij in of nabij het centraal deel een ophangelement is voorzien voor ophangen van de verpakking.

3. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, waarbij of nabij het centraal 15 deel een scheurdeel is voorzien waarmee ten minste één der armen kan worden losgescheurd.

4. Verpakking volgens conclusie 2 en 3, waarbij genoemd ophangelement is verbonden met genoemd scheurelement.

5. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten 20 minste vier armen zijn voorzien die zich op onderlinge afstand langs vier zijden van de verpakking uitstrekken.

6. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemd op hangelement in een eerste positie tegen de verpakking is aangevouwen en naar een tweede positie zwenkbaar is waarbij genoemd 25 ophangelement een hoek insluit met een sluitvlak van ten minste één der dekseldelen. 1024906-

7. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verpakking twee dekseldelen omvat, op afstand van elkaar gehouden door een zijwand, waarbij genoemd centraal deel tegen een sluitvlak van een eerste dekseldeel is gehouden en de armen zich vanaf genoemd centraal deel 5 langs de zijwand uitstrekken tot op een langsrand van het tegenovergelegen tweede dekseldeel, waarbij genoemde uitsparingen in of nabij genoemde langsrand zijn voorzien.

8. Verpakking volgens conclusie 7, waarbij de uitsparingen openingen in het tweede dekseldeel omvatten.

9. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de armen een vrij einde hebben dat is omgebogen, waardoor het genoemde einde in hoofdzaak U-vormig is en in een uitsparing kan worden gestoken in een richting ongeveer haaks op een sluitvlak van het dekseldeel waarin de uitsparingen zijn voorzien.

10. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verpakking veelhoekig is en een aantal zijvlakken heeft, waarbij zich ten minste langs drie en bij voorkeur langs ten minste vier zijvlakken een arm uitstrekt.

11. Sluitelement voor gebruik in een verpakking volgens een der 20 voorgaande conclusies, omvattende een centraal deel en ten minste twee en bij voorkeur ten minste vier zich vanaf genoemd centraal deel uitstrekkende armen, waarbij elke arm aan een van genoemd centraal deel afgekeerd einde is voorzien van een insteekdeel.

12. Werkwijze voor het vormen van een verpakking, waarbij een reeks 25 informatiedragers wordt opgesloten tussen twee dekseldelen en vervolgens een sluitelement volgens conclusie 11 rond ten minste een deel van de dekseldelen wordt gevouwen, voor het verkrijgen van een verpakking volgens een der conclusies 1 —10. 30 1024906-