NL1024362C2 - Meubel voorzien van een bevestigingssysteem. - Google Patents

Description

MEUBEL VOORZIEN VAN EEN BEVESTIGINGSSYSTEEM

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een meubel voorzien van een bevestigingssysteem waarbij het meubel losmaakbaar bevestigd kan worden in een bus, waarbij het bevestigingssysteem omvat aan weerszijden van het meubel bevestigde verbindingsmiddelen voor verbinding met de bus, 10 met de verbindingsmiddelen verbonden verstelmiddelen voor het verstellen van de verbindingsmiddelen, waarbij de verstelmiddelen omvatten een met de verbindingsmiddelen aan de eerste zijde van het meubel verbonden stang, die zich hoofdzakelijk onder het gehele meubel uitstrekt.

15 Een dergelijk meubel is algemeen bekend. Een meubel bestaat uit twee stoelen aangebracht op een frame, dat aan de wandzijde en gangpadzijde van een bus wordt bevestigd. De verbindingsmiddelen aan wandzijde zijn verbonden met een stang, die zich hoofdzakelijk onder het meubel uitstrekt 20 richting de gangpadzijde. Aan de gangpadzijde is de stang verbonden met een stelschroef. Een tweede stelschroef is voorzien voor het verstellen van de verbindingsmiddelen aan de gangpadzijde van het meubel. Voor het bevestigen van een dergelijk meubel in een bus, moeten beide stelschroeven 25 worden aangedraaid.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een verbeterd meubel voorzien van een bevestigingssysteem waarmee het meubel losmaakbaar bevestigd kan worden in een bus. Een verder doel van de onderhavige 30 uitvinding is het verschaffen van een dergelijk meubel, dat op snelle en eenvoudige wijze in een bus kan worden bevestigd en weer worden losgemaakt.

1024362

I 2 I

I Volgens de uitvinding is het meubel derhalve I

I gekenmerkt, doordat de verstelmiddelen verder omvatten een I

I hefboom, die tussen de stang en de verstelmiddelen aan de I

I tweede zijde van het meubel is aangebracht. Doordat de I

I 5 verbindingsmiddelen aan beide zijden van het meubel middels I

I de hefboom met elkaar zijn verbonden, kan men volstaan met I

I het verplaatsen van de hefboom voor het tegelijkertijd I

I verstellen van beide verbindingsmiddelen. I

I Bij voorkeur is de hefboom scharnierend verbonden met I

I 10 de stang en de verstelmiddelen aan de tweede zijde van het I

I meubel. Wanneer de verbindingsmiddelen aan de ene zijde van I

I het meubel eerder tot verbinding met de bus komen dan aan de I

I andere zijde, zal vanwege de scharnierende hefboom toch nog I

I een verstelling van de verbindingsmiddelen aan de andere I

I 15 zijde plaats kunnen hebben, zodat ook zij tot verbinding met I

I de bus geraken. I

I Verder omvat het meubel bij voorkeur bedienings- I

I middelen voor het bedienen van de verstelmiddelen, waarbij de I

I bedieningsmiddelen in of nabij het midden van de hefboom I

I 20 daarmee zijn verbonden. De bedieningsmiddelen kunnen zijn I

I gevormd door bijvoorbeeld een hydraulische of pneumatische I

I cilinder, een elektrisch aangedreven of handbediende spindel I

I of een hefboom met nok. De hefboom wordt met de hand bediend I

I en over de nok heen geduwd voor het met toenemende kracht I

I 25 verbinden van het meubel met de bus. In een voorkeurs- I

I uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de bedieningsmiddelen I

I gevormd door een stelhout. De stelbout steekt aan gangpad- I

I zijde vrij uit voor bediening van de verstelmiddelen. Door I

I het aandraaien van de stelbout wordt de hefboom verplaatst en I

I 30 de verbindingsmiddelen aan weerszijden van het meubel I

I versteld. I

I Bij voorkeur omvatten de verbindingsmiddelen aan elke I

I zijde van het meubel aangrijpmiddelen, die aangrijpen in ten I

I 1024362 I

3 minste één in de zijwand of de vloer van de bus aangebrachte opening. Hiermee kan een goede bevestiging tussen meubel en bus worden bewerkstelligd.

De aangrijpmiddelen aan elke zijde van het meubel 5 omvatten bij voorkeur klemmiddelen voor het klemmend aangrijpen van de opening. Hierdoor wordt lokaal op twee van elkaar gescheiden posities in de bus een klemkracht bewerkstelligd, waarbij de krachten die optreden op de constructie van de bus als geheel, nihil zijn.

10 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de klemmiddelen twee haken, waarbij de ene haak is bevestigd aan het meubel en de andere haak verplaatsbaar ten opzichte van de eerste haak daarmee is verbonden. De haken werken samen met een in de zijwand of de vloer van de bus aangebrachte 15 groef. De haken kunnen samen in de groef worden gestoken.

Door het verplaatsen van de verplaatsbare haak wordt de afstand tussen de haken vergroot, en klemt het paar haken zich vast in de groef waarmee een bevestiging van het meubel aan de bus wordt verkregen.

20 Bij voorkeur is, bij bevestiging in de bus, de eerste zijde van het meubel gelegen nabij de zijwand van de bus en de tweede zijde van het meubel gelegen nabij het gangpad van . de bus. Doordat de hefboom nabij het gangpad van de bus is gelegen kan te allen tijde het meubel van de bus worden 25 losgemaakt. Hierdoor is het ook later nog mogelijk de meubelconfiguratie in de bus, bijvoorbeeld de afstand tussen de meubels onderling, aan te passen.

De onderhavige uitvinding zal aan de hand van de bijgevoegde tekeningen nader worden verduidelijkt. In de 30 tekeningen toont:

Figuur 1 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van de binnenzijde van een bus voorzien van een meubel volgens de uitvinding; 1 0243 62 - H Figuur 2 een doorgesneden detailaanzicht volgens pijl II in figuur 1;

Figuur 3 een doorgesneden detailaanzicht volgens pijl Η III in figuur 1; 5 Figuur 4 een gedetailleerd achteraanzicht van het meubel volgens pijl IV in figuur 1 en H Figuur 5a en 5b respectievelijk een perspectivisch H aanzicht van het bevestigingssysteem voor het meubel getoond H in een niet-bevestigde en bevestigde stand.

10 In de tekeningen wordt een voorkeursuitvoeringsvorm van een meubel voorzien van een bevestigingssysteem volgens de uitvinding getoond. In figuur 1 wordt een in een bus bevestigd meubel 1 weergegeven. Een meubel 1 bestaat uit twee naast elkaar geplaatste stoelen 2, eventueel voorzien van één 15 of meer armleuningen 3. De stoelen 2 en de armleuning 3 zijn I verbonden met een frame 4 (zie figuur 4) waaraan een I bevestigingssysteem 5 is bevestigd. In figuur 1 wordt aan de I rechterzijde alleen het bevestigingssysteem 5 weergegeven.

I Het bevestigingssysteem 5 wordt aan de zijwand 6 en vloer 7 I 20 van de bus bevestigd. Als alternatief kan het I bevestigingssysteem 5 ook aan beide zijden van het meubel 1 aan de vloer 7 van de bus worden bevestigd.

I Het bevestigingssysteem 5 omvat aan weerszijden van I het meubel 1 bevestigde verbindingsmiddelen 8 voor verbinding 25 met de bus. Met de verbindingsmiddelen 8 zijn verstelmiddelen I 9 verbonden voor het verstellen van de verbindingsmiddelen 8.

I De verstelmiddelen 9 omvatten een met de verbindingsmiddelen I 8 aan de wandzijde van het meubel 1 verbonden stang 10, die I zich hoofdzakelijk onder het gehele meubel 1 richting het 30 gangpad 11 uitstrekt. Verder omvatten de verstelmiddelen 9 een hefboom 12, die tussen de stang 10 en de verstelmiddelen 8 aan de gangpadzijde 11 van het meubel 1 is aangebracht.

1024362 5

Vervolgens wordt verwezen naar de figuren 2-4. De verstelmiddelen 8 omvatten aan elke zijde van het meubel 1 twee haken 13,14, waarbij de ene haak 13 is bevestigd aan het meubel 1 en de andere haak 14 verplaatsbaar ten opzichte van 5 de eerste haak 13 daarmee is verbonden. De haken 13,14 werken samen met een respectievelijk in de zijwand 6 of de vloer 7 van de bus aangebrachte groef 15,16. Elke groef 15,16 is hoofdzakelijk U-vormig, waarbij de breedte van de ingang smaller is dan de breedte van de bodem van de groef 15,16. De 10 verplaatsbare haak 14 aan de wandzijde van het meubel 1 is gekoppeld met de stang 10. Stang 10 is bij 28 scharnierend verbonden met de hefboom 12. Aan het andere uiteinde van de hefboom 12, is bij 17 scharnierend de verplaatsbare haak 14 aan gangpadzijde van het meubel 1 verbonden. Tussen de twee 15 scharnierpunten 28,17 in is een stelhout 18 scharnierend met de hefboom 12 verbonden. De stelhout 18 is opgenomen in een draadbus 2b. Vanaf de draadbus strekt de stelhout 18 zich door een steunpoot 19 van het meubel 1 naar de hefboom 12 uit. De stelbout 18 steekt dan vrij aan de gangpadzijde van 20 het meubel 1 uit. Hierdoor is de stelbout 18 eenvoudig vanaf het gangpad van de bus benaderbaar voor bediening van het bevestigingssysteem 5.

In de figuren 5a en 5b is duidelijk te zien hoe het bevestigingssysteem 5 is vormgegeven. Aan de stang 10 is een 25 plaatstuk 20 bevestigd. Dit plaatstuk 20 is verbonden met een schuifstuk 21 waaraan de verplaatsbare haak 14 aan wandzijde van het meubel 1 is bevestigd. De vaste haken 13 van de aan wandzijde gelegen verbindingsmiddelen, zijn bevestigd aan plaatstukken 22, welke op hun beurt aan de onderzijde van het 30 frame 4 worden vastgeschroefd. Een ü- vormige balk 23 is aan de plaatstukken 22 bevestigd. Deze U-vormige balk ondersteunt en geleid het plaatstuk 20. Aan de gangpadzijde is de verplaatsbare haak 14 bevestigd aan een plaatstuk 24. Het 1024362

6 I

plaatstuk 24 is via een arm 27 scharnierend verbonden met het I

uiteinde van de hefboom 12. De vaste haken 13 zijn bevestigd I

aan plaatstukken 25, die op hun beurt zijn bevestigd aan de I

steunpoot 19 van het meubel 1. I

5 Aan de hand van de figuren 5a en 5b wordt bediening I

van het bevestigingssysteem 5 verduidelijkt. Door de stelbout I

18 rechtsom te draaien, wordt de hefboom 12 in de figuren I

naar links bewogen. Hierdoor wordt via de stang 10 en het I

daaraan bevestigde plaatstuk 20 het schuifstuk 21 met de I

10 daaraan bevestigde verplaatsbare haak 14 aan wandzijde ten I

opzichte van de plaatstukken 22 met vaste haken 13 I

verplaatst. De U-vormige balk 23 ondersteunt en geleidt het I

plaatstuk 20 hierbij. Tegelijkertijd met het verschuiven van I

het schuifstuk 21 wordt het schuifstuk 24 met de daaraan I

15 bevestigde haak 14 aan gangpadzijde naar links geschoven. De I

verplaatsbare haak 14 verschuift ten opzichte van de I

stoelpoot 19 en de daaraan haken 14. Derhalve wordt met het I

naar rechts draaien van de stelbout 18 bewerkstelligd dat de I

haken 13,14 respectievelijk wandzijde en gangpadzijde uit I

20 elkaar worden gedrukt, waardoor een klemverbinding in I

respectievelijk de groef 15,16 in de wand 6 en de vloer 7 van I

de bus wordt verkregen. Wanneer de haken 13,14 aan één zijde I

van het meubel 1 sneller tot klemverbinding zijn gebracht dan I

aan de andere zijde van het meubel 1, wordt door de

25 scharnierende bevestiging van de hefboom 12 aan de stang 10 I

enerzijds en de verplaatsbare haak 14 aan gangpadzijde I

anderzijds gewaarborgd, dat het nog niet klemmende hakenpaar I

13,14 verder uit elkaar worden geschoven, totdat ook zij een I

klemverbinding met de betreffende groef 15,16 vormen. I

30 Met het meubel 1 volgens de onderhavige uitvinding is I

slechts één bedieningspunt aanwezig om twee verbindingspunten I

aan weerszijden van het meubel 1 te bedienen. Hiermee kan het I

meubel 1 door één persoon snel los- en vastgemaakt worden. De

1024362 I

7 hefboom 12 garandeert te allen tijde een juiste verdeling van de krachten over de beide verbindingspunten. Tussen het scharnierpunt 29 van de stelhout 18 met de hefboom 12 enerzijds en de scharnierpunten 28,17 van de stang 10 en de 5 verplaatsbare haak 14 aan gangpadzijde anderzijds bevindt zich telkens een denkbeeldige arm. Door de verhouding in de lengte van deze armen aan te passen, kan de verdeling van de klemkracht aan wand- en gangzijde worden aangepast. Doordat de hefboom 12 in alle drie punten.scharnierend is, kunnen 10 toleranties opgevangen worden binnen de groeven 15,16, maar ook toleranties in de afstand tussen de groef 16 aan gangpadzijde en de groef 15 aan wandzijde. Onder de voorwaarde dat de stelbout 18 op het juiste aanhaalmoment wordt vastgedraaid, wordt gegarandeerd dat de klemkracht aan 15 beide zijden van het meubel 1 voldoende is.

1024362

Claims (13)

1. Meubel voorzien van een bevestigingssysteem I I waarmee het meubel losmaakbaar bevestigd kan worden in een I I 5 bus, waarbij het bevestigingssysteem omvat aan weerszijden I I van het meubel bevestigde verbindingsmiddelen voor verbinding I met de bus, met de verbindingsmiddelen verbonden I I verstelmiddelen voor het verstellen van de verbindings- I I middelen, waarbij de verstelmiddelen omvatten een met de I 10 verbindingsmiddelen aan de eerste zijde van het meubel I I verbonden stang, die zich hoofdzakelijk onder het gehele I I meubel uitstrekt, met het kenmerk, dat de verstelmiddelen I I verder omvatten een hefboom, die tussen de stang en de I I verstelmiddelen aan de tweede zijde van het meubel is I I 15 aangebracht. I

2. Meubel volgens conclusie 1, waarbij de hefboom I I scharnierend is verbonden met de stang en de verstelmiddelen I aan de tweede zijde van het meubel. I I 20 I

3. Meubel volgens conclusie 1 of 2, verder omvattende I I bedieningsmiddelen voor het bedienen van de verstelmiddelen, I I waarbij de bedieningsmiddelen in of nabij het midden van de I I hefboom daarmee zijn verbonden. I I 25 I I

4, Meubel volgens conclusie 3, waarbij de I I bedieningsmiddelen zijn gevormd door een hydraulische of I pneumatische cilinder. I I 30

5. Meubel volgens conclusie 3, waarbij de I I bedieningsmiddelen zijn gevormd door een elektrisch I I aangedreven of handbediende spindel. I I 1024362

6. Meubel volgens conclusie 3, waarbij de bedieningsmiddelen zijn gevormd door een hefboom met nok.

7. Meubel volgens conclusie 3, waarbij de 5 bedieningsmiddelen zijn gevormd door een stelhout.

8. Meubel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verbindingmiddelen aan elke zijde van het meubel omvatten aangrijpmiddelen, die aangrijpen in tenminste één in 10 de zijwand of de vloer van de bus aangebrachte opening.

9. Meubel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de aangrijpmiddelen aan elke zijde van het meubel omvatten klemmiddelen voor het klemmend aangrijpen van de 15 opening.

10. Meubel volgens conclusie 9, waarbij de klemmiddelen omvatten twee haken, waarbij de ene haak is bevestigd aan het meubel en de andere haak verplaatsbaar ten 20 opzichte van de eerste haak daarmee is verbonden.

11. Meubel volgens conclusie 10, waarbij de haken samenwerken met een in de zijwand of de vloer van de bus aangebrachte groef. 25

12. Meubel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij, bij bevestiging in de bus, de eerste zijde van het meubel is gelegen nabij de zijwand van de bus en de tweede zijde van het meubel is gelegen nabij het gangpad van de bus. 30

13. Bevestigingssysteem kennelijk bestemd voor het in een bus bevestigen van een meubel volgens een van de conclusies 1-12. 1024362-