NL1024333C2 - Drukprocédé en inrichting voor het uitvoeren van het drukprocédé. - Google Patents

Description

» -1-

Drukprocédé en inrichting voor het uitvoeren van het drukprocédé.

5 De onderhavige aanvrage heeft betrekking op een drukprocédé voor het bedrukken van cilindrische en conische voorwerpen waarbij een grafische afbeelding via een op een rotatiedrukorgaan aangebracht drukdoek op het te bedrukken voorwerp wordt overgebracht, alsmede een inrich-10 ting voor het uitvoeren van het drukprocédé.

Het bedrukken van cilindrische en conische voorwerpen is op zich bekend. Hierbij worden op een rotatiedrukorgaan, hetgeen een cilindrische druktrommel kan zijn of een ke-15 gelvormige druktrommel, zoals beschreven in NL-A-1022345 ten name van aanvraagster, één of meer drukdoeken aangebracht waar de op de voorwerpen af te drukken grafische afbeelding eerst via drukplaat en drukplaatcilinder op overgebracht dient te worden. De druktrommel van het 20 drukorgaan wordt afgerold tegen de te bedrukken voorwerpen, die daartoe op een draaibare houder zijn aangebracht die als tegendrukorgaan fungeert. Voor deze techniek is het noodzakelijk dat één of meer drukplaten vervaardigd worden die op de drukplaatcilinder opgespannen dienen te 25 worden.

De uitvinding beoogt in een eenvoudiger werkwijze te voorzien waarbij het niet langer noodzakelijk is de grafische afbeelding via drukplaat en drukplaatcilinder op 30 het drukdoek aan te brengen.

Dienovereenkomstig wordt er volgens de uitvinding in 1024333

-2- I

voorzien dat de drukinkt in één of meer kleuren direkt I

volgens de verdeling van de op de voorwerpen over te I

brengen grafische afbeelding op het drukdoek wordt aange- I

bracht. Dit geeft een aanzienlijke besparing in anders I

5 te verrichten handelingen en de daarbij benodigde voor- I

werpen en materialen, derhalve een aanzienlijke besparing I

in tijd en kosten. I

Volgens een nadere uitwerking wordt er verder in voorzien I

10 dat de grafische afbeelding op het drukdoek aangebracht I

wordt door de benodigde afzonderlijke kleuren drukinkt I

achtereenvolgend op het drukdoek aan te brengen. De druk- I

inkt wordt hierbij in druppelvorm afgegeven waarbij de I

hoeveelheid afgegeven drukinkt in afhankelijkheid van de I

15 grafische afbeelding geregeld wordt. I

Aangezien de drukinkt op een roterend drukdoek aange- I

bracht dient te worden is het niet mogelijk om de druk- I

inkt met een langs een lijn bewegende nozzle op te bren- I

20 gen en vervolgens op te schuiven naar een volgende te be- I

drukken lijn. De uitvinding voorziet er dan ook in dat de I

drukinktdruppels per afzonderlijke kleur vanaf een posi- I

tie langs tenminste één voorafbepaalde lijn op het druk- I

doek worden gebracht, waarbij de voorafbepaalde lijn of I

25 lijnen evenwijdig of onder een hoek ten opzichte van de I

draaiings-as van het rotatiedrukorgaan verloopt. De inkt- I

druppels worden derhalve per te bedrukken lijn aange- I

bracht hetgeen geschiedt door de drukinktdruppels via een I

reeks langs tenminste één voorafbepaalde lijn aangebrach- I

30 te nozzles op het drukdoek te spuiten, waarbij de nozzles I

vanuit een besturingssysteem aangestuurd worden op basis I

van de gedigitaliseerde, op het voorwerp af te drukken I

1024303 I

-3- grafische afbeelding.

Volgens een eerste uitvoeringsvorm zijn de nozzles naast elkaar in lijn aangebracht waarbij de lijn evenwijdig is 5 aan de draaiings-as van het rotatiedrukorgaan. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat de afstand van de afzonderlijke nozzles tot het drukdoek overal gelijk is.

Teneinde de afstand tussen opeenvolgende nozzles nog 10 kleiner te kunnen maken om de uit opeenvolgende nozzles komende drukinktdruppels zo dicht mogelijk op elkaar te kunnen krijgen, wordt er volgens een tweede uitvoeringsvorm in voorzien dat de nozzles voor een kleur in tenminste twee evenwijdige lijnen zijn aangebracht, waarbij de 15 nozzles in opeenvolgende rijen ten opzichte van elkaar versprongen zijn.

Hetzelfde kan bereikt worden met een derde utvoeringsvorm waarbij de nozzles op één lijn zijn aangebracht die onder 20 een hoek ten opzichte van de draiings-as van het rotatiedrukorgaan staat. Hiermee wordt de ruimte die elk van de afzonderlijke nozzles inneemt ondervangen en daarmee de spatiëring tussen de nozzles.

25 Door het onder een hoek ten opzichte van de draaiings-as van het rotatiedrukorgaan plaatsen van de reeksen nozzles per afzonderlijk kleur varieert de afstand van elke afzonderlijke nozzle tot het op het rotatiedrukorgaan aangebrachte drukdoek, waarbij de afstanden aan de uiteinden 30 het grootst zijn. Teneinde de daardoor ontstane verschillen in tijd voordat een inktdruppel vanuit een nozzle op het drukdoek komt te ondervangen wordt er volgens een na- < o ? 4 ^ 3 3 -

I -4- I

I dere uitwerking in voorzien dat het moment waarop de I

I drukinktdruppels vanaf een positie langs de voorafbepaal- I

I de lijn op het drukdoek gebracht worden geregeld wordt in I

I afhankelijkheid van de afstand tot het drukdoek. Behalve I

I 5 aanpassing in de tijd kan ook de hoeveelheid af gegeven I

I drukinkt per afzonderlijke nozzle hierop afgestemd wor- I

I den. I

I Teneinde afbeeldingen goed op een conisch produkt te kun- I

I 10 nen krijgen wordt er volgens de uitvinding in voorzien I

I dat de op gedigitaliseerde wijze opgeslagen grafische af- I

I beelding, welke op het te bedrukken voorwerp overgebracht I

I dient te worden, vooraf aangepast wordt asm de vorm van I

I het te bedrukken produkt en het voor het drukprocédé ge- I

I 15 bruikte rotatiedrukorgaan. I

I Bij het afdrukken op conische voorwerpen ontstaan er ver- I

I schillen in afwikkelsnelheden, die bij cilindrische druk- I

I trommels aanzienlijk kunnen zijn. Bij gebruik van kegel- I

I 20 vormige druktrommels is dit, afhankelijk van de overeen- I

I stemming tussen de kegelhoeken van het te bedrukken voor- I

I werp en de druktrommel, geheel of in belangrijke mate te I

I ondervangen. Teneinde verschillen in afwikkelsnelheden te I

I ondervangen voorziet de uitvinding er verder in dat af- I

I 25 hankelijk van het positieve of negatieve verschil in af- I

I wikkelsnelheid dat de hoeveelheid afgegeven drukinkt ge- I

I regeld wordt en daarmee de grootte van de op het drukdoek I

I gemaakte punten. I

I 30 Voor het bedrukken van conische voorwerpen volgens de I

I werkwijze volgens de uitvinding heeft het dan ook de I

I voorkeur om een conische druktrommel te gebruiken, nood- I

I 1024333 I

-5- zakelijk is dit echter niet.

Voor de verschillende kleuren die achtereenvolgend op het drukdoek aangebracht worden, worden bij voorkeur onder UV 5 polymeriserende drukinkten gebruikt vanwege de snelle droging van deze inkten. Hiertoe wordt verder voorzien in een UV stralingsbron die op de bedrukte produken is gericht. Dit betekent echter geenszins dat voor de werkwijze volgens de uitvinding geen andere drukinkten gebruikt 10 kunnen worden.

De uitvinding voorziet eveneens in een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze die een rotatiedrukorgaan omvat, middelen om de drukinkt op een drukdoek te brengen 15 en een houder voor de te bedrukken produkten, waarbij de inrichting per op te brengen kleur een reeks langs tenminste één lijn opgestelde nozzles voor het op het drukdoek spuiten van drukinktdruppels omvat en waarbij de lijn of lijnen waarlangs de nozzles zijn opgesteld even-20 wijdig of onder een voorafbepaalde hoek ten opzichte van de draaiings-as van het rotatiedrukorgaan zijn aangebracht .

De inrichting omvat verder een besturingssysteem dat ten-25 minste ingericht is voor het bewerken van gedigitaliseerde afbeeldingen in afhankelijkheid van de vorm van het te bedrukken voorwerp en de vorm van het gebruikte rotatiedrukorgaan en dat ingericht is voor het aansturen van de afzonderlijke nozzles in afhankelijkheid van de positie 30 van de afzonderlijke nozzles ten opzichte van het rotatiedrukorgaan .

1024333-

I -6- I

I De uitvinding wordt in het navolgende nader toegelicht I I aan de hand van het in de tekening gegeven voorbeeld, I I waarin: I

I 5 fig.1 schematisch een druktrommel met een drukdoek en I I een aantal nozzie-eenheden toont, en I I fig.2 schematisch de positie van een nozzle-eenheid ten I I opzichte van de druktrommel toont. I

I 10 In fig.l is een druktrommel 1 getoond, hetgeen een coni- I I sche of cilindrische druktrommel kan zijn, waarop een I I drukdoek 2 is aangebracht. Een te bedrukken voorwerp 3 is I I op een houder 4 aangebracht, waarbij de houder 4 tevens I I dienst doet als tegendrukorgaan, en ligt tegen de druk- I I 15 trommel 1 aan. I

I Langs een deel van de buitenomtrek van de druktrommel 1 I I zijn een aantal nozzie-eenheden 5,6,7,8,9 aangebracht, I I waarbij elke nozzle-eenheid voor een aparte kleur druk- I I 20 inkt gebruikt wordt. Elke nozzle-eenheid 5,6,7,8,9 heeft I I een aantal op rij aangebrachte nozzles die elk afzonder- I I lijk aan te sturen zijn waarmee het tijdstip en de hoe- I I veelheid op te brengen drukinkt te regelen is. Schema- I I tisch is een uit een nozzle afkomstige drukinktdruppel 10 I I 25 aangegeven. I

I In fig.2 is de positie aangegeven van een afzonderlijke I I nozzle-eenheid 5 ten opzichte van de druktrommel 1 en het I I daarop aangebrachte drukdoek 2. De draairichting is met I I 30 pijl 11 aangegeven. De nozzle-eenheid 5 staat schuin ten I I opzichte van de draaiings-as van de druktrommel 1 tenein- I I de de inktpunten direkt opeenvolgend op het drukdoek 2 I

I «^ ° 4 ^ 3 3 - I

-7- aan te kunnen brengen.

De afstand van de nozzles ten opzichte van het drukdoek 2 varieert over de lengte van de nozzle-eenheid 5. Ten op-5 zichte van een middelste nozzle is de afstand 12 tot het drukdoek 2 het kleinst,'terwijl de afstanden 13,14 van de nozzles aan tegenovergelegen uiteinden van de nozzle-eenheid 5 het grootst zijn. Daarmee is de benodigde tijd voor het afleggen van de afstanden groter. Teneinde de 10 inkt toch op de juiste positie op het drukdoek 2 te kunnen krijgen wordt vanuit het niet in de tekening aangegeven besturingssysteem de tijdstippen dat de opeenvolgende nozzles aangestuurd dienen te worden nader bepaald.

15 In plaats van een enkele nozzle-eenheid 5,6,7,8,9 per kleur kan, indien de breedte van het drukdoek 2 dat noodzakelijk maakt, ook per kleur een aantal nozzle-eenheden in lijn aangebracht worden.

1024333-

Claims (14)

1. Drukprocédé voor het bedrukken van cilindrische en I I conische voorwerpen waarbij een grafische afbeelding I I 5 via een op een rotatiedrukorgaan aangebracht druk- I I doek op het te bedrukken voorwerp wordt overge- I I bracht, met het kenmerk dat de drukinkt in één of I I meer kleuren in het spiegelbeeld van de op de voor- I I werpen over te brengen grafische afbeelding op het I I 10 drukdoek wordt aangebracht. I

2. Drukprocédé volgens conclusie 1, met het kenmerk dat I I de grafische afbeelding op het drukdoek aangebracht I I wordt door de benodigde afzonderlijke kleuren druk- I I inkt achtereenvolgend op het drukdoek aan te bren- I I 15 gen. I

3. Drukprocédé volgens conclusie 2, met het kenmerk dat I I de drukinkt aangebracht wordt in druppelvorm waarbij I I de hoeveelheid afgegeven drukinkt in afhankelijkheid I I van de grafische afbeelding geregeld wordt. I I 20

4. Drukprocédé volgens conclusie 3, met het kenmerk dat I I de drukinktdruppels per afzonderlijke kleur vanaf I I een positie langs tenminste één voorafbepaalde lijn I I op het drukdoek worden aangebracht, waarbij de voor- I I afbepaalde lijn of lijnen evenwijdig of onder een I I 25 hoek ten opzichte van de draaiings-as van het rota- I I tiedrukorgaan verloopt. I

5. Drukprocédé volgens conclusie 4, met het kenmerk dat I I het moment waarop de drukinktdruppels vanaf een po- I I sitie langs een voorafbepaalde lijn op het drukdoek I I 30 gebracht worden geregeld wordt in afhankelijkheid I I van de afstand tot het drukdoek. I

6. Drukprocédé volgens conclusie 5, met het kenmerk dat I I 1024333 - I -9- de drukinkt druppels via een reeks Icings de vooraf bepaalde lijn aangebrachte nozzles op het drukdoek gespoten worden, waarbij de nozzles vanuit een besturingssysteem aangestuurd worden op basis van de ge-5 digitaliseerde, op·het voorwerp af te drukken grafi sche afbeelding.

7. Drukprocédé volgens conclusies 1-6, met het kenmerk dat de op gedigitaliseerde wijze opgeslagen grafische afbeelding welke op het te bedrukken voorwerp 10 overgebracht dient te worden vooraf aangepast wordt aan de vorm van het te bedrukken produkt en het voor het drukprocédé gebruikte rotatiedrukorgaan.

8. Drukprocédé volgens conclusies 1-7, met het kenmerk dat het rotatiedrukorgaan een kegelvormig drukorgaan 15 is.

9. Drukprocédé volgens conclusies 1-10, met het kenmerk dat de gebruikte drukinkten onder UV straling poly-meriserende drukinkten zijn.

10. Inrichting voor het uitvoereh van het drukprocédé 20 volgens één of meer van de voorafgaande conclusies 1-9 die een rotatiedrukorgaan omvat, middelen om de drukinkt op een drukdoek te brengen en een houder voor de te bedrukken produkt en, met het kenmerk dat de inrichting per op te brengen kleur een reeks 25 langs tenminste één lijn opgestelde nozzles voor het op het drukdoek spuiten van drukinktdruppels omvat.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de lijn of lijnen waarlangs de nozzles zijn opgesteld evenwijdig of onder een voorafbepaalde hoek 30 ten opzichte van de draaiings-as van het rotatie drukorgaan zijn aangebracht.

12. Inrichting volgens conclusies 10-11, met het kenmerk 1 024333*· -10- I dat voorzien ie in een UV stralingsbron waarvan de I straling op het oppervlak van de bedrukte voorwerpen I is gericht. I

13. Inrichting volgens conclusies 10-12, met het kenmerk I 5 dat het rotatiedrukorgaan een kegelvormig drukorgaan I is. I

14. Inrichting volgens conclusies 10-13, met het kenmerk I dat deze een besturingssysteem omvat dat tenminste I ingericht is voor het bewerken van gedigitaliseerde I 10 afbeeldingen in afhankelijkheid van de vorm van het I te bedrukken voorwerp en de vorm van het gebruikte I rotatiedrukorgaan en dat ingericht is voor het aan- I sturen van de afzonderlijke nozzles in afhankelijk- I heid van de positie van de afzonderlijke nozzles ten I 15 opzichte van het rotatiedrukorgaan. I ί 0 4 3 3 “ I