NL1024255C2 - Houder. - Google Patents

Description

HOUDER

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een houder, in het bijzonder een houder voor het bewaren van 5 documentatie.

Er zijn vele soorten houders bekend waarmee documentatie op te bergen is. Uiteraard kan papieren documentatie in boekvorm worden opgeborgen door het papier op bekende wijze in te binden en te voorzien van een boekomslag. 10 Tevens zijn talloze systemen bekend waarin al dan niet van perforaties voorzien papier losneembaar aan een kaft kan worden bevestigd. In een ringband wordt de houder bijvoorbeeld voorzien van een aantal te openen en te sluiten ringen. Wanneer de houder een boek of ringband is, heeft de 15 gebruiker daarvan soms de behoefte om de houder schuin op een ondergrond op te stellen. Het lezen van een schuin op een bureau opgesteld boek kan bijvoorbeeld de voorkeur hebben boven het lezen van een plat op het bureau gelegd boek. De bekende houders zijn echter alleen geschikt voor het doel van 20 het bewaren van datgene waarvoor ze ontworpen zijn. De mogelijkheid ontbreekt om de houders in een gewenste stand op te stellen.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding hiervoor een oplossing te verschaffen en een houder te 25 verschaffen die enerzijds geschikt is voor het bewaren van de inhoud daarvan en die anderzijds in een gewenste stand ondersteund wordt.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt in een houder, in het bijzonder voor het bewaren van documentatie, 3 0 omvattende: - een voorkaft, een achterkaft en een daartussen gerangschikte rug; 1024255-

- eerste en tweede lijnvormige scharnieren tussen de I

rug en respectievelijk de voorkaft en de achterkaft voor het' I

kunnen openen en sluiten van de houder;

- een uitklapbare steun voor het in uitgeklapte I

5 toestand in een vooraf bepaalde stand plaatsen van de * I

voorkaft, achterkaft en rug, de uitklapbare steun omvattende: I

- een uit de achterkaft uitgespaarde

achterkaftsteundeel, dat met lijnvormig derde scharnier I

bevestigd is aan de achterkaft voor het in* en uitklappen van I

10 het achterkaftsteundeel; I

- een uit de voorkaft uitgespaarde voorkafteteundeel, I

dat met een lijnvormig vierde scharnier bevestigd is aan de I

voorkaft voor het in- en uit klappen van het I

voorkaf t steundeel;

15 - een uit de rug uitgespaard rugsteundeel dat in- en I

uitklapbaar is; I

waarbij het voorkafteteundeel en het achterkaftsteundeel I

respectievelijk aan het rugsteundeel zijn bevestigd door I

middel van vijfde en zesde scharnieren. I

20 Door de steundelen op deze wijze aan elkaar te I

bevestigen, blijft, in gesloten toestand van de houder, de steun altijd ingeklapt. Doordat bovendien de steundelen

uitgespaard zijn uit de kaften en de rug maken de steundelen I

gewoon deel uit van de kaften en de rug van de houder. Dit I

25 betekent dat het uiterlijk van de houder nagenoeg intact kan I

blijven. Pas wanneer de houder geopend is, kunnen de I

steundelen uitgeklapt worden. In uitgeklapte stand van de I

steundelen vormen deze een steun waarmee de houder in een I

voorafbepaalde stand op een ondergrond is op te stellen.

30 In een voorkeursuitvoering zijn de vijfde en zesde I

scharnieren gevormd door een deel van respectievelijk het I

eerste en het tweede scharnier. Het eerste en tweede I

scharnier hebben derhalve een dubbele functie, namelijk het I

1024255 I

3 ten opzichte van de rug schamierbaar maken van de kaften en het ten opzichte van het rugsteundeel scharnierbaar maken van de voorkaft- en achterkafteteundelen. Een van de voordelen hiervan is dat met een relatief eenvoudige constructie de 5 vereiste zwenkbewegingen realiseerbaar zijn.

Volgens een verdere voorkeursuitvoering strekken het vijfde en zesde scharnier zich over een afstand (A) van ten minste 0,5 cm, en bij voorkeur ten minste 2 cm, uit. Het vijfde en zesde scharnier behoeven zich niet over de gehele 10 lengte van de steun uit te strekken. Voldoende voor het verwezenlijken van de schamierwerking volgens de uitvinding is dat de vijfde en zesde scharnieren zich over de hierboven genoemde minimale afstand uitstrekken.

In een bepaalde voorkeursuitvoering omvat de houder 15 aanslagmiddelen voor het beperken van de maximale uitklapstand van de steun. Deze aanslagmiddelen zorgen ervoor dat wanneer de steun eenmaal uitgeklapt is, de steun ten opzichte van de rest van de houder een gewenste stand heeft. De aanslagmiddelen zorgen ervoor dat de uitzwenking van de 20 steun en daarmee de hoek waaronder de steun ten opzichte van een ondergrond geplaatst is, beperkt wordt.

Volgens een bepaalde voorkeursuitvoering heeft de rug een gebogen vorm en is aan het bovenste uiteinde van het rugsteundeel een tussenruimte aangebracht, die gevormd is 25 (vorm en afmetingen) Om de maximale uitklapstand van de steun te beperken. In de maximaal toelaatbare uitklapstand te bepalen zijn de aanslagmiddelen gevormd worden door het bovenste uiteinde van het rugsteundeel en een onderste uiteinde van de rug, zodat in uitgeklapte toestand de 30 uiteinden tegen elkaar aan liggen.

Bij voorkeur bedragen de hoek 0^ tussen het derde en vijfde scharnier en de hoek oi2 tussen het vierde en zesde scharnier tussen 30 en 150 graden en bij voorkeur tussen de 1024255

45 en 135 graden. Door een hoek binnen de genoemde bereiken I

te kiezen, strekken de genoemde lijnvormige scharnieren zich I

onder een voldoend grote hoek ten opzichte van elkaar uit om I

de steun ingeklapt te houden wanneer de houder niet geopend I

5 is. I

In een in het bijzonder geschikte uitvoering strekken I

de derde en vierde scharnier zich in hoofdzaak dwars op het I

vijfde en zesde scharnier uit. In deze uitvoering blijft de I

steun ingeklapt totdat de houder geheel of vrijwel geheel I

10 geopend is. Dit betekent dat ongewenst uitklappen van de I

steun wanneer de houder gedeeltelijk geopend is, wordt I

vermedenV,In deze uitvoering zijn aanvullende maatregelen I

gewenst walmeer de steun uitgeklapt is aangezien de steun de I

neiging heeft om te ver uit te klappen. Een van de mogelijke I

15 maatregelen is hierboven reeds beschreven en betreft voorzien I

van de rug en de steun van aanslagmiddelen waarmee maximale I

uitklapboek β van de steun in te stellen is. I

In een andere voorkeursuitvoering heeft de hoek αχ I

tussen het derde en vijfde scharnier en de hoek ots tussen het I

20 vierde en zesde scharnier echter een waarde tussen circa 30 I

en 80 graden voor het beperken van de maximale uitklapstand I

van de steun. In deze uitvoering is het de schuine stand van I

het derde en vierde scharnier die ervoor zorgt dat de steun I

een bepaalde maximale hellingshoek β krijgt, zonder dat I

25 daarbij nog speciale voorzieningen, zoals de hierboven I

genoemde aanslagmiddelen, benodigd zijn. I

In maximale uitklapstand van de steun bedraagt de I

hoek β tussen de steun en rug tussen circa 20 en circa 45 I

graden. Op deze wijze kan de houder op stabiele wijze schuin I

30 op een ondergrond geplaatst worden. I

In bepaalde voorkeursuitvoeringen vormen de kaften en de rug een sandwich-constructie, waarbij de scharnieren

gevormd worden door en of meer van de materialen waaruit de I

1024255 I

5 kern van de sandwich-constructie is opgebouwd. Op deze wijze kan relatief snel en eenvoudig een van de juiste scharnieren* voorziene houder verschaft worden. Bovendien is in deze uitvoering de houder uit één stuk materiaal vervaardigbaar, 5 hetgeen de stijfheid van de constructie en daarmee de werking van de steun ten goede komt.

Een in het bijzonder geschikte houder omvat - een van buigzaam materiaal vervaardigd vel; - ten minste drie op het oppervlak van het vel 10 bevestigde eerste plaatvormige elementen en ten minste drie op het tegenoverliggende oppervlak van het vel bevestigde corresponderende tweede plaatvormige elementen; waarbij de eerste en corresponderende tweede plaatvormige elementen de voorkaft, achterkaft en rug vormen en waarbij 15 het buigzame materiaal ter plaatse van tussen de plaatvormige elementen voorziene, tussenruimtes de scharnieren vormt.

De plaatvormige elementen zijn vervaardigd van relatief slecht buigzaam materiaal, bijvoorbeeld aluminium. Het relatief buigzame materiaal omvat bij voorkeur een 20 thermoplastisch materiaal, en met nog meer voorkeur polypropyleen. Dit materiaal is niet alleen voldoende buigzaam, maar is tevens praktisch onbreekbaar. Deze laatste eigenschap is met name belangrijk wanneer het buigzame materiaal ook wordt gebruikt om de scharnieren te vormen. Ook 25 na veelvuldig gebruik treedt geen slijtage van de scharnieren op.

Een in het bijzonder geschikt materiaal waaruit de houder kan zijn opgebouwd is het onder de merknaam hylitetB bekende materiaal.

30 In een andere uitvoering zijn de kaften en rug vervaardigd zijn van een stuk karton of soortgelijk materiaal en zijn de lijnvormige scharnieren gevormd door in het karton rillijnen aan te brengen. Alhoewel karton over het algemeen 1024255

I 6 I

I relatief slecht buigbaar is, geldt dit niet voor het karton I

I ter plaatse van de rillijnen. Dit betekent dat op eenvoudige- I

I en snelle wijze de gewenste scharnieren in het materiaal aan I

I te brengen zijn. I

I 5 Verdere voordelen, kenmerken en details van de I

I onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de I

I hand van de beschrijving van een tweetal bevoorkeurde I

I uitvoeringsvormen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen I

I naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen: I

I 10 Figuur 1 een zijaanzicht in perspectief van een I

I eerste uitvoeringsvorm; I

I Figuur 2 een achteraanzicht in perspectief van de I

I eerste uitvoeringsvorm, met ingeklapte steun; I

I Figuur 3 het aanzicht in perspectief van figuur 2, I

I 15 maar nu met uitgeklapte steun; I

I Figuur 4 een achteraanzicht in perspectief van een I

I tweede voorkeursuitvoering; I

I Figuur 5 een achteraanzicht in perspectief van de I

I voorkeursuitvoering van figuur 4, met een steun in I

I 20 uitgeklapte toestand; I

I Figuur 6 een zijaanzicht in perspectief van de tweede I

I voorkeursuitvoeringsvorm; en I

I Figuur 7 een dwarsdoorsnede door een op een I

I bevoorkeurde wijze vervaardigde uitvoering van de houder I

I 25 volgens de uitvinding. I

I De in figuren 1-3 getoonde uitvoering betreft een I

I houder 1, die voorzien is van een aantal ringvormige I

I elementen R waaraan op bekende wijze vellen papier P te I

I bevestigen zijn. De houder of ringband 1 bestaat uit een I

I 30 voorkaft 3, een achterkaft 4 en een tussen beide kaften I

I voorziene rug 2. Tussen de voorkaft 3 en de rug 2 en tussen I

I de achterkaft 4 en de rug 2 zijn respectievelijk scharnieren I

1024255 I

7 10,11 voorzien, die een zwenkbeweging van de respectievelijke elementen 3,4 ten opzichte van de rug 2 mogelijk maken.

Dergelijke scharnieren kunnen op vele verschillende wijze zijn uitgevoerd. In een bepaalde voorkeursuitvoering 5 zijn de kaften 3,4 en de rug 2 opgebouwd uit een enkel stuk .· karton, en worden scharnieren gevormd door het karton plaatselijk in te drukken (te rillen). De aldus ontstane rillijnen vormen relatief buigzame tussenstukken tussen de respectievelijke weinig buigzame elementen (voorkaft, 10 achterkaft, rug, eventueel steun). Door hun relatief grote buigzaamheid kunnen de rillijnen de functie van scharnier vervullen.

In een andere, meer bevoorkeurde voorkeursuitvoering is de houder 1 echter als sandwichconstructie opgebouwd, 15 zoals in figuur 7 is weergegeven. Op een buigzaam vel 30, dat bij voorkeur vervaardigd is van polypropyleen, wordt een aantal relatief onbuigzame platen 24-29 aangebracht. Platen 24,25 worden ter weerszijden van de flexibele laag 30 bevestigd om daarmee de achterkaft 4 te vormen, platen 28,29 20 worden aan weerszijden van de flexibele laag 30 aangebracht om daarmee de voorkaft 3 te vormen, terwijl platen 26,27 tegen de buigzame laag 30 worden bevestigd om daarmee een rug 2/20 te vormen. De tussenruimte tussen platen 24,26 en tussen platen 25,27 zorgt ervoor dat een scharnier 10 tussen de 25 achterkaft 4 en de rug 2/20 gevormd wordt, terwijl de tussenruimte tussen de plaat 26,28 en tussen plaat 27,29 ervoor zorgt dat een scharnier 11 wordt gevormd. Op soortgelijke wijze zijn tevens de overige, hierna te bespreken scharnieren (12,13,14,15,21-23) gevormd.

30 In de weergegeven uitvoering kunnen de relatief onbuigzame platen 24-29 van een grote verscheidenheid van materialen vervaardigd zijn. Een in het bijzonder voor deze toepassing geschikt materiaal is aluminium. Dit materiaal is 1024255

I 8 I

I vrij slecht buigzaam en kan eenvoudig en efficiënt bewerkt I

I worden. In het bijzonder is het materiaal *hylitetm" I

I (vervaardigd door Hoogovens, Corus Hylite B.V. Nederland) I

I geschikt. Dit materiaal biedt de houder een fraai uiterlijk I

I 5 en heeft bovendien een mate van buigstijfheid, die in het I

I bijzonder geschikt is voor toepassing in een houder volgens I

I de uitvinding. I

I In een andere, niet weergegeven voorkeursuitvoering I

I worden relatief buigstijve platen, in het bijzonder platen I

I 10 van hout, koper, messing, aluminium et cetera, ten opzichte I

I van elkaar scharnierend bevestigd door deze te omhullen met I

I vellen van relatief buigzaam materiaal, zoals PVC, I

I polypropyleen of materiaal met vergelijkbare eigenschappen. I

I De vellen worden tegen de platen gedrukt en worden ter I

I 15 plaatse van de tussenruimtes tussen de platen tegen elkaar I

I aan gedrukt. Vervolgens wordt langs de omtrek van de platen I

I in het algemeen en ter plaatse van de tussenruimtes in het I

I bijzonder de vellen aan elkaar vastgehecht of vastgelast, I

I waardoor de platen geheel tussen de kunststof vellen zijn I

I 20 opgesloten. Door de genoemde hechting of vastlassing ontstaan I

I wederom lasnaden, die kunnen fungeren als scharnieren tussen I

I de verschillende platen. Een voorbeeld van een dergelijk type I

I houder is beschreven in het Nederlandse octrooi NL 1 006 374 I

I van de dezelfde uitvinder. I

I 25 Terugkerend naar de in figuren 1-3 weergegeven I

I voorkeursuitvoering van de uitvinding kam worden opgemerkt I

I dat de houder 1 voorzien is van een steun 5. Met de steun 5 I

I is de houder 1 in een bepaalde, vooraf gedefinieerde stand I

I ten opzichte van de ondergrond op te stellen. Wanneer de I

I 30 houder bijvoorbeeld een houder voor een boek of een boek zelf I

I is, kan de houder in een zodanige stand op een horizontaal I

I vlak worden neergezet, dat een persoon het boek beter kan I

I lezen. Wanneer de houder bijvoorbeeld een reclame-uiting I

I 1024255 9 bevat, kan deze aan het publiek worden getoond. Wanneer de houder bijvoorbeeld muziek op schrift bevat, heeft het de voorkeur de houder als een muziekstandaard schuin op te stellen teneinde het tegelijkertijd lezen van de muziek en 5 het bespelen van een instrument mogelijk te maken. Wanneer de houder bijvoorbeeld een kookbpek betreft, kan de kok de inhoud van het kookboek al kokend bestuderen. Ook kan de houder geschikt zijn voor het in een bepaalde stand houden van een computer (zoals een laptop).

10 In figuur 2 is getoond hoe de steun 5 is opgebouwd uit een uit een achterkaft uitgespaard linkerdeel 6, een uit de voorkaft uitgespaard rechterdeel 13 en een uit de rug uitgespaard rugdeel 8. Het linkerdeel 6 is ten opzichte van de achterkaft 4 met behulp van een scharnier 12 15 scharnierbaar, terwijl het rechterdeel 7 met behulp van een scharnier 13 ten opzichte van de voorkaft 3 scharnierbaar is. Tevens is het linkerdeel ten opzichte van de rug 2 scharnierbaar door middel van.een scharnier 14 en is het rechterdeel 7 ten opzichte van de rug scharnierbaar door 20 middel van een scharnier 15.

Door de uitvoering van de scharnieren 12-15, blijft de steun te allen tijde ingeklapt, wanneer de houder 1 althans gesloten is. Wanneer de houder een boek is en we het boek bijvoorbeeld in een zodanig stand houden dat de 25 achterkaft 4 naar beneden wijst, kan het linkerdeel 6 van de steun niet neerwaarts scharnieren, aangezien dit wordt tegengehouden door een combinatie van de overige scharnieren 13, 14 en 15. Wanneer wij de houder 1 in een zodanig stand houden dat de rug 2 naar beneden wijst, zal het rugdeel 8 van 30 de steun niet naar beneden klappen aangezien het rugdeel 8 wordt tegengehouden door scharnieren 12-15. Wanneer wij tenslotte de houder 1 in zodanige stand houden dat de voorkaft 3 naar beneden wijst, zal de rechtersteun 7 niet 1024255 I 10 neerwaarts kunnen klappen aangezien deze wordt tegengehouden I door de combinatie van scharnieren 12, 14 en 15.

I Hetzelfde geldt wanneer we de houder 1 vanaf de I gesloten toestand openklappen. Tijdens het openklappen, zal I 5 de steun 5 steeds ingeklapt blijven (dat wil zeggen zich I uitstrekken in het respectievelijke vlak van de achterkaft 4, de rug 2 en de voorkaft 3). Wanneer we de houder 1 verder openen zal echter op een gegeven moment een situatie ontstaan I waarin de steun 5 wel degelijk naar buiten klapt. Een I 10 dergelijke situatie ontstaat wanneer het rechterdeel 7, het I linkerdeel 6 en het middendeel 6 zich in hoofdzaak evenwijdig I met elkaar uitstrekken. De naar buiten geklapte steun biedt I nu de mogelijkheid de houder schuin ten opzichte van een I ondergrond op te stellen.

H 15 In de in figuren 1-3 weergegeven uitvoering heeft de rug 2 een gebogen vorm. Om de zwenkbeweging van het rugdeel 8 ten opzichte van de rug 2 mogelijk te maken, is in het middendeel 8 van de steun een uitsparing 16 aangebracht en ie in de rug 2 zelf een uitsparing 17 aangebracht. De vorm en de 20 afmetingen van deze uitsparing zijn hierbij zodanig uitgevoerd, dat in uitgeklapte toestand de rand van de H uitsparing 16 en de rand van de uitsparing 17 aanslagoppervlakken vormen waarmee de maximale uitklapstand, zoals gedefinieerd door de hoek β in figuur 1, vastgelegd 25 wordt.

Hoek β wordt afhankelijk van de specifieke toepassing ingesteld. Bijvoorbeeld bij toepassing als muziekstandaard I zal de hoek β over het algemeen kleiner zijn dan wanneer de houder 1 als boek/boekhouder wordt gebruikt.

H 30 Opgemerkt wordt dat voor een juiste werking van de uitvinding de scharnieren 14,15 zich slechte over een deel van het grensvlak tussen de linkersteun 6 en de rug 2 en tussen de rechtersteun 7 en de rug 2 behoeven uit te I 1024255 11 strekken. Dit is in figuur 3 aangeven. Wanneer de afstand A waarover een scharnier, is voorzien groter is dan circa 0,5 centimeter, is dit in meeste gevallen voldoende om een juiste uitklapwerking van de steun mogelijk te maken. Van belang is 5 slechts dat de steundelen 6,7 elk met twee onder een bepaalde hoek zich uitstrekkende scharnieren aan het resterend deel van de houder bevestigd zijn.

Figuren 4-6 tonen een tweede voorkeursuitvoering van de uitvinding. In deze voorkeursuitvoering heeft de 10 achterkaft 20 een vlakke in plaats van gekromde vorm. In een dergelijke uitvoering kunnen de uitsparingen 16,17 in de achterkaft achterwege blijven. De hoek β waarover de steun 5 maximaal kan uitklappen, wordt in deze voorkeursuitvoeringsvorm echter bepaald door de hoeken al en a2 tussen de 15 langsschamieren 14,15 en de scharnieren 21,23 tussen de steun 5 en respectievelijk de achterkaft 4 en voorkaft 3.

Door deze hoeken zodanig te kiezen dat de bovenranden van het linker- en rechtersteundeel enigszins schuin naar boven te wijzen (dat wil zeggen met een hoek van al en a2 kleiner dan 20 90 graden), wordt ervoor gezorgd dat de steun bij het uitklappen daarvan op een gegeven moment niet verder kan uitklappen. Door instelling van hoeken al en a2 kan aldus de hellingshoek β naar believen worden ingesteld.

Opgemerkt wordt dat de hierin gebruikte term "houder" 25 opgevat moet worden als omvattende elk type inrichting, zoals een ringband, agenda, boek, boekomslag, muziekstandaard, laptophouder etc., waarmee elementen, zoals vellen papier, een laptop, etc. te bewaren zijn.

De gevraagde rechten worden niet bepaald door de 30 boven beschreven voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding, maar worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

1024255

Claims (18)

1. Houder, in het bijzonder voor het bewaren van I documentatie, omvattende: I 5. een voorkaft, een achterkaft en een daartussen I gerangschikte rug; I - eerste en tweede lijnvormige scharnieren tussen de I rug en respectievelijk de voorkaft en de achterkaft voor het I kunnen openen en sluiten van de houder; I 10. een uitklapbare steun voor het in uitgeklapte I toestand in een vooraf bepaalde stand plaatsen van de I voorkaft, achterkaft en rug, de uitklapbare steun omvattende: I - een uit de achterkaft uitgespaarde I achterkaftsteundeel, dat met lijnvormig derde scharnier I 15 bevestigd is aan de achterkaft voor het in- en uitklappen van I het achterkaftsteundeel; I - een uit de voorkaft uitgespaarde voorkaftsteundeel, I dat met een lijnvormig vierde scharnier bevestigd is aan de I voorkaft voor het in- en uit klappen van het I 20 voorkaftsteundeel; I - een uit de rug uitgespaard rugsteundeel dat in- en I uitklapbaar is; I waarbij het voorkaftsteundeel en het achterkaftsteundeel I respectievelijk aan het rugsteundeel zijn bevestigd door I 25 middel van vijfde en zesde scharnieren. I

2. Houder volgens conclusie 1, waarbij de vijfde en I zesde scharnieren gevormd worden door een deel van I respectievelijk het eerste en het tweede scharnier. I

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, waarin het vijfde I 30 en zesde scharnier zich over een afstand (A) van ten minste I 0,5 cm, en bij voorkeur ten minste 2 cm, uitstrekt. I 1024255- I

4. Houder volgens een der voorgaande conclusies, omvattende aanslagmiddelen voor het beperken van de maximale uitklapstand van de steun.

5. Houder volgens een der voorgaande conclusies, 5 waarbij de rug een gebogen vorm heeft en de aan het bovenste uiteinde van het rugsteundeel gevormde tussenruimte gevormd is om de maximale uitklapstand van de steun te beperken.

6. Houder volgens conclusie 4 en 5, waarbij de aanslagmiddelen gevormd worden door het bovenste uiteinde van 10 het rugsteundeel en een onderste uiteinde van de rug, zodat in uitgeklapte toestand de uiteinden tegen elkaar aan liggen.

7. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hoek tussen het derde en vijfde scharnier en de hoek a2 tussen het vierde en zesde scharnier tussen 30 en 150 15 graden bedragen en bij voorkeur tussen de 45 en 135 graden bedragen. .

8. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hoek tussen het derde en vijfde scharnier en de hoek a3 tussen het vierde en zesde scharnier tussen de circa 20 30 en 80 graden bedragen voor het daarmee beperken van de maximale uitklapstand van de steun.

9. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het derde en vierde scharnier zich in hoofdzaak dwars op het vijfde en zesde scharnier uitstrekken.

10. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in maximale uitklapstand van de steun de hoek β tussen de steun en rug tussen circa 20 en circa 45 graden bedraagt.

11. Houder volgens een der voorgaande conclusies, 30 waarbij in ingeklapte toestand het voorkaftsteundeel, het achterkaftsteundeel en het rugsteundeel zich uitstrekken in het respectievelijke vlak van de voorkaft, achterkaft en rug. 1024255-

12. Houder volgens een der voorgaande conclusies, I waarbij de kaften en de rug een sandwich-construct ie vormen ~ I en waarbij de scharnieren gevormd worden door en of meer van I de materialen waaruit de kern van de sandwich-construct ie is I 5 opgebouwd. I

12 I CONCLUSIES I

13. Houder volgens een der conclusie 1-12, waarbij de I kaften en rug vervaardigd zijn van een stuk karton of I soortgelijk materiaal en de lijnvormige scharnieren worden I gevormd door in het karton rillijnen aan te brengen. I

14. Houder volgens een der voorgaande conclusies, I omvattende: I - een van buigzaam materiaal vervaardigd vel; I - ten minste drie op het oppervlak van het vel I bevestigde eerste plaatvormige elementen en ten minste drie I 15 op het tegenoverliggende oppervlak van het vel bevestigde I corresponderende tweede plaatvormige elementen; I waarbij de eerste en corresponderende tweede plaatvormige I elementen de voorkaft, achterkaft en rug vormen en waarbij I het buigzame materiaal ter plaatse van tussen de plaatvormige I 20 elementen voorziene tussenruimtes de scharnieren vormt. I

14 I

15. Houder volgens conclusie 14, waarbij de I plaatvormige elementen bestaan uit aluminium. I

16. Houder volgens conclusie 14, waarbij het buigzame I materiaal polypropyleen omvat. I

17. Houder volgens conclusie 15 en 16, welke is I opgebouwd uit hylitetm materiaal. I

18. Houder volgens een der voorgaande conclusies, I omvattende een opberghouder voor het bewaren van een aantel I vellen papier. I 1024255 I