NL1024247C1 - Bootladder. - Google Patents

Bootladder. Download PDF

Info

Publication number
NL1024247C1
NL1024247C1 NL1024247A NL1024247A NL1024247C1 NL 1024247 C1 NL1024247 C1 NL 1024247C1 NL 1024247 A NL1024247 A NL 1024247A NL 1024247 A NL1024247 A NL 1024247A NL 1024247 C1 NL1024247 C1 NL 1024247C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ladder
space
water line
vessel
boat
Prior art date
Application number
NL1024247A
Other languages
English (en)
Inventor
Michiel Franciscus Leonar Maas
Original Assignee
M F L G Van Der Maas Holding B
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by M F L G Van Der Maas Holding B filed Critical M F L G Van Der Maas Holding B
Priority to NL1024247A priority Critical patent/NL1024247C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1024247C1 publication Critical patent/NL1024247C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B27/00Arrangement of ship-based loading or unloading equipment for cargo or passengers
    • B63B27/14Arrangement of ship-based loading or unloading equipment for cargo or passengers of ramps, gangways or outboard ladders ; Pilot lifts
    • B63B27/146Pilot ladders or similar outboard ladders, e.g. bathing ladders; Pilot lifts
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06CLADDERS
    • E06C5/00Ladders characterised by being mounted on undercarriages or vehicles Securing ladders on vehicles
    • E06C5/02Ladders characterised by being mounted on undercarriages or vehicles Securing ladders on vehicles with rigid longitudinal members
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B27/00Arrangement of ship-based loading or unloading equipment for cargo or passengers
    • B63B27/14Arrangement of ship-based loading or unloading equipment for cargo or passengers of ramps, gangways or outboard ladders ; Pilot lifts
    • B63B2027/141Arrangement of ship-based loading or unloading equipment for cargo or passengers of ramps, gangways or outboard ladders ; Pilot lifts telescopically extendable

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Ladders (AREA)

Description

' »
Korte aanduiding: Bootladder.
BESCHRIJVING
De uitvinding heeft betrekking op een ladder voor 5 toepassing op een vaartuig, omvattende een tweetal stijlen waartussen meerdere sporten zijn opgenomen, welke ladder in een eerste positie geheel boven de waterlijn en in een tweede positie althans gedeeltelijk onder de waterlijn is gelegen.
Een dergelijke bootladder is bijvoorbeeld bekend uit het 10 Amerikaanse octrooi nr. 4,724,925. In dit octrooi schrift wordt een bootladder geopenbaard welke scharnierbaar met het steven van een vaartuig is verbonden en zo in de eerste positie geheel boven de waterlijn is gelegen en door scharnieren naar de tweede positie althans gedeeltelijk onder de waterlijn brengbaar is. Daarbij steunt de ladder 15 met behulp van steunpunten af op de huid van het vaartuig.
Een nadeel van deze constructie is gelegen in het feit dat enerzijds de ladder altijd zichtbaar en in het oog springend op het vaartuig gemonteerd is en met name in de eerste positie hinderlijk kan zijn voor de op het vaartuig bevindende personen. Voorts blijft de ladder 20 telkens blootgesteld aan de "zilte" weersomstandigheden, hetgeen de levensduur van de bootl adder nadelig beïnvloedt, en voorts verstoort de bootladder de balans van het vaartuig, hetgeen de vaareigenschappen van met name raceboten negatief beïnvloed.
De uitvinding beoogt een bootladder volgens bovengenoemde 25 aanhef te verschaffen, welke deze nadelen niet bezit en hiertoe wordt overeenkomstig de uitvinding de bootladder gekenmerkt, doordat de ladder in de eerste positie opneembaar is in een in vaartuig aangebrachte ruimte.
Door dit inventieve aspect neemt de bootladder geen 30 noodzakelijke ruimte in boven de waterlijn van het vaartuig en verstoort het tevens de balans en derhalve de vaareigenschappen van het vaartuig 1024247
I I
I 2 I
I (b.v. een raceboot) niet. Voorts staat de bootladder indien opgenomen in I
I de ruimte niet langer bloot aan de weersomstandigheden, hetgeen de I
I levensduur aanzienlijk verlengt. I
I Bij een specifieke uitvoeringsvorm strekt de ruimte zich in I
I 5 het horizontale vlak uit en zijn voor een vlotte positionering van de I
I ladder van de eerste positie naar de tweede positie en terug in de ruimte I
I geleidingen aanwezig voor het geleidend opnemen van de stijlen van de I
I ladder. I
I Eventueel is de ladder met de hand in en uit de ruimte I
I 10 neembaar. I
I Echter een meer functionele uitvoeringsvorm wordt I
I overeenkomstig de uitvinding gekenmerkt doordat de ladder met behulp van I
I aandrijfmiddelen in en uit de ruimte neembaar is. Daarbij kunnen de I
I aandrijfmiddelen tenminste êên spindel omvatten die bij een zeer I
I 15 functionele ruimte besparende uitvoeringsvorm tussen de stijlen gelegen I
I in de ruimte is aangebracht. I
I Bij een andere functionele uitvoeringsvorm, waarmee I
I eveneens een zeer effectieve verplaatsing van de ladder van dè eerste I
I naar de tweede positie en terug mogelijk maakt, wordt gekenmerkt doordat I
I 20 de aandrijfmiddelen twee spindels omvatten, die elk evenwijdig aan een I
I stijl 1n de ruimte zijn opgenomen. Ten behoeve van een vlotte en soepele I
I verplaatsing van de ladder door de spindels van de eerste naar de tweede I
I positie en terug zijn overeenkomstig een bijzondere uitvoeringsvorm om I
I elke spindel een met de ladder vast verbonden geleidingsschroef is I
I 25 aangebracht. I
I Door bij een specifieke uitvoeringsvorm de spindel door êên I
I motor aan te drijven, wordt niet alleen de noodzakelijke inbouwruimte I
I beperkt maar tevens een goedkope en nauwkeurige aandrijving mogelijk I
I gemaakt. Een nauwkeurige en veilige aandrijving wordt bijvoorbeeld I
I 30 gekenmerkt doordat de spindels via een band- of kettingoverbrenging door I
I de motor aandrijfbaar zijn. I
I 1024247 • r 3
Teneinde bij het uitval of onderhoud van de aandrijfmiddelen toch de ladder in en uit de ruimte te kunnen verplaatsen, is bij een zeer functioneel ontwerp tenminste één spindel nabij de opening van de ruimte door middel van een handgereedschap 5 bedienbaar zijn.
Bij een zeer effectieve uitvoeringsvorm drijven de aandrijfmiddelen via een slipkoppeling de spindels aan. Dit zorgt ervoor dat bij een eventueel vastklemmen van de ladder in de ruimte tijdens de verplaatsing van de eerste naar de tweede positie of terug, bijvoorbeeld 10 als gevolg van een vastklemmen van een lichaamsdeel van een persoon of door een anderszins blokkerend verschijnsel de aandrijving van de ladder direct wordt onderbroken, zodat verdere schade c.q. blessures wordt vermeden. Daarbij kan de slipkoppeling zijn opgebouwd uit tenminste één veer.
15 Om de verplaatsing van de ladder vanuit de eerste positie naar de tweede positie en terug te vereenvoudigen kan nabij de opening van de ruimte een kantelmechanisme is aangebracht voor het vanuit de eerste positie naar de tweede positie kantelen van de ladder.
Anderzijds kan bij een specifieke uitvoeringsvorm het 20 gedeelte van de ladder, dat in de tweede positie althans gedeeltelijk onder de waterlijn is gelegen is voorzien van een eindplaat, dat in de eerste positie de opening van de ruimte afschermt, waarbij eventueel de eindplaat is voorzien van een handgreep.
Bij een bijzondere uitvoeringsvorm is de ladder voorzien 25 van vier sporten en 1s de ruimte in het achtersteven van het vaartuig aangebracht.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een vaartuig voorzien van een ladder volgens de uitvinding.
De uitvinding zal aan de hand van de tekening nader worden 30 toegelicht, welke tekening achtereenvolgens toont: figuur 1 een bootladder overeenkomstig de stand van de 1024247
I 4 I
I techniek; I
I figuur 2 een vaartuig voorzien van een eerste I
I uitvoeringsvorm van een bootladder overeenkomstig de uitvinding; I
I figuur 3 verschillende deelaanzichten van een eerste I
I 5 uitvoeringsvorm van een bootladder overeenkomstig de uitvinding; I
I figuur 4 een meer gedetailleerd bovenaanzicht van de in de I
I figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; I
I figuur 5 een gedetailleerd bovenaanzicht van een tweede I
I uitvoeringsvorm van een bootladder overeenkomstig de uitvinding; I
I 10 figuur 6 een detail aanzicht van verdere aspecten van een I
I bootladder overeenkomstig de uitvinding. I
I Voor een beter begrip van de uitvinding zal in de I
I navolgende figuurbeschrijving identieke onderdelen met hetzelfde I
I referentiecljfer worden aangeduid. I
I 15 In figuur 1 wordt een bootladder overeenkomstig de stand I
I van de techniek getoond, welke ladder 1 bevestigd is aan het "achter"- I
I steven 2 van een vaartuig. De ladder I is opgebouwd uit een tweetal I
stijlen 3a-3b met daartussen geplaatst meerdere sporten 4. De bootladder I
is door middel van een scharnierverbinding 5-5a verbonden met het I
20 vaartuig 2 en is hierdoor scharnierend brengbaar in een eerste positie A I
I waarbij de ladder 1 volledig boven de waterlijn 7 is gelegen en een I
I positie B waarbij althans een gedeelte la van de ladder 1 onder de I
waterlijn is gelegen. I
I Nadelen aan deze bekende constructie zijn reeds hiervoor I
I 25 opgesomd en behelzen de inname van ruimte boven de waterlijn van het I
I vaartuig, blootstelling aan de elementen hetgeen de levensduur beperkt en I
I het verstoren van de balans van het vaartuig hetgeen weer nadelige I
I effecten heeft op de vaarkwaliteiten. I
I In figuur 2 wordt een eerste uitvoeringsvorm van een I
I 30 bootladder overeenkomstig de uitvinding getoond. Daarbij is het vaartuig I
2 voorzien van een ruimte 8 waarin in de eerste positie A de ladder 1 I
I 1024247 5 opneembaar is en waarbij de ladder 1 in een tweede positie B brengbaar is waarbij althans een gedeelte la van de ladder 1 onder de waterlijn 7 is gelegen.
In figuur 3 wordt in de deel aanzichten A, Bt C
5 verschillende gedetailleerde aanzichten getoond van een eerste uitvoeringsvorm van de bootladder overeenkomstig de uitvinding. Daarbij is in het vaartuig een ruimte 8 aangebracht welke ruimte 8 begrensd wordt door een aantal flenzen 8b, waarin de bootl adder 1 opneembaar is. De ruimte 8 in het vaartuig staat via een opening 8a in verbinding met de 10 bui tenomgeving.
Meer in het bijzonder zijn bij deze uitvoeringsvorm verplaatsingsmiddelen 11 (niet weergegeven) voorzien welke door middel van een rotatiebeweging een spindel 10 aandrijven, welke spindel 10 enerzijds met de verplaatsingsmiddelen zijn verbonden en anderzijds door 15 middel van een lager 13 met de flensplaat 8b nabij de opening 8a is verbonden. De spindel 10 is door middel van een geleidingsschroef 12 en tussen verbinding 12a met de stijlen 3a en 3b van de ladder verbonden.
In het aanzicht (A) bevindt de ladder 1 zich in de eerste positie, waarbij deze geheel boven de waterlijn is gelegen en in de 20 ruimte 8 in het vaartuig is opgenomen.
Het roteerbaar bekrachtigen van de enkelvoudige spindel 10 zorgt voor een verplaatsing van de geleidingsschroef 12 in de richting van de opening 8a en dientengevolge voor een verplaatsing van de ladder 1 uit de opening 8a tot in de tweede positie B zoals getoond in figuur 2 en 25 deel aanzicht (C van figuur 3). Daarbij is althans een gedeelte van de ladder 1 onder de waterlijn gelegen.
Ten behoeve van een soepele verplaatsing van de ladder 1 vanuit de eerste positie A naar de tweede positie B en weer terug zijn in de ruimte 8 geleidingen 9a resp. 9b opgenomen welke als geleidingen 30 fungeren voor de stijlen 3a resp. 3b. Deze geleiding kan bijvoorbeeld bestaan uit een met de stijl 3a resp. tussenverbinding 12a en de stijl 3b 1024247
I
I 6 I
I en de tussenverbinding 12a verbonden geleidingswiel 20a resp. 20b welke I
I in de geleider 9a resp. 9b is opgenomen. Dit garandeert een soepele I
I verplaatsing van de ladder 1 vanuit de eerste positie A naar de tweede I
I positie B en terug met een minimale kans op vastlopen dan wel blokkering. I
5 In figuur 4 wordt een andere uitvoeringsvorm van een I
I bootladder overeenkomstig de uitvinding getoond waarbij in plaats van één I
I in het midden geplaatste spindel 10 twee spindels 10a resp. 10b ingezet I
I worden, welke door middel van lagers 13 in de ruimte 8 zijn opgenomen. De I
I verplaatsingsmiddelen 11 kunnen bestaan uit een elektromotor, I
I 10 bijvoorbeeld een gelijkstroommotor die op 12 volt of 24 volt gelijkstroom I
I aangedreven wordt (bijvoorbeeld een auto-accu) en daarmee een centrale I
aandrijfas of tandwiel 14 aandrijft. I
Over de centrale aandrijfas of tandwiel 14 is een eindloze I
I drager of ketting 15a aangebracht welke tevens over een aandrijfas of I
I 15 tandwiel 16a van spindel 10b is aangebracht. Het door de motor 11 I
I aandrijven van de centrale aandrijfas 14 doet via de eindloze drager 15a I eveneens het tandwiel of aandrijfas 16a aandrijven waardoor aan de spindel 10b een rotatiebeweging wordt opgedrongen. De spindel 10b is I eveneens voorzien van een tweede op enige afstand van de eerste I 20 aandrijfas of tandwiel 16a geplaatste tweede aandrijfas of tandwiel 16b I welke via een tweede eindloze drager 15b een op de tweede spindel 10a gemonteerde aandrijfas of tandwiel 17 aandrijft.
Op deze wijze kan met één aandrijving 11 en twee eenvoudige I doch zeer robuuste ketting- of bandoverbrengingen de beide spindels 10a- I 25 10b in dezelfde richting roteerbaar worden aangedreven. De (niet I weergegeven) ladder 1 is op analoge wijze als getoond in figuur 3 met behulp van op de spindels 10a resp. 10b aangebrachte geleidingsschroeven 12-12' verplaatsbaar vanuit een eerste positie A in de ruimte 8 tot een I tweede positie B, waarbij althans een deel van de ladder 1 onder de I 30 waterlijn is gelegen.
Tijdens het aandrijven van de beide spindels lOa-lOb door I 1024247 < 7 de aandrijfmiddelen 11 verplaatsen de geleidingsschroeven 12-12' zich in de richting van de opening 8a en bij het terugbrengen van de ladder 1 vanuit de tweede positie B naar de eerste positie A waarbij de ladder zich volledig in de ruimte 8 is opgenomen, dienen de spindels lOa-lOb in 5 tegengestelde richting door het aandrijfmiddel 11 te worden geroteerd, zodat de geleidingsschroeven 12a-12' zich vanaf de opening 8a in de richting van de aandrijfmiddelen 11 over de spindels 10a-10b verplaatsen.
Voorts wordt in de figuur 4 nog een bijkomend aspect van de uitvinding getoond. Om te voorkomen dat de aandrijfmiddelen 11 overbelast 10 worden in het geval van blokkering van de ladder 1 tijdens het van de eerste positie naar de tweede positie (of terug) verplaatsen, bijvoorbeeld als gevolg van een blokkering door bijvoorbeeld een klem zittend lichaamsdeel van een persoon is elke spindel 10a-10b door middel van een slipkoppeling 17a resp. 17b met de aandrijfmiddelen 11 verbonden, 15 welke slipkoppeling 17a-17b bekrachtigd wordt op het moment dat een te hoge portie als gevolg van een blokkering of vastklemming door de motor 11 wordt waargenomen.
Eventueel kan bij een bijzondere uitvoeringsvorm de spindel 10b (of 10a) via een opening 18 direct naast de opening 8a door een 20 persoon toegankelijk zijn, zodat de spindel 10b met behulp van een stuk gereedschap met de hand geroteerd kan worden voor het uitdraaien van de ladder 1 vanuit de eerste positie A naar de tweede positie B (of terug). Zodoende kan de bootladder overeenkomstig de uitvinding ook bij een defect aan de aandrijfmiddelen 11 alsnog met de hand worden bediend.
25 In figuur 6 wordt nog een deel aanzicht van de in de figuren 3 en/of 5 getoonde uitvoeringsvormen tonende verdere aspecten van de bootladder. Tijdens de verplaatsing van de ladder 1 vanuit zijn eerste horizontale positie in de ruimte 8 naar de tweede positie B waarbij althans een deel van de bootladder 1 onder de waterlijn is gelegen, zal 30 de ladder 1 tijdens het uit de opening 8a verplaatsen vanuit zijn horizontale oriëntatie in de ruimte 8 onder invloed van de zwaartekracht 1024247
I I
I 8 I
I naar onderen kantelen, totdat de ladder in zijn tweede positie B een I
I schuine, nagenoeg verticale oriëntatie inneemt. Om deze kantel beweging I
I mogelijk te maken zijn om de spindels 10-10a-10b aangebracht I
I geleidingsschroeven 12 draaibaar met de ladder 1 en meer specifiek met I
I 5 een stijl 3a-3b verbonden. Deze draai constructie maakt de kantel beweging I
I vanuit de eerste positie A (in de ruimte 8) naar de tweede positie B (en I
I vice versa) mogelijk. I
I In de ruimte 8 is nabij de opening 8a ten behoeve van elke I
I stijl 3a-3b een steunnok 19 aangebracht waarop de stijl 13a-13b afsteunt I
I 10 gedurende de verplaatsing vanuit de eerste positie A naar de tweede I
I positie B en weer terug. Eventueel kan deze afsteunnok 19 uitgevoerd zijn I
I als een langgerekte cilindervormige staaf welke zich horizontaal over de I
I gehele breedte van de opening 8a uitstrekt en zodoende beide stijlen 3a- I
I 3b van de ladder 1 ondersteunt. Deze steunnok of steunstaaf 19 dient niet I
I 15 alleen als steungeleiding voor de ladder 1 tijdens de verplaatsing vanuit I
I de eerste positie naar de tweede positie (en terug) maar dient tevens om I
I de neergaande kantel beweging van de ladder 1 onder invloed van de I
I zwaartekracht te begrenzen, zodat de ladder een niet volledig verticale I
I oriëntatie ten opzichte van de waterlijn 7 inneemt. I
I 20 De aldus gecreëerde schuine oriëntatie van de ladder 1 ten I
I opzichte van het vaartuig en de waterlijn 7 maakt het personen I
I eenvoudiger om enerzijds het vaartuig te verlaten via de ladder 1 dan wel I
I weer te enteren. De schuine oriëntatie van de ladder 1 ten opzichte van I
I het vaartuig en de waterlijn 7 wordt voorts gewaarborgd door een aan elke I
I 25 stijl 3a-3b bevestigde flens 20 welke zoals figuur 6 toont achter het I
I steunnok of steunstaaf 19 haakt. I
I Een verder aspect wordt getoond in de figuur 6 waarbij het I
I laddereinde la dat in de tweede positie B onder de waterlijn 7 is gelegen I
I voorzien is van een eindplaat 21 welke indien de ladder 1 zich in de I
I 30 eerste positie in de ruimte 8 en het vaartuig bevindt de opening 8a I
I afsluit. Tevens is de eindplaat 21 voorzien van een handgreep 22. I
I 1 024247

Claims (20)

1. Ladder voor toepassing op een vaartuig, omvattende een j tweetal stijlen waartussen meerdere sporten zijn opgenomen, welke ladder 5 in een eerste positie geheel boven de waterlijn en in een tweede positie althans gedeeltelijk onder de waterlijn is gelegen, met het kenmerk, dat de ladder in de eerste positie opneembaar is in een in vaartuig aangebrachte ruimte.
2. Ladder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ruimte 10 zich in het horizontale vlak uitstrekt.
3. Ladder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in de ruimte geleidingen aanwezig zijn voor het geleidend opnemen van de stijlen van de ladder.
4. Ladder volgens één of meer van de conclusies 1-3, met het 15 kenmerk, dat de ladder met de hand in en uit de ruimte neembaar is.
5. Ladder volgens één of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de ladder met behulp van aandrijfmiddelen in en uit de ruimte neembaar is.
6. Ladder volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de 20 aandrijfmiddelen tenminste één spindel omvatten.
7. Ladder volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de spindel tussen de stijlen gelegen in de ruimte is aangebracht.
8. Ladder volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen twee spindels omvatten, die elk evenwijdig aan een stijl 25 in de ruimte zijn opgenomen.
9. Ladder volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat om elke spindel een met de ladder vast verbonden geleidingsschroef is aangebracht.
10. Ladder volgens één of meer van de conclusies 6-9, met het 30 kenmerk, dat de spindels door één motor aandrijfbaar zijn.
11. Ladder volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de 1024247 I I I 10 I I spindels via een band- of kettingoverbrenging door de motor aandrijfbaar I I zijn. I
12. Ladder volgens één of meer van de conclusie 6-11, met het I I kenmerk, dat tenminste één spindel nabij de opening van de ruimte door I I 5 middel van een handgereedschap bedienbaar zijn. I
13. Ladder volgens één of meer van de conclusie 5-12, met het I I kenmerk, dat de aandrijfmiddelen via een slipkoppeling de spindels I I aandrijven. I
14. Ladder volgens één of meer van de conclusie 5-12, met het I I 10 kenmerk, dat de slipkoppeling is opgebouwd uit tenminste één veer. I
15. Ladder volgens één of meer van de voorgaande conclusies, I I met het kenmerk, dat nabij de opening van de ruimte een kantelmechanisme I is aangebracht voor het vanuit de eerste positie naar de tweede positie I kantelen van de ladder. I I 15
16. Ladder volgens één of meer van de voorgaande conclusies, I met het kenmerk, dat het gedeelte van de ladder, dat in de tweede positie I I althans gedeeltelijk onder de waterlijn is gelegen is voorzien van een I I eindplaat, dat in de eerste positie de opening van de ruimte afschermt. I
17. Ladder volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de I I 20 eindplaat is voorzien van een handgreep. I
18. Ladder volgens één of meer van de voorgaande conclusies, I I met het kenmerk, dat de ladder is voorzien van vier sporten. I
19. Ladder volgens één of meer van de voorgaande conclusies, I I met het kenmerk, dat de ruimte in het achtersteven van het vaartuig is I I 25 aangebracht. I
20. Vaartuig voorzien van een ladder volgens één of meer van de I I conclusies 1-19. I I 30 I 1 024247 · I
NL1024247A 2003-09-09 2003-09-09 Bootladder. NL1024247C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024247A NL1024247C1 (nl) 2003-09-09 2003-09-09 Bootladder.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024247A NL1024247C1 (nl) 2003-09-09 2003-09-09 Bootladder.
NL1024247 2003-09-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1024247C1 true NL1024247C1 (nl) 2005-03-10

Family

ID=34464874

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1024247A NL1024247C1 (nl) 2003-09-09 2003-09-09 Bootladder.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1024247C1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU716015B2 (en) A compact moveable ramp assembly
US4984955A (en) Lift apparatus
EP2011714B1 (fr) Véhicule ferroviaire et dispositif d&#39;accès audit véhicule
EP1349743B1 (fr) Toit escamotable pour vehicule a elements coulissants
US20030213653A1 (en) Wheelchair lift for a stage
US9783094B2 (en) Self-aligning platform mechanism for low-floor vehicles access device
EP3931408A1 (fr) Installation pour couvrir une surface a l&#39;aide de lames orientables translatees a plat
NL1024247C1 (nl) Bootladder.
FR2917375A1 (fr) Aeronef comportant une plateforme mobile entre deux niveaux de l&#39;aeronef
WO2003064208A1 (en) Ramp assembly having a lift and lock mechanism
US20100175608A1 (en) Boat ramp system
EP3085598A1 (fr) Dispositif comble-lacune à encombrement réduit
US11180209B2 (en) Bicycle storage assembly
EP2993101B1 (fr) Véhicule ferroviaire à compartiment passager accessible par plateforme mobile et fixe entre deux niveaux
EP3733997B1 (fr) Dispositif de toit amovible
FR2836941A1 (fr) Dispositif de portique-gabarit pour voie de passage dans une station de peage autoroutier
EP3936383A1 (fr) Lit de plafond modulable pour fourgon amenage
KR200476310Y1 (ko) 선박승선용 사다리
FR3029885A1 (fr) Navire de croisiere pourvu d&#39;une plateforme elevatrice exterieure
FR2898148A3 (fr) Porte sectionnelle
FR2878433A1 (fr) Dispositif de transfert et de chargement de fauteuil roulant a bord d&#39;un vehicule
CA2443501A1 (en) Wheelchair lift for a stage
US20240141671A1 (en) Vehicle parking lift
FR2862841A1 (fr) Dispositif d&#39;acces electrifie
CH649124A5 (fr) Guichet comprenant un dispositif de protection contre les agressions.

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080401