NL1024142C2 - Houder voor te mengen kleurstof. - Google Patents

Description

1 _ *

HOUDER VOOR TE MENGEN KLEURSTOF

5 De onderhavige uitvinding betreft een houder voor een vloeistof met een door menging van grondstoffen met basiskleuren te verkrijgen gewenste kleur. De vloeistof dient als kleuradditief voor een te kleuren stroom materiaal, zoals een stroom kunststof.

10 Een dergelijke houder is in de techniek algemeen bekend en omvat een vormvaste container, zoals een blik of en soortgelijk element. Daarbij worden diverse grondstoffen met basiskleuren in de container of het bik gedaan, waarna de container of het bik wordt gesloten en geschud om een mengsel 15 in de container homogeen te mengen.

De bekende houders vertonen het nadeel, dat de container of het blik vervuild raakt door het mengsel. Hergebruik is dan alleen mogelijk, als dezelfde gewenste kleur in de container wordt gemengd. Anders zorgen de 20 kleurresten van een eerder mengsel voor verkleuring van de gewenste kleur van een later mengsel, dat dan dus niet de gewenste kleur oplevert. Ook zijn containers of blikken met kleurresten, volgens de in de meeste landen geldende wetgeving, aan te merken als chemisch afval, en dat afval is 25 erg volumineus door de vormvastheid van de containers of blikken, die weer nodig is om efficiënt te kunnen schudden en mengen, maar als gevolg van verfresten veelal voor latere mengsels onbruikbaar zijn geworden, en dus als volumineus chemisch afval afgevoerd moeten worden.

30 Met de onderhavige uitvinding is beoogd de voornoemde nadelen van de bekende techniek te verhelpen of althans te verminderen, waartoe een houder volgens de onderhavige uitvinding zich onderscheidt door: een zakvormig lichaam in 1024142

2 I

de container; een vulopening door de container en het lichaam I

heen; en een uitvoerdoorgang, welke zich door de container en I

het zakvormig lichaam uitstrekt. I

Een houder met de maatregelen volgens de uitvinding is I

5 voor alle kleuren mengsel herbruikbaar, als het zakvormige I

lichaam met daarin een residu kleuradditief uit de container I

wordt verwijderd, en als afval wordt weggedaan, en in de I

container een nieuwe zak wordt geplaatst. De hoeveelheid en I

het volume van het afval - alleen het flexibele, in I

10 opgevouwen toestand weinig ruimte innemende zakvormige I

lichaam - zijn zo geminimaliseerd en de belasting op het I

milieu daarmee ook. I

In een uitvoeringsvorm vertoont een houder volgens de I

uitvinding de eigenschap, dat de vulopening en de I

15 uitvoerdoorgang een enkele doorgang omvatten. Aldus kan de I

enkele doorgang een dubbele functie vervullen en hoeven geen I

twee of meer doorgangen te worden verschaft voor doorvoer van I

de gemengde vloeistof (het kleuradditief) of de grondstoffen I

daarvoor, hoewel dit niet is uitgesloten. I

20 Ook kan een houder volgens de uitvinding de I

eigenschap vertonen, dat het zakvormig lichaam althans in of I

bij de uitvoeropening met de container is verbonden door I

middel van een verbinding. Aldus is de positionering van het I

zakvormige lichaam in de container gewaarborgd. I

25 De houder kan, volgens de uitvinding, zodanig zijn I

vormgegeven, dat het zakvormig lichaam in een geheel of I

gedeeltelijk met kleuradditief gevulde toestand nauw aanligt I

tegen binnenwanden van de container. Dit heeft als voordeel, I

dat de schudbeweging, waaraan de houder veelal wordt onder I

30 worpen om de grondstoffen te mengen en het kleuradditief te I

verkrijgen, niet leidt tot het scheuren van het zakvormige I

lichaam. Een nauwe aansluiting kan op vele manieren worden I

verwezenlijkt, zoals: dat de wand van de container ten minste I

1024141 I

i 3 één gat omvat, welk gat een doorgang vormt naar een ruimte in de container om het zakvormige lichaam heen. Bij het vullen van het zakvormige lichaam kan door het gat heen lucht, dat eën nauwe aansluiting zou kunnen belemmeren, kan ontsnappen.

5 Ook kan op het gat een terugslagklep zijn aangebracht, of is daarop een vacuümpomp aan te sluiten. De ruimte om het zakvormige lichaam heen in de container blijft dan met zekerheid luchtvrij, en het zakvormige lichaam kan optimaal op de binnenwand van de container aansluiten.

10 In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan van de houder de uitvoerdoorgang een eerste deel van een snelkoppeling omvatten, welke met een contradeel, dat gemonteerd is aan een leiding naar de stroom materiaal, te koppelen is. Zo kan de houder eenvoudig worden aangesloten op 15 een systeem, dat bedoeld is om gebruik te maken van uit de houder afkomstige vloeistof of kleuradditief, zoals een kunststof verwerkend of producerende installatie, waarin het kleuradditief wordt aangewend om de kunststof te kleuren.

Een houder met een verbinding tussen de container en 20 het zakvormige lichaam en met een koppeldeel kan verder de eigenschap vertonen, dat het eerste deel van de koppeling aan het zakvormige lichaam en de verbinding tussen het zakvormige lichaam en de container een eenheid vormen. De verbinding vormt dan ook het eerste deel van de koppeling of zelfs van 25 de snelkoppeling, zodat een dubbele functie is verwezenlijkt met een enkelvoudig element, hetgeen de eenvoud van de configuratie ten goede komt.

Verder kan een houder volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, dat de container in gebruik, d.w.z. als 30 het kleuradditief uit de houder naar de stroom materiaal wordt gevoerd, met de uitvoerdoorgang neerwaarts is georiënteerd, en een binnenwand van de container vanaf de uitvoeropening in de gebruikstoestand opwaarts divergeert. De 1024141 Η I container zelf vormt dan dus een vorm van trechter voor I efficiënte uitstroming van het kleuradditief. Bij voorkeur is I dan ook het profiel van het eerste deel van de I (snel)koppeling en/of van de verbinding in het binnenste van I 5 de container laag, zodat zo veel mogelijk kleuradditief op I efficiënte wijze voor de stroom materiaal kan worden I toegepast.

Hieronder zal de uitvinding nader worden I verduidelijkt aan de hand van uitvoeringsvormen daarvan, I 10 zoals die in de tekeningen zijn getoond en hieronder zijn I beschreven, waarbij: I fig. 1 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht toont van een houder volgens de onderhavige uitvinding; 15 fig. 2 in doorsnede een detail toont van de in fig. 1 weergegeven houder; fig. 3-5 diverse aanzichten een weergave tonen van I een dezelfde houder als fig. 1 en 2, maar met aanvullende onderdelen volgens de onderhavige uitvinding; en 20 fig. 6 een schematische weergave toont van een systeem, waarin houders worden toegepast volgens de onderhavige uitvinding.

I In fig. 1 is een houder 1 volgens de onderhavige uitvinding getoond. Deze omvat een container 2 met daarin een 25 zakvormig lichaam 3. In de wand van de container 2 is een terugslagklep 4 aangebracht. De zak 3 is om de hals 5 geslagen van een opening aan de bovenzijde van de container 2. Op deze hals 5 is bijvoorbeeld een dop (zie figuren 3-5, dop 7) aan te brengen, of ook een koppeling, die naar een 30 (niet getoonde) slang voert voor het vullen of uitstromen van vloeistof uit de zak 3, die als kleuradditief 8 kan dienen voor een productieproces van bijvoorbeeld kunststof.

I 1024141 t 5

Bij het vullen van de zak 3 door de door de hals 5 van de container 2 gedefinieerde opening heen, neemt het volume van de zak 3 in het binnenste van de container 2 toe. Daarbij kan lucht uit het binnenste van de container 2 worden 5 weggedrukt door de terugslagklep 4 heen. Bij een volledige vulling van de zak 3 komt deze derhalve geheel nauw aan te liggen tegen het binnenste van de container 2. Daarbij wordt in enige mate een vacuüm gecreëerd tussen de zak 3 en de container 2. Dat is nuttig om te voorkomen dat de zak 3 10 scheurt tijdens het schudden van de houder met daarin de grondstoffen. Het is echter zeer gunstig als dat vacuüm ook weer wordt opgeheven, als de houder 1 wordt gebruikt om de vloeistof 8 daaruit te laten stromen. Om dat mogelijk te maken, dient het mogelijk te zijn, dat lucht buiten de zak 3 15 en binnen de container 2 komt te vervanging binnen de container 2 van uit de zak 3 weggestroomde vloeistof 8. Daarbij kan een (niet getoond) mechanisme zijn verschaft om de terugslagklep selectief buiten werking te stellen, in ieder geval na het schudden van de grondstoffen om het 20 kleuradditief 8 te verkrijgen door het mengen van de grondstoffen. Wanneer als alternatief voor de terugslagklep gebruik wordt gemaakt van een actief in werking te stellen pomp voor het verwezenlijken van het bedoelde vacuüm, dan hoeft deze slechts buiten werking gesteld te worden om 25 toestroom van lucht naar de ruimte tussen de zak 3 en de container 2 te verwezenlijken.

De vulbewerking is schematisch met pijl A in fig. 2 weergegeven. Daar is ook duidelijk getoond, dat de zak 3 om de hals 5 van de container is geslagen, en dat aan die hals 5 30 uitstulpingen of ribben 6 kunnen zijn aangebracht, die als aangrijping dienen voor de dop 7 en/of een snelkoppeling. In diezelfde fig. 2 is met pijl B de richting aangeduid, waarin lucht tijdens het vullen van de houder 1 wordt afgevoerd uit 1024T42

I I

I 6 I het binnenste van de container 2 door de terugslagklep 4 I heen. Zoals hierboven al is beschreven, kan de terugslagklep ook zijn voorzien van een mechanisme om deze buiten werking I te stellen, en een aan pijl B tegengestelde stroom lucht te I 5 creëren, hetgeen tijdens uitstroom van kleuradditief nuttig is om deze stroom niet te belemmeren.

I Fig. 3 toont een verdere uitvoeringsvorm van de houder 1 volgens de onderhavige uitvinding, zoals die ook al I in fig. 1 is getoond, maar waarop een dop 7 is aangesloten, 10 die dient als eerste koppeldeel voor een snelkoppeling 11, 14 voor het laten uitstromen van kleuradditief 8 of een I willekeurige andere vloeistof uit het binnenste van de zak 3 I in de container 2. Daarbij is de dop 7 geplaatst in I aangrijpende relatie ten opzichte van de uitstulpingen of I 15 ribben 6 om deze aan te grijpen in uitsparingen in de I binnenwand van de dop 7. Daarbij wordt het gedeelte van de zak 3, dat over de hals 5 is geslagen, stevig aangegrepen en I aldus is een verbinding gevormd tussen de zak 3 en de I container 2.

I 20 Als de container 2 ondersteboven wordt geplaatst (waarover hieronder meer; zie fig. 6), dan kan het I kleuradditief 8 door een doorgang 9 heen de houder 1 uit stromen. Het betreft dan een gebruikstoestand. Daartoe moet I eerst een klep, grendel of zegel 10 worden doorbroken, dat I 25 een integraal onderdeel vormt van de dop 7, voor vrijgave van I de doorgang 9.

I De doorgang 9 is gedefinieerd door een bus 11 met I gaten 12, die gelijkmatig om de omtrek van de bus 11 zijn I verdeeld. In die gaten kunnen haken 13 aangrijpen, die deel 30 uitmaken van een contradeel 14 van een koppeling, die dan ook I de bus 11 met daarin de gaten 12 omvat. Het contradeel 14 van I de koppeling is verder vast bevestigd aan een slang 15, die I dient voor toevoer van kleuradditief 8 uit de houder 1 (of I 1024141 > 7 een willekeurige andere vloeistof) naar een station voor verdere verwerking daarvan, zoals een station met een doortocht voor een stroom materiaal, zoals kunststof, waarbij het kleuradditief 8 kan worden gebruikt om de kunststof te 5 kleuren.

In gebruik zal eerst de houder 1 en meer in het bijzonder de zak 3 in het binnenste van de container 2 worden gevuld met grondstoffen in een verhouding, waardoor een gewenste kleur van het uiteindelijk te vormen kleuradditief 8 10 kan worden bereikt. Door de nauwe aansluiting van de zak op de binnenwand van de container 2 kunnen de grondstoffen goed worden gemengd door de container 2 te schudden in de richting van de pijlen C en D. Daarbij zal de zak 3 niet scheuren juist omdat deze zo nauw aanligt tegen de binnenwand van de 15 container 2. Daarbij is het zegel 10 gesloten. Ook kan daarbij van een afzonderlijke sluiting dan de dop 7 gebruik worden gemaakt. Na het schudden en homogeniseren om een gelijkmatige kleur te verkrijgen, kan die sluiting (als alternatief voor en met de functie van de klep, grendel of 20 zegel 10) worden vervangen door bijvoorbeeld de dop 7, maar dan bijvoorbeeld zonder het zegel 10. Een soortgelijke sluiting kan ook over de bus 11 van de dop 7 zijn aangebracht, zodat de dop 7 zelf de verbinding tussen de zak . 3 en de container 2 kan blijven vormen bij in gebruikname van 25 de houder voor het aan een productieproces toevoeren van de vloeistof of het kleuradditief 8.

Als de houder 1 met daarin het gemengde kleuradditief 8 in gebruik moet worden genomen, dan kan het contradeel 14 van de koppeling worden gestoken in de bus 11, nadat het 30 zegel 10 is verwijderd of de sluiting van de bus 11 af is genomen, voor zover de dop 7 een dergelijk zegel 10 of een dergelijke sluiting daadwerkelijk heeft, of kan een sluiting worden vervangen door de dop 7. Het contradeel 14 wordt zo 1084148

I

Η

I 8 I

I diep in de bus 11 gestoken, dat de haken 13 aangrijpen in de I

I gaten 12 om een stevige verbinding op deze wijze te creëren. I

I Deze toestand is in de figuren 4 en 5 getoond. I

I De houder 1 wordt vervolgens op de in figuur 6 I

I 5 getoonde wijze in een verwerkingssysteem in gebruik genomen, I

I door tenminste één dusdanige houder 1 op de kop te plaatsen I

I in een beugel 16, waarnaar de slang 15 kan worden aangesloten I

I op een slangenpomp 17, die zorg kan dragen voor een gewenst I

I doorvoertempo voor uitstroming of afname van kleuradditief 8 I

I 10 in de richting van pijl F. I

I Als een houder 1 leeg is of voor in gebruikname van I

I een andere kleur, kunnen de zak 3 en de slang 15 vervangen I

I worden om kleurvervuiling te voorkomen. Als dezelfde kleur I

I weer nodig is kan de zak 3 gewoonweg worden bijgevuld. Als I

I 15 daarentegen een andere kleur gewenst is moeten de zak en de I

I slang 15 worden vervangen. Bij voorkeur zijn hiertoe, om I

I lekkage van kleuradditief uit de slang 15 te voorkomen, I

I maatregelen getroffen, zoals een sluitstuk aan het einde van I

I de slang 15 bij het contradeel 14 van de koppeling en/of bij I

I 20 voorkeur ook aan het tegenover het contradeel 14 gelegen I

I uiteinde van de slang 15. I

I Opgemerkt wordt, dat hierbij gebruik kan worden I

I gemaakt van een weegsysteem, dat onder besturing staat van I

I een besturing 18, die het gewicht meet van het samenstel van I

I 25 de beugels 16 voor het vasthouden van de tenminste één I

container 1 om de afname of uitstroming van kleuradditief te I

I registreren en te reguleren. I

I In de in fig. 6 getoonde uitvoeringsvorm van een I

I dergelijk systeem zijn hiertoe schematisch weegmiddelen 19, I

I 30 zoals load-cellen, weergegeven, die een willekeurige I

I vormgeving kunnen hebben. Ook hoeft er veelal maar één load- I

I cell gebruikt te worden I

I 1024141 ê 9

Opgemerkt wordt, dat na kennisneming van het voorgaande zich vele alternatieve en aanvullende uitvoeringsvormen aan de vakman zullen opdringen. Zo is het mogelijk om van andere pompmiddelen dan de slangenpomp 17 5 gebruik te maken. Een willekeurig andere conventionele pomp kan worden toegepast. Voor het nauw aansluiten van het zakvormig lichaam in het binnenste van de houder op de binnenwand van de container is gebruik gemaakt van luchtafvoermiddelen, zoals een terugslagklep. Opgemerkt 10 wordt, dat ook een actief luchtafzuigsysteem in de vorm van bijvoorbeeld een vacuümpomp, gebruikt kan worden. Een dergelijke vacuümpomp kan worden aangesloten op een gat in de wand van de container 2 op de plaats, waarin de hierboven beschreven uitvoeringsvorm de terugslagklep 4 is aangebracht. 15 Ook is het mogelijk om een nauwe aansluiting van het zakvormige lichaam op het binnenste of de binnenwand van de container te verwezenlijken door voorafgaand aan het vullen van de zak 3 met de grondstoffen voor het kleuradditief, het zakvormige lichaam 3 of de binnenwand van de container 2 te 20 voorzien van een licht hechtend middel en het zaklichaam bijvoorbeeld vervolgens op te blazen. Verder wordt opgemerkt, dat in een zeer eenvoudige en gunstige uitvoeringsvorm een nauwe aansluiting van het zakvormige lichaam 3 op de binnenwand van de container 2 kan worden verwezenlijkt, 25 voordat een verbinding tussen het zakvormige lichaam 3 en de container 2 wordt bekrachtigd; dat wil zeggen in de uitvoeringsvorm, zoals die hierboven is beschreven en in de bijgevoegde figuren is getoond; voordat de dop 7 wordt aangebracht. Lucht kan dan nog altijd ontsnappen door de 30 doorgang heen tussen de binnenwand van de container 2 en het buitenste van het zakvormige lichaam 3 heen, waarna deze plaats van afvoer door middel van de bijvoorbeeld door de dop 7 gevormde verbinding kan worden afgesloten. Verder is in de 1024141

ίο I

figuren slechts een enkele vorm van een snelkoppeling I

getoond. Het spreekt voor zich, dat vele alternatieve en I

aanvullende uitvoeringsvormen mogelijk zijn voor een I

dergelijke snelkoppeling, zoals één met een bajonetsluiting I

5 of een gewone conventionele schroefdraad. Hierbij is het I

gunstig om het profiel van de dop 7 of van de snelkoppeling I

11, 14 in het binnenste van de container zo laag mogelijk te I

houden in verband met een zo efficiënt mogelijke uitstroming I

van het kleuradditief 8 in het binnenste van het zakvormig I

10 lichaam daaruit. I

102414*

Claims (9)

1. Houder voor een vloeistof met een door menging van . grondstoffen met basiskleuren te verkrijgen gewenste kleur, 5 welke vloeistof dient als kleuradditief voor een te kleuren stroom materiaal, zoals een stroom kunststof, welke houder omvat: een vormvaste container; een zakvormig lichaam in de container; een vulopening door de container en het lichaam heen; en een uitvoerdoorgang, welke zich door de container en 10 het zakvormig lichaam uitstrekt.

2. Houder volgens conclusie 1, waarbij de vulopening en de uitvoerdoorgang een enkele doorgang omvatten.

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, waarbij het zakvormig lichaam althans in of bij de uitvoeropening met de 15 container is verbonden door middel van een verbinding.

4. Houder volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het zakvormig lichaam in een geheel of gedeeltelijk met kleuradditief gevulde toestand nauw aanligt tegen binnenwanden van de container.

5. Houder volgens conclusie 4, waarbij de wand van de container ten minste één gat omvat, welk gat een doorgang vormt naar een ruimte in de container om het zakvormige lichaam heen.

6. Houder volgens conclusie 5, waarbij op het gat een 25 terugslagklep is aangebracht, of een vacuümpomp aan te sluiten is.

7. Houder volgens een voorgaande conclusie, waarbij de uitvoerdoorgang een eerste deel van een snelkoppeling omvat, welke met een contradeel, dat gemonteerd is aan een 30 leiding naar de stroom materiaal, te koppelen is.

8. Houder volgens conclusies 3 en 7, waarbij het eerste deel van de koppeling aan het zakvormige lichaam en de 1084141

12 I verbinding tussen het zakvormige lichaam en de container een I eenheid vormen. I

9. Houder volgens een voorgaande conclusie/ waarbij I de container in gebruik/ d.w.z. als het kleuradditief uit de I 5 houder naar de stroom materiaal wordt gevoerd, met de I uitvoerdoorgang neerwaarts is georiënteerd, en een binnenwand I van de container vanaf de uitvoeropening in de I gebruikstoestand opwaarts divergeert. I 102414· I