NL1024122C2 - Inrichting voor het dragen van zonneschermen. - Google Patents

Description

INRICHTING VOOR HET DRAGEN VAN ZONNESCHERMEN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het dragen van een zonnescherm. De uitvinding heeft tevens betrekking op het gebruik van een dergelijke inrichting.

5 Draagconstructies voor zonwering zijn algemeen bekend. Een dergelijke draagconstructie is veelal opgebouwd uit een aan een wand bevestigbare cassette waarin een draaibare rol is aangebracht. Het doek van de zonwering is enerzijds bevestigd aan de rol en anderzijds aan een ligger 10 of voorlijst, die ten opzichte van de cassette verplaatsbaar is. Bij verplaatsing van de ligger vanaf een uitgangspositie naar een uitgeklapte positie wordt het doek, dat rondom de rol gewikkeld is, van de rol afgewikkeld, terwijl andersom door opwikkeling van het doek op de rol de ligger weer terug 15 wordt gebracht in zijn uitgangstoestand.

In het bijzonder zijn knikarmzonweringen bekend waarbij de armen tussen de cassette en de ligger geleed zijn uitgevoerd, hetgeen wil zeggen dat de armen bestasui uit twee of meer armdelen die onderling zwenkbaar zijn.

20 Een dergelijke knikarmzonwering is bijvoorbeeld bekend uit het Europese Octrooischrift EP 1 122 378 Al. In een dergelijke knikarmzonwering is de hellingshoek van de armen en het zonweringsdoek ten opzichte van de wand • mechanisch verstelbaar.

25 Montage en afstelling van de draagconstructie van de bekende zonwering is echter omslachtig en vergt vrij veel arbeidstijd. Bovendien is de constructie tamelijk gecompliceerd, hetgeen de betrouwbaarheid daarvsui vermindert en de kosten voor de vervaardiging daarvan verhoogt.

1024122

I 2 I

I De bekende zonwering wordt bovendien direct aan de I

I wand bevestigd, ook in het geval waarin de wand niet vlak is. I

I Een niet-vlakke wand kan tot gevolg hebben dat de I

I draagconstructie bij bevestiging getordeerd wordt, hetgeen de I

I 5 nadelig voor de constructie is. Om te voorkomen dat bovendien I

I het in- en uitklappen van het scherm bemoeilijkt wordt als I

I gevolg van de getordeerde draagconstructie, zijn de armen I

I zodanig verstelbaar uitgevoerd, dat de hellingshoeken van de I

I armen ten opzichte van de wand afzonderlijk verstelbaar zijn. I

I 10 De verstelbaarheid van de armen is derhalve noodzakelijk om I

I bij niet-vlakke wanden een goede in- en uitklapbaarheid van I

I het scherm te verzekeren. I

I Het is een doel van de onderhavige uitvinding een I

I inrichting voor het dragen van een zonnescherm te I

I 15 verschaffen, waarin bovengenoemde bezwaren zijn ondervangen I

I en die snel en eenvoudig aan de wand te bevestigen is. I

I Om dit doel te bereiken wordt een inrichting I

I verschaft voor het dragen van een zonnescherm, omvattende: I

I - een aan een wand bevestigbare steun; I

I 20 - een verplaatsbare ligger waaraan het zonnescherm te I

I bevestigen is; I

I - een in de steun roteerbaar gelagerde rol waarop het I

I zonnescherm op- en af te rollen is; I

I - ten minste een aan de steun en aan de ligger I

I 25 aangebrachte arm, welke arm een aantal onderling zwenkbare I

I armdelen omvat, I

I - zwenkmiddelen voor het zwenkbaar bevestigen van de I

I arm aan de steun, waarbij de zwenkmiddelen zijn ingericht I

I voor het onverstelbaar en slechte lateraal ten opzichte van I

I 30 de steun zwenken van de arm. I

I De draaginrichting in samenhang met de wand waaraan I

I deze bevestigd is, gedraagt zich hierbij als een star geheel, I

I waarbij de hoek tussen het zonweringsdoek en de wand I

I_1 0241 22 I

3 hierdoor binnen een geringe marge gelijk blijft. Doordat de zwenkmiddelen zijn ingericht voor het slechte lateraal ten opzichte van elkaar zwenken van de arm kan het instellen van de hellingshoek achterwegen gelaten worden.

5 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de zwenkmiddelen een star aan de steun aangebracht uitsteeksel waarbij het uitsteeksel en de betreffende uiteinde van de arm geschikt zijn om een rotatieas in zich op te nemen voor het roteerbaar bevestigen van een arm ten “opzichte van de steun. 10 Een dergelijke constructie is eenvoudig en robuust en verschaft de gewenste zwenkbaarheid in de laterale richting om het zonnescherm in en uit te kunnen klappen. In de overige richtingen is de arm niet roteerbaar met als gevolg waarvan in gemonteerde toestand de hellingshoek tussen de wand en de 15 armen (alsmede het doek) constant is.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is de steun voorzien van bevestigingsmiddelen voor het bevestigen daarvan aan de wand en zijn de bevestigingsmiddelen ingericht voor het opvangen van 20 ongelijkheden in de wand. Zoals hierboven reeds uiteengezet is, kunnen eventuele ongelijkheden in de wand ervoor zorgen dat de draagconstructie van de zonwering geroteerd wordt en daarmee permanent onder mechanische spanning komt te staan. Dit wordt vermeden door toepassing van de bevestigings-25 middelen die rekening houden met de ongelijkheden in de wand.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de bevestigingsmiddelen daartoe een tussen de steun en de wand aan te brengen afstandhouder die de ongelijkheden of althans het niet vlak zijn van de wand compenseert door de 30 ruimte tussen de wand en de steun, in een toestand waarin de steun niet getordeerd is, op te vullen. Hierdoor kan tordering van de steun ook bij niet-vlakke wanden achterwege blijven.

1 02 41 ?2__

I 4 I

I Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de I

I inrichting standinstelmiddelen voor het instellen van de I

I stand van de steun ten opzichte van de wand of de I

I afstandhouder. Indien er ongelijkheden optreden ter plaatse I

I 5 van de bevestiging van de steun aan de wand kan een I

I afstandhouder in sommige gevallen niet geschikt zijn of I

I onvoldoende geschikt zijn om de steun op juiste aan de hand I

I te bevestigen. Daartoe kan in plaats van of naast de genoemde I

I bevestigingsmiddelen tevens standinstelmiddelen zijn I

I 10 voorzien, die de steun zodanig ten opzichte van de wand I

I respectievelijk de afstandhouder fixeren, dat de steun in I

I hoofdzaak ongetordeerd en toch stevig tegen de wand kan I

I worden bevestigd. I

I Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten I

I 15 dergelijke standinstelmiddelen een aantal op verschillende I

I posities in steun voorziene openingen, waardoorheen zich op I

I de wand of op de afstandhouder afzettende bouten schroefbaar I

I zijn. Door de bouten in juiste mate te schroeven, dat wil I

I zeggen een juiste mate van afstand tussen de betreffende I

I 20 boutuiteinden en de steun te verschaffen, kan de steun toch I

I gefixeerd worden ten opzichte van de plaatselijk I

I ongelijkmatig verlopende wand. Wanneer de wand in laterale I

I richting ongelijkmatigheden vertoont, zullen bijvoorbeeld I

I lateraal versprongen openingen geschikt zijn om dit doel te I

I 25 bereiken, terwijl wanneer de wand in een opwaartse en I

I neerwaartse ongelijkmatig is, boven elkaar aangebrachte I

I openingen uitkomst kunnen bieden. In de praktijk zullen I

I laterale ongelijkmatigheden het meest belangrijk zijn, I

I aangezien deze door de kenmerkende afmetingen van de I

I 30 draaginrichting (breedte vele malen groter dan de hoogte) I

I potentieel de grootste torsie teweeg kunnen brengen. I

I Tevens heeft de uitvinding betrekking op het gebruik I

I de bovengenoemde inrichting. I

| 1024122 | 5

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van een beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de 5 bijgevoegde figuren, waarin tonen: - figuur 1 een aanzicht in perspectief van een uitvoeringsvorm van een zonwering volgens de uitvinding; - figuur 2 een gedeeltelijk opengewerkt zij-aanzicht van de in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm; en 10 - figuur 3 een verder gedetailleerd zijaanzicht van de uitvoering van figuur 2.

Figuur 1 toont een ondergrond m (in de meeste gevallen een opstaande muur; dit kan echter ook een willekeurige ander bouwkundige constructie-element zijn) 15 waaraan een zonnewering 1 is aangebracht. De zonwering is opgebouwd uit een kast of cassette 2 en een ten opzichte daarvan beweegbare voorlijst 3. De kast omvat aan haar uiteinden een linker en rechter steun 4,4', die voorzien zijn van een onderplaat 5 en een bovenplaat 6. In de onder- en 20 bovenplaat 5,6 zijn respectievelijke openingen 8 aangebracht waar bevestigingsmiddelen, zoals bouten 7, te steken zijn. De steun 4,4' wordt hierbij door middel van de bouten 7 aan de muur m vastgeschroefd.

De kast 2 is bij voorkeur vervaardigd van metaal en 25 is daarmee weinig flexibel. Wanneer de muur m niet vlak is kan het gebeuren dat wanneer de kast 2 met behulp van steunen 4,4' aan de muur wordt bevestigd, er enige speling ontstaat tussen de steunen 4,4' en de muur m. Wanneer de steunen worden bevestigd door aandraaien van bouten 7, zou een 30 toestand kunnen optreden dat de kast als gevolg van oneffenheid getordeerd wordt. Dit is niet alleen nadelig voor de constructie van de kast 2 zelf, maar heeft tevens 10241 22 ' __

I 6 I

I negatieve gevolgen voor de het op juiste wijze in- en I

I uitklappen van het zonnescherm. I

I Ora het niet vlak zijn van de muur m te compenseren, I

I ie het volgens de in de figuren weergegeven voorkeurs- I

I 5 uitvoering van de uitvinding mogelijk om een afstandblok 9 I

I tussen de steun 4,4' en de muur m te plaatsen. Het I

I afstandblok 9 heeft daarbij een zodanige dikte, dat deze de I

I afstand tussen de muur m en de binnenzijde van de betreffende I

I plaat 5,6 van de steun 4, welke afstand het gevolg is van het I

I 10 niet vlak zijn van de muur, geheel overbrugt. I

I In de weergegeven voorkeursuitvoering is de I

I onderplaat 5 van de steun 4,4' voorzien van een uitsparing 10 I

I waarvan de afmetingen corresponderen met die van het I

I afstandblok 9. Wanneer een bevestigingsbout 7 door de opening I

I 15 8 in de plaat 5 van de steun 4 en vervolgens via opening 12 I

I in het afstandblok 9 wordt gestoken, zorgt deze uitsparing 10 I

I ervoor dat het afstandblok bij het in de muur draaien van de I

I bout op zijn plaats blijft zitten. I

I Wanneer bovendien de muur m ongelijk is op de plaats I

20 waar de steunen 4 bevestigd worden, kan de ongelijkheid I

I bovendien worden opgeheven door middel van verstelling van I

I een tweetal drukbouten 32,32'. Deze drukbouten zijn I

I aangebracht in twee naast opening 8 aangebrachte openingen I

I 31,31'. De drukbouten worden geschroefd de genoemde openingen I

I 25 31,31' en steken aan de achterzijde van de plaat 5 zodanig I

I ver uit, dat deze tegen een afstandblok 9, of wanneer er geen I

I afstandblok 9 aanwezig is, tegen de muur m, aanliggen. I

I Drukbouten 32,32' worden hierbij zodanig ver door de I

I openingen geschroefd, dat er geen speling meer bestaat tussen I

I 30 de uiteinden daarvan en het afstandblok 9 of de muur m. I

I Hierdoor is een juiste fixatie van de steun 4, zelfs wanneer I

I de muur m ter plaatse van de steunen ongelijkmatig is, tot I

I stand gebracht. I

I 1 Π 9 A1 0 9 I

7

Figuur 2 toont een gedeeltelijk opengewerkt zijaanzicht van de uitvoeringsvorm van figuur 2, waarbij de zonwering is uitgeklapt vanaf de in figuur 1 getoonde uitgangstoestand naar een eindtoestand. In deze eindtoestand 5 is het doek d, dat aan de ene uiteinde aan de voorlijst 3 is bevestigt, voor een groot deel of geheel afgerold van de roteerbaar in de kast 2 aangebrachte rol 13. Het uitklappen (alsmede het inklappen) vindt plaats door bediening van een hendel 16 die aangrijpt op een windwerk dat de as 15 van de 10 rol 13 kan aandrijven (pijl PI). Indien het windwerk de rol 13 in de richting van de wijzers van de klok laat roteren, rolt het doek d van de rol af en wordt de zonwering uitgeklapt. Wanneer het daarentegen het windwerk de rol tegen de wijzers van de klok in draait, wordt het doek d opgerold 15 hetgeen de zonwering doet inklappen.

De verbinding tussen de voorlijst 3 en de kast 2 vindt plaats door middel van één of meer gelede armen 20. De arm 20 is hierbij opgebouwd uit een eerste armdeel 21 en een tweede armdeel 22, die aan elkaar zijn bevestigd door middel 20 van een scharnier 24. Het tweede armdeel 22 is bovendien met behulp van een scharnier 23 aan een voorlijst 3 bevestigd.

In figuur 3 is de bevestiging van het eerste armdeel 21 aan de steun 4 weergegeven. Op de steun 4 is een nok 25 meegegoten waarin een opening ten behoeve van een draaias is 25 opgenomen. Tevens is aan het linker uiteinde van het eerste armdeel 21 een U-vormige beugel 26 voorzien, waarin een draaias aangebracht is. De aldus gevormde schamier-constructie tussen het eerste armdeel 21 en de steun 4 is daarmee star uitgevoerd, hetgeen betekent dat de armen 20 30 slechts in een enkele, meestal laterale beweging, verplaatst kan worden. Met andere woorden, de hoek α (figuur 2) tussen de muur m en het doek d van de zonwering (en daarmee tevens de arm 20) is, binnen een door de elastische eigenschappen ♦ 1024122

8 I

van het. materiaal van de inrichting bepaalde geringe marge, I

constant. I

De getoonde constructie maakt het mogelijk om het I

zonnescherm 1 direct aan de muur m te monteren waarna I

5 instelling van de hellingshoek achterwege gelaten kan I

blijven. De hoek van het doek d ten opzichte van de muur I

blijft altijd gelijk. De doorloophoogte van de geopende I

knikarmzonwering 1 is hierdoor slechts afhankelijk van de I

hoogte van de montage van de zonwering. I

10 De gevraagde rechten worden niet bepaald door de I

boven beschreven voorkeursuitvoeringsvormen van de I

uitvinding, maar worden bepaald door de navolgende I

conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties I

denkbaar zijn. I

1024122 I

Claims (10)

1. Inrichting voor het dragen van een zonnescherm, omvattende: - een aan een wand bevestigbare steun; - een verplaatsbare ligger waaraan het zonnescherm te 5 bevestigen ~is; ' ' ~~ - een in de steun roteerbaar gelagerde rol waarop het zonnescherm op- en af te rollen is; - ten minste een aan de steun en aan de ligger aangebrachte arm, welke arm een aantal onderling zwenkbare 10 antidelen omvat, - zwenkmiddelen voor het zwenkbaar bevestigen van de arm aan de steun, waarbij de zwenkmiddelen zijn ingericht voor het onverstelbaar én slechte lateraal ten opzichte van de steun zwenken van de arm.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de zwenkmiddelen zijn ingericht voor het onder in hoofdzaak constante hellingshoek houden van de arm ten opzichte van de wand.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij 20 zwenkmiddelen een star aan de steun aangebracht uitsteeksel omvatten, en waarbij het uitsteeksel en het betreffende uiteinde van de arm geschikt zijn om een rotatieas in zich op te nemen voor het roteerbaar bevestigen van de arm ten opzichte van de steun.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de hellingshoek van de rotatieas ten opzichte van de wand in hoofdzaak overeenkomt met de hellingshoek van het zonnescherm ten opzichte van de wand. 1024122 Η ίο I

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, I waarbij de steun voorzien is van bevestigingsmiddelen voor I bevestiging daarvan aan de wand en waarbij de I bevestigingsmiddelen zijn ingericht voor het opvangen van I 5 ongelijkheden in de wand. I

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de I bevestigingsmiddelen een afstandhouder omvatten die tussen de I steun en de wand is aan te brengen voor het opvullen van de I ruimte tussen de wand en steun. I

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de I afstandhouder een tussen de steun en de wand aan te brengen I drukblok omvat. I

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij de I steun voorzien is van een uitsparing waarin althans een deel I 15 van de afstandhouder passend kan worden aangebracht. I 9. inrichting volgens een der conclusies 5-8, I standinstelmiddelen omvattende voor het instellen van de I stand van de steun ten opzichte van de wand of de I af standhouder. I

10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de I standinstelmiddelen een aantal op verschillende posities in I de steun voorzien openingen omvatten, waardoorheen zich op de I wand of afstandhouder afzettende bouten schroefbaar zijn voor I het fixeren van de stand van de steun ten opzichte van de I 25 wand of de afstandhouder. I

11, Gebruik van de inrichting volgens een der I bovengenoemde conclusies. I 1024122_I