NL1023981C2 - Brandwerende beglazing. - Google Patents

Description

Titel: Brandwerende beglazing

De uitvinding heeft betrekking op brandwerende beglazing omvattende tenminste twee ruiten die op afstand gehouden worden door een in dwarsdoorsnede U-vormig, zich in omtreksrichting uitstrekkend afstandhouderprofiel (3), zodat een afgesloten tussenruimte (7) aanwezig is 5 die met een brandwerend middel gevuld is.

Uit de Duitse octrooipublicatie DE 30 37 015 is een brandwerende beglazing van deze soort bekend. In deze publicatie is het afstandhouderprofiel opgebouwd uit vier profielsegmenten die met hoekverbinders samengehouden worden. Als hoekverbinders dienen 10 insteekhoeken uit diepgetrokken plaatstaal met drie ieder ten opzichte van elkaar onder een hoek van 45° liggende segmenten. Deze hoekverbinders hebben door uitsparingen en vooruitstekende delen een gecompliceerde vorm, zodat voor de vervaardiging ingewikkelde gereedschappen nodig zijn. Voor elk van de verschillende profielbreedten van het afstandsframe zijn 15 bijpassende hoekverbinders nodig.

Een verdere ontwikkeling van een dergelijke brandwerende beglazing is beschreven in het Duitse Gebruiksmodel DE 295 05 504 UI. In deze publicatie is een afstandhouderprofiel beschreven dat gevormd is uit een uit één stuk vervaardigd, zich in omtreksrichting uitstrekkend profiel, 20 waarbij aan elk van de te vormen raamhoeken een V-vormige inkeping voorzien is.

Een verder voorbeeld van een brandwerende beglazing is uit DE 195 43 148 C2 bekend, waarbij een afstandhouderprofiel uit een kunststofmatrix met een vulstof in de vorm van niet*brandbare deeltjes 25 gevormd is.

Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag een brandwerende beglazing te verschaffen van de in de aanhef genoemde soort, die bijzonder eenvoudig en goedkoop te vervaardigen is.

4 Γ» O A Λ O 4 Ί I 2 I De oplossing van de opgave wordt verkregen met een I brandwerende beglazing met de kenmerken van conclusie 1. Voordelige I verdere vormen van de uitvinding zijn in de volgconclusies weergegeven.

I Wezenlijk voor de uitvinding is, dat het afstandhouderprofiel in I 5 zijn verbindingszones in een uiteinde, in het bijzonder in slechts één I uiteinde, van het afstandhouderprofiel een uitsparing heeft, en dat in dit I uiteinde de benen van het U-profïel weggehaald zijn over een lengte die I overeenkomt met de totale hoogte van het U-profiel. Het andere, I onveranderde of uitsparingsloze uiteinde van het afstandhouderprofiel is in I 10 deze uitsparing ingezet of ingeklapt of ingebogen. Met een dergelijk I afstandhouderprofiel kan de brandwerende beglazing bijzonder eenvoudig I en goedkoop vervaardigd worden. In het bijzonder behoeft slechts één I uiteinde van een uitsparing te worden voorzien, waarbij uitsluitend I loodrechte sneden noodzakelijk zijn.

I 15 De uiteinden van het zich in omtreksrichting uitstrekkende I afstandhouderprofiel zijn bij voorkeur met elkaar verlijmd. Het verdient in I het bijzonder voorkeur dat op het totale kopvlak van het uiteinde van het afstandhouderprofiel dat geen uitsparing heeft, het plakmiddel is I aangebracht. Bovendien verdient het nog voorkeur dat voorzien is in 20 verlijming van de bovenzijde van de benen van het niet bewerkte uiteinde en de zich dwars in het afstandhouderprofiel uitstrekkende randen van de I uitsparing. Het afstandhouderprofiel is bij voorkeur van glasvezelkunststof vervaardigd, zodat verlijming zonder meer mogelijk is. De uitsparingen worden bij voorkeur door zaagsneden aangebracht. Daarbij maken de I 25 sneden bij voorkeur rechte hoeken met de buitencontouren van het afstandhouderprofiel. In het bijzonder wordt een dwars op het afstandhouderprofiel uitgevoerde snede toegepast, die zich uitstrekt over de totale hoogte van de benen van het U-profiel en wordt een zich in de lengterichting door het afstandhouderprofiel uitstrekkende snede toegepast I die de benen van het U-profiel van het bodemgebied van het U-profiel scheidt.

I In een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding is het I afstandhouderprofïel uit in totaal vier segmenten samengesteld, waarbij 5 twee segmenten aan beide uiteinden elk een uitsparing hebben, tegen elk waarvan de beide andere segmenten met hun onveranderde uiteinden die I geen uitsparing hebben, aangezet zijn. Bij deze uitvoeringsvorm dienen slechts twee segmenten van het zich in omtreksrichting uitstrekkende I afstandhouderprofïel van uitsparingen voorzien te worden en bewerkt te 10 worden. De twee andere segmenten kunnen, afgezien van het op lengte snijden, voor het overige onbewerkt blijven. In een alternatieve I uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het zich in omtreksrichting I uitstrekkende afstandhouderprofïel eveneens uit vier segmenten I samengesteld, echter daarbij is elk segment aan één uiteinde van één van de I 15 bovenbeschreven uitsparingen voorzien, terwijl het andere uiteinde van het segment onbewerkt blijft. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat alle segmenten met een eenzijdige uitsparing voorbereid kunnen worden en het andere onbewerkte uiteinde overeenkomstig de dan gewenste konkrete lengtespecificatie van het te vervaardigen brandwerende beglazing op lengte 20 gemaakt kan worden.

Volgens een verdere ontwikkeling van de uitvinding wordt een zich in omtreksrichting uitstrekkend doorlopend afstandhouderprofïel toegepast, dat in drie hoekgedeelten omgebogen wordt en slechts in het vierde hoekgedeelte met zijn beide uiteinden aan elkaar verbonden wordt, zodat 25 slechts één verbindingsdeel volgens de uitvinding aanwezig is. In de hoekgedeelten die omgebogen worden zijn eveneens uitsparingen van de bovenbeschreven soort voorzien, dus in de vorm van een eenzijdige rechthoekige inkeping zodat ombuigen zonder meer mogelijk is. Ook in deze hoekgedeelten, waarin een verbinding toch al door de niet doorsneden

f I

4 bodem van het U-profiel in stand gehouden wordt, worden bij voorkeur de tegen elkaar aan liggende delen bovendien aan elkaar vastgelijmd of gekit.

Volgens een andere verdere ontwikkeling van de uitvinding wordt op het afstandhouderprofiel aan de buitenrand een brandwerend materiaal, 5 in het bijzonder butylrubber, aangebracht. Daarbij is aan het brandwerend materiaal bij voorkeur een bij verhoogde temperatuur expanderend materiaal, bijvoorbeeld expanderend grafiet, toegevoegd. Het brandwerend materiaal kan behalve of in plaats van butylrubber ook aluminiumtrihydraat, magnesiumhydroxide, keramisch poeder, bijvoorbeeld 10 CEEPREE of rode fosfor omvatten. Ook combinaties van expandeerbaar grafiet met organische brandwerende materialen kunnen worden toegepast.

I Het brandwerend materiaal aan de buitenzijde van het I afstandhouderprofiel is in het bijzonder daarom zinvol, omdat de in de I handel gebruikelijke afetandhouderprofielen van kunststof of van 15 glasvezelkunststof een temperatuurbestendigheid van -100 °C tot 155 °C of I 180 °C hebben. Door de additionele randverbinding van butylrubber met het I expanderende grafiet wordt de temperatuurbestendigheid gegarandeerd.

I In het volgende wordt de uitvinding aan de hand van in de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht. In detail tonen 20 de schematische afbeeldingen in:

Figuur 1: een aanzicht in dwarsdoorsnede van een brandwerende I beglazing;

Figuur 2: een zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een afstandhouderprofiel volgens de uitvinding; 25 Figuur 3: een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een afstandhouderprofiel volgens de uitvinding; en

Figuur 4: een zijaanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een afstandhouderprofiel volgens de uitvinding.

In Figuur 1 is een dwarsdoorsnede van brandwerende beglazing 30 met twee ruiten 1 en 2 getoond. Tussen de glazen ruiten 1 en 2 is een 5 , ( afstandhouderprofiel 3 geplaatst, dat zich tussen de beide ruiten 1 en 2 en in het gehele randgebied van de beide ruiten 1 en 2 uitstrekt en op deze wijze de tussen de ruiten aanwezige afstand in stand houdt. Het afstandhouderprofiel kan van elk geschikt materiaal zijn vervaardigd, doch 5 is bij voorkeur uit kunststof vervaardigd. In het bijzonder glasvezelkunststof is een geschikt materiaal. In de tussen de glazen ruiten 1 en 2 gevormde tussenruimte 7 bevindt zich een brandwerend materiaal, bijvoorbeeld een zout bevattende hydrogel met geschikte elektrolytische eigenschappen. De afstandhouder 3 is in dwarsdoorsnede U-vormig 10 uitgevoerd en omvat een bodemdeel 8 en benen 9 en 10. De afstandhouder 3 is aan zijn zijden met een kleefmiddel 4, in het bijzonder polysulfïde, aan de ruiten 1 en 2 vastgeplakt. Aan de naar buiten gekeerde zijde van het afstandhouderprofiel 3 is een beschermingslaag 5 aangebracht die een brandwerend materiaal, bij voorkeur van butylrubber, omvat, waaraan een 15 expandeerbaar materiaal, zoals expandeerbaar grafiet toegevoegd is.

In Figuur 2 is een zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van het zich in omtreksrichting uitstrekkende afstandhouderprofiel 3 getoond. Het zich in omtreksrichting uitstrekkende afstandhouderprofiel 3 is samengesteld uit in totaal vier segmenten 14,15, 16 en 17, zodat een 20 rechthoekig raam gevormd is. In de hoekgedeelten zijn de segmenten 14,15, 16 en 17 ieder met elkaar verbonden. Als voorbeeld wordt de verbinding van het uiteinde 20 van het segment 14 met het uiteinde 21 van het segment 15 beschreven. In het uiteinde 20 van het segment 14 is een ten opzichte van de rest van het segment 14 in de figuur vertikaal gerichte dwarssnede 23 25 aangebracht, die zich over de totale hoogte van het been 9 (zie Figuur 1) uitstrekt, zodat enkel de bodem 8 (zie Figuur 1) van het afstandhouderprofiel 3 zich over de gehele lengte van het segment 14 uitstrekt. Met een zich in de figuur horizontaal in het segment 14 uitstrekkende tweede snede 22 die zich in de langsrichting van het profiel 30 uitstrekt, zijn de benen dan van de bodem verwijderd, zodat een ( r 6 rechthoekige uitsparing verkregen is die voor wat betreft zijn lengte en zijn afmetingen aan het onveranderde uiteinde 21 van het segment 15 aangepast is. Dat betekent dat de positie van de snede 23 en de lengte van de snede 22 met de totale hoogte van het segment 15 en van het gehele 5 afstandhouderprofiel 3 corresponderen. Bij de in Figuur 2 afgebeelde uitvoeringsvorm hebben de beide segmenten 14 en 16 aan beide uiteinden I uitsparingen, in ieder waarvan de uiteinden van de segmenten 15 en 17, die I geen uitsparingen hebben, ingevoegd zijn. Alle uiteinden worden aan elkaar gelijmd. De additionele montage van hoekverbinders en andere toegevoegde I 10 componenten is derhalve niet noodzakelijk.

I In afwijking daarvan zijn in Figuur 3 de segmenten 24, 26, 25 en I 27 op zodanige wijze gevormd, dat ieder segment voorzien is van een eerste uiteinde 20 dat een uitsparing heeft en van een tweede uiteinde 21 dat geen I uitsparing heeft, en met een uiteinde 20 van een naburig segment I 15 samengevoegd is. De uitvoeringsvorm volgens Figuur 2 heeft met de I uitvoeringsvorm volgens Figuur 3 gemeen, dat in ieder hoekgedeelte altijd één uiteinde 20 met een uitsparing en één uiteinde 21 zonder uitsparing aanwezig is die volgens de voor Figuur 2 gegeven beschrijving aan elkaar I bevestigd zijn.

I 20 Een derde uitvoeringsvorm is in Figuur 4 weergegeven, waarbij het totale frame niet uit vier segmenten gevormd is, maar uit één, zich in I omtreksrichting doorgaand uitstrekkend afstandhouderprofiel met één segment 28. Dit profiel 28 dient slechts op één plaats aanelkaar verbonden te worden. Een uiteinde 20 van het afstandhouderprofiel 28 is daarom 25 uitgevoerd met een uitsparing met de sneden 22 en 23, in welke uitsparing I het andere uiteinde 21 ingezet is. In alle drie de andere hoekgedeelten, die men ook als verbindingsgebied kan aanduiden, is eveneens voorzien in een uitsparing met de sneden 22 en 23 volgens de in verband met Figuur 2 gegeven beschrijving, echter in deze hoekgedeelten is het profiel 28 niet 30 doorgezaagd, doch is slechts in de benen een uitsparing gezaagd en de 7 bodem 8 (zie Figuur 1) van het afstandhouderprofiel 3 blijft in hoofdzaak ononderbroken.

1 023981 ‘

Claims (12)

1. Brandwerende beglazing omvattende tenminste twee ruiten (1,2) I die op afstand gehouden worden door een in dwarsdoorsnede U-vormig, zich I in omtreksrichting van de beglazing uitstrekkend afstandhouderprofiel (3), I zodat een afgesloten tussenruimte (7) aanwezig is die met een brandwerend I 5 middel gevuld is, met het kenmerk, dat het afstandhouderprofiel (3) in I zijn verbindingszones telkens een bewerkt uiteinde (20) heeft, waarvan ter I verkrijging van een uitsparing de benen (9,10) van het U-vormige profiel (3) I verwijderd zijn over een lengte die overeenkomt met de totale hoogte van I het U-vormige profiel (3) en dat een ander uiteinde (21) dat niet bewerkt is 10 in het eerste uiteinde (20) vastgezet is.

2. Brandwerende beglazing volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat I de uiteinden (20, 21) in een verbindingszone van het afstandhouderprofiel I (3) met elkaar verlijmd zijn. I 15

3. Brandwerende beglazing volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat I plakmiddel aangebracht is op het eindvlak van het profiel van het uiteinde I (21) dat niet bewerkt is. I 20

4. Brandwerende beglazing volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, I dat plakmiddel aangebracht is tussen de bovenzijde van de benen van het I niet bewerkte uiteinde (21) en de zich dwars in het afstandhouderprofiel (3) I uitstrekkende randen (23) van het bewerkte uiteinde (20). I 25

5. Brandwerende beglazing volgens één der voorgaande conclusies, I met het kenmerk, dat het afstandhouderprofiel (3) van kunststof, bij I voorkeur van glasvezelkunststof gemaakt is. Η

6. Brandwerende beglazing volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de benen van het U-profiel door middel van zaagsneden verwijderd zijn en dat aldus de uitsparing gevormd is.

7. Brandwerende beglazing volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de sneden (22, 23) in hoofdzaak rechte hoeken maken I met de buitencontouren van het afstandhouderprofiel (3). I 10

8. Brandwerende beglazing volgens één der voorgaande conclusies, I met het kenmerk, dat het afstandhouderprofiel (3) uit in totaal vier I segmenten (14,15,16,17) samengesteld is, waarbij twee segmenten (14,16) I aan beide uiteinden telkens een uitsparing hebben, in welke uitsparingen I telkens de twee andere segmenten (15, 17) met hun uiteinden (21) die geen I 15 uitsparingen hebben, vastgezet zijn.

9. Brandwerende beglazing volgens één der conclusies 1 t/m 6, met het kenmerk, dat het afstandhouderprofiel (3) vier segmenten (24, 25, 26, 27) omvat, waarbij elk segment een eerste uiteinde (20) heeft met een 20 uitsparing en een tweede uiteinde (21) zonder uitsparing.

10. Brandwerende beglazing volgens één der conclusies 1 t/m 6, met het kenmerk, dat het afstandhouderprofiel (3) uit een enkel zich in omtreksrichting uitstrekkend profiel (28) gemaakt is en één 25 verbindingszone en drie hoekgedeelten heeft, waarbij de verbindingszone een eerste uiteinde (20) omvat met een uitsparing en een tweede uiteinde (21) zonder uitsparing, dat in de uitsparing van het uiteinde (20) met uitsparing gezet is, en waarbij elk van de hoekgedeelten voorzien is van een uitsparing die overeenkomt met de uitsparing in de verbindingszone. 30 I 10

11. Brandwerende beglazing volgens één der voorgaande conclusies, I met het kenmerk, dat op het afstandhouderprofiel (3) aan randgebieden een I laag van een brandwerend materiaal, in het bijzonder butylrubber, I aangebracht is. I 5

12. Brandwerende beglazing volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het brandwerende materiaal een bij verhoogde temperatuur I expanderend materiaal bevat.