NL1023655C2 - Inrichting voor het vastzetten van een object op een as eind. - Google Patents

Inrichting voor het vastzetten van een object op een as eind. Download PDF

Info

Publication number
NL1023655C2
NL1023655C2 NL1023655A NL1023655A NL1023655C2 NL 1023655 C2 NL1023655 C2 NL 1023655C2 NL 1023655 A NL1023655 A NL 1023655A NL 1023655 A NL1023655 A NL 1023655A NL 1023655 C2 NL1023655 C2 NL 1023655C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
clamping bush
flange
foregoing
thread
nut
Prior art date
Application number
NL1023655A
Other languages
English (en)
Inventor
Freddy De Jong
Original Assignee
Freddy De Jong
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Freddy De Jong filed Critical Freddy De Jong
Priority to NL1023655A priority Critical patent/NL1023655C2/nl
Priority to EP04076625A priority patent/EP1486684A3/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1023655C2 publication Critical patent/NL1023655C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B21/00Means for preventing relative axial movement of a pin, spigot, shaft or the like and a member surrounding it; Stud-and-socket releasable fastenings
    • F16B21/10Means for preventing relative axial movement of a pin, spigot, shaft or the like and a member surrounding it; Stud-and-socket releasable fastenings by separate parts
    • F16B21/20Means for preventing relative axial movement of a pin, spigot, shaft or the like and a member surrounding it; Stud-and-socket releasable fastenings by separate parts for bolts or shafts without holes, grooves, or notches for locking members
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B37/00Nuts or like thread-engaging members
    • F16B37/08Quickly-detachable or mountable nuts, e.g. consisting of two or more parts; Nuts movable along the bolt after tilting the nut
    • F16B37/0807Nuts engaged from the end of the bolt, e.g. axially slidable nuts
    • F16B37/0864Nuts engaged from the end of the bolt, e.g. axially slidable nuts with the threaded portions of the nut engaging the thread of the bolt by pressing or rotating an external retaining member such as a cap, a nut, a ring or a sleeve

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)

Description

Inrichting voor het vastzetten van een object op een as eind.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vastzetten van een object op een draadloos eind van een 5 gladde as of op een beschadigd draadeind, welke inrichting is opgebouwd uit een klembus met flens en wurgmoer, welke klembus aan de buitenzijde is voorzien van een schroefdraad waarvan de diameter naar het midden van de schroefdraad op de klembus toeneemt, welke klembus een inwendige opening heeft 10 waarvan de diameter naar het midden van de klembus eveneens toeneemt, welke klembus aan de binnenzijde ter plaatse van de grootste inwendige diameter is voorzien van tandvormige of zaagtandvormige rillen, welke klembus aan één zijde is voorzien van een zeskantige kop die nauwkeurig past in een 15 zeskantige opening van een flens welke flens aan de omtrek is voorzien van een aantal sleutelvlakken, en een wurgmoer die aan de binnenzijde is voorzien van een schroefdraad welke schroefdraad is aangepast en aansluit aan de uitwendige schroefdraad van de klembus, welke schroefdraad in de moer 20 aan de naar de klembus gerichte zijde over een beperkt aantal gangen van de schroefdraad in diameter enigszins toeneemt.
Een draadloze bout en moer verbinding is bekend uit het Amerikaanse octrooigeschrift US2002168246. Hierbij is eveneens sprake van een tussengelegen object in de vorm van 25 een geprofileerde schroefveer. Met deze voorziening kunnen echter geen bestaande verbindingsproblemen worden opgelost en kunnen geen objecten op gladde assen worden vastgezet. Ook worden taps verlopende dan wel kegelvormige oppervlakken toegepast ten gevolge waarvan de inklemmende zone van de bout 30 en moer beperkt 'is. De genoemde nadelen kleven niet aan de uitvoering volgens de uitvinding.
Met de uitvinding wordt beoogd een inrichting te verkrijgen die vrijelijk kan worden toegepast op beschadigde draadeinden zonder dat ophieuw draad moet worden gesneden op I 2 I het beschadigde draadeind. Ook kan de inrichting worden I toegepast op het einde van een gladde as zonder schroefdraad.
I De inrichting volgens de uitvinding wordt hierbij nader I beschreven aan de hand van een aantal figuren. Deze figuren I 5 dienen echter geenszins ter beperking van de I beschermingsomvang, maar tonen enkele mogelijke I uitvoeringsvormen daarvan.
I Figuur 1 toont een perspectivische weergave van de I uiteengenomen componenten van de inrichting, zijnde een 10 klembus, een flens en een wurgmoer.
I Figuur 2 toont de doorsnede van de uiteengenomen I componenten van de inrichting uit figuur 1.
I Figuur 3 toont de inrichting uit de figuren 1 en 2 I waarbij de flens op de kop van de klembus is geschoven en I 15 waarbij de wurgmoer door draaiing juist zover op de klembus I is aangebracht dat nog juist geen klemming tot stand wordt gebracht.
Figuur 4 toont de inrichting uit de figuren 1 en 2 waarbij de wurgmoer over de klembus is gedraaid ten gevolge 20 waarvan de klemming op de as tot stand is gebracht.
I Figuur 5 toont de inrichting uit figuur 4 waarbij de I wurgmoer nog verder is doorgedraaid over de klembus waardoor de flens van de klembus tegen het vast te zetten object is I aangedrukt.
25 Figuur 6 toont een mogelijke variant op de uitvoering van de koppeling tussen klembus en flens.
I Figuur 7 toont een mogelijke variant waarbij klembus en flens tot een geheel zijn samengevoegd.
Figuur 8 toont de doorsnede van de variant van figuur 7 30 in uiteindelijk gemonteerde toestand.
Figuur 9 toont een variant op het verloop van de binnenzijde van een klembus met meerdere insnijdingen en zaagtandvormige rillen.
Figuur 10 ten slotte toont nog een axiaal aanzicht van 3 de klembus met tangentiaal ingezaagde of ingeslepen axiale insnij dingen.
De inrichting volgens de uitvinding bestaat uit de combinatie van een klembus (1) met een flens (2) en een 5 wurgmoer (3). De klembus (1) heeft aan één zijde een zeskantige kop (11) welke kop (11) nauw past in een zeskantige opening (21) van de flens (2). De klembus (1) is aan de buitenzijde voorzien van een schroefdraad (12) welke schroefdraad (12) vanaf het begin en het einde van de klembus 10 (1) naar het midden van de klembus (1) toeneemt van een diameter (D) naar een grotere diameter (D'). De diameter (d) van de inwendige opening van de klembus (1) neemt naar het midden van de klembus (1) eveneens toe van (d) naar (d'). Ter plaatse van de grotere inwendige diameter (d') zijn 15 tandvormige rillen (13) aangebracht die een zodanige maatvoering hebben dat zij de vrije doorgang van de klembus (1) met een diameter (d) niet hinderen zodat de klembus (1) ongehinderd over een as of beschadigd draadeind kan worden geschoven met een diameter die een fractie kleiner is dan de 20 inwendige diameter (d) van de klembus (1). Voorts zijn in het schroefdraad gedeelte (12) van de klembus (1) een aantal axiale insnijdingen (14) gezaagd of geslepen.
De wurgmoer (3) van de inrichting is aan de cilindrische binnenzijde van de wurgmoer (3) voorzien van een schroefdraad 25 (32) die aansluit aan de schroefdraad (12) met diameter (D) aan het begin van de klembus (1) met de kleinste uitwendige diameter (D) van de klembus (1). De diameter van de schroefdraad (32) van de wurgmoer (3) neemt naar het einde (33) van de wurgmoer (3) die op de klembus (1) wordt gedraaid 30 enigszins toe tot de diameter (D') zodat de toenemende diameter van de klembus (1) bij het aandraaien van de wurgmoer (3) op de klembus (1) geleidelijk wordt teruggebracht tot de kleinere diameter (D) van de schroefdraad (32) van de wurgmoer (3) zonder dat de I schroefdraad (32) van de wurgmoer (3) vastloopt in de I schroefdraad (12) van de klembus (1).
De werking van de inrichting, beknopt weergegeven in de I figuren 3, 4 en 5, is als volgt. Uit een verzameling I 5 klembussen met verschillende inwendige diameters wordt die I klembus (1) geselecteerd die zo nauwkeurig mogelijk om de as I of het beschadigde draadeind (4) past, niet te strak maar ook I niet te los. De bij die klembus (1). behorende flens (2) wordt I met de opening (21) op de kop (11) van de klembus (1) I 10 geschoven en de bijpassende wurgmoer (3) wordt met de ruimste I opening met diameter (D') op het begin van de klembus (1) met I diameter (D) met de hand opgeschroefd. De op deze wijze I samengestelde inrichting wordt vervolgens zo dicht mogelijk I tegen het op het as-eind of het beschadigde draadeind (4) I 15 vast te zetten object (5) gepositioneerd, zie ook figuur 3.
Met een goed passende platte steeksleutel wordt de flens (2) I samen met de klembus (1) tegen draaien vastgehouden en wordt I de wurgmoer (3) met een bijpassende sleutel verder op de I klembus (1) geschroefd, ten gevolge waarvan de inwendige I 20 diameter (d') halverwege de klembus (1) wordt verkleind tot I de diameter (d). De insnijdingen (14) laten een elastische I vervorming van de klembus (1) onder de wurgmoer (3) toe. De tandvormige rillen (13) worden daarbij in de as of het beschadigde draadeind (4) geperst en de klembus (1) wordt 25 door radiale klemming vastgezet op de as of het beschadigde draadeind (4). De klembus (1) kan tengevolge daarvan niet meer axiaal worden verschoven op de as of het beschadigde draadeind (4), zie ook figuur 4. De wurgmoer (3) heeft zijn wurgende werking verricht en kan vervolgens verder 30 doorgedraaid worden over de klembus (1) ten gevolge waarvan de wurgmoer (3) tegen de flens (2) aanloopt. Wanneer nu de wurgmoer (3) nog verder op de klembus (1) wordt geschroefd zal de wurgmoer (3) de flens (2) tegen het object (5) aan H drukken waarbij de flens (2) met de opening (21) enigszins 5 verschuiven zal over de kop (11) van de kleiribus (1). Hiermede wordt de axiale afspanning van het object (5) op de as of het beschadigde draadeind (4) gerealiseerd, zie ook figuur 5.
In figuur 6 is een variant op de koppeling tussen de 5 klembus (1) en de flens (2) weergegeven waarbij de kop (11') van de klembus (1) bestaat uit een vertanding die weer nauwkeurig past in de vertande opening (21·) van de flens (2). Ook zijn in figuur 6 drie in plaats van twee insnijdingen (14) aangebracht.
10 Figuur 7 toont een variant waarbij klembus (1’) en flens (2') tot een geheel zijn samengevoegd en waarbij de verbinding (15) tussen klembus (1) en flens (2') zodanig is versmald dat deze verbinding (15) enige axiale verplaatsing van de flens (2') ten opzichte van de-klembus (1') toelaat 15 door vering van wel door plastische vervorming van de verbinding (15) wanneer de wurgmoer (3) er tegenaan wordt gedraaid voor de axiale klemming van het object (5) op de as of het beschadigde draadeind (4). Deze variant kan van belang zijn bij beschadigde draadeinden waarbij een klembus met 20 flens van zachter materiaal dan het beschadigde draadeind een betere radiale klemming met de nog resterende schroefdraad op het draadeind kan bewerkstelligen zonder dat het draadeind nog verder wordt verzwakt door indringende geharde tandvormige rillen. In zo'n situatie kan het eveneens 25 wenselijk zijn geen insnijdingen (14) in het schroefdraad gedeelte van de klembus toe te passen.
Bij het opzetten van een bepaalde serie voor de inrichting volgens de uitvinding kan gedacht worden aan een serie klembussen waarvan de inwendige diameter (d) per één-30 tiende of per twee-tiende millimeter toeneemt zodat de juist passende klembus betrekkelijk eenvoudig kan worden geselecteerd. De uitwendige diameter (D) voor de serie hoeft uiteraard niet met die zelfde fijnheid te worden opgezet. De uitwendige diameter (D) kan bijvoorbeeld per millimeter
4 n O OG £T C
I 6 I oplopen. Op deze wijze kunnen bij een met één-tiende millimeter oplopende serie tien en bij een met twee-tiende I millimeter oplopende serie vijf klembussen (l) met inwendige diameter (d) variërend tussen bijvoorbeeld negen en tien 5 millimeter, alle met één flens (2) en één wurgmoer (3) worden gecombineerd. Het aantal wurgmoeren (3) en flensen (2) in een I opgezette serie is derhalve een factor tien respectievelijk I vijf kleiner dan het daarbij horende aantal klembussen (1).
I De inrichting volgens de uitvinding is niet beperkt tot I 10 de in de tekeningen weergegeven en voorgaand beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Er kan op verschillende manieren I binnen het kader van de uitvinding worden gevarieerd, afhankelijk van de beoogde toepassingsgebieden.
Zo kan de inrichting professioneel worden toegepast op 15 gladde al of niet geharde as-einden en kan de klembus (1) qua I materiaal en hardheid daarop worden aangepast, is de hardheid I van de klembus (1) een fractie groter dan die van de as (4), I kan een deugdelijke en hoogwaardige klemming tot stand worden I gebracht zonder dat de as met name in het opzicht van I 20 kerfwerking ernstig in kwaliteit wordt aangetast omdat geen I schroefdraad op de as nodig is. zijn hardheden gelijk dan I ontstaat een klemming met een vervorming (13") zoals in I figuur 8 is weergegeven.
I Bij de toepassing van de inrichting volgens de I 25 uitvinding op beschadigde draadeinden kan de klembus zodanig worden gedimensioneerd qua materiaal en qua lay-out dat het I beschadigde draadeind zijn alsnog aanwezige optimale sterkte H kan behouden. Ook is het mogelijk een dunwandige overlangs I opengesneden bus (18) toe te passen op dat deel van de I 30 schroefdraad dat is beschadigd; de resterende schroefdraad I hoeft dan niet met veil of slijpschijf te worden verwijderd, zie ook figuur 8.
De inwendige tandvormige rillen (13) kunnen ook zaagtandvormige rillen (13') zijn zoals in figuur 9 is 7 weergegeven.
De dD, het verschil tussen de diameters (D') en (D) en de dd/ het verschil tussen de diameters (d') en (d) kunnen binnen redelijke grenzen vrijelijk worden gekozen eventueel 5 in combinatie met het toe te passen aantal axiale insnijdingen (14). Ook de vorm van de overgang van de kleinere buitendiameter (D) naar de grotere buitendiameter (D') kan tonvormig, bolvormig, kegelvormig of anderszins-vormig zijn. Ook de overgang van de inwendige diameter (d) 10 naar (d') kan binnen redelijke grenzen vrij gekozen worden.
Zo kan bij het toepassen van meerdere axiale insnijdingen (14) zelfs gekozen worden voor een scherpe zaagtandvorm (17) aan het begin van de klembus (1) met een aanvangsdiameter (d") die een fractie kleiner is dan de diameter van de as 15 (4) , waarbij dan gebruik wordt gemaakt van een verende component in het materiaal van de klembus (1), zie figuur 9.
De insnijdingen (14) kunnen zowel in aantal als in lengte en hoek waaronder ze gezaagd of geslepen worden, vrijelijk binnen redelijke grenzen worden gevarieerd. In 20 figuur 10 is een tangentiale insnijding weergegeven die met de scherpe kanten (16) de wurgmoer evenals de klembus kan borgen tegen lostrillen. Uiteraard kan ook de flens (2) worden voorzien van borgende insnijdingen.
Ongelijksoortige materialen kunnen worden toegepast voor 25 wurgmoer klembus en flens, bijvoorbeeld een bronzen wurgmoer in combinatie met een stalen of gehard stalen klembus en een flens met een roodkoperen laag aan de objectzijde voor een gelijkmatige aandrukking van de flens op het object (5) . Ook kan de koppeling tussen klembus (1) en flens (2) qua vorm èn 30 passing dan wel maatvoering worden afgestemd op het beoogde toepassingsgebied, zie ook de figuren 1 en 6.
Bovendien kan met het oog op het toepassingsgebied een voorkeur voor een bepaalde schroefdraad voor de uitwendige schroefdraad (12) van de klembus (1) en de inwendige I 6 I schroefdraad (32) van de wurgmoer (3) worden toegepast, zoals I fijnraetrische schroefdraad, gasdraad, trapeziumvormige, rechthoekige, golfvormige of zaagtandvormige schroefdraad.
Dit kan van belang zijn om radiale wurgkracht en axiale I 5 trekkracht optimaal te combineren.
De inrichting volgens de uitvinding is niet beperkt in gebruik in andere situaties of toepassingen.

Claims (25)

1. Inrichting voor het vastzetten van een object op een glad as-einde o£ een beschadigd draadeind, met het 5 kenmerk dat de inrichting is opgebouwd uit een klembus met een £lens en een wurgmoer.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de klembus aan de buitenzijde over een deel van de lengte van de klembus is voorzien van een schroefdraad waarvan de 10 diameter vanaf de einden van de schroefdraad op de klembus naar het midden van de schroefdraad op de klembus toeneemt.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de klembus een inwendige opening heeft waarvan de diameter naar het midden van de klembus toeneemt en dat de 15 klembus aan de binnenzijde ter plaatse van de grootste inwendige diameter is voorzien van een aantal tandvormige rillen.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de klembus aan de zijde van de flens is voorzien 20 van een zeskantige kop.
5. Inrichting volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de flens een zeskantige opening heeft die nauw past op de zeskantige kop van de klembus.
6. Inrichting volgens conclusie 1, 2, 3, 4 of 5, met 25 het kenmerk, dat de buitenomtrek van de flens een zeskantige vorm heeft.
7. Inrichting volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat de wurgmoer aan de binnenzijde is voorzien van een schroefdraad welke schroefdraad is aangepast 30 en aansluit aan de uitwendige schroefdraad van de klembus met de kleinste diameter, welke schroefdraad in de moer aan de naar de klembus gerichte zijde over een beperkt aantal gangen van de schroefdraad in diameter toeneemt tot de maximale diameter van de schroefdraad van de klembus. I 10
8. Inrichting volgens een van de voorgaande I conclusies, met het kenmerk, dat de klembus vanaf de zijde I waar de uitwendige schroefdraad begint over de lengte van de I uitwendige schroefdraad is voorzien van een axiale I 5 insnijding.
9. Inrichting volgens een van de voorgaande I conclusies, met het kenmerk, dat de klembus vanaf de zijde I waar de uitwendige schroefdraad begint over de lengte van de I uitwendige schroefdraad is voorzien van meerdere regelmatig 10 over de omtrek verdeelde axiale insnijdingen.
10. Inrichting volgens een van de voorgaande I conclusies, met het kenmerk, dat de klembus aan de binnenzijde ter plaatse van de grootste inwendige diameter is I voorzien van een aantal zaagtandvormige rillen. I 15
11. Inrichting volgens een van de voorgaande I conclusies, met het kenmerk, dat de klembus aan de zijde van I de flens is voorzien van een kop met een veelvoudige I vertanding.
12. Inrichting volgens conclusie 11,. met het kenmerk, I 20 dat de flens een opening heeft met een veelvoudige vertanding I die nauw past op de kop met de veelvoudige vertanding van de I klembus.
13. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klembus en de flens tot 25 een geheel zijn samengevoegd waarbij de verbinding tussen klembus en flens zodanig is versmald dat deze verbinding I elastisch of plastisch vervormbaar is.
14. Inrichting volgens een van de voorgaande I conclusies, met het kenmerk, dat de toegepaste schroefdraad 30 voor de buitenkant van de klembus en de binnenkant van de wurgmoer een metrische schroefdraad is.
15. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de toegepaste schroefdraad voor de buitenkant van de klembus en de binnenkant van de wurgmoer een fijnmetrische schroefdraad is.
16. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de toegepaste schroefdraad voor de buitenkant van de klembus en de binnenkant van de 5 wurgmoer een gasdraad is.
17. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de toegepaste schroefdraad voor de buitenkant van de klembus en de binnenkant van de wurgmoer een vierkant, rechthoekig, trapeziumvormig, 10 zaagtandvormig of golfvormig profiel heeft.
18. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beschrijvende vorm van de schroefdraad aan de buitenkant van de klembus van de diameter aan de uiteinden van de schroefdraad naar de grotere diameter 15 halverwege de schroefdraad een tonvorm een bolvorm, een samengestelde kegelvorm of een anderszins toepasbare vorm is.
19. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klembus is voorzien van meerdere axiale gleuven, dat de zo gevormde lippen enigszins 20 verend zijn en dat het eind van de inwendige opening is voorzien van een tandvormig profiel waarvan de inwendige diameter een fractie kleiner is dan de diameter van de as of het draadeind waarvoor de klembus is bedoeld.
20. Inrichting volgens een van de voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat de flens een zeskantige vorm heeft waarvan de maatvoering overeenkomt met de maat van de zeskantige vorm van de wurgmoer.
21. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de flens een ronde flens is 30 met twee sleutelvlakken voor een platte steeksleutel.
22. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klembus, de flens en de wurgmoer alle uit hetzelfde materiaal, al of niet hardhaar, zijn gemaakt.
23. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klembus, de flens en de wurgmoer niet alle uit hetzelfde materiaal zijn gemaakt.
24. Inrichting volgens een van de voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat de klembus is gemaakt van een al of niet hardbare staalsoort, dat de wurgmoer is gemaakt van brons en dat de flens is gemaakt van een combinatie van al of niet hardhaar staal met een koperen of andere zachtmetalen bekleding aan de zijde van het af te 10 spannen object.
25. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de flens is voorzien van een de wurgmoer borgend profiel.
NL1023655A 2003-06-13 2003-06-13 Inrichting voor het vastzetten van een object op een as eind. NL1023655C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023655A NL1023655C2 (nl) 2003-06-13 2003-06-13 Inrichting voor het vastzetten van een object op een as eind.
EP04076625A EP1486684A3 (en) 2003-06-13 2004-06-03 Device for mounting an object on a shaft end

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023655 2003-06-13
NL1023655A NL1023655C2 (nl) 2003-06-13 2003-06-13 Inrichting voor het vastzetten van een object op een as eind.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1023655C2 true NL1023655C2 (nl) 2004-12-14

Family

ID=33297544

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1023655A NL1023655C2 (nl) 2003-06-13 2003-06-13 Inrichting voor het vastzetten van een object op een as eind.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1486684A3 (nl)
NL (1) NL1023655C2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH702155A1 (de) * 2009-11-12 2011-05-13 Baumer Innotec Ag Haltevorrichtung zum wieder lösbaren Befestigen eines zylindrischen Körpers.
US20110268531A1 (en) * 2010-06-10 2011-11-03 Heide Denis Segmented thread and connecting arrangement
NL2007412C2 (nl) * 2011-09-14 2013-03-18 Rudolph Poll Bevestigingsmiddel.
CN105370695B (zh) * 2015-12-07 2018-05-25 苏州中拓专利运营管理有限公司 一种易拆解的连接组件
CN110425212A (zh) * 2019-08-28 2019-11-08 嘉兴鼎祥汽车零部件有限公司 一种具有防松功能的汽车轮毂螺母组件

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2521567A (en) * 1947-02-12 1950-09-05 Corrigan Elwyn Watt Threadless lock nut and bolt
WO1987007928A1 (en) * 1986-06-19 1987-12-30 Harald Kolvereid Combi-nut
US5015133A (en) * 1990-04-16 1991-05-14 Arena Frank R Universal nut
GB2361276A (en) * 2000-07-22 2001-10-17 Mola Gino Dominico Mario Ashle Quick release threaded fastener

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2521567A (en) * 1947-02-12 1950-09-05 Corrigan Elwyn Watt Threadless lock nut and bolt
WO1987007928A1 (en) * 1986-06-19 1987-12-30 Harald Kolvereid Combi-nut
US5015133A (en) * 1990-04-16 1991-05-14 Arena Frank R Universal nut
GB2361276A (en) * 2000-07-22 2001-10-17 Mola Gino Dominico Mario Ashle Quick release threaded fastener

Also Published As

Publication number Publication date
EP1486684A3 (en) 2004-12-22
EP1486684A2 (en) 2004-12-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
FI79176C (fi) Gaengat faestorgan foer mjukt material.
NL193608C (nl) Samenstel van ineensteekbaar en te roteren aandrijfonderdeel en aan te drijven onderdeel, zoals een schroevendraaier en schroef, alsmede vervaardigingsgereedschap hiervoor.
EP1512876B1 (de) Senkkopfschraube
CN1174174C (zh) 螺纹连接结构
JPS63254212A (ja) 自己閉塞のブラインドリベット
US5503491A (en) Positioning pivot
NL1023655C2 (nl) Inrichting voor het vastzetten van een object op een as eind.
EP1818125B1 (de) Werkzeug für die spahnabhebende Bearbeitung
US20080172979A1 (en) Reinforcing bar splice with cutting edge bolts
JP2004504551A (ja) 締結構造
EP2098336A2 (de) Halter für Schraubendreher-Einsätze
EP1564471A2 (de) Verbindung einer Schelle mit einem Schlauch
WO2013177483A1 (en) Mounting device
EP0418262A1 (en) Clamp assembly
US4354832A (en) Orthodontic biassing device with deformed screw threads
EP1956278B1 (en) Coupling
EP3447316A1 (en) Male screw body, female screw body, screw body design method, screw thread structure
NL1020069C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verbinden van betonstaal.
EP3047951B1 (en) Fastener
US6722832B2 (en) Assembly unit including a component and at least one thread forming screw
DE102016015127B3 (de) Mutter mit einem Bewegungsgewinde
NL8003705A (nl) Vastpersgereedschap voor bevestigingsorganen met ring.
CA2497932A1 (en) Threaded fastener assembly
US5163541A (en) Mechanism useful as a slip clutch or brake
EP1273394A2 (en) Tool for changing a replaceable cutting head

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080101