NL1023422C2 - Kindervoertuigstoel. - Google Patents

Kindervoertuigstoel. Download PDF

Info

Publication number
NL1023422C2
NL1023422C2 NL1023422A NL1023422A NL1023422C2 NL 1023422 C2 NL1023422 C2 NL 1023422C2 NL 1023422 A NL1023422 A NL 1023422A NL 1023422 A NL1023422 A NL 1023422A NL 1023422 C2 NL1023422 C2 NL 1023422C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
vehicle seat
connectors
child vehicle
support leg
child
Prior art date
Application number
NL1023422A
Other languages
English (en)
Inventor
Rene Johan Van Geer
Adriaan Siewertsen
Original Assignee
Maxi Miliaan Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maxi Miliaan Bv filed Critical Maxi Miliaan Bv
Priority to NL1023422A priority Critical patent/NL1023422C2/nl
Priority to PT04076380T priority patent/PT1477356E/pt
Priority to DE602004018705T priority patent/DE602004018705D1/de
Priority to AT04076380T priority patent/ATE419140T1/de
Priority to AT08075202T priority patent/ATE516989T1/de
Priority to EP08075202A priority patent/EP1930205B1/en
Priority to PL04076380T priority patent/PL1477356T3/pl
Priority to ES04076380T priority patent/ES2319525T3/es
Priority to EP04076380A priority patent/EP1477356B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1023422C2 publication Critical patent/NL1023422C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2/00Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
    • B60N2/24Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles
    • B60N2/26Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles for children
    • B60N2/28Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle
    • B60N2/2857Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle characterised by the peculiar orientation of the child
    • B60N2/286Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle characterised by the peculiar orientation of the child forward facing
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2/00Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
    • B60N2/24Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles
    • B60N2/26Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles for children
    • B60N2/28Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle
    • B60N2/2821Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle having a seat and a base part
    • B60N2/2824Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle having a seat and a base part part of the base being supported by the vehicle frame
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2/00Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
    • B60N2/24Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles
    • B60N2/26Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles for children
    • B60N2/28Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle
    • B60N2/2887Fixation to a transversal anchorage bar, e.g. isofix
    • B60N2/289Fixation to a transversal anchorage bar, e.g. isofix coupled to the vehicle frame

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Child & Adolescent Psychology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Seats For Vehicles (AREA)
  • Vehicle Waterproofing, Decoration, And Sanitation Devices (AREA)
  • Passenger Equipment (AREA)

Description

>. m
Kindervoertuigstoel
De uitvinding heeft betrekking op een kindervoertuigstoel voorzien van een frame, alsmede met het frame gekoppelde connectoren die 5 in bedrijf losneembaar koppel baar zijn met in een voertuig aanwezige bevestigingselementen, welke frame verder is voorzien van ten minste een afsteunpoot welke in bedrijf aan een van de connectoren afgekeerde zijde van de kindervoertuigstoel tegen het voertuig afsteunt.
Bij een dergelijke, uit de Europese octrooiaanvrage 10 EP-A1-1.180.448 bekende kindervoertuigstoel, wordt het frame met behulp van de connectoren gekoppeld aan de in het voertuig aanwezige bevestigingselementen. De bevestigingselementen zijn bijvoorbeeld beugels die met het chassis van het voertuig zijn verbonden. De bevestigingselementen zijn gelegen tussen de rugleuning en de zitting van de stoel 15 van het voertuig waarop de kindervoertuigstoel wordt bevestigd. Alhoewel dergelijke bevestigingselementen steeds vaker worden toegepast, kan een kinderstoel die met behulp van de connectoren aan de bevestigingselementen is bevestigd relatief eenvoudig ten opzichte van de bevestigingselementen kantelen, bijvoorbeeld in het geval van een 20 botsing. Om deze kanteling te beperken, is de bekende voertuigstoel voorzien van een afsteunpoot die aan een van de connectoren afgekeerde zijde met het frame is verbonden. De afsteunpoot steunt in bedrijf af tegen een vloer van het voertuig, waarbij op relatief eenvoudige wijze ongewenste kanteling van de kindervoertuigstoel wordt voorkomen.
25 Aangezien de kindervoertuigstoel met de daaraan bevestigde afsteunpoot relatief volumineus is, waardoor deze zowel moeilijk in het voertuig bevestigbaar is alsmede lastig is op te bergen en te transporteren, wordt in de hierboven aangegeven Europese octrooiaanvrage EP-A1-1.180.448 voorgesteld om de afsteunpoot losneembaar met de 30 kindervoertuigstoel te verbinden.
Alhoewel hierdoor het bevestigen van de kindervoertuigstoel - 'i -)3/99- > t 2 in het voertuig alsmede het opbergen van de kindervoertuigstoel wordt verbeterd, heeft de bekende kindervoertuigstoel als nadeel dat een gebruiker na het bevestigen van de kindervoertuigstoel in het voertuig, het aanbrengen van de afsteunpoot eenvoudigweg kan vergeten. Hierdoor zal 5 bij een botsing, de kindervoertuigstoel alsnog een ongewenste kanteling ten opzichte van de bevestigingselementen ondergaan.
De uitvinding beoogt een kindervoertuigstoel te verschaffen waarbij de voordelen van de bekende kinderstoel behouden blijven terwijl de nadelen van de bekende kinderstoel worden vermeden.
10 Dit doel wordt bij de kinderstoel volgens de uitvinding bereikt doordat de connectoren ten opzichte van het frame verplaatsbaar zijn tussen een met de bevestigingselementen koppel bare bevestigings-positie en een opbergpositie waarin de connectoren niet met de bevestigingselementen koppel baar zijn, terwijl de afsteunpoot 15 verplaatsbaar is tussen een afsteunstand en een opbergstand, waarbij in bedrijf door verplaatsing van de afsteunpoot van de opbergstand naar de afsteunstand, de connectoren van de opbergpositie naar de bevestigings-positie verplaatsbaar zijn en vice versa.
Doordat de verplaatsing van de connectoren van de 20 opbergpositie naar de bevestigingspositie en vice versa direct gekoppeld is met de verplaatsing van de afsteunpoot van de opbergstand naar de afsteunstand, wordt op relatief eenvoudige wijze gewaarborgd dat bij het bevestigen van de connectoren aan de bevestigingselementen, tevens de afsteunpoot zich in de afsteunstand bevindt.
25 In de opbergstand van de afsteunpoot, waarbij de afsteunpoot ten opzichte van het frame kan zijn gezwenkt, gekanteld, verschoven, of van het frame kan zijn verwijderd, bevinden de connectoren zich immer in de opbergpositie waardoor het bevestigen van de kindervoertuigstoel aan het voertuig met behulp van de connectoren niet 30 mogelijk is.
Een uitvoeringsvorm van de kindervoertuigstoel volgens de η η o o λ ? o t t 3 uitvinding wordt gekenmerkt doordat de afsteunpoot zwenkbaar is tussen de opbergstand en de afsteunstand.
Een zwenkbare afsteunpoot is relatief eenvoudig te realiseren, waarbij een zwenking van de afsteunpoot tussen de opbergstand 5 en afsteunstand een verplaatsing van de connectoren van de opbergpositie naar de bevestigingspositie tot gevolg heeft.
Een verdere uitvoeringsvorm van de kindervoertuigstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de afsteunpoot in de opbergstand aan eenzelfde zijde van de kindervoertuigstoel is gelegen als 10 een zitting van de kindervoertuigstoel.
Doordat de afsteunpoot in de opbergstand aan dezelfde zijde I is gelegen als de zitting, is het door de kindervoertuigstoel in beslag I nemende volume door de afsteunpoot nauwelijks toegenomen. Bovendien is bij het plaatsen van de kindervoertuigstoel in het voertuig de I 15 afsteunpoot voor de gebruiker goed toegankelijk en bedienbaar.
I Een weer verdere uitvoeringsvorm van de kindervoertuigstoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de afsteunpoot in de opbergstand een hoek met de verticaal insluit.
I Doordat de afsteunpoot een hoek van bij voorkeur 20 è 45° I 20 met de verticaal insluit, zal bij het bevestigen van de kinder- I voertuigstoel in een voertuig met behulp van een driepuntsgordel in plaats van met de connectoren, de afsteunpoot zich niet in het I gezichtsveld van het in een kindervoertuigstoel zittend kind bevinden.
Hierdoor wordt verhinderd dat bij een eventuele botsing het kind zich aan 25 de afsteunpoot zou bezeren. Uiteraard is het ook bij het bevestigen van I de kindervoertuigstoel met behulp van een driepuntsgordel aan het I voertuig, mogelijk om de afsteunpoot naar de afsteunstand te verplaatsen, indien een gebruiker dit wenst.
I De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van 30 de tekening waarin: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een kinder- H voertuigstoel volgens de uitvinding toont waarbij een afsteunpoot zich in H de opbergstand en connectoren zich in de opbergpositie bevinden, H fig. 2 een perspectivisch aanzicht van de in fig. 1 H weergegeven kindervoertuigstoel toont waarbij de afsteunpoot zich in de 5 afsteunstand en de connectoren zich in de bevestigingspositie bevinden, fig. 3-6 verschillende situaties tonen van het koppelen en ontkoppelen van de connectoren, waarbij met behulp van een markeringselement volgens de uitvinding de situatie van de connectoren H aantoonbaar is.
10 In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.
H Fig. 1 en 2 tonen perspectivische aanzichten van een kindervoertuigstoel 1 volgens de uitvinding die is voorzien van een I frame 2 en een met het frame 2 verbonden stoeltje 3. Het stoeltje 3 is 15 voorzien van een zitting 4 en een rugleuning 5. Het stoeltje 3 is op zich I bekend en is derhalve slechts schematisch weergegeven. Aan een van het stoeltje 3 afgekeerde zijde is het frame 2 voorzien van een zich nagenoeg I verticaal uitstrekkende, star met het frame 2 verbonden pen 6. De pen 6 I strekt zich uit door een in een stang 7 aangebrachte gleuf ten gevolge 20 waarvan de stang 7 in en tegengesteld aan de door pijl PI aangegeven richting ten opzichte van de pen 6 verschuifbaar is. De stang 7 is aan I een van de pen 6 afgekeerde zijde voorzien van een U-vormige beugel 8 die aan van de stang 7 afgekeerde uiteinden 9, 10 is voorzien van connectoren 11, 12. De connectoren 11, 12 zijn op zich bekend, bijvoorbeeld uit de 25 Europese octrooiaanvrage EP-A1-1.180.448 en worden in de techniek I bijvoorbeeld aangeduid met isofix-connectoren.
I De stang 7 is aan een van de U-vormige beugel 8 afgekeerde I zijde voorzien van een bus 13 die zwenkbaar is om de stang 7 in en I tegengesteld aan de door pijl P2 aangegeven richting. De bus 13 is I 30 voorzien van twee sleuven 14, 15 die zich evenwijdig aan de I lengterichting van de stang 7 uitstrekken, waarbij de lengtes van de 5 sleuven 14, 15 verschillend zijn. De bus 13 is aan een van de sleuven 14, 15 afgekeerde zijde voorzien van een zich dwars op de bus 13 uitstrekkende afsteunpoot 16. De afsteunpoot 16 is voorzien van een aantal telescopisch in elkaar verschuifbare buizen 17, 18.
5 Bij de in fig. 1 weergegeven stand van de afsteunpoot 16 is de afsteunpoot 16 aan eenzelfde zijde van het frame 2 gelegen als de rugleuning 5. De afsteunpoot 16 sluit een hoek α in met de verticaal V van 30°. In deze positie van de afsteunpoot 16 is de relatief korte sleuf 14 van de bus 13 om de star met het frame 2 bevestigde pen 6 10 gelegen. Door middel van een met het frame 2 gekoppelde veer 19 wordt de stang 7 alsmede de daarmee verbonden bus 13 in de door pijl PI aangegeven richting getrokken waardoor de sleuf 14 stevig om de pen 6 heen ligt. De met de bus 13 verbonden stang 7 en de daarmee via de U-vormige beugel 8 met de stang 7 verbonden connectoren 11, 12 zijn hierbij zodanig onder 15 het frame 2 gelegen dat de connectoren 11, 12 niet met in een voertuig aanwezige bevestigingselementen (niet weergegeven) kunnen worden gekoppeld. Deze met de connectoren te koppelen bevestigingselementen zijn op zich bekend en zullen derhalve niet nader worden toegelicht. Bij de in fig. 1 weergegeven opbergstand van de afsteunpoot 16 zijn de 20 telescopische buizen 17, 18 in elkaar geschoven waardoor de afsteunpoot 16 relatief kort is.
Indien men de kindervoertuigstoel 1 met een voertuig wenst te verbinden, wordt de kindervoertuigstoel 1 op een stoel van een voertuig gepositioneerd. Vervolgens wordt de afsteunpoot 16 tezamen met 25 de daarmee verbonden bus 13 in een door pijl P3, aan pijl PI
tegengestelde richting tegen de veerkracht van de veer 19 in verplaatst totdat de sleuf 14 niet meer om de pen 6 heen ligt. Hierbij ondergaan ook de stang 7 en de daarmee verbonden U-vormige beugel 8 en de daaraan gekoppelde connectoren 11, 12 eenzelfde verplaatsing in de door pijl P3 30 aangegeven richting. Vervolgens wordt de afsteunpoot 16 tezamen met de bus 13 in de door pijl P2 aangegeven richting om de stang 7 heen gezwenkt H totdat de sleuf 15 tegenover de pen 6 is gelegen. Daarna wordt de afsteunpoot 16, de bus 13, de stang 7, de U-vormige beugel 8 en de daarmee verbonden conrectoren 11, 12 mede onder invloed van de veer 19 in de door pijl PI aangegeven richting verplaatst totdat de pen 6 tegen een 5 uiteinde van de sleuf 15 aan is gelegen. De afsteunpoot 16 bevindt zich nu in de in fig. 2 weergegeven afsteunstand terwijl de conrectoren 11, 12 zich in een bevestigingspositie bevinden. In fig. 1 is deze bevestigings- positie met gestippelde lijnen weergegeven. De afsteunpoot 16 dient nu zodanig in lengte te worden aangepast dat een van de bus 13 afgekeerd 10 uiteinde 20 van de buis 18 stevig tegen een vloer van het voertuig afsteunt. Door een gebruiker die de afsteunpoot 16 beet heeft gepakt, zal dat nagenoeg automatisch worden gedaan. Indien gewenst is het mogelijk dat de buis 18 onder invloed van zwaartekracht automatisch uit de buis 17 I schuift waarbij met behulp van een op zich bekend ratelmechanisme het 15 weer in de buis 17 schuiven van de buis 18 wordt verhinderd. Enkel door I het deblokkeren van het ratel mechanisme kan de buis 8 in de buis 17 worden geschoven, bijvoorbeeld voor het vervolgens verplaatsen van de afsteunpoot 16 naar de in fig. 1 weergegeven opbergstand.
I In fig. 3 is duidelijker de bediening van de met de I 20 uiteinden van de U-vormige beugel 8 verbonden connectoren 11, 12 I weergegeven. Elke connector 11, 12 is voorzien van een zich evenwijdig I aan stang 7 uitstrekkende trekstang 21 die aan een van de connector 11, I 12 afgekeerde zijde scharnierbaar is verbonden met een hefboom 22. De hefboom 22 is om een scharnieras 23 scharnierbaar om een met de U-vormige 25 beugel 8 verbonden arm 24. Een van de trekstang 21 afgekeerd uiteinde van I de hefboom 22 is gelagerd in een langwerpige uitsparing 25 van een I verschuifbaar in de stang 7 gelegen stang 26. De stang 26 is aan een van I de uitsparing 25 afgekeerd uiteinde voorzien van een veer 27 met behulp I waarvan een met de stang 26 verbonden bedieningsknop 28 in een uit de 30 stang 7 gerichte richting wordt gedrukt. In de bedieningsknop 28 is een I waarschuwingsknop 29 gelegen die met behulp van een veer 30 in een van de 7 stang 26 afgekeerde richting wordt gedrukt. De waarschuwingsknop 29 heeft bij voorkeur een kleur zoals rood waarmee een waarschuwing wordt afgegeven dat de connectoren 11, 12 nog niet allemaal in een vergrendelende positie zijn gebracht. De bedieningsknop 28 geeft bij 5 voorkeur een kleur zoals groen waarmee wordt aangegeven dat de connectoren 11, 12 in aangrijping zijn met de bevestigingselementen. De knoppen 28, 29 dienen als markeringselementen. De werking van het in fig. 3 weergegeven mechanisme zal nu aan de hand van de figuren 3-6 nader worden toegelicht.
10 Bij de in fig. 3 weergegeven positie bevindt de connector 11 zich in een met het bevestigingselement in aangrijping zijnde positie. Hierbij is de trekstang 21 in de door pijl Pil weergegeven richting in de connector 11 getrokken ten gevolge waarvan de hefboom 22 in de door pijl P12 aangegeven richting om de scharniers 23 is 15 gezwenkt en met een uiteinde tegen een uiteinde 31 van de uitsparing 25 aan is gelegen.
De andere connector 12 is nog niet in aangrijping met het bevestigingselement ten gevolge waarvan de trekstang 21 nog niet in de door pijl Pil aangegeven richting in de connector 12 is verplaatst. De 20 hefboom 22 behoudt de in fig. 3 weergegeven gekantelde positie waarbij een van de trekstang 21 afgekeerd uiteinde van de hefboom 22 aanligt tegen een van het uiteinde 31 afgekeerd uiteinde 32 van de uitsparing 25. De waarschuwingsknop 29 strekt zich hierbij uit tot voorbij een uiteinde van de stang 7 waardoor de rode waarschuwingsknop 29 duidelijk zichtbaar 25 is als markering dat de connectoren nog niet beide in aangrijping zijn met bevestigingselementen.
Volledigheidshalve wordt ten aanzien van fig. 3 opgemerkt dat de afsteunpoot 16, op het moment dat de connectoren 11, 12 in aangrijping kunnen worden gebracht met de bevestigingselementen, zich 30 dwars op het vlak van de tekening uitstrekt. Voor de duidelijkheid ten aanzien van de ligging van de afsteunpoot 16 is echter gekozen om de 1 023422 - Η I afsteunpoot in het vlak van de tekening af te beelden.
I In fig. 4 is schematisch een situatie weergegeven waarbij I beide connectoren 11, 12 in aangrijping zijn gebracht met bevestigings- I elementen, ten gevolge waarvan beide trekstangen 21 in de door pijl Pil I 5 aangegeven richting in de connectoren 11, 12 zijn verplaatst en de I hefbomen 22 beide om de scharnierassen 23 zijn gezwenkt naar de in fig. 4 I weergegeven positie. Zodra de beide hefbomen de in fig. 4 weergegeven I positie hebben ingenomen, wordt de stang 26 tezamen met de bedieningsknop 28 onder veerkracht van de veer 27 in de door pijl P13 I 10 aangegeven richting ten opzichte van de stang 7 verplaatst totdat I uiteinden van de hefboom 22 aanliggen tegen het uiteinde 32 van de I uitsparing 25. De groene bedieningsknop 28 wordt hierbij om de rode I waarschuwingsknop 29 heen geschoven zodat in hoofdzaak de groene I bedieningsknop 28 zichtbaar is, hetgeen voor een gebruiker een signaal is I 15 dat beide connectoren 11, 12 op correcte wijze in aangrijping zijn met de I bedieningselementen.
I In fig. 5 is een situatie weergegeven waarbij een I gebruiker, bijvoorbeeld per ongeluk, tegen de waarschuwingsknop 29 I aanstoot en deze over een relatief korte afstand in de stang 7 drukt.
I 20 Zoals zichtbaar in fig. 5 zal hierbij de waarschuwingsknop 29 tezamen met I de bedieningsknop 28 en de stang 26 in een aan pijl P13, door pijl P14 I weergegeven richting worden verplaatst, waarbij de uiteinden van de I hefbomen 22 in aanraking komen met een uiteinde 31 van de uitsparing 25.
Pas op het moment dat de waarschuwingsknop 29 tezamen met I 25 de bedieningsknop 28 verder in de door pijl P14 aangegeven richting wordt gedrukt (zoals weergegeven in fig. 6) en in de stang 7 worden verplaatst, I zullen de hefbomen 22 om de scharnierassen 23 worden gezwenkt in I respectievelijk door de pijl P15, P16 aangegeven richting ten gevolge I waarvan de trekstangen 21 uit de connectoren 11, 12 worden verplaatst in I 30 de door pijl P17 aangegeven richting, waardoor de connectoren 11, 12 gezamenlijk worden ontkoppeld.
* · 9
Met behulp van het aldus in fig. 3-6 weergegeven mechanisme is het op eenvoudige wijze mogelijk om te waarborgen dat beide connectoren 11, 12 worden vergrendeld terwijl bovendien het ontgrendelen van beide connectoren 11, 12 door het bedienen van een enkele knop kan 5 worden gerealiseerd.
Indien de bus 13 is voorzien van een verdere sleuf 14 is het mogelijk om de afsteunpoot 16 in plaats van naar de linkerzijde van de kinderstoel 1 naar een rechterzijde van de kinderstoel 1 te laten zwenken.
10 Het is ook mogelijk om in plaats van een enkele afsteunpoot 16, de U-vormige beugel 8 te voorzien van twee zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende stangen 7 waarbij aan elke stang 7 op de hierboven aangegeven wijze een afsteunpoot 16 is bevestigd.
Het is ook mogelijk om de afsteunpoot 16 naar een onder het 15 frame 2 gelegen positie te kantelen waarbij door de kantelende verplaatsing van de afsteunpoot 16 naar de opbergstand, tegelijkertijd de connectoren 11, 12 vanuit de in fig. 2 weergegeven bevestigingspositie naar de in fig. 1 weergegeven opbergpositie worden verplaatst.
Het is ook mogelijk om de opbergpoot afneembaar met het 20 frame 2 te verbinden waarbij bij het bevestigen van de opbergpoot met het frame 2, de connectoren 11, 12 tegen veerkracht in vanuit een opbergpositie naar een bevestigingspositie worden gebracht terwijl bij het verwijderen van de afsteunpoot 16 de connectoren 11, 12 onder veerkracht automatisch naar een opbergpositie worden verplaatst.
25 Het is ook mogelijk om de afsteunpoot 16 te laten afsteunen tegen een voorzijde van de voertuigstoel in plaats van tegen de vloer van het voertuig.
Het is ook mogelijk om het stoeltje op een zodanige wijze met het frame te verbinden dat de rugleuning nabij de afsteunpoot is 30 gelegen, in welk geval het in het stoeltje zittend kind achteruit wordt vervoerd.
1 023 42 2

Claims (11)

1. Kindervoertuigstoel voorzien van een frame, alsmede met het I frame gekoppelde connectoren die in bedrijf losneembaar koppelbaar zijn 5 met in een voertuig aanwezige bevestigingselementen, welke frame verder I is voorzien van ten minste een afsteunpoot welke in bedrijf aan een van I de connectoren afgekeerde zijde van de kindervoertuigstoel tegen het voertuig afsteunt, met het kenmerk, dat de connectoren ten opzichte van I het frame verplaatsbaar zijn tussen een met de bevestigingselementen I 10 koppel bare bevestigingspositie en een opbergpositie waarin de connectoren I niet met de bevestigingselementen koppelbaar zijn, terwijl de afsteunpoot I verplaatsbaar is tussen een afsteunstand en een opbergstand, waarbij in I bedrijf door verplaatsing van de afsteunpoot van de opbergstand naar de afsteunstand, de connectoren van de opbergpositie naar de bevestigings- 15 positie verplaatsbaar zijn en vice versa.
2. Kindervoertuigstoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afsteunpoot zwenkbaar is tussen de opbergstand en de afsteunstand.
3. Kindervoertuigstoel volgens conclusie 1 of 2, met het I kenmerk, dat de afsteunpoot in de afsteunstand zich nagenoeg verticaal I 20 uitstrekt, waarbij in bedrijf de afsteunpoot tegen een vloer van het voertuig afsteunt.
4. Kindervoertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, I met het kenmerk, dat de afsteunpoot in de opbergstand aan eenzelfde zijde van de kindervoertuigstoel is gelegen als een zitting van de I 25 kindervoertuigstoel.
5. Kindervoertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afsteunpoot in de opbergstand een hoek met de I verticaal insluit.
6. Kindervoertuigstoel volgens conclusie 5, met het kenmerk, 30 dat de hoek 20 è 45° bedraagt.
7. Kindervoertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, t II O λ /¾ met het kenmerk, dat de afsteunpoot verlengbaar is.
8. Kindervoertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de connectoren in verschillende bevestigingsposities instelbaar zijn.
9. Kindervoertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afsteunpoot is voorzien van een markeringselement met behulp waarvan aantoonbaar is dat in bedrijf alle connectoren zijn gekoppeld met de bijbehorende bevestigingselementen.
10. Kindervoertuigstoel volgens een der voorgaande conclusies, I 10 met het kenmerk, dat elke connector via een hefboom is verbonden met een I bedieningselement dat zich vanaf een nabij de rugleuning gelegen I achterzijde van de kindervoertuigstoel uitstrekt tot aan een nabij de van I de achterzijde afgekeerde voorzijde van de kindervoertuigstoel.
11. Kindervoertuigstoel volgens conclusie 10, met het kenmerk, I 15 dat het bedieningselement is gekoppeld met de afsteunpoot. I 1λΟ o
NL1023422A 2003-05-14 2003-05-14 Kindervoertuigstoel. NL1023422C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023422A NL1023422C2 (nl) 2003-05-14 2003-05-14 Kindervoertuigstoel.
PT04076380T PT1477356E (pt) 2003-05-14 2004-05-10 Cadeira de criança para veículo
DE602004018705T DE602004018705D1 (de) 2003-05-14 2004-05-10 Kindersitz für Fahrzeuge
AT04076380T ATE419140T1 (de) 2003-05-14 2004-05-10 Kindersitz für fahrzeuge
AT08075202T ATE516989T1 (de) 2003-05-14 2004-05-10 Kindersitz für fahrzeuge
EP08075202A EP1930205B1 (en) 2003-05-14 2004-05-10 Infant vehicle seat
PL04076380T PL1477356T3 (pl) 2003-05-14 2004-05-10 Dziecięcy fotelik do pojazdów
ES04076380T ES2319525T3 (es) 2003-05-14 2004-05-10 Asiento infantil para vehiculo.
EP04076380A EP1477356B1 (en) 2003-05-14 2004-05-10 Infant vehicle seat

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023422 2003-05-14
NL1023422A NL1023422C2 (nl) 2003-05-14 2003-05-14 Kindervoertuigstoel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1023422C2 true NL1023422C2 (nl) 2004-11-16

Family

ID=33029108

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1023422A NL1023422C2 (nl) 2003-05-14 2003-05-14 Kindervoertuigstoel.

Country Status (7)

Country Link
EP (2) EP1930205B1 (nl)
AT (2) ATE516989T1 (nl)
DE (1) DE602004018705D1 (nl)
ES (1) ES2319525T3 (nl)
NL (1) NL1023422C2 (nl)
PL (1) PL1477356T3 (nl)
PT (1) PT1477356E (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1028788C2 (nl) 2005-04-18 2006-10-20 Maxi Miliaan Bv Onderstel alsmede kindervoertuigstoel voorzien van een dergelijk onderstel.
NL1036452C2 (en) 2009-01-23 2010-07-26 Maxi Miliaan Bv A child vehicle seat as well as a chassis suitable for such a child vehicle seat.
DE102009003629B4 (de) 2009-03-17 2013-03-21 Curt Würstl Vermögensverwaltungs-Gmbh & Co. Kg Sitzverankerungselement für Kindersicherheitssitze oder Babyträger
DE202009001975U1 (de) 2009-03-17 2009-05-28 Curt Würstl Vermögensverwaltungs-Gmbh & Co. Kg Sitzverankerungselement für Kindersicherheitssitze oder Babyträger
DE202010008803U1 (de) 2010-10-13 2011-01-13 Curt Würstl Vermögensverwaltungs-Gmbh & Co. Kg Sitzverankerungselement für Kindersicherheitssitze oder Babyträger
DE202012101091U1 (de) 2012-03-27 2012-05-31 Curt Würstl Vermögensverwaltungs-Gmbh & Co. Kg Befestigungsvorrichtung
CN116572805A (zh) * 2019-09-17 2023-08-11 明门瑞士股份有限公司 婴幼儿安全座椅以及座椅基部
CN113002383B (zh) * 2019-12-18 2023-06-30 宝钜瑞士股份有限公司 儿童安全座椅
US11691543B2 (en) 2020-04-14 2023-07-04 Wonderland Switzerland Ag Infant car seat and stability leg and release actuator

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19744978A1 (de) * 1997-10-14 1999-04-15 Van Riesen Gmbh U Co Kg Adapter
DE19834861C1 (de) * 1998-08-01 1999-08-05 Keiper Gmbh & Co Kindersitz
EP0970842A1 (en) * 1998-07-06 2000-01-12 Bröderna Holmbergs Fabriks Ab Connecting means for a child safety seat
DE19946579A1 (de) * 1999-09-29 2001-04-05 Opel Adam Ag Befestigungsvorrichtung für einen Kindersitz in einem Kraftfahrzeug
US20010010431A1 (en) * 2000-01-27 2001-08-02 Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha Attachment for child seat
EP1180448A1 (en) 2000-08-09 2002-02-20 Takata Corporation Child seat base
US6375260B1 (en) * 1999-05-10 2002-04-23 Takata Corporation Child seat
EP1344679A2 (en) * 2002-03-14 2003-09-17 Play, S.A. Child seat for vehicles

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB9424050D0 (en) * 1994-11-29 1995-01-18 Britax Roemer Kindersicherheit Gmbh Child safety seat
JP3371850B2 (ja) * 1999-01-29 2003-01-27 タカタ株式会社 チャイルドシート

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19744978A1 (de) * 1997-10-14 1999-04-15 Van Riesen Gmbh U Co Kg Adapter
EP0970842A1 (en) * 1998-07-06 2000-01-12 Bröderna Holmbergs Fabriks Ab Connecting means for a child safety seat
DE19834861C1 (de) * 1998-08-01 1999-08-05 Keiper Gmbh & Co Kindersitz
US6375260B1 (en) * 1999-05-10 2002-04-23 Takata Corporation Child seat
DE19946579A1 (de) * 1999-09-29 2001-04-05 Opel Adam Ag Befestigungsvorrichtung für einen Kindersitz in einem Kraftfahrzeug
US20010010431A1 (en) * 2000-01-27 2001-08-02 Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha Attachment for child seat
EP1180448A1 (en) 2000-08-09 2002-02-20 Takata Corporation Child seat base
EP1344679A2 (en) * 2002-03-14 2003-09-17 Play, S.A. Child seat for vehicles

Also Published As

Publication number Publication date
EP1477356B1 (en) 2008-12-31
DE602004018705D1 (de) 2009-02-12
EP1930205B1 (en) 2011-07-20
ATE419140T1 (de) 2009-01-15
ATE516989T1 (de) 2011-08-15
EP1930205A3 (en) 2009-05-27
PT1477356E (pt) 2009-03-06
PL1477356T3 (pl) 2009-06-30
EP1477356A1 (en) 2004-11-17
EP1930205A2 (en) 2008-06-11
ES2319525T3 (es) 2009-05-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1012334C2 (nl) Wandelwagen.
EP1986908B1 (en) Stroller
NL1032494C2 (nl) Inrichting voor een kinderwagen en gebruik van een duwstang.
CN106891982B (zh) 婴儿推车
US7258617B2 (en) Child swing with a child seat removable to serve as a car seat
EP0605631A1 (en) Foldable stroller
US20230356764A1 (en) Child stroller apparatus
NL1023422C2 (nl) Kindervoertuigstoel.
US5622377A (en) Stroller with folding mechanism for folding stroller entirely while upright
US5123670A (en) Foldable stroller
US4765645A (en) Safety spreader bar lock for umbrella stroller
US4832354A (en) Combination stroller and car seat
US6935652B2 (en) Tandem stroller with side entry and associated fold actuator
US6830254B2 (en) Stroller with an adjustable backrest
CN106394643B (zh) 折叠式的婴儿车
US20070085303A1 (en) Baby stroller frame
US3561787A (en) Collapsible frame for a baby carriage
US6669212B2 (en) Cart with collapsible receptacle and method of use
WO2000037297A1 (fr) Poussette
WO1995029086A1 (en) Pram
EP2241492B1 (en) A tandem stroller frame with an inclination adjustable second seat
US10293843B2 (en) Juvenile stroller
US9862401B2 (en) Collapsible pushchair frame or doll's pushchair frame
EP1842760B1 (en) Collapsible stroller frame
GB2251830A (en) Foldable pushchair.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20101201