NL1023362C2 - Bekledingselement voor een oever of een dijk. - Google Patents
Bekledingselement voor een oever of een dijk. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1023362C2 NL1023362C2 NL1023362A NL1023362A NL1023362C2 NL 1023362 C2 NL1023362 C2 NL 1023362C2 NL 1023362 A NL1023362 A NL 1023362A NL 1023362 A NL1023362 A NL 1023362A NL 1023362 C2 NL1023362 C2 NL 1023362C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- covering
- recess
- elements
- sides
- embankment
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02B—HYDRAULIC ENGINEERING
- E02B3/00—Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
- E02B3/04—Structures or apparatus for, or methods of, protecting banks, coasts, or harbours
- E02B3/12—Revetment of banks, dams, watercourses, or the like, e.g. the sea-floor
- E02B3/14—Preformed blocks or slabs for forming essentially continuous surfaces; Arrangements thereof
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Ocean & Marine Engineering (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Revetment (AREA)
Description
V
; '·“ ,c
BEKLEDINGSELEMENT VOOR EEN OEVER OF EEN DIJK
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een element voor het bekleden van een oever of een dijk omvattende een bovenzijde, een onderzijde en een even aantal zich tussen de onder- en bovenzijde uitstrekkende omtrekszijden, waarbij de omtrekszijden om en om zijn 10 voorzien van een uitsparing, die zich in een richting van de onderzijde naar de bovenzijde toe uitstrekt. Verscheidene, nagenoeg identieke, elementen vormen een bovenste bekledingslaag in een oever- of dijkbeschermingsconstructie.
Een bekledingselement volgens de aanhef van conclusie 15 1 is bekend uit Europese octrooiaanvrage 1 275 784. Het bekledingselement heeft in doorsnede evenwijdig aan de bovenzijde een zeshoekige vorm. De omtreksvlakken zijn om en om voorzien van een uitsparing met concave doorsnede vorm. De uitsparingen van de elementen vormen openingen in de 20 bekleding voor het af vloeien van water en opvangen van waterdruk vanuit de dijk of oever. Een bezwaar van deze bekledingselementen is dat zij niet machinaal gelegd kunnen worden in een bocht van een oever of dijk, dat wil zeggen het plaatsen van deze elementen in bochten is handwerk. Verder 25 moet bij het leggen worden gewaarborgd dat een vlakke omtrekszijde van het ene element tegen een omtrekzijde met uitsparing van het andere element wordt geplaatst. Derhalve moet tijdens het leggen van de bekleding de oriëntatie van de elementen worden bewaakt. Dit kan het legproces bemoeilijken 30 resp. vertragen.
Verder is uit Nederlandse octrooipublicatie 1003138 een element voor het bekleden van een oever bekend, waarbij het element twee dwarsvlakken en twee langsvlakken bezit. Eén dwarsvlak van hèt: element is hol gevormd, terwijl het andere I dwarsvlak overeenkomstig bol is gevormd. In de bekleding I wordt het ene element met zijn bolle vorm tegen het andere element met zijn holle vorm gelegd. Verder worden de 5 elementen met hun langsvlakken tegen elkaar gelegd. Door de I holle/bolle vorm van de elementen kunnen deze goed in gekromde delen van een oever of dijk worden gelegd. Ook hierbij moet rekening worden gehouden met de oriëntatie van de elementen bij het leggen van de bekleding.
I 10 Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen I van een bekledingselement voor oevers of dijken waarbij I bovengenoemde bezwaren zijn ondervangen. Een verder doel van I de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een bekledingselement, dat machinaal in gekromde delen van oevers 15 of dijken kan worden gelegd.
I Daartoe wordt een bekledingselement van de in de inleiding beschreven soort volgens de uitvinding gekenmerkt I doordat de uitsparingen zich aan de ene zijde van het midden I van de omtrekszijden bevinden. Aangezien de uitsparingen van I 20 de elementen zich niet in het midden en op dezelfde deel van de omtrekzijde bevinden, is verzekerd dat bij het leggen van I een bekleding de uitsparing van het ene element niet bij de uitsparing van een ander element terecht zal komen. Bij het I leggen van een bekleding is het derhalve niet nodig rekening I 25 te houden met de oriëntatie van de bekledingselementen.
I Bij voorkeur verloopt het deel van de omtrekzijde I gelegen aan de andere zijde van het midden daarvan zwak afgerond naar richting de gemeenschappelijke hoekrand met de I aangrenzende omtrekzijde. Hierdoor zijn bekledingselementen 30 eenvoudig machinaal in een gekromd deel van een oever of dijk I te leggen. Door de zwak afgeronde omtrekszijdelen kunnen de I elementen ten opzichte van elkaar roteren en/of verschuiven.
3
Bij voorkeur strekt de uitsparing zich vanaf de onderzijde tot aan de bovenzijde van het element uit. De uitsparingen vormen hierbij open ruimtes in de resulterende bekleding oor het af vloeien van water. Het aandeel aan open 5 ruimtes ten opzichte van het totale bekledingsoppervlak bedraagt bij voorkeur ongeveer 8-15%. Naast het afvloeien van water van bovenaf, dienen deze open ruimtes tussen de bekledingselementen voor het opvangen van de waterdruk in de daaronder gelegen oever of dijk.
10 Hoofdzakelijk vanwege productietechnische reden heeft de uitsparing bij voorkeur een doorsnede met een concave vorm.
Volgens nog een andere uitvoeringsvorm vertonen de omtrekzijden zonder uitsparing een glooiend oppervlak.
15 Hierdoor wordt ook tussen de omtrekzijden zonder uitsparing open ruimtes verkregen voor het afvoeren van water en het opvangen van waterdruk in de oever of dijk.
Verder zijn de randhoeken tussen de uitsparing en de bijbehorende omtrekzijden bij voorkeur afgerond, zodat bij 20 het leggen van de bekleding geen stukken materiaal van de randen van de uitsparingen afspringen. .
Vanwege dezelfde reden zijn bij voorkeur de randhoeken tussen aangrenzende omtrekszijden eveneens afgerond. In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm volgens 25 de uitvinding heeft het element in doorsnede evenwijdig aan de bovenzijde een hoofdzakelijk rechthoekige vorm. Het element omvat twee langsvlakken en twee dwarsvlakken, waarbij de dwarsvlakken zijn voorzien van de uitsparingen. In de bekleding liggen de elementen met de langsvlakken en met de 30 dwarsvlakken tegen elkaar.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm heeft het element in doorsnede evenwijdig aan de bovenzijde een hoofdzakelijk vierkante vorm. Elk element heeft bij voorbeeld I een gangbare buitenmaat van 25 x 25 cm, De elementen worden I met 16 stuks in een pakket van 1 bij 1 meter met omsnoeringsband getransporteerd en na verwijdering van de I omsnoeringsband gelegd.
I 5 Ter voorkoming van beschadigingen aan de bovenzijde I van het element loopt de bovenzijde via schuine vlakken af I richting de omtrekzijden.
I Tevens heeft de uitvinding betrekking op een I bekleding voor bescherming van een oever of een dijk 10 omvattende een laag van elementen volgens de onderhavige I uitvinding.
I De elementen zijn bij voorkeur in halfsteensverband I zijn gelegd. Door het halfsteensverband zijn er geen I doorlopende regels in de bekleding aanwezig, waardoor het I 15 afwateringseffect een minder grote rol speelt.
I In de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn I de elementen met de omtrekzijde met uitsparingen en met de I omtrekzijde zonder uitsparingen tegen elkaar gelegd. De I uitvinding zal aan de hand van de bijgevoegde figuren nader I 20 worden verduidelijkt. In de figuren toont: I Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een eerste I uitvoeringsvorm van een bekledingselement volgens de I uitvinding;
Figuur 2 een perspectivisch aanzicht van een tweede I 25 uitvoeringsvorm van een bekledingselement volgens de I uitvinding; I Figuur 3 een bovenaanzicht van het bekledingselement I Vein figuur 1; I Figuur 4 een bovenaanzicht van het bekledingselement I 30 van figuur 2; I Figuur 5 een legpatroon ter verkrijging van een I bekleding met elementen volgens figuur 1; 5
Figuur 6 een legpatroon met elementen volgens figuur 1 en 2;
Figuur 7 een legpatroon voor een bocht in een oever of dijk.
5 In de figuren zullen gelijke onderdelen met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.
In figuur 1 en 2 wordt in perspectivisch aanzicht twee verschillende uitvoeringsvormen van een bekledingselement volgens de uitvinding getoond. Het 10 bekledingselement omvat een bovenzijde 1, een onderzijde 2 en een viertal zich tussen de onder- en bovenzijde uitstrekkende omtrekzijden 3. Het element van figuur 1 heeft in doorsnede evenwijdig aan de bovenzijde 1 een hoofdzakelijk vierkante vorm. Het element van figuur 2 heeft in doorsnede evenwijdig 15 aan de bovenzijde een hoofdzakelijk langwerpige vorm. Bij elk element zijn de omtrekszijden 3 om en om voorzien van een uitsparing 4, welke een doorsnede met een concave vorm heeft. De uitsparing 4 strekt zich in een richting van de onderzijde 2 naar de bovenzijde 1 toe uit. Daarnaast is elke uitsparing 20 4 aan de rechterzijde van het midden van de omtrekszijde 3 gelegen. Uiteraard is het ook mogelijk de uitsparingen 4 van de elementen aan de linkerzijde van het midden van de omtrekszijden 3 aan te brengen. In elk geval is van belang dat de uitsparing 4 niet in het midden zijn gelegen en dat de 25 uitsparingen in een en hetzelfde bekledingselement niet tegenover elkaar zijn gelegen. Hierdoor wordt verzekerd dat, ongeacht de oriëntatie vein het bekledingselement, een uitsparing 4 van het ene element nooit bij een uitsparing 4 van het ander element zal komen te liggen.
30 De omtrekszijden 3, die niet zijn voorzien van een uitsparing 4, hebben een glooiend oppervlak. Het een en ander is ook goed te zien in de bovenaanzichten volgens figuren 3 en 4. Zowel de randhoeken tussen de uitsparingen 4 en de bijbehorende omtrekszijden 3 als tussen aangrenzende omtrekszijden zijn afgerond. De bekledingselementen volgens de uitvoeringsvormen van figuur 1 en 2 hebben in het geheel I geen rechte omtrekszijden of -zijdelen.
H 5 Tenslotte is in de bovenaanzichten van figuren 3 en 4 I duidelijk te zien dat het deel 5 van de omtrekszijde, dat aan I de andere zijde van het midden is gelegen dan de uitsparing 4 I zwak afgerond naar binnen richting de hoekrand met de I aangrenzende omtrekszijde verloopt. Dit deel 5 van de I 10 omtrekszijde zorgt tijdens het leggen in gekromde delen van oevers of dijken ervoor, dat de elementen enigszins ten opzichte van elkaar kunnen roteren en/of verschuiven.
I Figuren 5-7 tonen enkele legpatronen ter verkrijging van een bekleding van een oever of een dijk. De I 15 bekledingselementen kunnen in recht verband (figuur 5) of I halfsteensverband (figuur 6) worden gelegd. Bij halfsteens- verband kan gebruik worden gemaakt van halve stenen (figuur 2 I en 4) aan de randen van de bekleding. De elementen worden in pakketten van 4x4 stuks met een omsnoeringsband aangevoerd.
I 20 Ter plaatse wordt de omsnoeringsband verwijderd en wordt het I pakket met een grijper van een machine tegen de oever of dijk I gelegd. Figuur 6 toont een halfsteensverband in pakketten van I 4x4 stuks. Figuur 7 toont en legpatroon in een gekromd deel van een oever of dijk.
I 25 Zoals uit de legpatronen van figuren 5-7 duidelijk I wordt, worden de elementen met de geglooide omtrekszijden tegen elkaar aan geplaatst. Ook de omtrekszijden voorzien van I uitsparingen 4 worden tegen elkaar aan geplaatst. Tussen de elementen onderling ontstaan open ruimtes voor het afvloeien I 30 van water en opvangen van waterdruk vanuit de oever of dijk.
I De verhouding van open ruimtes ten opzichte van het totale I oppervlak van de bekleding bedraagt bij voorkeur tussen de I 8-15%. De open ruimtes zijn rondom elk element aanwezig.
7
Volgens de uitvinding heeft een bekledingselement voor een oever of een dijk een zodanige omtrekvorm, dat deze niet past in de omtrekvorm van een ander element wanneer de elementen tegen elkaar gelegd worden ter vorming van een 5 bekleding voor een dijk of oever. Doordat de vormen niet in elkaar passen worden open ruimtes in de bekleding verzekert.
De getoonde uitvoeringsvormen van de uitvinding verzekeren een open ruimte oppervlak van 8-15% van het totale bekledingsoppervlak, ook in gekromde delen van een oever of 10 dijk. Verder kan het bekledingselement volgens de uitvinding machinaal in een gekromd deel van dijk of een oever worden gelegd door een zwak afgerond omtrekszijdeel 5 waarover de elementen ten opzichte van elkaar kunnen verdraaien of verschuiven. De uitvinding is niet beperkt tot de in de 15 figuren getoonde uitvoeringsvormen.
i
4 fï O O O iD
i
Claims (13)
1. Element voor het bekleden van een oever of een dijk omvattende een bovenzijde, een onderzijde en een even 5 aantal zich tussen de onder- en bovenzijde uitstrekkende omtrekszijden, waarbij de omtrekszijden om en om zijn voorzien van een uitsparing, die zich in een richting van de onderzijde naar de bovenzijde toe uitstrekt, met het kenmerk, dat de uitsparingen zich aan de ene zijde van het midden van 10 de omtrekszijden bevinden.
2. Element volgens conclusie 1, waarbij het aan de andere zijde van het midden gelegen deel van de omtrekszijde zwak afgerond richting de hoekrand met een aangrenzende 15 omtrekszijde verloopt.
3. Element volgens conclusie 1 of 2, waarbij de uitsparing zich vanaf de onderzijde tot aan de bovenzijde uitstrekt. 20
4. Element volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de uitsparing een doorsnede met een concave vorm heeft.
5. Element volgens een van de conclusies 1-4, waarbij 25 de omtrekszijden zonder uitsparing een glooiend oppervlak vertonen.
6. Element volgens een van de conclusies 1-5, waarbij de randhoeken tussen de uitsparing en de bijbehorende 30 omtrekzijde zijn afgerond.
7. Element volgens een van de conclusies 1-6, waarbij de randhoeken tussen aangrenzende omtrekszijden zijn afgerond.
8. Element volgens een van de conclusies 1-7, waarbij het element in doorsnede evenwijdig aan de bovenzijde een hoofdzakelijk rechthoekige vorm heeft.
9. Element volgens conclusie 8, waarbij het element 10 in doorsnede evenwijdig aan de bovenzijde een hoofdzakelijk vierkante vorm heeft.
10. Element volgens een van de conclusies 1-9, waarbij de bovenzijde via schuine vlakken afloopt richting de 15 omtrekszijden.
11. Bekleding voor bescherming van een oever of een dijk omvattende een laag van elementen volgens een van de conclusies 1-10. 20
12. Bekleding volgens conclusie 11, waarbij de elementen in halfsteensverband zijn gelegd.
13. Bekleding volgens conclusie 11 of 12, waarbij de 25 elementen met de omtrekszijden met uitsparingen en de omtrekszijden zonder uitsparingen tegen elkaar zijn gelegd. 1 Π 0 Q Q R 9
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1023362A NL1023362C2 (nl) | 2003-05-08 | 2003-05-08 | Bekledingselement voor een oever of een dijk. |
BE2004/0199A BE1015987A3 (nl) | 2003-05-08 | 2004-04-19 | Bekledingselement van een oever of een dijk. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1023362 | 2003-05-08 | ||
NL1023362A NL1023362C2 (nl) | 2003-05-08 | 2003-05-08 | Bekledingselement voor een oever of een dijk. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1023362C2 true NL1023362C2 (nl) | 2004-11-09 |
Family
ID=33550428
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1023362A NL1023362C2 (nl) | 2003-05-08 | 2003-05-08 | Bekledingselement voor een oever of een dijk. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1015987A3 (nl) |
NL (1) | NL1023362C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2016195481A1 (en) | 2015-06-02 | 2016-12-08 | Desso Sports B.V. | Method for inserting fibers into a substrate |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE850055Q (fr) * | 1976-12-31 | 1977-04-15 | Hodson Christopher D | Perfectionnements aux blocs de pavage ou de construction |
EP0104680A1 (en) * | 1982-08-25 | 1984-04-04 | Gebroeders Rook Beheer B.V. | Talus coating |
NL1003138C2 (nl) * | 1996-05-15 | 1997-11-18 | Den Boer Beton Groot Ammers B | Bekleding voor een oever. |
US5797698A (en) * | 1996-04-10 | 1998-08-25 | F. Von Langsdorff Licensing Ltd. | Paving elements for the water-permeable reinforcement of surfaces |
-
2003
- 2003-05-08 NL NL1023362A patent/NL1023362C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2004
- 2004-04-19 BE BE2004/0199A patent/BE1015987A3/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE850055Q (fr) * | 1976-12-31 | 1977-04-15 | Hodson Christopher D | Perfectionnements aux blocs de pavage ou de construction |
EP0104680A1 (en) * | 1982-08-25 | 1984-04-04 | Gebroeders Rook Beheer B.V. | Talus coating |
US5797698A (en) * | 1996-04-10 | 1998-08-25 | F. Von Langsdorff Licensing Ltd. | Paving elements for the water-permeable reinforcement of surfaces |
NL1003138C2 (nl) * | 1996-05-15 | 1997-11-18 | Den Boer Beton Groot Ammers B | Bekleding voor een oever. |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2016195481A1 (en) | 2015-06-02 | 2016-12-08 | Desso Sports B.V. | Method for inserting fibers into a substrate |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BE1015987A3 (nl) | 2006-01-10 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
RU2196864C2 (ru) | Ячеистая удерживающая структура | |
NO310478B1 (no) | Overflatebelegningsblokk, gruppe av overflatebelegningsblokker, fremgangsmåte for legging av enoppstilling av overflatebelegningsblokker, og oppstilling avoverflatebelegningsblokker | |
HU214807B (hu) | Burkolókő útburkolat kialakításához | |
NL1023362C2 (nl) | Bekledingselement voor een oever of een dijk. | |
AU720487B2 (en) | Revetment for a bank | |
AU2007232559B2 (en) | Retaining wall and blocks for the formation thereof | |
RU2005110928A (ru) | Переплетенные панели для опорных поверхностей | |
NL1019174C2 (nl) | Verbeterd element voor oeverbescherming. | |
NL1039798C2 (nl) | Blok voor oeververdediging en samenstel daarvan. | |
CZ2004571A3 (cs) | Konstrukce nádoby z pletiva nebo mřížoví na ochranu proti erozi a způsob výroby konstrukční jednotky | |
RU2001118068A (ru) | Опорная конструкция для линии электропередачи | |
ES2364093T3 (es) | Conjunto para disipar la energía de las olas mediante difracción. | |
CA1217644A (en) | Talus coating | |
EP0104680B1 (en) | Talus coating | |
NL1018394C2 (nl) | Verbeterd element voor oeverbescherming. | |
CA2254348C (en) | Revetment for a bank | |
EP1275784A2 (en) | Improved element for bank protection | |
NL192528C (nl) | Betonzuil voor het bekleden van een talud. | |
NL2005631C2 (nl) | Bekledingpakket met een zuilenrij en glooiing bekleed met een dergelijk bekledingpakket. | |
JPH0723073Y2 (ja) | 護岸用金網 | |
EP2185771B1 (en) | Revetment for an embankment, as well as revetment element therefore | |
US20220120042A1 (en) | Cobblestone with peripheral structuring and a pavement laid therewith | |
RU2022104439A (ru) | Напольная панель, имеющая текстурные зоны на верхней стороне | |
TH72811B (th) | แผ่นพื้นผิวสำหรับผลิตภัณฑ์ดูดซับ และผลิตภัณฑ์ดูดซับที่รวมถึงแผ่นพื้นผิว | |
NL8600687A (nl) | Verbandsteen voor het bedekken of bekleden van oppervlakten alsmede werkwijze voor zijn vervaardiging. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
MK | Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20230507 |