NL1023335C2 - Container en set en werkwijze voor het vormen daarvan. - Google Patents

Description

Titel: Container en set en werkwijze voor het vormen daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op een container De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een container omvattende een pallet waarmee deze kan worden op genomen en verplaatst.

Uit de praktijk zijn containers bekend die een bodem omvatten 5 waarop een wand kan worden opgebouwd door zwenkbare wandpanelen vanaf de bodem omoog te zwenken en onderling te verbinden door middel van klampen, sluitpennen, beugels of dergelijke. Dergelijke containers hebben het voordeel dat deze in lege toestand weinig ruimte innemen tijdens opslag en transport. Een nadeel van dergelijke containers is evenwel 10 dat de bodem niet los te gebruiken is voor vervoer en opslag van producten.

De uitvinding beoogt een verbeterde container van de in de aanhef beschreven soort. Daartoe wordt een container volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.

Bij een container volgens de uitvinding wordt de wand gevormd uit 15 wanddelen, althans panelen die los van de pallet kunnen worden opgeborgen, waarbij de pallet als zelfstandige pallet kan worden gebruikt voor opslag en transport. De wand kan daardoor ook los van de pallet worden gereinigd en bijvoorbeeld op de te vervoeren lading worden afgestemd.

20 De wand is bijvoorkeur vervaardigd uit kunststof en rust tijdens gebruik, dat wil zeggen bij opgezette container, bij voorkeur op de bovenzijde van de pallet.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt bij een container volgens de uitvinding op de pallet een bodem gevormd die is of wordt 25 verbonden met de wand. Daardoor wordt het bovenvlak van de pallet afgeschermd van de lading die in de binnenruimte van de pallet is of wordt opgenomen. Bovendien zal de bodem tijdens gebruik, althans bij beladen container, verschuiving van de wand ten opzichte van de pallet kunnen I 2 I verhinderen. Een verder voordeel daarvan is dat opzetten van de container I nog verder kan worden vereenvoudigd.

I Het verdient daarbij de voorkeur dat de bodem is gevormd uit een I aantal bodemdelen welke met de wand verbonden zijn. De bodemdelen I 5 kunnen daarbij zijn voorzien van middelen voor onderlinge koppeling en/of I voor koppeling met de pallet. Onderlinge koppeling biedt het voordeel dat I opzetten verder wordt vereenvoudigd. Bovendien kan de bodem, indien gewenst, vochtdicht worden uitgevoerd, waarbij de koppeling deze nog beter I verzekerd. Het verdient daarbij de voorkeur dat de bodemdelen zwenkbaar I 10 met wanddelen zijn verbonden, bij voorkeur door meegevormde scharnieren I zoals living hinges. Dergelijke scharniermiddelen kunnen eenvoudig worden gevormd, zijn relatief sterk en kunnen bovendien eenvoudig bijvoorbeeld I vocht- en stofdicht worden uitgevoerd. Het verdient daarbij de voorkeur dat de wanddelen onderling zodanig koppelbaar of gekoppeld zijn, ten minste I 15 tijdens gebruik voor opslag of transport van goederen zoals vaste of I vloeibare producten, dat de wand vocht- en/of stofdicht is, waardoor een I goede bescherming wordt verkregen.

I Bij een container volgens de uitvinding kunnen eenvoudig sjormiddelen worden toegepast voor het vasthouden van de wand tijdens I 20 gebruik. Dergelijke sjormiddelen kunnen bijvoorbeeld sjorbanden of folie I omvatten, of klemmen waarmee de wanddelen tegen elkaar kunnen worden I getrokken. De voorkeur verdienen banden of dergelijke omdat deze relatief I eenvoudig en goedkoop in gebruik zijn en eenvoudig kunnen worden I vervangen. Bovendien behoeven de wanddelen daardoor geen bijzondere I 25 voorzieningen te hebben en kan steeds de sluiting worden geoptimaliseerd.

De wanddelen kunnen zodanig zijn uitgevoerd dat op een pallet meerdere wanden op elkaar kunnen worden gevormd, welke wanden I onderling en/of met de pallet koppelbaar zijn, voor het variëren van de I hoogte van de container met relatief lage wanddelen.

3

Indien een bodem is voorzien, zoals beschreven, is deze bij voorkeur aan de tijdens gebruik naar de pallet gekeerde zijde voorzien van wrijving verhogende middelen zoals noppen, ribben, frictiemateriaal of dergelijke, zodat verschuiving van de bodem ten opzichte van de pallet nog beter wordt 5 verhinderd.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een set van een reeks panelen, voor de vorming van een container volgens de uitvinding. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een dergelijke set, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 14.

10 Met een dergelijke set kan op bijzonder eenvoudige wijze een container worden verkregen met een geschikte binnenruimte voor opslag van verschillende producten, die kan rusten op de door de bodempanelen gevormde bodem.

De bodemdelen zijn bij voorkeur voorzien van samenwerkende 15 koppelmiddelen, zodat deze onderling aan elkaar kunnen worden vastgezet. De bodemdelen zijn daarbij bij voorkeur zodanig gevormd dat zij tezamen een gesloten bodem kunnen vormen, in het bijzonder een in hoofdzaak rechthoekige bodem die qua afmeting en vorm in hoofdzaak overeenkomt met een modulaire vorm van een pallet, bijvoorbeeld een Europallet. De 20 wanddelen van de panelen zijn bij voorkeur voorzien van verdere koppelmiddelen voor het tegen elkaar afsteunen en/of onderling koppelen van de wanddelen, voor het verkrijgen van een relatief stijve buitenvorm.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm omvat een set volgens de uitvinding ten minste drie verschillende panelen, welke panelen zich van 25 elkaar onderscheiden in ten minste de breedte van de wanddelen en/of de vorm van de bodemdelen. De verschillende panelen van deze set zijn onderling koppelbaar, zodanig dat door een geschikte keuze van de panelen verschillende afmetingen en vormen van de binnenruimte kunnen worden verkregen.

λ n o o O O ET

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor de I vorming van een container, gekenmerkt door de maatregelen volgens I conclusie 19.

I Een dergelijke werkwijze biedt het voordeel dat bijzonder I 5 eenvoudig een container kan worden opgezet en weer kan worden ingevouwen, zodat een container kan worden verkregen die in opgezette I toestand een geschikte grootte binnenruimte heeft en in ingevouwen I toestand minimale ruimte inneemt, terwijl bovendien bijvoorbeeld standaard pallets kunnen worden toegepast.

10 Een werkwijze volgens de uitvinding wordt bij voorkeur I gekenmerkt doordat op een pallet een bodem wordt gevormd uit I bodempanelen welke zijn verbonden of worden verbonden met ten minste I een aantal van de wanddelen, zodanig dat een binnenruimte wordt bepaald I door de wanddelen boven de bodem. De bodem wordt daarbij bij voorkeur I 15 vochtdicht samengesteld, terwijl de bodemdelen bij voorkeur onderling H worden gekoppeld.

De uitvinding heeft daarenboven betrekking op een werkwijze voor I het vervoer van producten, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusies 24.

20 Bij een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm daarvan wordt de wand van de container gevormd rond producten die op een pallet zijn opgesteld, waardoor belading bijzonder eenvoudig mogelijk is. Bij ontladen kan dan de wand worden weggenomen zodat de producten eenvoudig vanaf een zijde benaderbaar zijn.

25 In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt op de pallet I voorafgaand aan plaatsing van de producten een bodem gevormd uit met de wand verbonden of te verbinden bodemdelen, waardoor de lading op genoemde bodem zal rusten en fysiek is gescheiden van de pallet. Dit biedt het voordeel dat de keuze van de pallet, in het bijzonder het materiaal 30 daarvan, niet, althans minder afhankelijk is van de lading.

5

Zo kunnen met een werkwijze volgens onderhavige uitvinding bijvoorbeeld vloeibare of pastavormige, laag of boog viskeuze vloeistoffen worden vervoerd op houten pallets, waarbij door de bodem wordt verhinderd dat delen van de pallet, zoals splinters en vervuilingen die daarop kunnen 5 zijn achtergebleven in contact komen met de vloeistof of pasta. Zo kunnen bijvoorbeeld grondstoffen voor de vervaardiging van rubber en dergebjke op houten pallets worden vervoerd. Overigens kunnen uiteraard ook andere pallets worden toegepast, bijvoorbeeld van kunststof of metaal. Bovendien is bijzondere reiniging van de pallets daarbij niet meer noodzakelijk.

10 In de verdere volgconclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormingen gegeven van de uitvinding. Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden daarvan nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont:

Figuur 1 in perspectivisch aanzicht schematisch een container 15 volgens de uitvinding in twee uitvoeringsvormen; figuur 2 in perspectivisch aanzicht schematisch een pallet volgens de uitvinding; figuur 3-5 in drie stappen het opzetten van een container volgens figuur 1, in een eerste uitvoeringsvorm; 20 figuur 6 een samenstel voor vorming van een container volgens de uitvinding in een verdere uitvoeringsvorm; figuur 7 en 8 het opzetten van een container volgens figuur 6; figuur 9 in uiteengenomen toestand een uitvoeringsvorm van een pallet volgens figuur 2; 25 figuur 10 een detail, in perspectivisch aanzicht, tijdens het plaatsen van een zijwand op een pallet volgens figuur 3 en 4; figuur 11 een samenstel voor vorming van een container in een verdere uitvoeringsvorm; en figuur 12 een eerste stap in het opzetten van een container volgens 30 de uitvinding uit een samenstel volgens figuur 11.

ί n o o o o c 6

In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In de navolgende figuren zijn uitvoeringsvoorbeelden van containers volgens de uitvinding getoond, in verschillende uitvoeringsvoorbeelden, welke niet beperkend dienen te 5 worden uitgelegd.

In figuur 1 is in een tweetal perspectivische aanzichten een container 1 volgens de uitvinding getoond, in twee verschillende uitvoeringsvoorbeelden. Links in figuur 1 is een container 1 getoond met een kunststof pallet 2 waarop een kunststof wand 3 is opgezet, terwijl in figuur 10 1 ter rechter zijde een vergelijkbare container met een wand 3 is getoond op een houten pallet 2. De wand 3 omvat een viertal panelen 4, welke onderling zijn of kunnen worden verbonden, op nog nader te beschrijven wijze, onder insluiting van een binnenruimte 5, die door de wand 3 en de pallet 2 wordt ingesloten en naar boven toe open is. Eventueel kan een deksel worden 15 voorzien (niet getoond). Een dergelijke deksel kan los van de wand 3 zijn voorzien, doch kan ook met een paneel 4 zijn verbonden of uit de verschillende delen zijn opgebouwd die met verschillende panelen 4 zijn verbonden.

In figuur 2 is een pallet 2 getoond, in het bijzonder een in 20 hoofdzaak kunststof pallet 2, zoals getoond in figuur 1 ter linker zijde. Deze pallet 2 omvat een bovenvlak 6 en een reeks, in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld drie dragers 7, welke zich, zoals bij bekende pallets naast elkaar uitstrekken, zodanig dat onder het bovenvlak 6 tussen de dragers 7 lepelinsteekopeningen 8 zijn voorzien. Haaks daarop kunnen 25 lepels door uitsparingen 9 worden gestoken tussen de dragers 7 en het bovenvlak 6. Een dergelijke algemene opbouw van een pallet 2 is genoegzaam bekend.

In de pallet 2 als getoond in figuur 2 zijn in het bovenvlak 6 nabij de vier zijden 10 insteekopeningen 11 voorzien, op regelmatige onderlinge 30 afstand. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is een Europallet getoond, 7 waarbij aan de lange zijden vier insteekopeningen 11 zijn voorzien en aan de korte zijde 2. Zoals nog nader zal worden beschreven aan de hand van figuur 9 kunnen verstij vingsmiddelen in de pallet zijn voorzien.

In figuur 3 en 4 is in een tweetal stappen getoond hoe op een pallet 5 2 volgens figuur 2 een container 1 volgens de uitvinding kan worden opgebouwd, in een eerste uitvoeringsvorm, onder toepassing van vier panelen 4. Zoals getoond in figuur 3 wordt eerst een tweetal identieke panelen 4 met lippen 13, welke zich aan de onderzijde daarvan uitstrekken, zoals getoond in figuur 10, in de insteekopeningen 11 gestoken en naar een 10 verticale stand gebracht. Deze beweging is schematisch aangeduid door de twee spiegelbeeldige pijlen Pi. Vervolgens wordt een tweede stel panelen 4 met vergelijkbare lippen 13 in de insteekopeningen 11 aan de korte zijde van de pallet 2 gestoken en naar een verticale stand gebracht, zoals schematisch weergegeven in figuur 4 door de pijlen P2. De eerst geplaatste 15 panelen 4A zijn aan hun in figuur 4 verticaal opgestelde langsranden 14 voorzien van uitsparingen 15. De twee andere panelen 4B zijn aan hun verticale langsranden 16 voorzien van complementaire nokken 17, welke in de uitsparingen 15 kunnen grijpen, zodanig dat de wanden tegen elkaar, althans enigszins worden opgesloten.

20 Vervolgens worden, zoals getoond in figuur 5, spanbanden 18 of dergelijke bindmiddelen rond de vier panelen 4A, 4B aangebracht, waardoor de vief wandpanelen 4A, 4B vast tegen elkaar worden getrokken en de binnenruimte 5 eenduidig bepalen. Bij uiteennemen van de container 1 kunnen eenvoudig de spanbanden 18 worden losgemaakt, doorgeknipt of 25 anderszins verwijderd, zodanig dat de vier panelen 4A, 4B van de pallet 2 kunnen worden genomen in omgekeerde volgorde.

Zoals getoond in figuur 10 verdient het de voorkeur dat de nokken 13 aan de in figuur 4 getoonde stand naar de binnenonderzijde enigszins zijn afgerond en aan de naar buiten gekeerde zijde zijn voorzien van een 30 buitenwaarts reikende nok 19, die bij plaatsing van de panelen 4A onder het λ nooooc I bovenvlak 6 van de pallet 2 kunnen grijpen wanneer het paneel 4A vanuit I de in figuur 3 en 10 getoonde stand omhoog naar een verticale stand wordt I verzwenkt nadat genoemde randen 19 in de insteekopeningen 11 zijn I gestoken. Daarmee wordt de wand 4 vast met de pallet verbonden, althans 5 kan niet daarvan loskomen anders dan door de panelen los te nemen.

In figuur 6-8 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een container 1 volgens de uitvinding getoond, omvattende een pallet 2 en een vouwbare I wand 4. In deze uitvoeringsvorm is de pallet 2 voorzien van een bovenvlak 6 met daaronder een negental op regelmatige, onderlinge afstanden 10 aangebrachte poten 7 voor het toelaten van lepels onder het bovenvlak 6, I van vier verschillende kanten. Het bovenvlak 6 is langs de langsrand I voorzien van een trapvlak 20, om nog nader te noemen redenen.

De wand 3 omvat een viertal panelen 4A, 4B, elk aan de onderste I langsrand voorzien van een drietal nokken 13. Vlak boven de nokken 13 I 15 strekt zich aan de naar binnen gekeerde zijde van elk paneel 4A, 4B een I sleuf 21 uit met zodanige afmetingen dat het betreffende paneel 4A, 4B met I genoemde sleuf 21 over de onderste trede 22 van het trapvlak 20 kan I worden geschoven, zodanig dat de nokken 13 van het betreffende paneel 4A, I 4B zich naast de nokken 7 aan de betreffende zijde van de pallet 2 I 20 uitstrekken. Dit is getoond in figuur 7.

I In figuur 7 is de pallet 2 met de poten 7 op een grondvlak geplaatst I en zijn de panelen 4A, 4B in een in hoofdzaak verticale stand gebracht.

Zoals duidelijk blijkt uit figuur 7 zijn de panelen 4A, 4B aan hun beide I langsranden 14,16 voorzien van lippen 24, zodanig dat wanneer twee I 25 langsranden 14,16 van twee panelen 4A, 4B tegen elkaar worden geschoven I de lippen 24 van het eerste paneel 4A passen tussen de lippen 24 van het tweede paneel 4B. Elke lip is voorzien van een boring 25, zodanig dat bij I genoemde positie van de lippen 24 tussen elkaar (figuur 7) een doorgaande I boring 25 wordt verkregen waardoorheen bijvoorbeeld een pen 26 kan I 30 worden gestoken (figuur 8) onder vorming van een scharnier van het 9 pianoscharnier type. Op deze wijze wordt een vouwwand verkregen die eenvoudig rond de pallet 2 kan worden gevouwen, waarbij de onderste trede 22 van de pallet 2 in de sleuf 21 wordt opgenomen, voor opsluiting van de pallet 2.

5 Wanneer de gehele wand 3 wordt gesloten, als getoond in figuur 8 kunnen eventueel spanmiddelen 18 of dergelijke worden voorzien voor het tegen elkaar trekken van de laatst te sluiten twee wanddelen 4A, 4B. In de in figuur 8 getoonde uitvoeringsvorm betreffen de spanmiddelen 18 relatief korte spanbanden die slechts één hoek 24A van de container 1 overspannen. 10 Uiteraard kunnen ook hierbij doorlopende spanbanden, touwen, krimpfolie of dergelijke worden gebruikt voor het opsluiten van de panelen 4. Ook kan in elk van de hoeken 24 een pen 26 door de openingen 25 worden gestoken voor het verkrijgen van genoemde opsluiting.

Zoals duidelijk blijkt uit figuur 8 is de daar ter rechter zijde 15 getoonde hoek 24A gevormd door lippen 24 die zich enigszins uit het vlak van het paneel 4A af uitstrekken, zodanig dat genoemde pen 26 buiten genoemd vlak is gelegen. Hiermee wordt het voordeel bereikt dat de vier panelen 4A, 4B kunnen worden gevouwen naar de in figuur 6 getoonde stand. Uiteraard kan dit ook worden bereikt door de pennen 26 alle te 20 verwijderen, zodanig dat de panelen 4A, 4B kunnen worden gestapeld.

In figuur 9 is in uiteengenomen toestand een pallet 2 volgens figuur 2 en 10 getoond, waarbij duidelijk blijkt dat verstijvingsmiddelen 12 in de vorm van metalen of kuststof strips 28 zijn opgenomen tussen de dragers 7 en het bovenvlak 6. In de onderzijde van het bovenvlak 6 zijn 25 uitsparingen 27 voorzien waarin kokervormige noppen 29 van de dragers 7 kunnen worden vastgezet, bijvoorbeeld door verlijming of dergelijke. De uitsparingen 27 kunnen bijvoorbeeld door doppen 30 worden afgesloten, welke doppen in de kokervormige noppen 29 kunnen steken.

Deze en vele vergelijkbare variaties voor het vormen van een 30 dergelijke pallet 2 zullen voor de vakman direct duidelijk zijn.

1 i's 9 3 3 3 H In figuur 11 is een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een I container 1 volgens de uitvinding getoond, in uiteengenomen toestand. In figuur 12 is getoond hoe deze kan worden opgezet.

I Figuur 11 toont een pallet 2 die van elk type kan zijn, bijvoorbeeld I 5 als getoond in deze aanvrage of een normaal bouten pallet. De pallet 2 heeft een bovenvlak 6 met een standaard afmeting, bijvoorbeeld een Europallet.

I Twee paren wandpanelen 4A, 4B zijn voorzien met een breedte Bi, B2 die overeenkomen met respectievelijk de breedte en de lengte van het bovenvlak I 6 van de pallet 2. Elk wandpaneel 4A, 4B omvat een wanddeel 31 en een I 10 daarmee verzwenkbaar verbonden bodemdeel 32. Wanddeel 31 en bodemdeel 32 kunnen bijvoorbeeld door een pianoschamiervormig scharnier I 33 zijn verbonden, doch zijn bij voorkeur verbonden door een meegevormd I scharnier, bijvoorbeeld een living hinge. Evenwel kunnen ook andere type scharnieren zijn toegepast.

I 15 Elk bodemdeel 32 heeft een in hoofdzaak driehoekige vorm, waarbij I één zijde van de driehoek grenst aan het scharnier 33 of daarvan een I onderdeel vormt. De twee overige zijden 35 sluiten een hoek a, I respectievelijk β in bij de bodempanelen 32 van de eerste wanddelen 4A en I de tweede wanddelen 4B. De hoeken α en β zijn zodanig gekozen dat I 20 2a + 2 β ongeveer 360° is. Van elk bodempaneel 32 is een eerste vrije I langsrand 35A voorzien van een eerste koppelmiddel 36, terwijl de andere I vrije langsrand 35B van het betreffende bodemdeel 32 is voorzien van een I tweede koppelmiddel 37. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de eerste I koppelmiddelen 36 en de tweede koppelmiddelen 37 uitgevoerd als I 25 koppelstukken van een jigsaw puzzle en passen vormsluitend in elkaar.

I Evenwel kunnen uiteraard andere type koppelmiddelen worden toegepast, I zodanig dat twee bodemdelen 32 onderling kunnen worden gekoppeld, I zodanig dat deze niet ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven, zoals I getoond in figuur 12.

11

Zoals getoond in figuur 12 kunnen de panelen 4A, 4B paarsgewijs tegenover elkaar worden geplaatst, zodanig dat de bodemdelen 32 daarvan op het bovenvlak 6 van de pallet 2 liggen. De eerste en tweede koppelmiddelen 36, 37 van steeds twee naast elkaar gelegen bodemdelen 32 5 grijpen daarbij in elkaar, als puzzelstukken, zodanig dat de vier bodempanelen 32 onderling tegen verschuiving zijn gezekerd. De bodemdelen 32 zijn daarbij bij voorkeur zodanig van afmeting dat deze gezamenlijk het gehele bovenvlak 6 van de pallet 2 bedekken en de scharnieren 33 zich ongeveer langs de langsranden van genoemd bovenvlak 10 6 uitstrekken. Het zal duidelijk zijn dat vervolgens de wanddelen 31 in de richtingen Pi, respectievelijk P2 kunnen worden verzwenkt, naar een verticale stand rond de scharnieren 33, zodanig dat de langsranden 14, 16 daarvan op elkaar aansluiten. Vervolgens kunnen spanbanden of dergelijke spanmiddelen, zoals eerder beschreven, rond de alsdan gevormde wand 3 15 worden aangebracht, voor het opsluiten van de wanddelen 31 in genoemde toestand, onder insluiting van een binnenruimte 5.

Aangezien het bovenvlak 6 van de pallet 2 bij deze uitvoeringsvorm geheel wordt afgedekt door de bodemdelen 32 kan materiaal dat in genoemde binnenruimte 5 wordt gebracht niet in contact komen met het 20 bovenvlak 6 van de pallet 2. Derhalve kan elke pallet 2 worden toegepast ongeacht of deze schoon is. Dit is met name voordelig bij transport van materiaal dat vervuilingsgevoelig is, zoals bijvoorbeeld vloeistoffen, in het bijzonder hoog viskeuze vloeistoffen, pasta's, voedingswaren en dergelijke.

Zo kan met een container 1 volgens de uitvinding, in het bijzonder volgens 25 figuur 11 en 12, bijvoorbeeld grondstof voor de fabricage van kunststof of rubber worden getransporteerd, zonder dat gevaar bestaat dat hierin delen van de container, zoals bijvoorbeeld houtsplinters terecht zullen komen tijdens transport en/of opslag. Dit voorbeeld dient geenszins beperkend te worden opgevat.

·- n O- ^ o o c I 12 I Het zal duidelijk zijn dat bij elke getoonde uitvoeringsvorm de panelen 4A, 4B, althans de wanddelen 31 kunnen zijn voorzien van I samenwerkende koppelmiddelen, zoals klemmiddelen, frictiemiddelen, I vormsluitende middelen, magnetische middelen of dergelijke voor het aan of I 5 tegen elkaar bevestigen van genoemde panelen en wanddelen. Van belang is I slechts dat de wand 3 tijdens opslag en transport van materiaal in I hoofdzaak vormvast is en de panelen 4A, 4B, althans de wanddelen 31 niet van elkaar kunnen loskomen.

I Het zal duidelijk zijn dat bij elk van de getoonde I 10 uitvoeringsvoorbeelden een bodem kan zijn voorzien op de wijze als getoond I in figuur 11 en 12. Bij een container 1 volgens de uitvinding kunnen I langsranden en/of koppelmiddelen zodanig worden uitgevoerd dat daarmee I in hoofdzaak vochtdichte aansluitingen kunnen worden verkregen tussen I tegen elkaar aansluitende panelen 4A, 4B, wanddelen 31 en vochtdichte I 15 aansluiting van de wand 3 op de pallet 2. Daartoe kunnen bijvoorbeeld kunststof of rubber profielen worden toegepast. Hiermee kan een vochtdichte container 1 worden verkregen die toch eenvoudig uitneembaar

Bij gebruik van een kunststof pallet, zoals bijvoorbeeld getoond in I 20 figuur 2, 9 en 10, wordt het voordeel bereikt dat de pallet bijzonder I eenvoudig te onderhouden is, in het bijzonder te reinigen, dat deze eenvoudig te vervaardigen en gebruiken is en bovendien eenvoudig bestand I kan zijn tegen allerlei in de container te transporteren materialen.

I Een container volgens de uitvinding kan worden opgezet naar de in I 25 de verschillende figuren getoonde stand onder insluiting van een I binnenruimte, waarna de binnenruimte kan worden gevuld met lading, bijvoorbeeld stukgoederen, stortgoederen, eventueel vloeistoffen, pasta's en I dergelijke.

I In een alternatieve uitvoeringsvorm kan evenwel eerst een lading I 30 op de pallet 2 worden gestapeld, eventueel bovenop de bodemdelen 32, 13 waarna de panelen 4A, 4B, althans de wanddelen 31 worden verzwenkt naar de getoonde verticale stand, onder insluiting van de lading, waarna de wand 3 op eerder beschreven wijze kan worden vastgezet. Op deze wijze wordt laden en lossen van de pallet bijzonder eenvoudig mogelijk. Uiteraard 5 kan lossen van de container in omgekeerde volgorde geschieden. Verder kunnen ook bijvoorbeeld twee of drie panelen 4, althans wanddelen 31 naar de verticale stand worden gebracht, voorafgaand aan plaatsing van de lading, waarna het of elk verdere paneel of wanddeel daartegen wordt gesloten.

10 Bij een container 1 volgens de uitvinding waarbij bodempanelen 32 zijn toegepast, zoals getoond in figuur 11 en 12, wordt het voordeel bereikt dat de bodemdelen 32 en de wanddelen 31 als gevolg van de lading vast op de pallet 2 worden gedrukt en tegen verschuiving worden gezekerd. Uiteraard kunnen verdere middelen zijn voorzien om verschuiving ten 15 opzichte van de pallet 2 te verhinderen, bijvoorbeeld frictiemiddelen, pen-gatverbindingen en dergelijke. Door aanpassing van afmetingen en de vorm van de bodempanelen 32, in het bijzonder de ingesloten hoeken α en/of β kunnen uiteraard andere afmetingen containers worden vervaardigd op een wijze als getoond in figuur 11 en 12. Ook kunnen bodempanelen worden 20 toegepast die bijvoorbeeld trapeziumvormig zijn, eventueel in combinatie met bodempanelen met de getoonde driehoekige vorm, zodanig dat met een beperkt aantal verschillende panelen 4A, 4B een groot aantal verschillende containers 1 kan worden gevormd.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de tekening en de 25 beschrijving getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.

Zo kunnen bijvoorbeeld voor delen van een container 1 volgens de uitvinding andere materialen dan kunststof worden gebruikt en kunnen de wanden op andere wijze worden opgebouwd.

30

i Π O Q Q Q R

Claims (4)

1. Container, omvattende een pallet en een ten minste gedeeltelijk I opvouwbare en/of uiteen neembare wand, welke wand in een eerste, I uitgevouwen stand op de pallet plaatsbaar is voor de vorming van een door I de wand en de pallet ingesloten binnenruimte en in een tweede stand los I 5 van de pallet althans gedeeltelijk opvouwbaar is waarbij de wand en de pallet afzonderlijk kunnen worden opgeslagen en getransporteerd.

2. Container volgens conclusie 1, waarbij de wand ten minste in I hoofdzaak is vervaardigd uit kunststof en waarbij middelen zijn voorzien I voor het tijdens gebruik verhinderen van verschuiving van de wand ten 10 opzichte van de pallet.

3. Container volgens conclusie 1 of 2, waarbij de wanddelen tijdens I gebruik in hoofdzaak op de pallet rusten.

4. Container volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de wand I is verbonden met een bodem. I 15 5. Container volgens conclusie 4, waarbij de bodem is opgebouwd uit I een aantal delen.

6. Container volgens conclusie 5, waarbij elk der delen is verbonden I met een afzonderlijk wanddeel.

7. Container volgens conclusie 4 of 5, waarbij de delen tijdens gebruik 20 onderling zijn verbonden.

8. Container volgens een der conclusies 4-7, waarbij de container, in I het bijzonder de bodem daarvan, vochtdicht is.

9. Container volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de wand I een reeks panelen omvat welke met elkaar zijn verbonden, ten minste in de 25 uitgevouwen stand, waarbij de panelen nabij een onderzijde zijn voorzien I van eerste koppelmiddelen en de pallet is voorzien van tweede koppelmiddelen, welke eerste en tweede koppelmiddelen kunnen samenwerken voor het op de pallet vasthouden van de wand.

10. Container volgens conclusie 9, waarbij de panelen onderling zijn verbonden door scharniermiddelen.

11. Container volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in uitgevouwen stand van de wand aan de buitenzijde daarvan ten minste één sjormiddel is voorzien voor het in de uitgevouwen stand opsluiten van de wand.

12. Container volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de wand 10 is voorzien van meegevormde, kunststof scharnieren voor het verbinden van ten opzichte van elkaar beweegbare delen.

13. Container volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste twee wanden op elkaar op een pallet stapelbaar zijn, waarbij de wanden zijn voorzien van koppelmiddelen voor het koppelen daarvan aan 15 elkaar en/of aan de pallet.

14. Set van een reeks panelen, elk voorzien van een wanddeel en een daarmee zwenkbaar verbonden bodemdeel, zodanig dat de bodemdelen tegen elkaar plaatsbaar zijn in een positie waarbij de wanddelen verzwenkt kunnen worden naar een opstaande stand waarbij de wanddelen elkaar ten 20 minste gedeeltelijk raken onder insluiting van een binnenruimte tussen de wanddelen en de bodemdelen.

15. Set volgens conclusie 14, waarbij de bodemdelen zijn voorzien van samenwerkende koppelmiddelen.

16. Set volgens conclusie 13 of 14, waarbij de bodemdelen zodanig 25 gevormd zijn, in het bijzonder in hoofdzaak driehoekig, dat vier tegen elkaar geschoven bodemdelen tezamen een in hoofdzaak rechthoekige bodem bepalen.

17. Set volgens een der conclusies 13 - 16, waarbij de wanddelen zijn voorzien van koppelmiddelen voor het tegen elkaar afsteunen en/of 30 onderling koppelen van de wanddelen. i n ? 33 3 5 I 16

18. Set volgens een der conclusies 13 - 17, waarbij ten minste drie I verschillende panelen zijn voorzien, welke zich onderscheiden in ten minste I de breedte van de wanddelen en/of de vorm van de bodemdelen, welke panelen onderling koppelbaar zijn.

19. Werkwijze voor de vorming van een container, waarbij op een I pallet een wand wordt opgezet uit ten minste vier wanddelen in een I wandvormende positie, onderling zwenkbaar en/of koppelbaar, onder insluiting van een binnenruimte binnen de wand, welke wanddelen worden vastgezet in genoemde wandvormende positie. I 10 20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij op de pallet een bodem I wordt gevormd uit bodempanelen welke zijn of worden verbonden met ten I minste een aantal van de wanddelen, zodanig dat na vorming van de wand lading in de binnenruimte op de bodem kan worden geplaatst.

21. Werkwijze volgens conclusie 20, waarbij de bodem vochtdicht wordt I 15 samengesteld.

22. Werkwijze volgens conclusie 20 of 21, waarbij de bodemdelen H onderling worden gekoppeld.

23. Werkwijze volgens een der conclusies 19 - 22, waarbij de wand I losmakelijk wordt verbonden met de pallet, zodanig dat na gebruik de wand I 20 van de pallet kan worden losgenomen, zonder beschadiging, en los van de pallet kan worden opgeslagen en getransporteerd.

24. Werkwijze voor het vervoer van producten, waarbij een container wordt gevormd volgens een der conclusies 1 -13, althans onder toepassing van een set volgens een der conclusies 14 —18 of met een werkwijze volgens 25 een der conclusies 19 - 23, waarbij de producten in de binnenruimte van de gevormde container wordt opgesloten.

25. Werkwijze volgens conclusie 24, waarbij de wand rond de producten op een pallet wordt gevormd.

26. Werkwijze volgens conclusie 25, waarbij op de pallet voorafgaand aan plaatsing van de producten een bodem wordt gevormd uit met de wand verbonden of daarmee te verbinden bodemdelen. 5

4. O Λ O Λ P