NL1019921C1 - Vrachthouder. - Google Patents

Description

Vrachthouder.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vrachthouder omvattende een alzijdig door opstaande wanden omringde bodem, waarbij althans een van de wanden 5 toegangsmiddelen omvat om toegang tot het inwendige van de houder te bieden, alsmede aan een van de bodem afgewende bovenzijde door althans een van de wanden gedragen dak.

Vrachthouders van de in de aanhef genoemde soort worden op grote schaal toegepast bij 10 weg- en overig transport waarbij goederen van een eerste naar een of meer verdere locaties dienen te worden gebracht. Vooral met het oog op de overslag van het ene op het andere transportmiddel is daarbij containervervoer in zwang geraakt. Daarbij worden vrachthouders toegepast die enerzijds als laadruimte kunnen worden ontvangen door veelal een rijdend transportmiddel, maar daarbij losneembaar zijn om anderzijds 15 tezamen met hun inhoud van het ene op een ander transportmiddel te kunnen worden overgebracht. Met name kan dit andere transportmiddel een schip zijn waarbij de containers in het laadruim of op het dek daarvan worden geplaatst. Doordat de goederen in de container niet ook zelf dienen te worden overgeladen, kan aldus een aanmerkelijke tijdwinst worden geboekt bij de overslag daarvan.

20

Eenmaal uitgeladen dienen de alsdan lege vrachthouders al of niet tijdelijk te worden opgeslagen of te worden terug gebracht. In het laatste geval zal gewoonlijk zoveel mogelijk worden getracht daarvoor een retourlading te vinden, maar in de praktijk zal dit in voorkomende gevallen niet altijd mogelijk zijn. Een bezwaar is daarbij het volume 25 dat door de lege vrachthouders wordt ingenomen. Het leeggewicht zal gewoonlijk een aanmerkelijk groter aantal vrachthouders toelaten dan op basis van het daardoor ingenomen volume gegeven een beschikbare bergruimte mogelijk is.

Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd in een vrachthouder van de in 30 de aanhef genoemde soort te voorzien die aan dit bezwaar althans in belangrijke mate tegemoet komt.

101 992 1 */*«***.

-2-

Daartoe heeft een transporthouder van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat ten minste één van de wanden scharnierend om een in hoofdzaak evenwijdig aan de bodem gerichte scharnieras zowel ten opzichte van de bodem als althans een deel van het dak is verbonden en dat alle wanden althans in 5 hoofdzaak vanuit een in hoofdzaak verticale, opstaande stand in een in hoofdzaak horizontale, liggende stand brengbaar zijn. Dankzij deze scharnierende, althans bewegende constructie van de wanden van de vrachthouder kan deze in lege toestand worden ingeklapt tot een aanmerkelijk compacter geheel dat de uitgangssituatie. Hierdoor wordt een aanzienlijk volume-voordeel bereikt, waardoor aanmerkelijk meer 10 lege vrachthouders in een beschikbare ruimte kunnen worden ondergebracht dan anders het geval zou zijn. Indien de vrachthouder als laadruimte van bijvoorbeeld een vrachtwagen, trein of ander rijdend transportmiddel wordt toegepast, biedt de ingeklapte lege vrachthouder bovendien een aanzienlijk verminderde luchtweerstand en dito lager brandstofverbruik. Door uit te gaan van een wand die enerzijds scharnierend met de 15 bodem en anderzijds scharnierend met het dak van de vrachthouder is verbonden, behoudt de vrachthouder steeds in belangrijke mate een intrinsiek verband zodat in en uitvouwen zonder nadere aanwijzingen eenvoudig kan geschieden.

Op zichzelf kan het volledige dak scharnierend met één van de wanden zijn verbonden 20 en dan tezamen daarmee worden in- en uitgeklapt. Vanuit ergonomisch oogpunt verdient het evenwel een voorkeursuitvoeringsvorm van de vrachthouder volgens de uitvinding de voorkeur, welke voorkeursuitvoeringsvorm is gekenmerkt doordat ten minste twee tegenover elkaar staande wanden scharnierend om een in hoofdzaak evenwijdig aan de bodem gerichte scharnieras met de bodem en een deel van het dak 25 verbonden zijn. In dit geval wordt de last van het dak over twee wanden verdeeld, zodat bij het in en uitklappen een geringere daklast behoefte te worden overbrugd.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de vrachthouder volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de schamierassen tussen beide wanden en de bodem op ongelijke 30 hoogte boven de bodem zijn gelegen om in liggende toestand de ene wand onder de andere te ontvangen. Een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm van de vrachthouder 1 n ~ a ^ i <· * -3- heeft daarbij volgens de uitvinding als kenmerk dat de schamieras tussen de ene wand en de bodem op voldoende hoogte boven de bodem is gelegen om in liggende toestand daaronder de overige wanden te ontvangen. Aldus wordt de bovenste wand, in ingeklapte toestand van de houder, als het ware als deksel voor de overige gebruikt.

5 Doordat deze wand, weliswaar scharnierend maar niettemin hecht met de bodem is verbonden, wordt aldus een samenhangend geheel bereikt dat ook in ingeklapt toestand de vrachthouder bijeen houdt.

De wanden van de vrachthouder kunnen allen scharnierend met de bodem zijn 10 verbonden, doch een bijzondere uitvoeringsvorm van de vrachthouder volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat althans één van de wanden losneembaar met de bodem is verbonden. In dit geval is de betreffende was losneembaar met de bodem verbonden om bij een inklappen van de vrachthouder te kunnen worden uit- c.q. afgenomen. Aldus kan een schamierconstructie voor deze wand(en) worden uitgespaard. De 15 schamierconstructie van de overige wand(en) biedt voldoende verband met dak en bodem om in uitgeklapte toestand niettemin over voldoende samenhand te beschikken.

In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm is de vrachthouder volgens de uitvinding gekenmerkt doordat een hoogte daarvan bij een opstaande stand van de wanden althans 20 nagenoeg een geheel veelvoud is van een hoogte bij een liggende stand van de wanden. In deze uitvoeringsvorm neem een uitgeklapte vrachthouder nagenoeg een geheel veelvoud aan ruimte in van de ruimte die wordt ingenomen door dezelfde vrachthouder in ingeklapte toestand. Aldus kan daarmee eenzelfde pakkingsdichtheid worden bereikt, zodat loze ruimte in een beschikbare laadruimte zoveel mogelijk kan worden vermeden. 25

Met het oog op het verplaatsen en manoeuvreren van de vrachthouder heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de vrachthouder volgens de uitvinding als kenmerk dat de bodem aan ten minste één zijde toegankelijke holtes omvat om daarin lepels van hefmiddelen te ontvangen. De hefmiddelen omvatten daarbij bijvoorbeeld een standaard 30 heftruck of palletwagen waarmee de vrachthouder aldus eenvoudig kan worden opgenomen en verplaatst. Met het oog op een eventueel onderling stapelen van -4- vrachthouders, heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm daarbij als kenmerk dat de aan een van de bodem afgewende zijde ten minste één aanslagnok is aangebracht om daartegen een bodem van een gestapelde verdere vrachthouder te ontvangen. Een dergelijk aanslag biedt bij het stapelen een adequaat hulpmiddelen om een recht 5 verticaal verband te bereiken, wat niet alleen de pakkingsdichtheid maar bovenal de stabiliteit van de stapeling ten goede komt.

Op zichzelf kan van diverse vormen van wanden worden uitgegaan. Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de vrachthouder volgens de uitvinding heeft evenwel 10 als kenmerk dat de wanden een stalen raamwerk omvatten dat is afgezet met panelen. Een dergelijke constructie biedt de mogelijkheid om de panelen qua materiaal, uiterlijk, sterkte en duurzaamheid af te stemmen op een specifiek toepassingsgebied. Het raamwerk wordt daarbij bijvoorbeeld standaard gefabriceerd en slechts de panelen specifiek afgestemd. Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de vrachthouder heeft 15 in dit verband als kenmerk dat de panelen gelamineerde houtplaten omvatten.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een tekening. In de tekening toont: figuur 1 een dwarsdoorsnede vanaf een achteraanzicht van een 20 uitvoeringsvoorbeeld van een vrachthouder conform de uitvinding; figuur 2 een dwarsdoorsnede vanaf een vooraanzicht van de vrachthouder van figuur 1; figuur 3 de vrachthouder van figuur 1 in ingeklapte toestand; en figuur 4 een detailweergave van een deel van de vrachthouder van figuur 1.

25 De figuren zijn overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies daarbij overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

30 De vrachthouder van figuur 1 omvat een tweetal zijwanden 2,3 die door tussenkomst van respectieve schamierassen 12,13 ten opzichte van een bodem 1 van de vrachthouder 1019921 -5- zijn bevestigd. Aan hun bovenzijde omvatten beide wanden 2,3 eveneens een schamierconstructie 22,23 onder tussenkomst waarvan respectieve delen van een dak 42,43 van de vrachthouder met de zijwanden zijn verbonden. Een geëigende pen-slot constructie 45 zorgt daarbij voor een onderlinge fixatie van beide dakdelen 42,43. Deze 5 constructie is in figuur 4 nader weergegeven en omvat een aantal opstaande pennen 46 dat uitgaat van een strookprofiel 47 dat met één van beide dakdelen 42 is verbonden en bestemd is om daarop een lijst 48 van het andere dakdeel 43 met daarin een complementaire holte 49 te ontvangen. Het strookprofiel 47 biedt aldus niet alleen een bevestigingskader voor de pennen 46 maar bovendien een aanslag en afdichting tussen 10 beide dakdelen 42,43 onderling.

De zijwanden 2,3 en dakdelen 42,43 zijn op hun beurt door middel van daartoe op verscheidene plaatsen voorziene pen-slot constructies 56 in een achterwand 5 en, zie figuur 2, een voorwand 6 van de vrachthouder gefixeerd. De voor- en achterwand 5,6 15 vallen op hun beurt met niet nader aangegeven pennen in daartoe in of aan de bodem 1 voorziene gaten of sleuven zodat een correcte positioneren ten opzichte van de bodem en de daarmee verbonden zijwanden kan worden bereikt. De voor- en achterwand 5,6 blijven daarbij losneembaar, zodat uiteindelijk alle wanden van de vrachthouder vanuit hun in figuur 1 en 2 weergegeven opstaande stand in een in hoofdzaak horizontale, 20 liggende stand kunnen worden gebracht welke in figuur 3 is aangegeven. In dit voorbeeld is uitgegaan van een vrachthouder die in opstaande toestand een buitenmaatse hoogte en lengte heeft van respectievelijk circa 226 cm en 230 cm bij een breedte van circa 200 cm. Deze buitenmaten zijn afgestemd op de binnenmaten van een standaard 40-voets zeecontainer zodanig dat in een dergelijke container een geheel aantal 25 vrachthouders achter, op en naast elkaar passend geplaatst kunnen worden. In ingevouwen toestand bedraagt de hoogte van de vrachthouder niet meer dan circa 45 cm, oftewel een vijfde van de opstaande hoogte, zodat in deze toestand vijf maal zoveel vrachthouders in dezelfde laadruimte kunnen worden ondergebracht.

30 De achterwand 5 omvat rondom een lijstprofiel 50 waarin een stel toegangsdeuren 51,52 scharnierend is afgehangen om toegang te bieden tot een door de vrachthouder omsloten 1C ;.... ._; -6- laadruimte. De deuren 51,52 zijn voorzien van gebruikelijk, hier niet nader getoond, hang- en sluitwerk waarmee de laadruimte desgewenst kan worden afgesloten. De overige wanden 2,3,6 en het dak 42,43 van de vrachthouder worden gevormd door een stalen raamwerk 55 dat is afgezet met dichte panelen 54, zoals dat in figuur 2 ten 5 aanzien van de voorwand 6 nader is aangegeven. In dit voorbeeld wordt voor dit raamwerk een kokerprofiel 55 van circa 3 mm dik staal toegepast met een hoogte en breedte van circa 40 mm. Hierop zijn watervaste multiplexpanelen 54 aangebracht met een dikte van 8 mm. Afhankelijk van een specifieke toepassing of specifieke wensen, kunnen echter ook andere panelen en andere maten worden toegepast. De bodem 1 van 10 de vrachthouder omvat een holle palletconstructie met een inwendige verstevigingsconstructie 15,17 om de belasting van een gevulde vrachthouder te kunnen weerstaan. De bodem omvat aldus een tweetal aan weerszijden open ruimten 16 om daarin de lepels van een vorkheftruck of ander gebruikelijk hefmiddel te ontvangen. Aldus kan de vrachthouder eenvoudig worden opgenomen en verplaatst. Daarbij bestaat 15 de mogelijkheid om verschillende vrachthouders onderling te stapelen. Met het oog daarop zijn aan het dak aanslagnokken 18 aangebracht die een te stapelen vrachthouder nagenoeg moeiteloos in een rechte stapeling geleiden, daarbij tevens geholpen door geleidingsprofielen 19 die aan een buitenzijde van de vrachthouder zijn aangebracht.

20 Dankzij de schamiering c.q. losneembaarheid van de wanden daarvan, kan de vrachthouder desgewenst worden ingeklapt tot een compact kleiner geheel, zie figuur 3. Hiertoe worden de voor- en achterwand 5,6 uitgenomen, waarna beide zijwanden en het dak op de aangegeven wijze worden ingeklapt. In een geheel ingeklapte toestand liggen deze wanddelen nagenoeg horizontaal. De resterende wanden kunnen vervolgens hierop 25 dan wel hiertussen worden gelegd. Om dit laatste mogelijk te maken wordt de hoogste van beide schamierassen 22,23, door tussenkomst waarvan de zijwanden 2,3 met de bodem 1 zijn verbonden, op voldoende hoogte boven de bodem gepositioneerd om in ingeklapte toestand daaronder voldoende ruimte te bieden voor alle wanden van de vrachthouder.

30 tn r i: -7-

Aldus kan de vrachthouder volgens de uitvinding, na eenmaal van zijn lading te zijn ontdaan, worden verkleind om aldus mimte te besparen. Indien lege vrachthouders bij een retourtransport dienen te worden meegevoerd kan aldus belangrijk aan kostbare laadruimte worden bespaard.

5

Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van dit ene uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

101992 1 i*

Claims (10)

1. Vrachthouder omvattende een alzijdig door opstaande wanden omringde bodem, waarbij althans een van de wanden toegangsmiddelen omvat om toegang tot het 5 inwendige van de houder te bieden, alsmede aan een van de bodem afgewende bovenzijde door althans een van de wanden gedragen dak, met het kenmerk dat ten minste één van de wanden scharnierend om een in hoofdzaak evenwijdig aan de bodem gerichte scharnieras zowel ten opzichte van de bodem als althans een deel van het dak is verbonden en dat alle wanden althans in hoofdzaak vanuit een in hoofdzaak verticale, 10 opstaande stand in een in hoofdzaak horizontale, liggende stand brengbaar zijn.

2. Vrachthouder volgens conclusie 1 met het kenmerk dat ten minste twee tegenover elkaar staande wanden scharnierend om een in hoofdzaak evenwijdig aan de bodem gerichte scharnieras met de bodem en een deel van het dak verbonden zijn. 15

3. Vrachthouder volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de schamierassen tussen beide wanden en de bodem op ongelijke hoogte boven de bodem zijn gelegen om in liggende toestand de ene wand onder de andere te ontvangen.

4. Vrachthouder volgens conclusie 3 met het kenmerk dat de scharnieras tussen de ene wand en de bodem op voldoende hoogte boven de bodem is gelegen om in liggende toestand daaronder de overige wanden te ontvangen.

5. Vrachthouder volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk 25 dat althans één van de wanden losneembaar met de bodem is verbonden.

6. Vrachthouder volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat een hoogte daarvan bij een opstaande stand van de wanden althans nagenoeg een geheel veelvoud is van een hoogte bij een liggende stand van de wanden. 30 \i -9-

7. Vrachthouder volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat de bodem aan ten minste één zijde toegankelijke holtes omvat om daarin lepels van hefmiddelen te ontvangen.

8. Vrachthouder volgens conclusie 7 met het kenmerk dat de aan een van de bodem afgewende zijde ten minste één aanslagnok is aangebracht om daartegen een bodem van een gestapelde verdere vrachthouder te ontvangen.

9. Vrachthouder volgens één of meer der voorafgaande conclusies met het kenmerk 10 dat de wanden een stalen raamwerk omvatten dat is afgezet met panelen.

10. Vrachthouder volgens conclusie 9 met het kenmerk dat de panelen gelamineerde houtplaten omvatten. O l·· 1 ·... <