NL1023156C2 - Werkwijze en inrichting voor het oogsten van schelpdieren. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het oogsten van schelpdieren. Download PDF

Info

Publication number
NL1023156C2
NL1023156C2 NL1023156A NL1023156A NL1023156C2 NL 1023156 C2 NL1023156 C2 NL 1023156C2 NL 1023156 A NL1023156 A NL 1023156A NL 1023156 A NL1023156 A NL 1023156A NL 1023156 C2 NL1023156 C2 NL 1023156C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
harvesting
substrate
shellfish
members
vessel
Prior art date
Application number
NL1023156A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacobus Prins
Pieter Schout
Original Assignee
Prins & Dingemanse B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Prins & Dingemanse B V filed Critical Prins & Dingemanse B V
Priority to NL1023156A priority Critical patent/NL1023156C2/nl
Priority to EP04076131A priority patent/EP1466523A3/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1023156C2 publication Critical patent/NL1023156C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K61/00Culture of aquatic animals
    • A01K61/50Culture of aquatic animals of shellfish
    • A01K61/54Culture of aquatic animals of shellfish of bivalves, e.g. oysters or mussels
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/80Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in fisheries management
    • Y02A40/81Aquaculture, e.g. of fish

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Marine Sciences & Fisheries (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Farming Of Fish And Shellfish (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het oogsten van schelpdieren
De uitvinding heeft betrekking op het oogsten van schelpdieren, zoals mossels, die zijn aangegroeid aan een substraat dat verticaal in het water hangt Een net blijkt 5 uitermate geschikt als substraat waaraan bijvoorbeeld schelpdierlarven zich in bepaalde perioden kunnen hechten. Dergelijke larven zweven in het water, en zetten zich gewoonlijk af op de bodem waar ze vervolgens uitgroeien tot volwassen schelpdieren. Op de bodem zijn de schelpdierlarven echter nogal kwetsbaar. Verder is niet iedere bodem geschikt voor schelpdieren.
10 Uit WO-A-01/93671 is bekend om als substraat voor het mosselzaad een verti caal in het water hangend net toe te passen. De schelpdierlarven kunnen zich aan dat net hechten; de dieren die aan het net zijn aangegroeid worden geoogst met behulp van een oogstinrichting die een tweetal rollen omvat met een verticaal gerichte hartlijn. Het net wordt opgenomen tussen die rollen, die al draaiende rond hun hartlijn in de langs-15 richting langs het net worden bewogen. De schelpdieren moeten daarbij loskomen van het net; vervolgens worden zij onder het net opgevangen.
Een dergelijke gang van zaken blijkt in de praktijk nadelen mee te brengen. Zo bestaat het risico dat het net onder invloed van de daarop in langsrichting uitgeoefende trekkrachten zich in dwarsrichting samentrekt De schelpdieren kunnen daardoor niet 20 goed worden geoogst
Doel van de uitvinding is daarom een werkwijze voor het oogsten van schelpdieren te verschaffen die deze nadelen niet bezit Dat doel wordt bereikt door een werkwijze voor het oogsten van schelpdieren die zijn aangegroeid aan een in wezen verticaal in een waterlichaam hangend substraat, omvattende de stappen van: 25 -het verschaffen van een vaartuig voorzien van oogstmiddelen, -het aanbrengen van de oogstmiddelen aan beide zijden van het substraat, -het in neerwaartse beweging langs het substraat doen bewegen van de oogstmiddelen zodanig dat de schelpdieren daarvan losgenomen worden, -het opvangen van de losgenomen schelpdieren, 30 -het verzamelen van de opgevangen schelpdieren door het vaartuig.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding kunnen de schelpdieren aangroeien aan een in het water hangend net. Bij het oogsten echter wordt een neerwaarts langs het net gerichte strijkbeweging uitgevoerd, onder invloed waarvan de schelpdieren losraken Η I van het net en verzameld kunnen worden. De strijkbeweging houdt het net strak in I dwarsrichting daarvan. Daardoor kunnen alle schelpdieren over de gehele hoogte van I het net goed bereikt worden door de oogstinrichting. Bovendien bestaat niet het risico I dat het net zich dwars op de strijkrichting samentrekt. De richting dwars op de strijk- I 5 richting valt namelijk samen met de langsrichting van het net, zodanig dat tegen samen· I trekken in die richting voldoende waarstand kan worden geboden. Het kan bij de ge- I oogste schelpdieren bijvoorbeeld gaan om mosselen, die al of niet in verband met ver· I dere groei vervolgens kunnen worden uitgezet op mosselbanken.
I Verder worden de oogstmiddelen in de langsrichting van het substraat voortbe- I 10 wogen tijdens het uitvoeren van de neerwaartse beweging van die oogstmiddelen, zo· I danig dat het net geheel kan worden behandeld. In het bijzonder kunnen twee band- I vormige oogstorganen zonder eind worden toegepast die zich elk aan tegenoverliggen- I de zijden van het substraat bevinden. Daarbij worden de naar het substraat gekeerde I parten van die organen neerwaarts langs die zijden van het substraat bewogen.
I 15 Met de werkwijze volgens de uitvinding kunnen in het bijzonder goede resultaten I worden uitgevoerd indien aan weerszijden van dat substraat zich bevindende parten I schuin worden geplaatst, zodanig dat de parten in een horizontaal vlak een V-vorm I bepalen waarvan de punt is gericht tegen de voortbewegmgsrichting van die parten in I de langsrichting van het substraat Het substraat en de zich daarop bevindende schelp- I 20 dieren kunnen dan op betrouwbare wijzen in de kneep tussen de bandvoimige oogstor- I ganen worden gevangen.
I De uitvinding betreft tevens een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze I zoals hiervoor beschreven, omvattende een vaartuig, voortstuwingsmiddelen voor het I in langsrichting langs het substraat bewegen van het vaartuig, alsmede oogstmiddelen I 25 die zijn ondersteund op het vaartuig voor het oogsten van schelpdieren die zijn aange- I groeid aan een in wezen verticaal in een waterlichaam hangend substraat, welke oogst- I middelen aanbrengbaar zijn aan beide zijden van het substraat I Een dergelijke inrichting is bekend uit de hiervoor genoemde publicatie WO-A- I 01/93671. Volgens de uitvinding zijn de oogstmiddelen neerwaarts beweegbaar langs I 30 het substraat. De oogstmiddelen kunnen rotatie-elementen bezitten waarvan de hartlijn I schuin of in wezen horizontaal is, alsmede tenminste een soepel of scharniert) aar oogst- I orgaan bezitten dat over twee rotatie-elementen is geleid. Het naar het substraat ge- I keerde part van dat orgaan is neerwaartse beweegbaar.
« I
3
Bij voorkeur zijn twee van dergelijke oogstorganen voorzien. Het substraat is opneembaar tussen de naar elkaar gekeerde parten van deze oogstorganen. Deze naar elkaar gekeerde parten kunnen, in een horizontaal vlak, een V-vorm bepalen waarvan de punt is gericht tegen de voortbewegingsrichting van die parten in de langsrichdng 5 van het substraat Een dergelijke opstelling levert een goede geleiding op over het net van de oogstinrichting. In dat verband is het tevens gunstig indien de rotatie-elementen waarover elk oogstorgaan is geleid schuin zijn gericht, zodanig dat het bovenste rotatie-element zich verder naar voren bevindt dan het onderste rotade-element, gezien in de richting waarin de oogstmiddelen langs het substraat beweegbaar zijn.
10 De oogstmiddelen kunnen op allerlei verschillende manieren worden ondersteund op het vaartuig. In het bijzonder kunnen de oogstmiddelen zich bevinden op een aan het vaartuig bevestigd gestel. Dat gestel kan kantelbaar zijn tussen een in wezen verticale positie en een in wezen horizontale positie. In de horizontale positie liggen de oogstmiddelen dwars over het vaartuig geschikt voor het transport De oogstmiddelen kun-15 nen langs het gestel verplaatsbaar zijn tussen een opgetilde positie boven het wateroppervlak, en een neergelaten positie onder het wateroppervlak. Verder zijn zij naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar tussen een werkstand respectievelijk een open stand voor het aanbrengen en/of verwijderen van de oogstorganen met betrekking tot het substraat.
20 Het gestel heeft bij voorkeur geleidingsorganen voor het geleiden van de oogst middelen in de langsrichting langs het substraat Door middel van dergelijke geleidingsorganen kunnen de oogstmiddelen dan steeds in de juiste stand ten opzichte van het net worden gehouden.
De uitvinding betreft verder een systeem voor het oogsten van schelpdieren, om-25 vattende de hiervoor beschreven inrichting, alsmede een substraat voor het doen aangroeien van schelpdieren, zoals mosselzaad. Tevens omvat dit systeem drijforganen waaraan het substraat in wezen verticaal ophangbaar is in een waterlichaam, alsmede geleidingsmiddelen op de inrichting die in samenwerking brengbaar zijn met de drijforganen. Bij voorkeur zijn de drijforganen buisvormig; in het bijzonder kunnen de 30 drijforganen buizen omvatten die aan hun langseinden gekoppeld zijn. De geleidingsmiddelen bezitten dan een contour die overeenkomt met de omtreksvorm van de geleidingsorganen.
1023156 I Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont een zijaanzicht van het systeem volgens de uitvinding met de in- I richting en het van drijforganen voorziene net.
I 5 Figuur 2 toont een achteraanzicht van dat systeem.
I Figuur 3 toont een bovenaanzicht van dat systeem.
I Figuur 4 toont een achteraanzicht van het vaartuig met de inrichting volgens de I uitvinding in opgetilde toestand.
I Figuur 5 toont het vaartuig met de inrichting volgens de uitvinding in transport- I 10 toestand.
I Figuur 6 toont een detail van het bij het systeem toegepaste drijflichaam in langs- doorsnede.
I Figuur 7 toont de doorsnede volgens VH-VII van dat drijflichaam in dwarsdoor- I snede.
15 Het in de figuren 1-3 weergegeven systeem voor het oogsten van schelpdieren I omvat een in zijn geheel met 1 aangegeven inrichting, een net 2 alsmede een drijfU- I chaam 3 waaraan dat net in een waterlichaam is opgehangen. Het niveau van dat water- I lichaam is schematisch aangegeven met verwijzingscijfer 4.
I De inrichting 1 is aangebracht op een vaartuig 5 dat in het waterlichaam drijft en 20 dat is voorzien van voortstuwingsmiddelen 6 voor het langs het net 2 en het drijfli- I chaam 3, in de langsrichting daarvan bewegen van de inrichting 1.
De inrichting 1 omvat een tweetal banden zonder eind 7, die elk zijn geleid over I twee rotatie-elementen 8, 9. Deze rotatie-elementen zijn opgehangen aan het in zijn geheel met 10 aangeduide raamwerk, dat op zijn beurt op en neer beweegbaar is langs I 25 het gestel 11. Het raamwerk 10 bestaat uit de twee raamwerkhelften 12,13 die tegen- I over elkaar liggen. Zoals weergegeven in figuur 2 bezit het raamwerk 13 een in zijn I geheel met 24 aangeduide uithouder, die een tweetal balken 25 bezit alsmede een twee- I tal schuin omhoog lopende schoren 26. De balken 25 en schoren 26 zijn met een einde I bevestigd aan het gestel 11. De raamwerkhelft 12 bezit bovenste rollen 27 en onderste I 30 rollen 28 die respectievelijk afrollen over de bovenzijde en de onderzijde van de bijbe- horende balken 25.
I Verder is de raamwerkhelft 12 door middel van de hydraulische zui- I ger/cilinderinrichting 29 verbonden met de andere raamwerkhelft 13. Door het bedie- 5 nen van de hydraulische zuiger/cilinderinrichting 28 kan de raamweikhelft 12 van de andere raamwerkhelft 13 worden afgeschoven (zie figuur 4), zodanig dat een grotere tussenruimte wórdt gevormd voor het aanbrengen op, dan wel verwijderen van de inrichting 1 met betrekking tot het net 2 en het drijflichaam 3.
S Op elk van de raamwerkhelften 12,13 is verder telkens een paar geleidingsrollen 14 aangebracht die een diabolovorm bezitten. Deze geleidingsrollen 14 zijn aandrijf-baar door motoren 23. Daarmee kan de gewenste voortbeweging langs het net 2 worden bewerkstelligd.
Aan de onderzijde van het raamwerk 10 is een opvangorgaan 15 aangebracht 10 voor geoogste schelpdieren, uit welk opvangorgaan door middel van pomp 16 en leiding 17 de schelpdieren in de beun 18 van het schip gebracht kunnen worden.
De diabolovorm van de paren rollen 14 is afgestemd op de vorm van het drijflichaam 3. In de in figuur 2 weergegeven stand zijn de paren rollen door het naar elkaar toe bewegen van de raamwerkhelften 12, 13 tegen het drijflichaam 3 aangebracht. De 15 geleidingsrollen 14 zorgen ervoor dat de banden zonder eind 7 op de juiste wijze gepositioneerd blijven ten opzichte van het net 2, wanneer het vaartuig 5 daar langs beweegt
Bij het naar elkaar toe bewegen van de raamwerkhelften 12, 13 zijn de naar elkaar gekeerde parten 19 van de banden 7 vlak bij of tegen het net 2 komen aan te lig-20 gen. Omdat de banden 7 borstels dragen, kunnen zij onder enige voorspanning tegen het net 2 worden aan gehouden. Zoals weergegeven in figuur 3 kunnen de hartlijnen van de rotatie-elementen 8 schuin V-vormig ten opzichte van elkaar zijn gericht, waarbij de punt van de denkbeeldige v afwijst van de transportrichting zoals weergegeven met een pijl in de figuren 1 en 3. Dit betekent dat niet het gehele oppervlak van de naar 25 elkaar gekeerde parten 19 van de banden 7 tegen het net 2 komt aan te liggen. Een dergelijke opstelling is echter gunstig voor het op een geleidelijke wijze tussen de transportbanden 7 voeren van dat net 2 met daaraan gehechte schelpdieren.
Tijdens het oogsten worden de naar elkaar gekeerde parten 19 van de banden 7 naar beneden bewogen, zodanig dat de aan het net 2 hechtende schelpdieren naar bene-30 den losgenomen worden en zij kunnen worden opgevangen in de opvanginrichting 15. Zoals weergegeven in het aanzicht van figuur 1 kunnen daarbij de rotatie-elementen 8, 9 enigszins schuin ten opzichte van de horizontaal zijn geplaatst. Het bovenste rotaiie-element 8 bevindt zich daardoor verder naar voren, in de bewegingsrichting langs het ï 023 1 c & I net 2, dan het onderste rotatie-element 9. Ook deze opstelling bevordert het op een or- I delijke wijze van het net 2 losnemen van de schelpdieren.
Bij het naar beneden bewegen van de naar elkaar gekeerde parten 19 van de ban- I den 7 wordt het net 2 enigszins uitgerekt in de richting van de onderrand 20 daarvan, I 5 hetgeen een gunstig effect oplevert. Het net kan in ieder geval niet dwars op de door de parten 19 uitgeoefende strijkrichting geheel samengetrokken worden, aangezien de I grote langsafmeting van het net 2 dat verhindert Zoals weergegeven in de figuren 4 en I 5 kan het gestel 11 waaraan het raamwerk 10 is opgehangen worden gekanteld tussen I een verticale positie zoals weergegeven in figuur 4, en een horizontale positie zoals I 10 weergegeven in figuur 5. Het gestel 11 is daartoe kantelbaar rond de schamieras 21.
I Door middel van de hydraulische cilinder/zuigerinrichting 22 kan deze kantelbeweging worden bewerkstelligd.
I De schamieras 21 en de hydraulische zuiger/cilinderinrichting 22 zijn beide be- I vestigd aan een wagen 29, die door middel van bovenste en onderste rollen 31, 30 is I 15 ondersteund met betrekking tot de balken 32 op het vaartuig 5. Vanuit de in figuur 4 weergegeven positie kan het gestel 11 over 90° verdraaid worden evenwijdig aan de I balken 32. Vervolgens kan de wagen 29 ten opzichte van de balken 32 worden verre- den, zodanig dat de in figuur 5 weergegeven positie wordt bereikt I In de figuren 6 en 7 is een mogelijke uitvoeringsvorm weergegeven van het 20 drijflichaam 3. Volgens die uitvoeringsvorm bestaat het drijflichaam 3 uit aan elkaar I gekoppelde buizen 40, die aan de kopeinden elk zijn afgesloten door schotten 41. Nabij elk kopeind van de buizen 40 is een huls 42 radiaal door de buitenwand gestoken. De I hulzen 42 zijn evenals de schotten 41 waterdicht afgesloten ten opzichte van de buizen I 40.
I 25 Door elke huls 42 is een pen 43 gestoken. De paren pennen 43 van de tegenover I elkaar liggende kopeinden van de buizen 40 zijn enerzijds aan elkaar bevestigd door I een daaraan gelaste plaat 44. Aan het tegenover liggende eind van de pennen 43 is een plaat 45 opgeschoven, die geborgd is door de borgpennen 46.

Claims (25)

1. Werkwijze voor het oogsten van schelpdieren die zijn aangegroeid aan een in wezen verticaal in een waterlichaam hangend substraat (2), omvattende de stappen van: S -het verschaffen van een vaartuig (5) voorzien van oogstmiddelen (7-9), -het aanbrengen van de oogstmiddelen (7-9) aan beide zijden van het substraat (2), -het in neerwaartse beweging langs het substraat (2) doen bewegen van de oogstmiddelen (7-9) zodanig dat de schelpdieren daarvan losgenomen worden, 10 -het opvangen van de losgenomen schelpdieren, -het verzamelen van de opgevangen schelpdieren door het vaartuig (5).
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de oogstmiddelen (7-9) schuin of in wezen verticaal langs het substraat (2) worden bewogen naar de onderrand (20) daar- 15 van.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende het voortbewegen van de oogstmiddelen (7-9) in de langsrichting van het substraat (2) tijdens het uitvoeren van de neerwaartse beweging van die oogstmiddelen (7-9). 20
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende het verschaffen van twee bandvormige organen (7-9) zonder eind die zich elk aan tegenoverliggende zijden van het substraat (2) bevinden, en het langs die zijden van het substraat (2) neerwaarts doen bewegen van de naar het substraat gekeerde parten (19) van die orga- 25 nen (7-9).
5. Werkwijze volgens conclusie 4, omvattende het schuin plaatsen van de aan weerszijden van dat substraat (2) zich bevindende parten (19), zodanig dat de parten (19) in een horizontaal vlak een V-vorm bepalen waarvan de punt is gericht tegen de 30 voortbewegingsrichting van die parten (19) in de langsrichting van het substraat (2).
6. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een vaartuig (5), voortstuwingsmiddelen (6) voor het in langs- 1079 1 * « richting langs het substraat (2) bewegen van het vaartuig (5), alsmede oogstmiddelen (7-9) die zijn ondersteund op het vaartuig (5) voor het oogsten van schelpdieren die zijn aangegroeid aan een in wezen verticaal in een waterlichaam hangend substraat (2), welke oogstmiddelen (7-9) aanbrengbaar zijn aan beide zijden van het substraat (2), 5 met het kenmerk dat de oogstmiddelen (7-9) zijn uitgevoerd voor het verschaffen van een neerwaartse beweging langs het substraat
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de oogstmiddelen rotatie-elementen (8, 9. bezitten waarvan de hartlijn schuin of in wezen horizontaal is. 10
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij de oogstmiddelen (7-9) tenminste een soepel of schamierbaar oogstorgaan (7) zonder eind bezitten dat over twee rotatie-elementen (8, 9) is geleid, en het naar het substraat (2) gekeerde part (19) van dat oogstorgaan (7) neerwaartse beweegbaar is. 15
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij twee oogstorganen (7) zijn voorzien, tussen de naar elkaar gekeerde parten (19) van welke oogstorganen (7) het substraat (2) opneembaar is.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de naar elkaar gekeerde parten (19) van de oogstorganen (7) in een horizontaal vlak een V-vorm bepalen waarvan de punt is gericht tegen de voortbewegingsrichtmg van die parten (19) in de langsrichting van het substraat (2).
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, waarbij de rotatie-elementen (8, 9) waarover elk oogstorgaan is geleid schuin zijn gericht, zodanig dat het bovenste rotatie-element (8) zich verder naar voren bevindt dan het onderste rotatie-element (9), gezien in de richting waarin de oogstmiddelen (7) langs het substraat (2) beweegbaar zijn.
12. Inrichting volgens een der conclusies 6-11, waarbij de oogstmiddelen (7) zich bevinden op een aan het vaartuig (5) bevestigd gestel (10). * Λ
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij het gestel (10) kantelbaar is tussen een in wezen verticale positie en een in wezen horizontale positie.
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, waarbij de oogstmiddelen (7) ver-5 plaatsbaar zijn langs het gestel (10).
15. Inrichting volgens een der conclusies 9-14, waarbij de oogstorganen (7) naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar zijn tussen een werkstand respectievelijk een open stand voor het aanbrengen en/of verwijderen van de oogstorganen (7) met betrek- 10 king tot het substraat (2).
16. Inrichting volgens een der conclusies 9-15, waarbij geleidingsorganen (14) zijn voorzien voor het geleiden van de oogstmiddelen (7) in de langsrichting langs het substraat (2). 15
17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij de geleidingsmiddelen rollen (14) « omvatten.
18. Systeem voor het oogsten van schelpdieren, omvattende een inrichting (1) 20 volgens een der conclusies 9-17, een drijflichaam (3) alsmede een aan dat drijflichaam (3) opgehangen substraat (2) voor het doen aangroeien van schelpdieren.
19. Systeem volgens conclusie 18, waarbij de inrichting (1) geleidingsmiddelen (14) omvat die in samenwerking brengbaar zijn met het drijflichaam (3). 25
20. Systeem volgens conclusie 18, waarbij het drijflichaam (3) buisvormig is.
21. Systeem volgens conclusie 20, waarbij het drijflichaam buizen (40) omvat die aan langseinden afgesloten zijn en twee aan twee gekoppeld zijn. 30
22. Systeem volgens conclusie 21, waarbij elke buis (40) aan de kopeinden een eindschot (41) heeft. 1D931 ZR Η Η
23. Systeem volgens conclusie 21 of 12, waarbij elke buis aan de kopeinden een radiaal doorgaande pen (43) heeft, en telkens een paar pennen (43) aan naast elkaar liggende kopeinden van twee buizen zijn verbonden door koppelingen (44,45). , I 5
24. Systeem volgens conclusie 23, waarbij elke buis aan de kopeinden een radiale I doorgang (42) heeft waarin telkens een pen (43) is opgenomen.
25. Systeem volgens één der conclusies 21-24, waarbij de geleidingsmiddelen I (14) een contour bezitten die overeenkomt met de omtreksvoim van de geleidingsorga- I 10 nen(3).
NL1023156A 2003-04-11 2003-04-11 Werkwijze en inrichting voor het oogsten van schelpdieren. NL1023156C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023156A NL1023156C2 (nl) 2003-04-11 2003-04-11 Werkwijze en inrichting voor het oogsten van schelpdieren.
EP04076131A EP1466523A3 (en) 2003-04-11 2004-04-09 Method and installation for harvesting shellfish

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023156A NL1023156C2 (nl) 2003-04-11 2003-04-11 Werkwijze en inrichting voor het oogsten van schelpdieren.
NL1023156 2003-04-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1023156C2 true NL1023156C2 (nl) 2004-10-13

Family

ID=32867110

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1023156A NL1023156C2 (nl) 2003-04-11 2003-04-11 Werkwijze en inrichting voor het oogsten van schelpdieren.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1466523A3 (nl)
NL (1) NL1023156C2 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DK1816910T3 (da) * 2004-09-30 2009-06-29 Ridwan Ltd Fremgangsmåde til dyrkning af muslinger
EP2111752A1 (en) 2008-04-25 2009-10-28 Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk Onderzoek TNO Method and kit for growing shellfish
EA017012B1 (ru) * 2009-07-08 2012-09-28 Общество С Ограниченной Ответственностью Научно-Производственная Компания Аквакультуры "Нереида" Способ выставления в море установки для культивирования моллюсков
DE102009058278B3 (de) * 2009-12-13 2011-05-19 Stiftung Alfred-Wegener-Institut Für Polar- Und Meeresforschung Vorrichtung zur Ansiedelung und Erntung von marinen Hartbodentieren
CN102835363B (zh) * 2012-08-24 2013-12-18 李三川 一种捕捉河蚌的工具
NL2010687C2 (nl) * 2013-04-22 2014-10-23 Murre Techniek Holding B V Werkwijze en inrichting voor het verzamelen van schelpdieren.
CN107637582B (zh) * 2017-10-27 2023-08-25 南京云科芝生健康科技有限公司 一种采集部件及具有该采集部件的贝类采集设备
CN108157309B (zh) * 2018-05-14 2018-07-31 烟台工程职业技术学院 一种河蚌捕捉收集装置
JP7303548B2 (ja) * 2019-12-09 2023-07-05 株式会社森機械製作所 養殖貝の固着ばらし装置及び養殖貝固着ばらし方法

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2001093671A1 (en) 2000-05-22 2001-12-13 Aspoey Bjoern Device for harvesting of and tending to shells and for cleaning of an associated shell collector in water

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2001093671A1 (en) 2000-05-22 2001-12-13 Aspoey Bjoern Device for harvesting of and tending to shells and for cleaning of an associated shell collector in water

Also Published As

Publication number Publication date
EP1466523A2 (en) 2004-10-13
EP1466523A3 (en) 2005-07-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1023156C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het oogsten van schelpdieren.
CN1251585C (zh) 一种用网捕获和处理牡蛎以及在水中清洗该网的装置
KR20060036371A (ko) 트롤망 장치
WO2012101390A1 (fr) Chalut pour la collecte de produits de type algues vertes, hydrocarbures et autres macrodechets
CA1084267A (en) Apparatus and method for collecting shellfish and the like
NO20171632A1 (en) System and apparatus for cultivating and harvesting aquatic biomass
JP2007143535A (ja) 水草除去具および水草集束具、並びにこれらを用いた水草除去方法
US4464851A (en) Underwater harvester for marine life
JPH09187193A (ja) 貝類採取機
EP0117159A1 (fr) Filtre presse comprenant des moyens d'extraction des boues
US20150083670A1 (en) Rotating aqueous harvester
FR2627059A1 (fr) Procede et installation pour detacher la depouille ou la peau de carcasses d'animaux
BE1023421B1 (nl) Visinrichting
NL2010687C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verzamelen van schelpdieren.
NL1023830C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het oogsten van op een velachtig substraat ingevangen schelpdieren.
NL1025255C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het kweken van schelpdieren en vaartuig, in het bijzonder bestemd voor toepassing bij deze werkwijze en inrichting.
GB2252575A (en) Separating device for fishing dredge
RU2327336C1 (ru) Подборщик-погрузчик плодов бахчевых культур
NL2012580B1 (nl) Werkwijze alsmede installatie voor het invangen van mosselzaad.
NL8003088A (nl) Inrichting ten behoeve van champignonkwekerijen.
RU2365086C1 (ru) Капустоуборочная машина
NL2021762B1 (nl) Inrichting voor het houden van vis en toepassing ervan
JP2004008209A (ja) 耳吊り養殖ホタテ貝類貝殻表面洗浄方法及び洗浄装置
BE1029601B1 (nl) Verwerkingsmachine voor het verwerken van vezelplanten
JP5407481B2 (ja) 根菜類収穫機

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
PD Change of ownership

Owner name: MURRE TECHNIEK HOLDING B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: PRINS & DINGEMANSE B.V.

Effective date: 20180410

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220501