NL1023037C2 - Systeem omvattende een filter met een vervangbaar filterelement, filterelement voor gebruik in een dergelijk systeem en werkwijze voor het bepalen van een technische staat van een dergelijk vervangbaar filterelement. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: systeem omvattende een filter met een vervangbaar filterelement, filterelement voor gebruik in een dergelijk systeem en werkwijze voor het bepalen van een technische staat van een dergelijk vervangbaar filterelement.

De uitvinding heeft betrekking op een systeem omvattende een 5 filter met een vervangbaar filterelement voor het in het systeem filteren van een fluïdum, waarbij het filterelement is voorzien van een geheugen voor het daarin opslaan van een filterelementgegeven, en een besturingseenheid voor het besturen van ten minste een gedeelte van het systeem, die is ingericht voor het ontvangen van 10 het filterelementgegeven. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een filterelement voor gebruik in een dergelijk systeem. Ook heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het bepalen van een onderhoudstoestand van een vervangbaar filterelement in een systeem omvattende een filter met het filterelement, omvattende de stap van 15 het naar een besturingseenheid van het systeem verzenden van een in een geheugen van het filterelement opgeslagen filterelementgegeven. Ook heeft de uitvinding betrekking op een computerprogramma omvattende programma-instructies voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze.

20 Uit US-5 674 381 is een filterinrichting bekend met een vervangbaar filter omvattende een elektronisch filteridentificatiesysteem. Het identificatiesysteem omvat een elektronisch label op het filter en een uitleeseenheid op de filterinrichting. De uitleeseenheid is verbonden met een 25 besturingseenheid van de filterinrichting. De besturingseenheid kan een werking van het apparaat vrijgeven wanneer een filter met een juist label is aangebracht. Ook is het mogelijk dat het label een lees- en schrijfbaar geheugen omvat dat ingericht is voor het opslaan van een totaal aantal bedrijfsuren van het filter en het 30 uitschakelen van de filterinrichting wanneer het maximum aantal toegestane bedrijfsuren is bereikt.

I - 2 - H Een probleem is dat het aantal bedrijfsuren geen betrouwbare maat is voor de technische staat van het filterelement, aangezien de staat door een groot aantal gebruiksfactoren kan worden beïnvloed.

Teneinde te voorkomen dat een vervangbaar filter in een dergelijk H 5 apparaat een te.sterke mate van slijtage, ofwel vervuiling vertoont dient een grote veiligheidsmarge te worden aangehouden zodat het H apparaat in veel gevallen zal aangeven dat het filter dient te worden vervangen terwijl dit feitelijk nog niet nodig is.

Een doel van de uitvinding is om een meer betrouwbare indicatie 10 voor een staat van het filterelement te verkrijgen.

Om dit doel te bereiken is het systeem daardoor gekenmerkt, dat het systeem voorts ten minste een sensor omvat voor het meten van een respectieve fysieke grootheid in het systeem, waarbij de sensor met de besturingseenheid is verbonden voor het aan de 15 besturingseenheid verschaffen van een meetgegeven betreffende de fysieke grootheid en dat de besturingseenheid ingericht is voor het bepalen van een onderhoudsstaatgegeven uit het filterelementgegeven en het ten minste ene meetgegeven. De sensor verschaft informatie over een fysieke grootheid in het systeem, en kan bijvoorbeeld een 20 druksensor omvatten voor het meten van een druk in een in bedrijf door het filter stromend fluïdum, een sensor voor het meten van een drukverschil in bedrijf over het filterelement, een temperatuursensor voor het meten van een bedrijfstemperatuur van een onderdeel uit het systeem zoals het fluïdum, een stromingssensor 25 voor het meten van een stroomsnelheid of stroomdebiet van het in bedrijf door het filter stromende fluïdum, een verplaatsingssensor waarvoor het detecteren van een tijdens bedrijf openen of sluiten van een in het filter geïntegreerde component zoals een bypass , een sensor voor het meten van een gehalte aan in het fluïdum 30 aanwezigevervuiling, etc. Middels het meetgegeven dat daarmee door de sensor aan de besturingseenheid wordt verschaft is de besturingseenheid in staat om aan de hand van het meetgegeven en het filterelementgegeven dat uit het geheugen van het filterelement is gelezen, een meer betrouwbare indicatie van een staat van het filter 35 te verschaffen. Het filterelementgegeven kan bij voorkeur een of meer uit een groep omvattende een unieke identificatie van het filter, een filterelementtype en een traceerbaarheidscode omvatten. Uit het filterelementgegeven kan de besturingseenheid dan ook een - 3 - informatie over het filter afleiden, zo kan bijvoorbeeld uit de unieke identificatie van het filterelement of het filterelementtype een gemiddelde waarde voor een bedrijfsparameter, zoals een bedrijfsduur of bedrijfstemperatuur, maximale hoeveelheid 5 doorstroming, en dergelijke worden afgeleid, zodat de besturingseenheid op grond van het filterelementgegeven en het ten minste ene meetgegeven een betrouwbare inschatting van een staat van onderhoud, of een staat van slijtage van het filterelement kan bepalen.

10 Het fluïdum kan bijvoorbeeld een vloeistof, zoals een hydraulische olie of een brandstof zijn, echter ook een gasvormig medium zijn. Het filterelement kan dan ook elk geschikt filterelement voor filteren van een dergelijk fluïdum omvatten. Het geheugen van het filterelement kan bijvoorbeeld een 15 halfgeleidergeheugen omvatten, waarbij dit zowel een geheugen kan zijn dat alleen leesbaar is, als een geheugen dat zowel leesbaar als herschrijfbaar is. De besturingseenheid kan een op zich bekende verwerkingseenheid, zoals een microprocessor, microcomputer of andere rekeneenheid omvatten, en wordt voorzien van 20 programmainstructies voor het bepalen van het onderhoudsstaatgegeven uit het filterelementgegeven en het meetgegeven. Deze bepaling zal uiteraard afhankelijk zijn van de aard van het meetgegeven of de meetgegevens, en het filterelementgegeven, echter zullen deze wanneer het filterelementgegeven en het ten minste ene meetgegeven 25 aan de vakman bekend zijn, met op zich bekende programmastappen worden geïmplementeerd. Als alternatief is het uiteraard ook mogelijk dat de besturingseenheid geschikte hardware omvat voor het bepalen van het onderhoudsstaatgegeven uit het filterelementgegeven en het meetgegeven. Het onderhoudsstaatgegeven kan elke informatie 30 met betrekking tot een staat van het filterelement bevatten. Zo kan het onderhoudsstaatgegeven bijvoorbeeld een vervuiling van filter, een te verwachten resterend aantal bedrijfsuren, een door het filter opgenomen hoeveelheid partikels, of elk ander gegeven met betrekking tot een toestand van het filterelement bevatten. Uiteraard is het 35 binnen het kader van de uitvinding ook mogelijk dat het onderhoudsstaatgegeven een gegeven over een staat van het filterelement en een gegeven met betrekking tot de identificatie van het filterelement omvat zodat daarmee een relatie tussen het 10 23037 Η - 4 - Η onderhoudsstaatgegeven en het bepaalde filterelement vastligt. Het H gegeven met betrekking tot de identificatie van het filterelèment H kan daarbij zijn bepaald uit het filterelementgegeven en het gegeven H over de start van onderhoud, uit het meetgegeven of het 5 filterelementgegeven of uit deze beiden. Het vervangbare H filterelement kan een deel van het filter, zoals een onderdeel met een filterpatroon omvatten, echter is het ook mogelijk dat het filterelement het gehele filter omvat.

Bij voorkeur is de besturingseenheid voorts ingericht voor het 10 uit het onderhoudsstaatgegeven bepalen van een gebruiksgegeven voor het filterelement, dat in een geheugen van het filterelement en/of het besturingssysteem op te slaan is, en voor het opslaan van het gebruiksgegeven in het geheugen van het filterelement en/of besturingssysteem. Uit het onderhoudsstaatgegeven kan aldus een 15 gebruiksgegeven worden afgeleid, dat bijvoorbeeld een deel van het I onderhoudsstaatgegeven omvat. In het algemeen is de ruimte voor het opslaan van gegevens in het geheugen in het filterelement beperkt, zodat het gebruiksgegeven in het algemeen een gegeven zal zijn dat relatief weinig geheugenruimte behoeft, echter is het uiteraard ook 20 mogelijk dat het gebruiksgegeven overeenstemt met het onderhoudsstaatgegeven. Door het gebruiksgegeven, en dus gegevens I met betrekking tot de staat, de gebruikshistorie, kritische I gebruikscondities die zijn opgetreden, foutmeldingen die uit de H onderhoudsstaatgegevens zijn afgeleid, etc. in het geheugen van het I 25 filterelement en/of het besturingssysteem op te slaan is het I mogelijk een historie van het filterelement, en het gebruik daarvan, te herleiden. Dit betekent dat na te gaan is, afhankelijk van de I inhoud van de in het geheugen opgeslagen gebruiksgegevens, onder welke condities en waar het filterelement is gebruikt, zodat 30 bijvoorbeeld in geval van een aansprakelijk stellen van de leverancier van het filterelement, bij een schade aan een onderdeel van het systeem, kan worden nagegaan of het filterelement naar behoren is gebruikt, dan wel bijvoorbeeld aan extreme gebruiksconditie buiten een normaal werkingsgebied blootgesteld is 35 geweest.

Bij voorkeur omvat het filterelementgegeven althans een gedeelte van het in het geheugen opgeslagen gebruiksgegeven. Daarmee is het mogelijk dat het filterelementgegeven, dat door de 4 Λ OQ Π Q 7 niebruikt bij het bepalen jegevens met betrekking tot :gegeven, of althans het : bij het bepalen van het lat het alleen bepaald wordt uit in hoofdzaak tevens uit (een deel van) Lagen gegevens met onde rhouds staatgegeven j van een bepaling van het ïgezien niet alleen :uatie (zoals aangegeven ir tevens op basis van jnt opgeslagen gegevens die opgetreden foutcondities, men omvatten. Wanneer het moment aan een te hoge jotgesteld dan zou dit tot : geheugen van het kunnen leiden waarbij is litie die buiten een :sgevonden. Aangezien bij itgegeven de in het kunnen worden meegenomen, mderhoudsstaatgegeven deze meegenomen. Dit zal er ierhoudsstaatgegeven eerder Llterelement aangeeft dan i kritische treden.

ur een of meer uit een t systeem voor het filterelement is of was yen van een status van het Dr het aangeven van een rie van het filterelement.

I De besturingseenheid is bij voorkeur voorts ingericht voor het vergelijken van ten minste een gedeelte van het gebruiksgegeven en of het filterelementgegeven met gegevens in een tabel die voor de besturingseenheid toegankelijk zijn, en het opslaan van tenminste 5 het gedeelte van het gebruiksgegeven en het filterelementgegeven in de tabel, wanneer genoemd gedeelte niet overeenstemt met een meest recent gegeven in de tabel. Op deze wijze kan het door de besturingseenheid, en daarmee door het systeem informatie met betrekking tot het filterelement worden bijgehouden. Zo zou uit de 10 gegevens die in de tabel zijn opgeslagen kunnen worden afgeleid wanneer er bijvoorbeeld een vervanging van het filterelement heeft plaatsgevonden. Op dat moment namelijk zullen de filterelementgegevens niet meer overeenstemmen met die in de tabel, zodat nieuwe gegevens in de tabel worden geschreven. De gegevens 15 worden bij voorkeur chronologisch in de tabel opgenomen, zodat opeenvolgende veranderingen uit de tabel kunnen worden uitgelezen. Bij voorkeur omdat de tabel eveneens gegevens met betrekking tot de datum en tijd van optreden van de verandering, zodat gebeurtenissen die tot het invoegen van nieuwe gegevens in de tabel hebben geleid 20 achteraf nauwkeurig traceerbaar zijn. De vergelijking kan worden uitgevoerd op basis van bijvoorbeeld een identificatie van het filterelement, zodat kan worden aangegeven dat een nieuw filterelement is geplaatst op basis van een optreden van een foutconditie, alarmconditie, kritische bedrijfsconditie e.d. zodat 25 het voorkomen van een dergelijke conditie in de tabel kan worden geregistreerd. Een voordeel van het opslaan van de gegevens in, of toegankelijk voor de besturingseenheid, is dat wanneer er een fout zou optreden, die veroorzaakt is door een niet naar behoren functionerend filterelement, of een filterelement van een ander type 30 of een andere herkomst, een bedrijver van het systeem ertoe zou kunnen overgaan het onjuiste of defecte filterelement door een juist filterelement te vervangen om daarmee verkeerd onderhoud of verkeerd gebruik te verdoezelen. Dit kan later worden achterhaald doordat ten minste een deel van de filterelementgegevens en/of gebruiksgegevens 35 in de tabel in de besturingseenheid opgeslagen is, zodat een dergelijk vervangen van het filterelement eveneens traceerbaar is. Ook zouden bijvoorbeeld de kritische gebruikscondities die buiten een normaal bedrijf van het systeem liggen in het geheugen van het - 7 - I filterelement en in de tabel kunnen worden opgeslagen, zodat ook I deze gegevens na een vervangen van het filterelement in het systeem I opvraagbaar blijven.

I Bij voorkeur omvat het filterelementgegeven een typecode voor I 5 het identificeren van een filterelementtype, en is de besturings- I eenheid ingericht voor het vergelijken van de typecode met een lijst I met geaccepteerde filterelementtypen en het genereren van een I foutmelding in het geval dat de typecode niet voorkomt in de lijst I met geaccepteerde filterelementtypen. Aldus kan op eenvoudige wijze I 10 een foutmelding worden gegenereerd wanneer een filterelement van een I onjuist type in het systeem is geplaatst.

I Bij voorkeur omvat het onderhoudsstaatgegeven en/of I gebruiksgegeven een statuscode en omvat de besturingseenheid I middelen voor het genereren van een alarmbericht wanneer de I 15 statuscode een tevoren bepaalde waarde heeft. Daarmee kan op I eenvoudige wijze een alarmbericht worden gegenereerd wanneer I bepaalde condities optreden.

I Bij voorkeur omvat het systeem voorts een uitleeseenheid die verbonden is met de besturingseenheid voor het weergeven van het 20 onderhoudsstaatgegeven. Het onderhoudsstaatgegeven kan op deze wijze op een gebruiksvriendelijke wijze worden weergegeven aan I bijvoorbeeld een gebruiker van het systeem, of een persoon die onderhoud aan het systeem uitvoert. Het onderhoudsstaatgegeven kan afhankelijk van de aard daarvan numeriek, grafisch of in een 25 combinatie daarvan worden weergegeven. Uiteraard zal duidelijk zijn dat het onderhoudsstaatgegeven een enkel gegeven, echter ook een hoeveelheid aan gegevens, zoals parameters, statusinformatie etc.

kan omvatten.

Bij voorkeur omvat hét systeem een communicatiemiddel voor het 30 verzenden van het onderhoudsstaatgegeven. Daarmee is het mogelijk H via het communicatiemiddel op afstand inzicht te krijgen in een werking, behoefte aan onderhoud en/of toestand van het systeem zodat bijvoorbeeld bij een systeem dat ook moeilijk bereikbaar is of op afstand is geplaatst, eenvoudig inzicht in de toestand daarvan te 35 verkrijgen is.

De werkwijze volgens de uitvinding is daardoor gekenmerkt, dat de werkwijze voorts de stappen omvat van het door de besturingseenheid ontvangen van een meetgegeven dat informatie I- 8 - verschaft over een door een sensor gemeten fysieke grootheid in het systeem, en het door de besturingseenheid bepalen van een onderhoudsstaatgegeven uit het filterelementgegeven en het ten minste ene meetgegeven.

5 De werkwijze omvat voorts bij voorkeur de verdere stappen van het uit het onderhoudsstaatgegeven bepalen van een gebruiksgegeven voor het filterelement, dat in een geheugen van het filterelement en/of het besturingssysteem op te slaan is, en het opslaan van het gebruiksgegeven in het geheugen van het filterelement en/of het 10 besturingssysteem.

Het filterelementgegeven omvat bij voorkeur althans een gedeelte van het in het geheugen opgeslagen gebruiksgegeven.

Uiteraard zal duidelijk zijn dat de werkwijze volgens de uitvinding eveneens de verdere aspecten en voorkeursuitvoerings-15 vormen zoals beschreven aan de hand van het systeem volgens de uitvinding kan omvatten.

De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin een niet-beperkend uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is weergegeven, waarin: 20 Fig. 1 een blokschema van een systeem volgens de uitvinding toont; en

Fig. 2A-C een stroomschema tonen dat de werking van het systeem volgens fig. 1 en een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding toont.

25 Fig. 1 toont een filter 1 met een vervangbaar filterelement 2 dat voorzien is van een geheugen, in dit voorbeeld een identificatiechip 3. De identificatiechip 3 kan worden uitgelezen via een antenne 4 die verbonden is met een uitleeseenheid 5. De uitleeseenheid 5 is daarbij bij voorkeur tevens in staat een of meer 30 gegevens via de antenne 4 naar de identificatiechip 3 te verzenden voor het opslaan van deze gegevens in een geheugen van de identificatiechip. De identificatiechip 3 is opgenomen in het filterelement 2. Het systeem omvat voorts een besturingseenheid 6 die met de uitleeseenheid 5 is verbonden voor het uitwisselen van 35 gegevens. De besturingseenheid 6 is voorts, in dit uitvoeringsvoorbeeld via een communicatiebus 7, verbonden met een of meer uitleeseenheden 8 zoals meetversterkers voor het uitlezen van een meetgegeven van een sensor 9. De sensor 9 kan een sensor voor een - 9 - I drukverschil, een temperatuur, een gehalte aan vervuiling, zoals I water, een doorstromingssnelheid, een openen van een bypass, een I teller voorvervuilingsdeeltjes, etc. omvatten. Het systeem kan I voorts verbonden zijn met een communicatiemiddel zoals een I 5 communicatie-eenheid 10 die een bussysteem, een display, een I personal computer, een zgn. mens-machineinterface, een mobiele I telefoonverbinding (bijvoorbeeld bluetooth, draadloos, enz.), een I intranet of het internet kan omvatten. Via de communicatie-eenheid I 10 is dan ook mogelijk om gegevens uit te wisselen met een gebruiker I 10 of een ander systeem.

I Uiteraard zal duidelijk zijn dat binnen het kader van de uitvinding I vele alternatieven mogelijk zijn, zoals kan het geheugen in het I filterelement 2 op elke geschikte wijze door de besturingseenheid 6 I worden uitgelezen, en kan de sensor of sensoren 9 op elke geschikte I 15 wijze met de besturingseenheid 6 zijn verbonden. Tevens is het I mogelijk dat het uitwisselen van de gegevens tussen de sensoren 9 en I de besturingseenheid 6 en tussen de communicatie-eenheid 10 en I besturingseenheid 6 via eenzelfde verbinding, zoals een bussysteem I plaatsvindt.

I 20 De werking van het systeem is als volgt. Door de sensoren 9 wordt via de meetversterkers 8 en de bus 7 continu, periodiek of op I verzoek van de besturingseenheid 6, meetgegevens aan de I besturingseenheid 6 doorgegeven. Tevens ontvangt de besturingseenheid 6 van de uitleeseenheid 5 een filterelementgegeven I 25 dat door de uitleeseenheid 5 uit de identificatiechip 3 is H uitgelezen. De besturingseenheid 6 bepaalt nu uit ten minste een meetgegeven en uit het filterelementgegeven een onderhoudsstaatgegeven met betrekking tot het filterelement 2. Het onderhoudsstaatgegeven kan via de communicatie-eenheid 10 worden 30 weergegeven, via een communciatiemiddel, zoals een mobiele telefoonverbinding, een netwerk of bussysteem worden doorgegeven, etc. Ook is het mogelijk dat de besturingseenheid 6 op grond van het onderhoudsstaatgegeven via een niet-getoonde actuator een verandering in het systeem teweeg brengt, die bijvoorbeeld leidt tot 35 een veranderen van een bedrijfsdruk op het filterelement 2, een veranderen van een stroomsnelheid door het filterelement 2, etc. Ook H kan de besturingseenheid 6 uit het onderhoudsstaatgegeven een I gebruiksgegeven afleiden dat via de uitleeseenheid 5 en de antenne 4 in het geheugen van de identificatiechip 3 wordt opgeslagen.

Aan de hand van fig. 2A-C zal de werking van het systeem en de werkwijze nu in detail worden beschreven. Bij stap 100 wordt een 5 filterelementgegeven, zoals een identificatie (ID) van het filterelement uitgelezen. Vervolgens wordt in stap 110 indien er geen identificatie in het filterelement aanwezig is een foutmelding van een eerste type gegenereerd terwijl, indien dit wel het geval is doorgegaan wordt met stap 120. In stap 120 wordt het elementtype 10 uitgelezen, dit kan bijvoorbeeld gebeuren door opnieuw een filterelementgegeven uit het filterelement uit te lezen, echter is het ook mogelijk dat bij stap 100 het filterelementgegeven dat uitgelezen is meerdere gegevens omvat en dat het filterelementtype al in deze gegevens opgenomen is. Vervolgens wordt in stap 130 15 nagegaan of het filterelementtype overeenkomt met een type dat opgenomen is in een eerste tabel. Wanneer dit het geval is wordt bij stap 140 doorgegaan met stap 150 en wanneer dit niet het geval is wordt een foutmelding van een tweede type gegenereerd. Bij stap 150 wordt nagegaan of het filterelement een geheugen omvat dat zowel 20 leesbaar als schrijfbaar is. Indien dit niet het geval is wordt doorgegaan met stap 240 en indien dit wel het geval is wordt doorgegaan met stap 170. In stap 170 wordt een filterelementgegeven uitgelezen dat bestaat uit een of meer onveranderlijke in het geheugen van het filterelement opgeslagen gegevens en 25 gebruiksgegevens voor het filter die eerder bepaald zijn en die eerder in het filterelement zijn opgeslagen. Vervolgens worden in stap 180 deze uitgelezen gegevens vergeleken met een tweede tabel. Wanneer in stap 190 blijkt dat de gegevens overeenstemmen dan wordt doorgegaan met stap 220, terwijl, wanneer blijkt dat de gegevens 30 niet overeenstemmen doorgegaan wordt met stap 200. Bij stap 200 wordt een nieuw filterelementgegeven gegenereerd. Deze situatie kan optreden wanneer er een verandering heeft plaatsgevonden, zoals bijvoorbeeld een vervangen van het filterelement, echter is het ook mogelijk dat een dergelijke situatie optreedt wanneer een relevant 35 gewijzigd gebruiksgegeven in het geheugen van het filterelement is opgeslagen. Het gewijzigde filterelementgegeven kan vervolgens in stap 210 worden opgeslagen in de respectieve tabel en/of in het geheugen van het filterelement en/of de besturingseenheid, waarna - 11 - I wordt doorgegaan met stap 220. Bij stap 220 wordt uit het filterelementgegeven een status bepaald en wanneer de status niet in orde is wordt een foutmelding van een derde type gegenereerd.

Wanneer de status wel in orde blijkt te zijn wordt doorgegaan met 5 stap 240. Bij stap 240 wordt wederom nagegaan of het filterelement een lees- en schrijfbaar geheugen omvat en indien dit het geval is wordt doorgegaan met stap 250. Indien dit niet het geval is wordt doorgegaan met stap 290. In stap 250 wordt het ten minste ene meetgegeven van de ten minste ene sensor gelezen en geïnterpreteerd, 10 en wordt daaruit een onderhoudsstaatgegeven en een gebruiksgegeven bepaald. Het gebruiksgegeven wordt vervolgens bij stap 260 in het geheugen van het filterelement geschreven. Vervolgens wordt een status van het element bepaald bij stap 270, zoals onderstaand aan de hand van enige voorbeelden zal worden toegelicht. Bij stap 280 15 wordt vervolgens teruggekeerd naar stap 240 indien de status in orde is en doorgegaan met stap 300 indien de status niet akkoord bevonden is. Bij stap 300 wordt de status van het filterelement in het geheugen van het filterelement geschreven en wordt vervolgens een foutmelding van het derde type gegenereerd. Wanneer bij stap 280 20 blijkt dat de status van het element in orde is, dat wil zeggen dat er geen bijzondere bedrijfscondities zijn opgetreden dan wordt teruggekeerd naar stap 240. De stappen 240, 250, 260, 270 en 280 vormen daarmee een lus die herhaald wordt waarbij telkens meetgegevens worden ingelezen, onderhoudsstaatgegevens bepaald, 25 gebruiksgegevens bepaald en in het geheugen van het filterelement opgeslagen en vervolgens de status van het filterelement wordt bepaald. De lus kan door een stopopdracht worden onderbroken zoals aangegeven met stap 290 zodat de procedure wordt geëindigd. Bij genereren van defoutmelding van het eerste, tweede en/of derde type 30 worden deze foutmeldingen vervolgens in de tweede tabel geschreven zoals aangegeven bij stap 310 en wordt vervolgens bij stap 320 een alarmmelding gegenereerd waarna de procedure bij stap 330 wordt afgesloten.

De stappen zoals beschreven aan de hand van fig. 2A, 2B, 2C 35 kunnen worden uitgevoerd door geschikte verwerkingsmiddelen zoals een microcontroller, microprocessor of andere programmeerbare bouwstenen die van geschikte programma-instructies voor het uitvoeren van de stappen wordt voorzien. Het bepalen van het

Ionderhoudsstaatgegeven uit het meetgegeven en het filterelementgegeven zal afhankelijk zijn van de aard van de toepassing, de soort sensoren die wordt gebruikt, e.d., echter zal de vakman op basis van het bovenstaande voor een bepaalde toepassing 5 eenvoudig een geschikte algoritme voor het bepalen van een onderhoudsstaatgegeven kunnen vaststellen.

Waar in dit document gesproken wordt over een gegeven, zoals een filterelementgegeven, een meetgegeven, een gebruiksgegeven e.d. zal duidelijk zijn dat daarmee niet alleen een enkel gegeven, zoals 10 éen enkele meetwaarde, een enkele statuscode of statusbit, een enkele analoge meetwaarde of dergelijke wordt bedoeld, echter dat onder het begrip gegeven ook een combinatie van twee of meer verschillende gegevens dient te worden begrepen.

Met het systeem en de werkwijze volgens de uitvinding is het 15 aldus mogelijk om informatie over een goede werking van het filterelement alsmede informatie over het filterelement te verkrijgen en tevens op basis van de uit deze gegevens verkregen onderhoudsstaatgegevens informatie in het geheugen van het filterelement op te slaan zodat deze bij latere bepalingen van een 20 onderhoudsstaatgegeven mee in overweging kunnen worden genomen. Uit de onderhoudsstaatgegevens, of daaruit voortvloeiende alarmmeldingen en foutcodes kunnen eveneens in de besturingseenheid, of toegankelijk voor de besturingseenheid, worden opgeslagen zodat eveneens in het systeem waar de besturingseenheid deel van uitmaakt 25 na te gaan is welke gebeurtenissen zich hebben voorgedaan. Dit betekent bijvoorbeeld dat ook na een uitwisselen van het filterelement in het systeem informatie over gebeurtenissen die daarvoor hebben plaatsgevonden in het systeem aanwezig blijven. In het bijzonder wanneer het Systeem wordt gecombineerd met een 30 communicatiemiddel voor het naar een andere locatie overbrengen van onderhoudsstaatgegevens of een gedeelte daarvan, statusgegevens, alarmmeldingen en dergelijke kan een zeer betrouwbaar en traceerbaar systeem worden verkregen aangezien gegevens met betrekking tot een bedrijfsconditie van het systeem en het filterelement in het 35 bijzonder, worden opgeslagen in zowel het systeem als het filterelement, als ook via het communicatiemiddel worden verzonden naar een eenheid die zich op afstand bevindt, van waaruit afhankelijk van de verkregen gegevens desgewenst actie kunnen worden - 13 - opgestart. Uiteraard is het ook mogelijk dat gegevens vanuit een controle-eenheid, besturingseenheid e.d. via het communicatiemiddel worden verzonden naar de besturingseenheid om daarmee bijvoorbeeld een verloop van de in de besturingseenheid lopende processen en 5 stappen te beïnvloeden. Een dergelijk systeem zou bijvoorbeeld zeer goed toepasbaar zijn voor een hydraulisch systeem in een windmolen die in een windmolenpark, bijvoorbeeld op zee is geplaatst, zodat gegevens met betrekking tot een toestand van het filter, zoals een vervuiling, een hoeveelheid opgenomen vocht, of elke andere 10 relevante parameter die van invloed kan zijn op een beslissing tot I vervangen van het filterelement zowel in het systeem en het I filterelement wordt opgeslagen als ook via in dit geval bijvoorbeeld

I een mobiele telefoonverbinding zoals een GSM, GPRS of een UMTS

I verbinding of via het internet/intranet naar een bewakingseenheid, I 15 zoals een controlekamer worden verzonden.

I Onderstaand zullen enkele toepassingsvoorbeelden van de I uitvinding worden gegeven: I In een eerste voorbeeld omvat het filterelement een I identificatie chip met een geheugen dat herschrijfbaar is en omvat I 20 het systeem een temperatuur- en druksensor. Uit een drukval over het I filterelement in combinatie met een temperatuur van het fluïdum kan I een mate van vervuiling van het filterelement worden afgeleid. In I het geheugen in het filterelement kunnen gegevens worden opgeslagen I met betrekking tot een minimale en maximale temperatuur, een 25 maximaal gemeten drukverschil over het filterelement en een mate van verzadiging van het element of het al dan niet volledig verzadigd zijn van het element. De in het filterelement opgeslagen gegevens I kunnen eveneens gebruikt worden bij het bepalen van het onderhoudsgegeven zodat het mogelijk is de kwaliteit en staat van 30 het element te beoordelen op basis van de historie van het I betreffende filterelement, ook wanneer bijvoorbeeld het filterelement van systeem naar systeem is overgeplaatst. Op deze manier is het mogelijk de levensduur van het filterelement maximaal H te benutten dat enerzijds niet vroegtijdig tot vervangen van het 35 element over hoeft te worden gegaan terwijl anderzijds een volledig vervuilen van het filterelement, ook wanneer dit bijvoorbeeld van systeem naar systeem is overgeplaatst, op een betrouwbare wijze kan H worden gedetecteerd. De druksensor kan overigens in het filter zelf a n oo r» o -? I zijn ondergebracht of in een of meer delen van het systeem die met het filter in verbinding staan.

In een tweede uitvoeringsvoorbeeld omvat het filterelement een herschrijfbaar geheugen en omdat het systeem meerdere sensoren voor 5 het registreren van specifieke grootheden. De sensoren kunnen bijvoorbeeld vervuilingssensoren omvatten voor het meten van een hoeveel heid vervuilingsdeeltjes in het fluïdum, of een vochtsensor voor het meten van een hoeveelheid vocht in het fluïdum. Tevens kunnen in dit uitvoeringsvoorbeeld de bovengenoemde temperatuur- en 10 druksensor aanwezig zijn. Aan de hand van de meetgegevens verkregen uit de diverse sensoren kan middels een geschikt algorithme dat in bijvoorbeeld een computer is geprogrammeerd, een voorspelling over de technische gebruikstoestand van het filterelement op dat moment worden gedaan, zodat daaruit een onderhoudsgegeven kan worden 15 afgeleid. Ook hier wordt alle informatie in het geheugen van het filterelement geschreven waardoor het mogelijk wordt de technische kwaliteit, en dus het onderhoudsgegeven van het element te bepalen op basis van de gemeten meetgrootheden en op basis van de in het geheugen van het filterelement opgeslagen historische gegevens.

Claims (16)

1. Systeem omvattende I - een filter met een vervangbaar filterelement voor het in het I 5 systeem filteren van een fluïdum, waarbij het filterelement is I voorzien van een geheugen voor het daarin opslaan van een I filterelementgegeven, en I - een besturingseenheid voor het besturen van ten minste een I gedeelte van het systeem, die is ingericht voor het ontvangen van I 10 het filterelementgegeven, I met het kenmerk, dat het systeem voorts ten minste een sensor omvat I voor het meten van een respectieve fysieke grootheid in het systeem, I waarbij de sensor met de besturingseenheid is verbonden voor het aan I de besturingseenheid verschaffen van een meetgegeven betreffende de I 15 fysieke grootheid en. dat de besturingseenheid ingericht is voor het I bepalen van een onderhoudsstaatgegeven uit het filterelementgegeven I en het ten minste ene meetgegeven.

2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de I 20 besturingseenheid voorts ingericht is voor het uit het I onderhoudsstaatgegeven bepalen van een gebruiksgegeven voor het I filterelement, dat in een geheugen van het filterelement en/of het I besturingssysteem op te slaan is, en voor het opslaan van het I gebruiksgegeven in het geheugen van het filterelement en/of het I 25 besturingssysteem.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het I filterelementgegeven althans een gedeelte van het in het geheugen opgeslagen gebruiksgegeven omvat. I 30

4. Systeem volgens een van voorgaande conclusies, met het kenmerk, I dat het filterelementgegeven een of meer uit een groep omvattende I een unieke identificatie van het filterelement, een filterelementtype, en een traceerbaarheidscode omvat. 35

5. Systeem volgens een van de conclusies 2-4, met het kenmerk, dat het gebruiksgegeven een of meer uit een groep omvattende een identificatie van het systeem voor het identificeren van het systeem Η waarin het filterelement is of was geplaatst, een status codè voor het aangeven van een status van het filterelement en een H kwaliteitsgegeven voor het aangeven van een gebruikstoestand of H gebruikstoestandhistorie van het filterelement omvat.

6. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, met het H kenmerk, dat de sensor een of meer uit een groep omvattende een druksensor voor het meten van een druk in een in bedrijf door het H filter stromend fluïdum, een sensor voor het meten van een 10 drukverschil in bedrijf over het filterelement, een H temperatuursensor voor het meten van een bedrijfstemperatuur van een H onderdeel uit het systeem, een stromingssensor voor het meten van een stroomsnelheid of stroomdebiet van het in bedrijf door het filter stromend fluïdum, een verplaatsingssensor voor het detecteren 15 van een tijdens bedrijf openen of sluiten van een in het filter geïntegreerde component, zoals een bypass , en een sensor voor het meten van een gehalte aan in het fluïdum aanwezige vervuiling omvat.

7. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk, dat de besturingseenheid voorts ingericht is voor: het vergelijken van ten minste een gedeelte van het gebruiksgegeven en of het filterelementgegeven met gegevens in een tabel die voor de besturingseenheid toegankelijk zijn, en het opslaan van tenminste het gedeelte van het gebruiksgegeven I 25 en het filterelementgegeven in de tabel, wanneer genoemd gedeelte I niet overeenstemt met een meest recent gegeven in de tabel.

8. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, met het I kenmerk, dat het filterelementgegeven een typecode omvat voor het 30 identificeren van een filterelementtype, en dat de besturingseenheid ingericht is voor het vergelijken van de typecode met een lijst met I geaccepteerde filterelementtypen en het genereren van een foutmelding in het geval dat de typecode niet voorkomt in de lijst met geaccepteerde filterelementtypen. I 35

9. Systeem volgens een van de conclusies 2-8, met het kenmerk, dat I het onderhoudsstaatgegeven en/of het gebruiksgegeven een statuscode I omvat, en dat de besturingseenheid middelen omvat voor het genereren - 17 - I van een alarmbericht wanneer de statuscode een tevoren bepaalde. I waarde heeft.

10. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, met het I 5 kenmerk, dat het systeem voorts een uitleeseenheid omvat die I verbonden is met de besturingseenheid voor het weergeven van het I onderhoudsstaatgegeven.

11. Systeem volgens een van dé voorgaande conclusies, met het I 10 kernmerk, dat het systeem een communicatiemiddel omvat voor het I verzenden van het onderhoudsstaatgegeven.

12. Filterelement voor gebruik in een systeem volgens een van de I voorgaande conclusies. I 15

13. Werkwijze voor het bepalen van een onderhoudstoestand van een I vervangbaar filterelement in een systeem omvattende een filter met het filterelement, omvattende de stap van: I - het naar een besturingseenheid van het systeem verzenden van 20 een in een geheugen van het filterelement opgeslagen filterelementgegeven, met het kenmerk, dat de werkwijze voorts de stappen omvat van: - het door de besturingseenheid ontvangen van een meetgegeven dat H informatie verschaft over een door een sensor gemeten fysieke 25 grootheid in het systeem; en - het door de besturingseenheid bepalen van een onderhoudsstaatgegeven uit het filterelementgegeven en het ten minste ene meetgegeven.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, gekenmerkt door de verdere stappen van: - het uit het onderhoudsstaatgegeven bepalen van een gebruiksgegeven voor het filterelement, dat in een geheugen van het filterelement en/of het besturingssysteem op te slaan is; en 35. het opslaan van het gebruiksgegeven in het geheugen van het filterelement en/of het besturingssysteem. I - 18 -

15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat het filterelementgegeven althans een gedeelte van het in het geheugen opgeslagen gebruiksgegeven omvat.

16. Computerprogramma omvattende programma instructies voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een van de conclusies 13 - 15.