NL1022656C2 - Inrichting voor het tonen van voorwerpen. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting voor het tonen van voorwerpen

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het tonen van voorwerpen, zoals een winkelmeubel, een rek of kast, omvattende een aantal boven elkaar opgestelde, in hoofdzaak liggende schappen die elk zijn voorzien van een tussen een voor- en achterrand van het schap gelegen 5 voorwerpopstelvlak voor het daarop opstellen van voorwerpen, waarbij de voorranden en de achterranden van de schappen respectievelijk een voorvlak en een achtervlak van het winkelmeubel definiëren, en welk voor-en achtervlak tussen opeenvolgende schappen aanwezige schappenruimtes begrenzen.

10 In deze aanvrage wordt de inrichting voor het tonen van voorwerpen ook wel kortweg een winkelmeubel genoemd. Dergelijke winkelmeubels zijn algemeen bekend en maken bijvoorbeeld deel uit van het interieur in winkels, warenhuizen en supermarkten. Een deel van het bovenvlak van de schappen, het voorwerpopstelvlak genoemd, is 15 gereserveerd voor het opstellen van voorwerpen, zoals bijvoorbeeld producten, bijvoorbeeld voor het aanbieden aan klanten. De schappen zijn in hoofdzaak liggend georiënteerd en boven elkaar gepositioneerd, zodat de beschikbare ruimte efficiënt wordt benut. Meestal is het benedenste schap ongeveer op het niveau van de vloer gepositioneerd en het bovenste schap 20 ongeveer op ooghoogte of iets hoger, zodat de in een schappenruimte op de voorwerpopstelvlakken opgestelde voorwerpen, voor een klant goed bereikbaar zijn. De schappenruimtes worden aan de boven- en onderzijde begrensd door de schappen, en aan de achter- en voorzijde door respectievelijk een achter- en voorvlak, dat respectievelijk de achterranden 25 en de voorranden van de schappen met elkaar verbindt.

Ten einde de schappenruimtes en de eventueel daarin opgestelde voorwerpen goed zichtbaar te maken, worden bij een tekort aan direct zon-en/of buitenlicht elektrische lichtbronnen toegepast, bijvoorbeeld in een vóór I Π 2 2 6 5 6 H het voorvlak van de winkelmeubel aan het plafond of aan een vooruitstekend gedeelte aan de bovenzijde van het winkelmeubel bevestigde armatuur, zodat een op het meubel gerichte lichtbundel via het voorvlak de schappenruimte en de daarin opgestelde voorwerpen verlicht.

5 Echter, aangezien de schappen in hoofdzaak liggend zijn georiënteerd, verlicht de van het armatuur afkomstige lichtbundel slechts het voorste gedeelte van de schappenruimte. Het resterende gedeelte van de schappenruimte bevindt zich enigszins in de schaduw van het erboven gepositioneerde schap. Naarmate de hoogteverschillen tussen de schappen 10 verminderen, neemt bovenstaand effect toe. Hierdoor zijn voorwerpen die meer in de richting van de achterrand zijn opgesteld minder goed zichtbaar, I zodat het voorwerp minder prominent kan zijn opgesteld en een klant I daarom minder snel geneigd kan deze het voorwerp aan te schaffen. Ook I kan een klant vanwege de niet-uniforme lichtverdeling in de I 15 schappenruimtes het voorwerp of artikel gemakkelijker over het hoofd zien.

In beide gevallen vormt dit een potentiële omzetdaling die niet aantrekkelijk is voor de ondernemer die de voorwerpen in het winkelmeubel aanbiedt.

I Het plaatsen van een lichtbron vóór het meubel op een lager niveau 20 dan het plafond, bijvoorbeeld op ooghoogte, brengt over het algemeen tijdens potentiële aankoopmomenten geen verbetering van de lichtomstandigheden H in de schappenruimtes teweeg, aangezien een potentiële klant tussen de I lichtbron en de aangeboden voorwerpen instaat. De klant beziet de voorwerpen in zijn eigen schaduw. Bovendien vindt men het niet prettig bij H 25 het achterom kijken geconfronteerd te worden met een direct in de ogen I schijnende lichtbron.

I In sommige winkelmeubel zijn daarom lichtbronnen aangebracht I in de schappenruimtes, bijvoorbeeld nabij de voorrand aan het ondervlak van een schap, waarbij de lichtbundel in de richting van het voorvlak is I 30 afgeschermd, zodat de bundel een potentiële klant niet direct in het gezicht I ;'/'??>"« 3 schijnt. Hoewel op deze manier de schappenruimte beter wordt verlicht vereist deze aanpak kostbare investeringen, omdat evenzovele lichtbronnen als schappenruimten moeten worden aangeschaft, geïnstalleerd en bij falen moeten worden vervangen. Bovendien is het door de beperkte beschikbare 5 ruimte bij de schappen lastig of onmogelijk de bij de lichtbronnen behorende optiek te optimaliseren.

Voorts beïnvloedt de warmte die door de lichtbronnen wordt gegenereerd het opgestelde voorwerp. In het bijzonder kan dit nadelige effecten hebben voor voorwerpen in schappenruimtes die actief worden 10 gekoeld, zoals in een koelvitrine. Daar komt nog bij dat het plaatsen van lichtbronnen in gekoelde ruimtes uit energetisch oogpunt niet aantrekkelijk is, aangezien de door de lichtbronnen ontwikkelde warmte een extra belasting vormen voor de koelinrichting.

De uitvinding beoogt te voorzien in een inrichting voor het tonen 15 van voorwerpen waarbij bovengenoemde nadelen worden tegengegaan. In het bijzonder beoogt de uitvinding een inrichting te verkrijgen waarbij met behulp van een gering aantal lichtbronnen een betere lichtverdeling in de schappenruimten wordt verkregen. Daartoe is tenminste één der schappen nabij of aan zijn voorrand voorzien van tenminste één optisch redirectief 20 element voor het naar het achtervlak van de inrichting richten van een op het voorvlak invallende lichtbundel in een schappenruimte.

Doordat een optisch redirectief element, dat wil zeggen een optisch element dat de richting van een invallende lichtbundel wijzigt door reflectie of refractie, is voorzien nabij of aan de voorrand van een schap, wordt de op 25 het voorvlak van de inrichting invallende lichtbundel meer gericht op het achtervlak van de inrichting. In de schappenruimte ontstaat met de eventueel daarin opgestelde voorwerpen is een meer uniforme lichtverdeling verkregen.

Het opnieuw richten van de invallende lichtbundel vindt 30 bijvoorbeeld plaats door de richtingscomponent van de bundel die loodrecht 1022656 H is ten opzichte van een boven- of ondervlak van een schap in hoofdzaak te reflecteren, waarbij de richtingscomponent van de bundel die parallel is ten H opzichte het boven- of ondervlak ongewijzigd blijft. Een andere mogelijkheid voor het opnieuw richten van de invallende lichtbundel omvat het vergroten 5 van de richtingscomponent van de bundel die parallel is ten opzichte van een boven- of ondervlak van een schap. In beide gevallen richt het redirectief optisch element de bundel meer naar het achtervlak van het meubel, zodat de schappen beter wordt verlicht zonder gebruik te maken van extra lichtbronnen. Door de lichtbron buiten de schappenruimte te 10 plaatsen, kan een optimale optiek worden gekozen, omdat de ruimtelijke beperkingen praktisch zijn opgeheven.

Door het optische element op of nabij de rand van de schap op te stellen blijft de schappenruimte goed toegankelijk voor het in- en uitnemen I van voorwerpen.

15 Bij voorkeur is het optisch redirectief element tevens optische divergerend, dat wil zeggen dat een op het optische element invallende bundel zich na het passeren van het optische element sterker verbreedt dan ervoor. Hiermee wordt een lichtverdeling in de schappenruimte verkregen die nog meer uniform is, zodat ook voorwerpen die niet in de hartlijn van de 20 lichtbundel zijn geplaatst, voor de klant goed zichtbaar zijn.

I Door het optische element aan de voorrand van het schap aan te I brengen, zodat het element vanaf het schap buitenwaarts reikt, wordt een I configuratie verkregen waarbij het optische element geen ruimte op het I schap in beslag neemt, zodat het voorwerpopstelvlak zich uit kan strekken I 25 tot aan de voorrand van het schap. Hierdoor is meer oppervlak beschikbaar I voor het opstellen van voorwerpen. De oriëntatie van het element is niet I noodzakelijkerwijs parallel aan het schap, maar kan bijvoorbeeld ook op- of I neerwaarts reiken. Zo wordt in het geval van een neerwaarts reikend transparant optisch element een schuin naar beneden gerichte lichtbundel I 30 opnieuw gericht in de richting van het achtervlak in de schappenruimte I lll/Jori, 5 onder het schap waaraan het optische element is bevestigd. Wanneer de voorwerpen vanaf boven worden verlicht, zijn de voorwerpen over het algemeen tevens beter zichtbaar dan bij verlichting vanaf de onderzijde. Tegelijkertijd vermindert door het van bovenaf verlichten de hinderlijke 5 schittering op de verpakking van de voorwerpen. Verlichting vanaf de onderzijde, of zelfs vanaf beide zijden, is echter ook mogelijk.

In een voorkeursuitvoering overeenkomstig de uitvinding omvat het optische element een refractor, zoals bijvoorbeeld een prisma, voor het wijzigen van de richting van een op het optische element invallend licht.

10 Hiermee wordt bereikt dat met een relatief goedkoop en vrijwel onderhoudsvrij optisch element de richting van het invallende licht wordt gewijzigd.

Door het optische element te voorzien van opneemmiddelen voor het daarin opnemen van transparante etiketten zijn extra 15 bevestigingsmiddelen voor het aanbrengen van etiketten overbodig. De etiketten kunnen informatie met betrekking tot de op de schappen opgestelde voorwerpen bevatten, zoals bijvoorbeeld het type voorwerp of de aanschafprijs.

Bij voorkeur strekt het optische element zich langs de voorrand van 20 het schap uit, zodat de schappenruimte niet alleen vanaf de voorrand naar de achterrand en in verticale richting, maar ook zijwaarts, in de richting van de voorrand van het schap, goed is verlicht. In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de voorrand een aantal in de zijrichting uiteengeplaatste optische redirectieve elementen.

25 In een uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding omvat het optische redirectieve element een reflectief oppervlak, waarbij een invallende lichtstraal in hoofdzaak volgens de wetten van de geometrische optica wordt gereflecteerd, zodat de op het voorvlak invallende lichtbundel naar het achtervlak van het winkelmeubel wordt gericht. Door het optische 30 element met een reflectief oppervlak uit te voeren, is, evenals het geval is 1 02? R ? 6 I met de refractor, een goedkoop en nagenoeg onderhoudsvrij redigerend element verkregen.

I Door aan het ondervlak van een schap een reflectief element aan te brengen reflecteert een naar boven gerichte bundel weer naar beneden, 5 zodat door reductie van absorptie aan het ondervlak van het schap, de I schappenruimte op voordelige wijze nog beter wordt verlicht. Bovendien wordt de bovenzijde van de voorwerpen op een meer natuurlijke wijze I beschenen dan het geval zou zijn bij verlichting vanaf de onderzijde.

I Door het optische element te voorzien van een geprofileerd 10 oppervlak dat uit segmenten is op gebouwd, is het element niet alleen optisch redirectief, maar ook divergerend, zodat de bundelbreedte tijdens I propagatie na het passeren van het element sneller toeneemt dan ervoor.

Het geprofileerde, uit segmenten opgebouwde oppervlak kan zijn I aangebracht aan het oppervlak waar de lichtbundel intreedt, en/of het I 15 oppervlak waar de lichtbundel het element uittreedt, en/of het kan een I tussenoppervlak vormen in het element.

I Op voordelige wijze omvat het optische element een extrusieprofiel, zodat een goedkoop te vervaardigen element is verkregen.

In een uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding is het 20 winkelmeubel voorzien van middelen voor het koelen van de door de I voorwerpopstelvlakken gedragen voorwerpen. Ten opzichte van bekende koelmeubels waarbij in de gekoelde schappenruimte een lichtbron is I op genomen, zoals bijvoorbeeld een fluorescerende buislamp, heeft de uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding afgezien van de reeds H 25 genoemde voordelen nog een aantal niet te veronachtzamen pluspunten.

Door de uitvinding zijn de lichtbronnen in de schappenruimtes overbodig geworden, zodat vanwege het gereduceerde aantal lichtbronnen minder energie wordt verbruikt en minder onderhoud is vereist. Bovendien hebben de gangbare fluerescentielampen bij kamertemperatuur over het algemeen 30 een groter lichtrendement, en worden de koelruimtes efficiënter gekoeld, 7 aangezien de warmtegenererende lichtbronnen niet meer in deze ruimtes zijn opgesteld. Voorts bestaat bij de bekende koelmeubels gevaar voor bederf van voedingswaren die in de directe nabijheid bij de voorrand zijn opgesteld, aangezien de lichtbron de lucht plaatselijk verhit. De warmte kan zich 5 tevens verspreiden door geleiding in metalen structuren, zodat nog meer voedingswaren kunnen bederven. Daarnaast kunnen tijdens het vervangen van defecte lichtbronnen giftige stoffen vrijkomen. Dit nadeel is overigens niet alleen van toepassing op gekoelde schappenruimtes waarin lichtbronnen zijn opgesteld, maar ook op allerlei andere soorten 10 winkelmeubels. Door overeenkomstig de uitvinding de lichtbron buiten de gekoelde ruimtes te plaatsen is op elegante wijze het door de lichtbron veroorzaakte besmettings- en bedervingsgevaar opgeheven.

In een andere uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding omvat het meubel tijdens gebruik tenminste één vóór het voorvlak 15 opgestelde armatuur met een als fluorescerende buislamp uitgevoerde lichtbron. Door het armatuur te voorzien van een in hoofdzaak gootvormige reflector voor het genereren van een op het voorvlak gerichte lichtbundel ontstaat tijdens gebruik een efficiënte lichtbundel waarbij de bundelhoek kleiner wordt gekozen dan 90°, zodat zoveel mogelijk licht de in de 20 schappenruimte opgestelde voorwerpen verlicht. De armatuur is opgesteld aan de bovenzijde en/of aan de onderzijde van de winkelmeubel. De oriëntatie van het optische redirectieve element is hierop eventueel afgestemd.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een etiket dat in 25 hoofdzaak doorzichtig materiaal omvat, waarbij op het etiket optisch contrasterende symbolen zijn aangebracht. Doordat het etiket doorzichtig, ofwel optisch transparant materiaal omvat is het geschikt om aan het optisch redirectieve element te worden bevestigd zonder dat het de optische werking van het redirectieve element significant verstoort.

1022R56 I 8 I De uitvinding heeft daarnaast betrekking op het vóór het voorvlak I op gestelde armatuur en op het optisch redirectief element.

I Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het verlichten van voorwerpen.

I 5 Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn I weergegeven in de volgconclusies.

I De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een I uitvoeringsvoorbeeld dat in de tekeningen is weergegeven. In de tekeningen toont: 10 figuur 1 een schematisch aanzicht van een winkelmeubel overeenkomstig de uitvinding; en figuur 2 een schematisch aanzicht van een koelmeubel overeenkomstig de uitvinding.

De figuren zijn slechts een schematische weergave van een 15 voorkeursuitvoering van de uitvinding. In de figuur zijn gelijke of corresponderende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven.

In Figuur 1 is een winkelmeubel 1 getoond welke een aantal H schappen 2 omvat die boven elkaar zijn opgesteld en in hoofdzaak liggend zijn georiënteerd. De winkelmeubel 1 is aan de achterzijde afgesloten met 20 een achterwand 3, die echter ook open kan zijn uitgevoerd. De achterzijde van de schappen 2 worden gevormd door de achterranden 4, terwijl de schappen 2 aan de voorzijde worden begrensd door voorranden 5. Voorts omvat het winkelmeubel 1 (niet getoonde) zijwanden, die evenals de H achterwand 3 eventueel een draagfunctie voor de boven elkaar opgestelde 25 schappen 2 vervullen. Als alternatief kunnen de schappen 2 zijn gemonteerd H op een separaat uitgevoerd frame, zodat de achterwand 3 en de zijwanden kunnen worden geoptimaliseerd voor bijvoorbeeld het thermisch isoleren van gekoelde tussen de schappen gelegen schappenruimten 12. Een gedeelte H van het bovenvlak van een schap 2 is gereserveerd voor het opstellen van H 30 voorwerpen 7, en wordt het voorwerpopstelvlak 6 genoemd. Het Η 1 fl Ö O « Γ- « 9 voorwerpopstelvlak 6 ligt tussen de achterrand 4 en de voorrand 5 van het schap 2. Een denkbeeldig geometrisch voorvlak 11 verbindt de voorranden 5 van de schappen 2 met elkaar, terwijl de achterranden 4 onderling zijn verbonden met een denkbeeldig achtervlak dat in de figuur samenvalt met 5 de achterwand 3.

Aan de bovenzijde van het winkelmeubel 1 is vóór het voorvlak 5 in een koof 8 een armatuur 9 aangebracht waarin tijdens gebruik een lichtbron 10, bij voorkeur een fluorescerende buislamp, is opgenomen voor het verlichten van de schappenruimten 12. De armatuur 9 is voorzien van een 10 in hoofdzaak gootvormige reflector 13 voor het genereren van een op het voorvlak 5 gerichte lichtbundel 14. Aan de onderzijde van het winkelmeubel 1 is op een vergelijkbare wijze tijdens gebruik eveneens een lichtbron 10 aangebracht voor het verlichten van de schappenruimten 12.

Overeenkomstig de uitvinding zijn enige schappen 2 aan de 15 voorrand 5 voorzien van een optisch redirectief element, uitgevoerd als een refractor 15, die vanaf het schap 2 op- of neerwaarts buitenwaarts reikt. De refractor 15 strekt zich langs de voorrand 5 van het schap 2 uit en omvat bij voorkeur geëxtrudeerd helder kunststof, zoals PMMA of PC, maar ook ander materiaal is mogelijk, zoals helder gegoten glas. Eén oppervlak van de 20 refractor 15 heeft een zaagtandvormig profiel 16, zodat de refractor 15 een reeks aaneengesloten prisma's vertoont. Dit profiel 16 is eventueel ingebed in het optische element. Door dit profiel verkrijgt de op een refractor 15 invallende lichtbundel 14 een richting, waarbij de richtingscomponent die evenwijdig is aan het schap 2 groter wordt. Na het passeren van de refractor 25 15 is de geredigeerde lichtbundel 17 op het achtervlak 3 van het winkelmeubel gericht, zodat de voorwerpen 7 goed zichtbaar zijn. Voorts omvat de refractor 15 een oppervlak met een ruw oppervlakteprofiel. Dit ruwe oppervlak is verkregen door tijdens een fabricagestap een oppervlak te verruwen of door een polijststap te elimineren. Het aldus verkregen ruwe 30 oppervlak heeft een divergerende werking, zodat bijvoorbeeld een invallende 1 022 R56 I lichtbundel 14 met een openingshoek van 3° na het passeren van de refractor 15 is getransformeerd in een geredigeerde lichtbundel 17 die een openingshoek van 45° heeft. Hierdoor wordt een zekere uniformiteit van de verlichting op de voorwerpen 7 verkregen. Tevens is de refractor 15 voorzien 5 van opneemmiddelen 18 voor het daarin opnemen van etiketten 19. De I etiketten 19 omvatten in hoofdzaak doorzichtig, optisch transparant I materiaal. Op de etiketten 19 is met optisch contrasterende symbolen bijvoorbeeld informatie met betrekking tot de op het opstelvlak 6 opgestelde I voorwerpen 7 vermeld.

I 10 Voorts is een schap 6 voorzien van een optisch element met I reflectief oppervlak, een reflector 20, meer in het bijzonder een spiegel, waarbij een invallende lichtstraal met grote nauwkeurigheid de wetten van de geometrische optica volgt, die, evenals de refractor 15, is voorzien van een verruwd of vervormd oppervlak voor het divergeren van de invallen I 15 lichtbundel 14. Een vervormd oppervlak wordt bijvoorbeeld gevormd door I hamerslag of door een extrusieprofiel. De reflector 20 kan zijn opgebouwd I uit hoog-reflecterend materiaal, zoals aluminium, gemetalliseerd (opgedampt) kunststof, maar ook uit minder reflecterende spiegelende I materialen, zoals gepolijst roestvrij staal of verchroomd metaal. Het 20 reflecterend oppervlak van de reflector 20 vertoont bijvoorbeeld een iets concaaf gebogen profiel of is uit min of meer bolvormige segmenten opgebouwd. De reflector 20 is op een bovenvlak van een schap aangebracht tussen de voorrand 5 en het voorwerpopstelvlak 6, ten einde een maximale hoeveelheid licht in te vangen en op het achtervlak 3 te richten. Een op de 25 reflector 20 invallende lichtbundel 14 wordt aldus gereflecteerd tot een I andere geredigeerde lichtbundel 21 die evenals de geredigeerde lichtbundel I 17 is gericht naar het achtervlak 3 van het meubel 1, en zodoende de I schappenruimte 12 verlicht.

I Aan een ondervlak van een daarboven gelegen schap 2 is een 30 tweede reflectief element 23 aangebracht voor het reflecteren van een naar i 11 boven gerichte lichtbundel 21 zodat wederom een naar beneden gerichte bundel 22 wordt gevormd. Over het algemeen genereert een naar beneden gerichte bundel 22 een natuurlijker optisch beeld van de voorwerpen 7 en wordt het hinderlijk schitteren van verpakkingen verminderd.

5 In figuur 1 is duidelijk te zien dat door het aanbrengen van de optisch redirectieve elementen 15;20 de hoeveelheid licht in de schappenruimte 12 beter wordt verspreid over de uitgestalde objecten. Wanneer geen spiegeling op het schapoppervlak zou optreden zijn er, afhankelijk van de positie van de lichtbron 10, de bundelhoek en de 10 hoogteverschillen tussen de schappen 2, is het verlichte deel 24 kleiner dan het niet-verlichte deel 25 van de schappenruimtenl2. Deze situatie is met behulp van de optische elementen overeenkomstig de uitvinding aanzienlijk verbeterd.

Figuur 2 toont een koelmeubel 26 overeenkomstig de uitvinding, 15 waarbij dat is voorzien van middelen voor het koelen van de door de voorwerpopstelvlakken 6 gedragen voorwerpen 7. In de getoonde uitvoeringsvorm omvatten genoemde middelen koelkanalen 27 die middels openingen 28 in de achterwand 3 van het koelmeubel 26 aansluitbaar zijn op koelinrichtingen 29 voor het koelen van vloeistoffen of gassen. De 20 uitvinding is niet beperkt tot de getoonde uitvoering. In een andere uitvoeringsvorm omvatten genoemde middelen bijvoorbeeld radiatoren of verdampers.

De uitvinding is niet beperkt tot het hier beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Vele varianten zijn mogelijk. Zo kunnen bestaande 25 koelmeubels gemakkelijk met behulp van het optisch redirectieve element overeenkomstig de uitvinding worden aangepast, zodat ook bij bestaande koelmeubels de bovenbeschreven voordelen worden verkregen. Voorts omvat een andere variant een afzonderlijke constructie met staanders die zijn voorzien van lichtgeleiders welke, corresponderend met de voorranden van 30 de schappen, in hoofdzaak liggend zijn georiënteerd. In weer een andere 1022656 I 12 variant zijn optisch redirectieve elementen aangebracht aan of geïntegreerd met een glazen deur van een koelvitrine. Voorts kan de inrichting voor het I tonen van voorwerpen zijn uitgevoerd als een kast of rek voor het tonen van I boeken in bijvoorbeeld een bibliotheek. Dergelijke varianten zullen de I 5 vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de I uitvinding, zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.

Claims (21)

1. Inrichting voor het tonen van voorwerpen, omvattende een aantal boven elkaar opgestelde, in hoofdzaak liggende schappen die elk zijn voorzien van een tussen een voor- en achterrand van het schap gelegen voorwerpopstelvlak voor het daarop opstellen van voorwerpen, waarbij de 5 voorranden en de achterranden van de schappen respectievelijk een voorvlak en een achtervlak van de inrichting definiëren, en welk voor- en achtervlak tussen opeenvolgende schappen aanwezige schappenruimtes begrenzen, waarbij tenminste één der schappen nabij of aan zijn voorrand is voorzien van tenminste één optisch redirectief element voor het naar het 10 achtervlak van de inrichting richten van een op het voorvlak invallende lichtbundel in een schappenruimte.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het optisch redirectief element tevens optisch divergerend is.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het optische element 15 aan de voorrand van een schap is aangebracht en vanaf het schap buitenwaarts reikt.

4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het optische element op een boven- of ondervlak van een schap nabij de voorrand is aangebracht.

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het 20 optische element een refractor omvat.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de refractor een prisma omvat.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het optische element is voorzien van opneemmiddelen voor het daarin opnemen 25 van etiketten.

8. Inrichting volgens één der conclusies 3-7, waarbij het optische element zich langs de voorrand van het schap uitstrekt. I 14

9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het I optische element een reflectief oppervlak heeft voor het richten van een op het voorvlak invallende lichtbundel in een schappenruimte naar het I achtervlak van de inrichting. I 5

10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij het optische element een I spiegel omvat.

11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij aan een ondervlak van een schap een reflectief element is aangebracht.

12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het 10 optische element een geprofileerd oppervlak omvat dat uit segmenten is opgebouwd.

13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1-10, waarbij het I optische element een oppervlak met een ruw oppervlakteprofiel omvat.

14. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het I 15 optische element een extrusieprofiel omvat.

15. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het meubel is voorzien van middelen voor het koelen van de door de voorwerpopstelvlakken gedragen voorwerpen.

16. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de I 20 inrichting tijdens gebruik tenminste één vóór het voorvlak opgestelde I armatuur omvat met een als fluorescerende buislamp uitgevoerde lichtbron, I welk armatuur is voorzien van een in hoofdzaak gootvormige reflector voor I het genereren van een op het voorvlak gerichte lichtbundel.

17. Armatuur voor toepassing met een inrichting volgens conclusie 16, I 25 omvattende een in hoofdzaak gootvormige reflector waarin tijdens gebruik een fluorescerende buislamp is opgenomen voor het genereren van een op I het voorvlak van de inrichting gerichte lichtbundel.

18. Optisch redirectief element voor toepassing met een inrichting volgens conclusie 1, kennelijk bestemd of geschikt om nabij of aan de 30 voorrand van een schap van een inrichting volgens conclusie 1 te worden I 1 Π ? ? ft S fi opgenomen, voor het naar het achtervlak richten van een op het voorvlak invallende lichtbundel in een schappenruimte.

19. Etiket voor het opnemen in de opneemmiddelen volgens conclusie 7, dat in hoofdzaak doorzichtig materiaal omvat, waarbij op het etiket 5 optisch contrasterende symbolen zijn aangebracht.

20. Werkwijze voor het verlichten van voorwerpen die zijn opgesteld op een tussen een voorrand en een achterrand van een schap gelegen voorwerpopstelvlak, waarbij de voor- en achterrand met respectievelijk de voor- en achterrand van een, boven het schap, ter begrenzing van een boven 10 het schap aanwezige schappenruimte, opgesteld ander schap, respectievelijk een voor- en achtervlak van een inrichting voor het tonen van voorwerpen definiëren, en waarbij voorts een op het voorvlak in een schappenruimte invallende lichtbundel door middel van tenminste één optisch redirectief element, dat nabij of aan de voorrand van het schap is aangebracht, naar 15 het achtervlak van de inrichting wordt gericht.

21. Gebruik van een lichtbron voor het verlichten van voorwerpen die zijn opgesteld op een tussen een voorrand en een achterrand van een schap gelegen voorwerpopstelvlak, waarbij de voor- en achterrand met respectievelijk de voor- en achterrand van een, boven het schap, ter 20 begrenzing van een boven het schap aanwezige schappenruimte, opgesteld ander schap, respectievelijk een voor- en achtervlak van een inrichting voor het tonen van voorwerpen definiëren, en waarbij voorts een op het voorvlak in een schappenruimte invallende lichtbundel door middel van tenminste één optisch redirectief element, dat nabij of aan de voorrand van het schap 25 is aangebracht, naar het achtervlak van dè inrichting wordt gericht. « Π ^ O ^ c a f HZ ƒ Λ '' H