NL1022652C2

NL1022652C2 - Continu variabele transmissie-eenheid met gereduceerde axiale afmeting.

Info

Publication number: NL1022652C2
Application number: NL1022652A
Authority: NL
Inventors: Jacobus Zwarts; Hendrikus Jan Kapaan; Cornelius Petrus Anton Vissers; Emmanuel Jacques Eyroud; Bernardus Gerardus Van Leeuwen
Original assignee: Skf Ab
Priority date: 2003-02-12
Filing date: 2003-02-12
Publication date: 2004-08-16
Also published as: WO2004072514A1

Description

Ί \

Continu variabele transmissie-eenheid met gereduceerde axiale afmeting.

De uitvinding betreft een continu variabele transmissie-eenheid, omvattende twee poeliesets die elk een paar schijven omvatten en een schroefmechanisme dat concen-5 trisch is met betrekking tot een poelieset voor het naar elkaar toe en van elkaar af bewegen van de schijven van die poelieset, en elk paar schijven een V-vormige groef insluit, een band die zich uitstrekt tussen de poelies en opgenomen in de groeven daarvan, waarbij elk schroefmechanisme aandrijfbaar is door een respectievelijk aandrijf-middel door middel van tenminste een motor die concentrisch is met betrekking tot de 10 poeliesets.

Een dergelijke continu variabele transmissie-eenheid is bekend uit EP-A-582307. Die bekende continu variabele transmissie-eenheid bezit een enkele excentrische motor, welke de twee schroefmechanismen van de poeliesets regelt. Het nadeel van deze continu variabele transmissie-eenheid is dat de axiale afmetingen daarvan nogal groot 15 zijn. In het bijzonder voor automobieltoepassingen is een dergelijke uitvoering onacceptabel gezien het feit dat de transmissie-eenheid meestal in axiale richting achter de motor wordt geplaatst. De totale afmetingen van motor en transmissie-eenheid zouden het dus nauwelijks mogelijk maken om de combinatie in de motorruimte van een voertuig te passen.

20 Het doel van de uitvinding is derhalve een continu variabele transmissie-eenheid van het hiervoor beschreven type te verschaffen die dit nadeel niet bezit. Dat doel wordt bereikt doordat elke motor de contour zoals bepaald door de bijbehorende poelieset, het schroefmechanisme en de aandrijfmiddelen in axiale richting tenminste gedeeltelijk overlapt. Bij voorkeur bevindt zich het belangrijkste gedeelte van elke 25 motor binnen de contour.

Ten gevolge van deze overlap zijn de axiale afmetingen van de continu variabele transmissie-eenheid aanzienlijk verkleind. De combinatie van een motor samen met een dergelijke transmissie-eenheid kan derhalve zeer goed worden opgenomen in de beperkte binnenruimte van een motorruimte. Hoewel de reductie in axiale richting ten 30 koste gaat van de radiale afmetingen van de continu variabele transmissie-eenheid, vormt dit geen problemen gezien het feit dat gewoonlijk de radiale afmetingen niet onderworpen zijn aan ernstige beperkingen.

1022652 m

De motoren) kan (kunnen) met de respectievelijke poelieset(s) samenwerken door een respectievelijke tandwielaandrijving. Bij voorkeur is elke poelieset aandrijf- baar door middel van zijn eigen afzonderlijke motor, onafhankelijk van de andere poelieset.

5 De uitvinding zal nu verder worden beschreven onder verwijzing naar een in de figuren weergegeven uitvoeiingsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een gedeeltelijk weggenomen aanzicht in perspectief.

Figuur 2 toont een gedeeltelijk weggenomen zij-aanzicht.

I Figuur 3 toont een vooraanzicht in dwarsdoorsnede.

10 De in de figuren 1-3 weergegeven continu variabele transmissie-eenheid omvat twee poeliesets 1,2 elk met een paar schijven 6, 7. De schijven 6, 7 bepalen een groef H 3,4 waarin een soepel orgaan zoals een band 5 zonder eind is opgenomen.

I De schijven 6, 7 van elke poelieset 1, 2 zijn op symmetrische wijze naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar door middel van de schroefmechanismen 14, 15, die 15 elk een gemeenschappelijk schroef 9 en afzonderlijke moeren 16, 17 omvatten. De moeren zijn bevestigd aan de schijven 6,7, die zelf draaibaar en axiaal beweegbaar met I betrekking tot het huis 36 zijn ondersteund door middel van de lagers 10, 11. De schroef 9 is draaibaar ondersteund met betrekking tot de middenhuls 42 door middel van een rollager zoals naaldlager 43. Ook kan een glijlager worden toegepast.

I 20 Met als doel het reduceren van de axiale afmetingen van de continu variabele I transmissie-eenheid, overlappen de elektrische motor 33, 34, die elk een respectieve- I lijke poelieset 1, 2 regelen, die poeliesets 1, 2 hetgeen duidelijk zichtbaar in figuur 2.

I Dientengevolge zijn de axiale afmetingen van het huis 36 in sterke mate gereduceerd, I waardoor het mogelijk wordt een dergelijke eenheid in een motorruimte van een voer- I 25 tuig te passen, samen met de motor die axiaal is uitgelijnd met betrekking tot de een- I heid.

I De motoren 33, 34 werken met de schroeven samen door een respectievelijke I tandwielaandrijving 40,41. De tandwielaandrijvingen 40,41 werken met de schroef 9 I samen door een regelmechanisme 37 voor het regelen van de verschilsnelheid tussen de I 30 schroef 9 en de moeren 10,11.

Claims

1. Continu variabele transmissie-eenheid, omvattende twee poeliesets (1, 2) die elk een paar schijven (6, 7) omvatten en een schroefmechanisme (14,15) dat concen- 5 trisch is met betrekking tot een poelieset (1,2) voor het naar elkaar toe en van elkaar af bewegen van de schijven van die poelieset, en elk paar schijven (6, 7) een V-vormige groef (3, 4) insluit, een band (5) die zich uitstrekt tussen de poelies (1, 2) en opgenomen in de groeven (3,4) daarvan, waarbij elk schroefmechanisme (14,15) aandrijfbaar is door een respectievelijk aandrijfmiddel (40, 41) door middel van tenminste een mo-10 tor (33,34) die excentrisch is met betrekking tot de poeliesets (1,2), met het kenmerk, dat elke motor (33, 34) de contour zoals bepaald door de bijbehorende poelieset (1,2), het schroefmechanisme (14, 15) en de aandrijfmiddelen (40, 41) in axiale richting tenminste gedeeltelijk overlapt.

2. Continu variabele transmissie volgens conclusie 1, waarbij elke motor (33,34) 15 zich volledig binnen de contour bevindt.

3. Continu variabele transmissie-eenheid volgens conclusie 1 of 2, waarbij de hartlijn van elke motor evenwijdig is aan of onder een hoek verloopt ten opzichte van de hartlijnen van de poeliesets (1,2).

4. Continu variabele transmissie-eenheid volgens een van de voorgaande conclu-20 sies, waarbij elke poelieset (1, 2) door middel van zijn eigen afzonderlijke motor aandrijfbaar is, onafhankelijk van de andere poelieset (1,2).

5. Continu variabele transmissie-eenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij tenminste één van de poeliesets (1,2) een schroefmechanisme bezit omvattende een gemeenschappelijk schroeforgaan (9) met tegengestelde schroefdraadhoe- 25 ken en twee moeren (10,11) die samenwerken met een respectievelijke schijf (6,7).

6. Continu variabele transmissie-eenheid volgens conclusie 5, waarbij tenminste één steunlager (10,11) een enkelrijïg of dubbelrijïg vierpunts hoekcontactkogellager is, bijvoorbeeld een cilindrisch rollager of een sferisch gevormd rollager.

7. Continu variabele transmissie-eenheid volgens conclusie 6, waarbij tenminste 30 één steunlager (10,11) een asymmetrisch contactkogellager is.

8. Continu variabele transmissie-eenheid volgens conclusie 6 of 7, waarbij tenminste één steunlager (10,11) een volrollig kogel- of rollager is.

1. O O o rr Λ

9. Continu variabele transmissie-eenheid volgens een van de voorgaande conclu- sies, waarbij tenminste één schroefactuator een rolschroefactuator (14, 15) is of een wrijvingsschroefactuator.

10. Continu variabele transmissie-eenheid volgens een van de voorgaande I 5 conclusies, waarbij tenminste één schroefactuator een kogelschroefactuator (14,15) is.

11. Continu variabele transmissie-eenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de poelieschijven (6, 7) door middel van steunlagers (10, 11) zijn ondersteund met betrekking tot een huis (36), welke steunlagers zowel draaibewegin- gen als axiale bewegingen toelaten.

12. Continu variabele transmissie-eenheid volgens een van de voorgaande I conclusies, waarbij elk aandrijfmiddel (40, 41) samenwerkt met een respectievelijk H regelmechanisme (37) voor het regelen van de verschilsnelheid van de schroef (9) en de moer (16,17) van elk respectievelijk schroefinechanisme (14,15).

13. Continu variabele transmissie-eenheid volgens conclusie 12, waarbij het I 15 regelmechanisme een elektrische, elektronische, hydraulische, pneumatische inrichting I of combinatie daarvan omvat.

14. Continu variabele transmissie-eenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de band (5) een soepele metalen band, een niet-metalen band of een I combinatie daarvan is. I 20 15. Continu variabele transmissie-eenheid volgens een van de voorgaande I conclusies, waarbij de schijven (6,7) van elke poelieset (1,2) identiek zijn.

16. Continu variabele transmissie-eenheid volgens een van de voorgaande I conclusies, waarbij elk schroefinechanisme (14, 15) aandrijfbaar is door een afzonder- I lijk aandrijfmiddel, en elk aandrijfmiddel (40, 41) is verbonden aan een afzonderlijke I 25 respectievelijke motor (33,34).

17. Continu variabele transmissie-eenheid volgens conclusie 16, waarbij de motor I (33,34) een elektrisch, pneumatisch of hydraulische motor of een combinatie daarvan

18. Continu variabele transmissie-eenheid volgens een van de voorgaande I 30 conclusies, waarbij het aandrijfmiddel een tandwieloverbrenging, kettingoverbrenging of getande riemoveibrenging omvat of een combinatie daarvan.

19. Continu variabele transmissie-eenheid volgens een van de voorgaande I conclusies, waarbij sensors zijn voorzien voor het bewaken van het aantal omwentelin- I IftOOn r-O 9 gen, axiale verplaatsing van de schijven, belasting op de schijven, temperatuur en der-gelijke.

20. Continu variabele transmissie-eenheid volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de band (5) een trekband of een duwband is. s