NL1022588C2 - Werkwijze en inrichting voor het solidificeren van een verpompbare massa. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het solidificeren van een verpompbare massa. Download PDF

Info

Publication number
NL1022588C2
NL1022588C2 NL1022588A NL1022588A NL1022588C2 NL 1022588 C2 NL1022588 C2 NL 1022588C2 NL 1022588 A NL1022588 A NL 1022588A NL 1022588 A NL1022588 A NL 1022588A NL 1022588 C2 NL1022588 C2 NL 1022588C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
contact surface
mass
gap
rotationally symmetrical
location
Prior art date
Application number
NL1022588A
Other languages
English (en)
Inventor
Peter Willem Carolus Va Schoot
Original Assignee
Schoot Engineering B V V D
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Schoot Engineering B V V D filed Critical Schoot Engineering B V V D
Priority to NL1022588A priority Critical patent/NL1022588C2/nl
Priority to PCT/NL2004/000072 priority patent/WO2004070298A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1022588C2 publication Critical patent/NL1022588C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B3/00Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat
    • F26B3/18Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by conduction, i.e. the heat is conveyed from the heat source, e.g. gas flame, to the materials or objects to be dried by direct contact
    • F26B3/22Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by conduction, i.e. the heat is conveyed from the heat source, e.g. gas flame, to the materials or objects to be dried by direct contact the heat source and the materials or objects to be dried being in relative motion, e.g. of vibration
    • F26B3/24Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by conduction, i.e. the heat is conveyed from the heat source, e.g. gas flame, to the materials or objects to be dried by direct contact the heat source and the materials or objects to be dried being in relative motion, e.g. of vibration the movement being rotation
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B17/00Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement
    • F26B17/008Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement the material being a slurry or paste applied onto moving elements, e.g. chains, plates, for drying thereon, and subsequently removed therefrom
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B17/00Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement
    • F26B17/28Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement with movement performed by rollers or discs with material passing over or between them, e.g. suction drum, sieve, the axis of rotation being in fixed position
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B5/00Drying solid materials or objects by processes not involving the application of heat
    • F26B5/04Drying solid materials or objects by processes not involving the application of heat by evaporation or sublimation of moisture under reduced pressure, e.g. in a vacuum
    • F26B5/041Drying solid materials or objects by processes not involving the application of heat by evaporation or sublimation of moisture under reduced pressure, e.g. in a vacuum for drying flowable materials, e.g. suspensions, bulk goods, in a continuous operation, e.g. with locks or other air tight arrangements for charging/discharging

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Processing Of Solid Wastes (AREA)
  • Drying Of Solid Materials (AREA)

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het solidificeren van een verpompbare massa
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het solidificeren van een verpompbare massa door het aanbrengen van de massa op een eerste, beweegbaar contactoppervlak van een eerste geleidingselement waarvan de temperatuur wordt geregeld door een van het 5 eerste contactoppervlak afgekeerd oppervlak in contact te brengen met een de temperatuur van het eerste contactoppervlak beïnvloedend medium, waarbij de massa op een aanbrengplaats op het eerste contactoppervlak wordt gebracht, over een traject waar het solidificeren plaatsvindt, wordt verplaatst en aan het eind van het traject van het eerste contactoppervlak 10 wordt verwijderd, alsmede op een inrichting voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze.
Voor het aldus solidificeren van een verpompbare massa zijn verschillende werkwijzen bekend, waarbij onder solidificeren wordt verstaan zowel drogen door middel van verwarmen, bijvoorbeeld met behulp 15 van een walsdroger een peddeldroger of een schijvendroger, als stollen door middel van koelen, bijvoorbeeld met behulp van een koelwals, een koelband of een schijvenkoeler, kan worden gedacht, waarbij de verpompbare massa wordt omgevormd tot een afhankelijk van de resterende vochtigheidsgraad meer of minder droge, korrel- of poedervormige massa.
20 Drogen met behulp van een wals betekent het moeten toepassen van een relatief dure en gecompliceerde overall constructie, die uiterst moeizaam is te reinigen, terwijl een met een wals uitgevoerd droogproces moeilijk is te automatiseren. De te bewerken massa wordt op de bovenzijde van de liggend opgestelde wals met relatief grote diameter aangebracht. Om 25 daarbij op de wals een laag te kunnen aanbrengen met een gelijkmatige en gewenste dikte wordt een apart rollenstelsel gebruikt, dat nauwkeurig ten ino'Ocoo H opzichte van de wals is op te stellen en in te stellen. De tijdens het roteren H van de wals droog en hard wordende massa gaat vastzitten op het walsoppervlak en dient daar met een rakel van af te worden geschraapt, waarbij het losgemaakte materiaal desgewenst tijdens een nabewerking 5 dient te worden verkleind. Eventueel aan de drogende massa ontsnappende dampen en gassen dienen te worden opgevangen en afgevoerd, terwijl het losschrapen en eventueel verder verbrokkelen stofvorming tot gevolg heeft.
Door deze factoren raakt de bedrijfsruimte waarin wordt gewerkt, snel vervuild. Dit kan worden voorkomen met een omkasting die echter vanwege 10 grote afmetingen van de wals vrij omvangrijk dient te zijn. Om dezelfde H redenen is het voorzien in een vacuümconstructie kostbaar en vindt er veel warmteverlies plaats door straling en door opwarmen van de omgevings- en transportlucht. In een inrichting voorzien van peddels of schijven kunnen geen kleverige producten worden verwerkt. Ook hier betreft het wederom 15 een volumineuze, veel ruimte vragende constructie, waarbij zich relatief veel warmteverlies voordoet. Bovendien is met name de constructie van I peddelassen vrij duur en kwetsbaar. Koelbanden zijn uiterst I slijtagegevoelig, kennen grote onderhoudsproblemen, zijn onderhevig aan een relatief groot warmteverlies en vragen een relatief groot I 20 opsteloppervlak.
I Met de uitvinding wordt beoogd een werkwijze van de in de aanhef omschreven soort zodanig te verbeteren, dat de verpompbare massa in een I compacte, omsloten en afgeschermde ruimte kan solidificeren onder I gebruikmaking van een relatief klein aantal relatief eenvoudige middelen.
I 25 Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, als ter plaatse van I bedoeld traject met het eerste geleidingselement en een van een tweede I contactoppervlak voorzien tweede geleidingselement, waarvan het tweede I contactoppervlak in hoofdzaak evenwijdig aan en relatief ten opzichte van I het eerste contactoppervlak beweegt en waarvan de temperatuur wordt I 30 geregeld door een van het tweede contactoppervlak afgekeerd oppervlak in I i m'> c o o 3 contact te brengen met een de temperatuur van het tweede contactoppervlak beïnvloedend medium, een relatief nauwe spleet wordt gevormd waar de te bewerken massa vanaf de aanbrengplaats doorheen wordt gedrukt, waarbij de relatief nauwe spleet een zodanige hoogte heeft, 5 dat de van beide contactoppervlakken af solidificerende en gesolidificeerde, door de spleet gestuwde massa als gevolg van het ten opzichte van elkaar bewegen van de twee geleidingselementen aan een wrijvingsbewerking wordt blootgesteld alvorens de spleet te verlaten. Door deze maatregelen wordt in een relatief kleine ruimte een relatief groot contactoppervlak voor 10 het bewerkstelligen van het solidificeren verschaft. Daarbij zijn de laagdikte, de verblijfstijd, het eindvochtgehalte en de mate van solidificeren nauwkeurig in te stellen en te regelen, waarbij dit instellen en regelen op relatief eenvoudige wijze kan worden geautomatiseerd. Doordat vanaf beide contactoppervlakken voor het verwarmen of voor het koelen 15 bewerkingsenergie aan de te behandelen massa wordt toegevoerd, is deze uiterst intensief te bewerken en zijn de energieverliezen door het omsloten karakter van de nauwe spleet tot een minimum terug te brengen. Het aan de wrijvingsbehandeling onderwerpen kan resulteren in het vermalen of verbrokkelen binnen de spleet, waarbij dan de omgeving vervuilende 20 stofvorming tot een minimum wordt beperkt.
Om de procesomstandigheden zo optimaal en gevarieerd mogelijk te kunnen beïnvloeden kan er overeenkomstig verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding voorzien zijn in een aantal aanvullende maatregelen. Zo kan bijvoorbeeld de temperatuur van het eerste geleidingselement 25 onafhankelijk van die van het tweede geleidingselement worden geregeld voor het verkrijgen van een optimale temperatuursgradiënt in de laag te solidificeren en vervolgens aan de wrijvingsbewerking bloot te stellen massa. Om achtereenvolgens materialen met onderling verschillende eigenschappen optimaal te verwerken kan het de voorkeur verdienen, dat de 30 spleet tussen de beide ten opzichte van elkaar bewegende 'i ίί / J ·. ..· ‘i U <4, : \ \ · H geleidingselementen wordt vergroot of verkleind. Dient te worden gewerkt H met een klevende massa, dan kan het de voorkeur verdienen, dat de spleet H tussen de beide ten opzichte van elkaar bewegende geleidingselementen H plaatselijk en/of tijdelijk wordt verkleind. Daarbij kunnen de beide H 5 contactoppervlakken plaatsebjk en/of tijdelijk zo ver naar elkaar toe worden H gebracht, dat zich tussen die contactoppervlakken een schoonschrapende H werking voordoet, welke werking kan worden gemaximaliseerd door de spleet tot vrijwel nul te verkleinen. Door er verder in te voorzien, dat althans in de spleet een onderdruk heerst, kan er bij het solidificeren door 10 middel van verwarmen om water aan de massa te onttrekken met lagere temperaturen worden gewerkt dan bij atmosferische druk, hetgeen onder meer zijn voordelen heeft bij het verwerken van temperatuurgevoelige producten.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het 15 uitvoeren van een werkwijze voor het solidificeren van een verpompbare massa. Daartoe wordt bij een inrichting die voorzien is van een huis waarin zich een eerste geleidingselement bevindt, dat voorzien is van een I beweegbaar op gesteld eerste contactoppervlak en van middelen voor het regelen van de temperatuur van het eerste contactoppervlak, waarbij verder 20 middelen aanwezig zijn om op een eerste plaats te behandelen massa te I kunnen toevoeren aan het eerste contactoppervlak en om op een tweede, op I afstand van de eerste gelegen plaats gesolidificeerde massa te kunnen I verwijderen van het eerste contactoppervlak, zoals bekend bij de hiervoor I besproken bekende inrichtingen, overeenkomstig de uitvinding voorgesteld, 25 dat een tweede geleidingselement, dat voorzien is van een tweede contactoppervlak en van middelen voor het regelen van de temperatuur van het tweede contactoppervlak, met zijn tweede contactoppervlak gericht naar en in hoofdzaak evenwijdig aan het eerste contactoppervlak zodanig is opgesteld, dat de beide contactoppervlakken een spleet vormen, waarbij het 30 tweede contactoppervlak in hoofdzaak evenwijdig aan en ten opzichte van i ü/258 8 5 het eerste contactoppervlak relatief beweegbaar is opgesteld en bij de tweede plaats opvangmiddelen voor gesoHdificeerde massa zijn aangebracht. Aldus is met relatief eenvoudige middelen een uiterst compacte inrichting met een relatief groot contactvlak te realiseren, waarbij door de combinatie 5 van bet viskeuzer worden van de massa en bet ten opzichte van elkaar bewegen van de beide contactoppervlakken automatisch een wrijvingsbewerking, zoals een verbrokkeling of vermaling van de solidificerende en gesolidificeerde laag wordt verkregen.
Een bijzondere voorkeur wordt er voor uitgesproken dat de 10 inrichting verder wordt gekenmerkt, doordat het eerste en het tweede geleidingselement beide een rotatiesymmetrisch contactoppervlak met elk een hartlijn hebben, waarbij de eerste plaats zich bevindt ter plaatse van de hartlijn van althans een der rotatiesymmetrische contactoppervlakken, de tweede plaats de buitenomtrek daarvan is en althans een van beide 15 rotatiesymmetrische contactoppervlakken rond zijn hartlijn in rotatie aandrijfbaar is. Aldus is de inrichting op relatief simpele wijze te reabseren, waarbij de massa tussen en langs de contactoppervlakken wordt verplaatst door de pompdruk waaronder de massa wordt toegevoerd, ondersteund door de centrifugaalwerking als gevolg van het in rotatie aandrijven van een of 20 beide contactoppervlakken.
Om daarbij rekening te kunnen houden met verschillende te bewerken massa's kan er in zijn voorzien, dat de afstand tussen de beide rotatiesymmetrische contactoppervlakken instelbaar is.
De harthjnen kunnen zich daarbij in hoofdzaak zowel verticaal als 25 horizontaal uitstrekken. Verticaal betekent een bevordering van de gebjkmatige doorstroming; horizontaal geeft betere afzuigmogebjkheden voor eventueel ontwijkende dampen en gassen. Uiteraard is ook desgewenst een opstelling van de harthjnen onder elke geschikte hoek tussen verticaal en horizontaal mogebjk.
j 'J A. J) ö Ö H De contactoppervlakken kunnen worden gevormd door platte, H vlakke schijfoppervlakken. De voorkeur verdient het evenwel dat de H rotatiesymmetrische contactoppervlakken een conusvorm hebben met een al dan niet variërende divergentie. Bij dit laatste kan gedacht worden aan een 5 conusvorm met een stapsgewijs wijzigende divergentie dan wel een vloeiend verlopende toenemende divergentie. Bij een conusvorm is, in tegenstelling tot bij een platte schijf, de mate waarin de diameter van de rondom lopende spleet toeneemt afhankelijk van de afstand tot de toevoer op velerlei wijzen te variëren en optimaliseren door wijziging van de tophoek van de conus.
10 Bij toepassing van een conusvorm voor de contactoppervlakken is op voordeelbiedende en relatief eenvoudige wijze een zelfreinigende werking te verkrijgen, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de hartlijn van het ene rotatiesymmetrische contactoppervlak zich evenwijdig aan en op korte afstand van de hartlijn van het andere 15 rotatiesymmetrische contactoppervlak uitstrekt en rond die hartlijn kan roteren. Aldus is een variërende spleet te verkrijgen en zodoende een vast I gaan zitten van de massa op de contactoppervlakken te voorkomen. Dit I effect is te optimaliseren, als verder de korte afstand tussen de beide hartlijnen zodanig is dat beide rotatiesymmetrische contactoppervlakken 20 net niet of heel licht raken.
I Verder is het ook mogelijk, dat het eerste en het tweede geleidingselement beide een langgerekt contactoppervlak hebben, waarbij althans een van de contactoppervlakken deel uitmaakt van een aandrijfbare I transportband.
I 25 Indien gewenst, kan er verder in zijn voorzien, dat althans een der I contactoppervlakken is voorzien van geleidestrippen voor de te behandelen I massa. Deze maatregel kan zijn voordelen hebben voor het transporteren en I het bepalen van de verblijfstijd van de massa.
I Indien uit de te solidificeren massa tijdens het bewerken dampen of 30 gassen vrijkomen, verdient het de voorkeur, dat het huis voorbij de tweede Η Λ · \ Λ mmm Λ Λ 7 plaats is voorzien van damp- en gasafzuigmiddelen. Deze middelen zouden desgewenst gecombineerd kunnen worden met middelen om een onderdruk in het huis te creëren ten einde bij het drogen met lagere temperaturen te kunnen werken.
5 Onder verwijzing naar in de tekening, zij het uitsluitend bij wijze van niet beperkende voorbeelden, op schematisch wijze weergegeven uitvoeringsvormen zullen de werkwijze en inrichting voor het overeenkomstig de uitvinding solidificeren van een verpompbare massa thans nader worden toegelicht. Daarbij toont: 10 Fig. 1 een eerste uitvoeringsvorm met horizontale rotatieas;
Fig. 2 een tweede uitvoeringsvorm met verticale rotatieas;
Fig. 3 een derde uitvoeringsvorm met tweezijdig gelagerd rotatielichaam; en
Fig. 4 een vierde uitvoeringsvorm met horizontale rotatieas.
15 De in Fig. 1 schematisch weergegeven inrichting is voorzien van een huis 1, waarvan slechts een enkele wand is weergegeven, doch dat verder diverse elementen kan omvatten om op elke gewenste en geschikte wijze te zorgen voor omhulling en ondersteuning. Een conusvormig lichaam 2 is vast opgesteld in het huis 1. Het conusvormige lichaam 2 is 20 dubbelwandig uitgevoerd en bepaalt een omsloten ruimte 3 met een toevoerstomp 4 en een afvoerstomp 5. Binnen het conusvormige lichaam 2 is onder vrijlating van een relatief smalle spleet 6 een holle conus 7 opgesteld die op zijn plaats wordt gehouden door middel van een holle asstomp 8 die roteerbaar in een lagering 9 is gemonteerd. Op de holle asstomp 8 sluit een 25 vast opgestelde inlaatleiding 10 aan, terwijl een uitlaatleiding 11 zich vanuit de holle conus 7 via de holle asstomp 8 en de inlaatleiding 10 en deze laatste doorbrekend uitstrekt. Het conusvormige lichaam 2 heeft een open top waarop een pijpstomp 12 aansluit waar de holle asstomp 8 zich doorheen uitstrekt en waar radiaal een productinlaat 13 op aansluit, die in 30 open verbinding verkeert met de spleet 6. De ruimte tussen de holle ί ‘j l 2 5 8 8 H asstomp 8 en de pijpstomp 12 is gezien vanaf de holle conus 7 voorbij de productinlaat 13 afgesloten door een afdichtring 14. Aan zijn van de pijpstomp 12 afgekeerde zijde mondt de spleet 6 uit in een omsloten huisruimte 15, die voorzien is van een dampafvoer 16 en een productafvoer I 5 17.
Voor het met de hiervoor beschreven inrichting solidificeren van een verpompbare massa kan als volgt te werk worden gegaan.
Door het met stoom voeden van het conusvormige lichaam 2 via de toevoerstomp 4 wordt de binnenwand 2a op de gewenste temperatuur 10 gebracht. Om daarbij warmteverliezen te minimaliseren zal de buitenwand 2b op geschikte wijze zijn geïsoleerd. Afgekoelde en/of gecondenseerde stoom wordt aan het conusvormige lichaam 2 onttrokken via de afvoerstomp 5. Op soortgelijke wijze wordt de buitenwand 7a van de holle conus 7 door middel van via de inlaatleiding 10 toegevoerde stoom op temperatuur gebracht, 15 waarbij om warmteverliezen zoveel mogelijk te voorkomen de basiswand 7b kan zijn geïsoleerd. In de holle conus 7 afgekoelde en/of gecondenseerde stoom wordt via de uitlaatleiding 11 afgevoerd. Doordat de holle conus 7 en I het conusvormige lichaam 2 onafhankelijk van elkaar kunnen worden I gevoed, kan desgewenst de buitenwand 7a, die de spleet 6 enerzijds I 20 begrenst, een andere temperatuur hebben dan de binnenwand 2a, die de spleet 6 anderzijds begrenst. Verder is tijdens het opwarmproces de holle conus 7 door niet weergegeven aandrijfmiddelen in rotatie gebracht.
I Hebben de temperatuur in de spleet 6 en het toerental van de holle I conus 7 de gewenste waarde bereikt, dan wordt via de productinlaat 13 I 25 onder druk door een niet weergegeven pomp een te bewerken massa in de I spleet 6 en deze geheel opvullend gedrukt, waarbij de roterende holle conus I 2 zorg draagt voor een gelijkmatige verdeling van de toegevoerde massa. De I verhitte binnenwand 2a en de verhitte buitenwand 7a in combinatie met de relatief nauwe spleet 6 vormen een relatief groot contactoppervlak, zodat de I 30 te solidificeren massa intensief en gelijkmatig wordt verhit. Hierdoor I '.·· cao 9 verdampt het water uit de massa die daardoor steeds viskeuzer wordt, waarbij op een gegeven moment de taaiheid zodanig wordt dat, als gevolg van de nauwe spleet 6 en de deze begrenzende, ten opzichte van elkaar bewegende oppervlakken van de binnenwand 2a en de buitenwand 7a, 5 afzonderlijke rolletjes materiaal worden gevormd, in welke vorm de massa de spleet 6 verlaat en omlaag valt om via de productafvoer 17 uit het huis 1 te worden afgevoerd. Tijdens dit proces ontstane dampen en/of gassen stijgen op en worden via de dampafvoer 16 uit het huis 3 verwijderd.
Het hierboven beschreven proces kan op diverse wijzen worden 10 beheerst door regeling van een aantal parameters. Opgemerkt is reeds dat de binnenwand 2a een andere temperatuur kan hebben dan de buitenwand 7a. De temperatuur van een binnenwand is af te stemmen op de optimale omstandigheden door het dienovereenkomstig regelen van de druk en de temperatuur van de toegevoerde stoom. Een verdere beïnvloedingsfactor is 15 het toerental van de holle conus 7. Verder kan in het inwendige van het huis 1 een onderdruk worden aangelegd, waardoor af te scheiden water bij een lagere temperatuur gaat verdampen, hetgeen de voorkeur kan verdienen bij het verwerken van temperatuurgevoelige materialen. Een belangrijke parameter is de hoogte van de spleet 6. Deze is te beïnvloeden door het 20 conusvormige lichaam 2 en de holle conus 7 ten opzichte van elkaar instelbaar aan te brengen, bijvoorbeeld door het conusvormige lichaam 2 in horizontale richting verschuifbaar en vastzetbaar op te stellen. Een eveneens belangrijke parameter is de druk waaronder de massa aan de spleet 6 wordt toegevoerd, waarmee in samenhang met onder meer het 25 toerental en de spleethoogte de verblijftijd van de massa in de inrichting is te beïnvloeden. Afhankelijk van onder meer de eigenschappen van de te verwerken massa en het daarin gewenste resterende vochtgehalte na het verwerken kunnen voor elk toepassingsgeval optimale parameters worden vastgesteld, ingesteld en al dan niet automatisch (bij)gestuurd.
I022588 H Indien klevend of vastkoekend materiaal moet worden verwerkt, H kan een automatisch en desgewenst continu schoonschrapen van de contactoppervlakken van de wanden 2a en 7a worden bewerkstelligd door de hartlijnen van de holle conus 7 en het conusvormige lichaam 2 niet te laten 5 samenvallen, maar zich evenwijdig aan en op korte afstand van elkaar uit te laten strekken, een en ander bijvoorbeeld zodanig dat de holle conus 7 en het conusvormige lichaam 2 elkaar lijnvormig net niet of heel licht raken.
Dit is te verwezenlijken door het in verticale richting verstellen van het conusvormige lichaam 2. Wordt het daarbij ongewenst geacht, dat bedoeld 10 schraapgebied zich steeds op dezelfde plaats bevindt, dan kan er in zijn voorzien, dat de hartlijn van het conusvormige lichaam 2 om de hartlijn van de holle conus 7 draait, waardoor een zich verplaatsend schraapgebied wordt verkregen.
De in Fig. 2 weergegeven inrichting is voorzien van een huis 21, I 15 waarin zich een vast conusvormig lichaam 22 bevindt, dat door een holle I uitvoering een omsloten ruimte 23 vormt en een holle conus 27 omhult onder vrijlating van een spleet 26. Op de top van de holle conus 26 sluit een asstomp 28 aan die gelagerd is in een lagering 29. Op de top van het holle I conusvormige lichaam 26 sluit een pijpstomp 32 aan, die voorzien is van een I 20 productinlaat 33. Een afdichtring 34 bevindt zich gezien vanaf de holle conus 27 voorbij de productinlaat 33 in de ringvormige ruimte tussen de asstomp 28 en de pijpstomp 32. De spleet 26 mondt bij de basis van de holle I conus 27 uit in een trechtervormige huisruimte 35 met naast het holle I conusvormige lichaam 22 een dampafvoer 36 en in de ondergelegen I 25 trechterpunt een productafvoer 37. Het holle conusvormige lichaam 22 en de I holle conus 27 kunnen, op de wijze als bijvoorbeeld weergegeven in Fig. 1 en I bovenstaand besproken, worden gevoed met een verhittingsmedium. De I werking van deze inrichting is in hoofdzaak gelijk aan die zoals hierboven I beschreven onder verwijzing naar Fig. 1.
I Λ Λ ·>Λ — Λ 11
In Fig. 3 zijn de onderdelen die gelijk zijn aan die in Fig. 1 met hetzelfde verwijzingscijfer aangeduid. Ten opzichte van Fig. 1 is zowel de vorm van het holle conusvormige lichaam 2’ als die van de holle conus 7' gewijzigd. In plaats van een conusvorm met constante divergentie is bij de 5 uitvoeringsvorm volgens Fig. 3 gekozen voor eerst een grote divergentie gevolgd door een aanmerkelijk kleinere divergentie, welke desgewenst zelfs nul zou kunnen bedragen. Aldus is bijvoorbeeld de spleet 6' in verschillende gebieden met een verschillende hoogte uit te voeren en heeft in het gebied met geringe divergentie de zwaartekracht minder invloed op de verdeling 10 van de massa in omtreksrichting. Verder is de holle conus 7' in plaats van eenzijdig tweezijdig gelagerd door loodrecht op het basisvlak 7b' in het verlengde van de asstomp 8 een astap 18 aan te brengen die ondersteund wordt door een lagering 19.
In Fig. 4 zijn wederom die onderdelen welke gelijk zijn aan die in 15 Fig. 1 met hetzelfde verwijzingscijfer aangeduid. In de uitvoeringsvorm volgens Fig. 4 is het holle conusvormige lichaam 2 van Fig. 1 vervangen door een hol, in hoofdzaak schijfvormig lichaam 42 en de holle conus 7 door een hol, in hoofdzaak schijfvormig lichaam 47. De lichamen 42 en 47 hebben elk een plat vlakvormig contactoppervlak, welke onderling naar elkaar toe 20 gericht een spleet 46 bepalen. Een producttoevoer 53 strekt zich centraal uit door het schijfvormige lichaam 42. Door de opstelling en uitvoering van de spleet 46 zal De gesolidificeerde massa die de spleet 46 verlaat, wordt op gevangen en naar een productafvoer 58 geleid, terwijl gassen en dampen via de dampafvoer 59 uit het huis zijn te verwijderen.
25 Het spreekt voor zich, dat binnen het kader van de uitvinding, zoals neergelegd in de bijgaande conclusies, nog vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo is bijvoorbeeld stoom als verwarmingsmedium vermeld. Dit kan ook elk ander medium zijn dan wel een koelmedium. Ook is het mogelijk op andere wijze te verwarmen, bijvoorbeeld elektrisch. Het 30 vaste conusvormig lichaam kan ook draaibaar worden opgesteld en H aangedreven. In plaats van de hartlijn van de ene conus te laten draaien rond de hartlijn van de andere conus kan ook gedacht worden aan het een of H beide conussen te laten trillen of door een excentriek een heen en H weergaande beweging te laten uitvoeren. Verder zijn velerlei andere 5 conusvormen mogelijk dan getoond in de figuren. Zo kan in plaats van de scherpe overgang getoond in Fig. 3 ook voor een vloeiend verlopende H overgang worden gekozen en kunnen er meerdere overgangen aanwezig zijn. Desgewenst is het ook mogelijk geleidingsribben aan te brengen op de, de spleet begrenzende vlakken.
I 1 n ; Ί k « a

Claims (20)

1. Werkwijze voor het solidificeren van een verpompbare massa door het aanbrengen van de massa op een eerste, beweegbaar contactoppervlak van een eerste geleidingselement waarvan de temperatuur wordt geregeld door een van het eerste contactoppervlak afgekeerd oppervlak in contact te 5 brengen met een de temperatuur van het eerste contactoppervlak beïnvloedend medium, waarbij de massa op een aanbrengplaats op het eerste contactoppervlak wordt gebracht, over een traject waar het solidificeren plaatsvindt, wordt verplaatst en aan het eind van het traject van het eerste contactoppervlak wordt verwijderd, met het kenmerk, dat ter 10 plaatse van bedoeld traject met het eerste geleidingselement en een van een tweede contactoppervlak voorzien tweede geleidingselement, waarvan het tweede contactoppervlak in hoofdzaak evenwijdig aan en relatief ten opzichte van het eerste contactoppervlak beweegt en waarvan de temperatuur wordt geregeld door een van het tweede contactoppervlak 15 afgekeerd oppervlak in contact te brengen met een de temperatuur van het tweede contactoppervlak beïnvloedend medium, een relatief nauwe spleet wordt gevormd waar de te bewerken massa vanaf de aanbrengplaats doorheen wordt gedrukt, waarbij de relatief nauwe spleet een zodanige hoogte heeft, dat de van beide contactoppervlakken af solidificerende en 20 gesolidificeerde, door de spleet gestuwde massa als gevolg van het ten opzichte van elkaar bewegen van de twee geleidingselementen aan een wrijvingsbewerking wordt blootgesteld alvorens de spleet te verlaten.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een geleidingselement wordt verhit.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een geleidingselement wordt gekoeld. „ J L· L· 3 3 Ö
14. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de temperatuur van het eerste geleidingselement onafhankelijk van die van het tweede geleidingselement wordt geregeld.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het 5 kenmerk, dat de spleet tussen de beide ten opzichte van elkaar bewegende geleidingselementen plaatselijk wordt verkleind.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spleet tussen de beide ten opzichte van elkaar bewegende geleidingselementen tijdelijk wordt verkleind.
7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de spleet tot vrijwel nul wordt verkleind.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat althans in de spleet een onderdruk heerst.
9. Inrichting voor het solidificeren van een verpompbare massa 15 voorzien van een huis waarin zich een eerste geleidingselement bevindt, dat voorzien is van een beweegbaar opgesteld eerste contactoppervlak en van middelen voor het regelen van de temperatuur van het eerste contactoppervlak, waarbij verder middelen aanwezig zijn om op een eerste plaats te behandelen massa te kunnen toevoeren aan het eerste 20 contactoppervlak en om op een tweede, op afstand van de eerste gelegen plaats gesolidificeerde massa te kunnen verwijderen van het eerste contactoppervlak, met het kenmerk, dat een tweede geleidingselement, dat voorzien is van een tweede contactoppervlak en van middelen voor het regelen van de temperatuur van het tweede contactoppervlak, met zijn 25 tweede contactoppervlak gericht naar en in hoofdzaak evenwijdig aan het eerste contactoppervlak zodanig is opgesteld, dat de beide contactoppervlakken een spleet vormen, waarbij het tweede contactoppervlak in hoofdzaak evenwijdig aan en relatief beweegbaar ten opzichte van het eerste contactoppervlak is opgesteld en bij de tweede plaats 30 opvangmiddelen voor gesolidificeerde massa zijn aangebracht. « Λ ') Ί C O O
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het eerste en het tweede geleidingselement beide een rotatiesymmetrisch contactoppervlak met elk een hartlijn hebben, waarbij de eerste plaats zich bevindt ter plaatse van de hartlijn van althans een der rotatiesymmetrische 5 contactoppervlakken, de tweede plaats de buitenomtrek daarvan is en althans een van beide rotatiesymmetrische contactoppervlakken rond zijn hartlijn in rotatie aandrijfbaar is.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de afstand tussen de beide rotatiesymmetrische contactoppervlakken instelbaar is.
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de hartlijnen zich in hoofdzaak verticaal uitstrekken.
13. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de hartlijnen zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekken.
14. Inrichting volgens een der conclusies 10 - 13, met het kenmerk, dat 15 de rotatiesymmetrische contactoppervlakken een conusvorm hebben.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de conusvorm een variërende divergentie heeft.
16. Inrichting volgens een der conclusies 10 - 15, met het kenmerk, dat de hartlijn van het ene rotatiesymmetrische contactoppervlak zich 20 evenwijdig aan en op korte afstand van de hartlijn van het andere rotatiesymmetrische contactoppervlak uitstrekt en rond die hartlijn kan roteren.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de korte afstand tussen de beide hartlijnen zodanig is dat beide rotatiesymmetrische 25 contactoppervlakken net niet of heel licht raken.
18. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het eerste en het tweede geleidingselement beide een langgerekt contactoppervlak hebben, waarbij althans een van de contactoppervlakken deel uitmaakt van een aandrijfbare transportband. 1022538 Η 19. Inrichting volgens een der conclusies 9-18, met het kenmerk, dat H althans een der contactoppervlakken is voorzien van geleidestrippen voor de te behandelen massa.
20. Inrichting volgens een der conclusies 9-19, met het kenmerk, dat 5 het huis voorbij de tweede plaats is voorzien van damp- en gasafzuigmiddelen.
21. Inrichting volgens een der conclusies 9-20, met het kenmerk, dat H middelen aanwezig zijn om een onderdruk in het huis te creëren. I 107?ςfi Λ
NL1022588A 2003-02-05 2003-02-05 Werkwijze en inrichting voor het solidificeren van een verpompbare massa. NL1022588C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022588A NL1022588C2 (nl) 2003-02-05 2003-02-05 Werkwijze en inrichting voor het solidificeren van een verpompbare massa.
PCT/NL2004/000072 WO2004070298A1 (en) 2003-02-05 2004-02-02 Method and apparatus for solidifying a pumpable mass

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022588 2003-02-05
NL1022588A NL1022588C2 (nl) 2003-02-05 2003-02-05 Werkwijze en inrichting voor het solidificeren van een verpompbare massa.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1022588C2 true NL1022588C2 (nl) 2004-08-06

Family

ID=32844967

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1022588A NL1022588C2 (nl) 2003-02-05 2003-02-05 Werkwijze en inrichting voor het solidificeren van een verpompbare massa.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1022588C2 (nl)
WO (1) WO2004070298A1 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3391733A (en) * 1966-12-02 1968-07-09 Norbert J. Stevens Thermal processor
DE2606647A1 (de) * 1976-02-19 1977-08-25 Luther Werke Kontinuierlich arbeitender kontakttrockner
EP0254372A1 (en) * 1986-07-24 1988-01-27 Stamicarbon B.V. Process and device for drying solid, porous particles
NL8901060A (nl) * 1989-04-27 1990-11-16 Willibrordus Petrus Maria Van Werkwijze voor het thermisch behandelen van vaste materialen en inrichting daarvoor.
DE19734212A1 (de) * 1997-08-07 1999-02-11 Solar Und Vakuum Technologie S Vakuumtrocknungseinrichtung
US6076279A (en) * 1998-01-09 2000-06-20 Finbark Oy Method and a device for improving liquid removal

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1001006C2 (nl) * 1995-08-18 1997-02-20 Biomass Technology Group B V Werkwijze en inrichting voor het thermisch behandelen van niet-gasvormig materiaal.

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3391733A (en) * 1966-12-02 1968-07-09 Norbert J. Stevens Thermal processor
DE2606647A1 (de) * 1976-02-19 1977-08-25 Luther Werke Kontinuierlich arbeitender kontakttrockner
EP0254372A1 (en) * 1986-07-24 1988-01-27 Stamicarbon B.V. Process and device for drying solid, porous particles
NL8901060A (nl) * 1989-04-27 1990-11-16 Willibrordus Petrus Maria Van Werkwijze voor het thermisch behandelen van vaste materialen en inrichting daarvoor.
DE19734212A1 (de) * 1997-08-07 1999-02-11 Solar Und Vakuum Technologie S Vakuumtrocknungseinrichtung
US6076279A (en) * 1998-01-09 2000-06-20 Finbark Oy Method and a device for improving liquid removal

Also Published As

Publication number Publication date
WO2004070298A1 (en) 2004-08-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JPS6330059B2 (nl)
CA1098692A (en) Process and apparatus for the continuous drying and/or granulating of loose material
US9073711B2 (en) Apparatus for dispensing material
EP3979835B1 (en) Dryer for herbaceous material with access heating
NL1022588C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het solidificeren van een verpompbare massa.
FR2460705A1 (fr) Dispositif d&#39;humidification de produits de granulation salins
CN101846445A (zh) 一种钛白粉烘干机及钛白粉连续生产设备
CN112386934B (zh) 用于热处理材料、特别是用于热分馏材料中含有的材料成分的设备
US3264753A (en) Food dehydrator
FR2544476A1 (fr) Secheur de produits liquides ou pateux et installation comportant un tel secheur
CN113853124B (zh) 用于草本材料的具有通道形收集器的干燥器
US20220325955A1 (en) Dryer for herbaceous material having inclined vanes
WO2020245378A1 (en) Dryer for receiving herbaceous material with independently controlled heating subsystems
JP2004508930A5 (nl)
US10711199B2 (en) Processing apparatus
RU2816997C2 (ru) Сушилка для травянистого материала и способ сушки травянистого материала (варианты)
US1176078A (en) Process of and apparatus for drying or desiccating liquids.
RU2340400C1 (ru) Устройство для дозирования и плющения зерна
RU2814905C2 (ru) Сушильное устройство для травяного материала, содержащее наклонные лопасти
NZ193190A (en) Drying and granulating wet fusible and/or pasty materials in cylindrical dryer having chambers
RU2805071C1 (ru) Шаровая мельница
RU2100722C1 (ru) Установка для термообработки пастообразных материалов
US407373A (en) Simmons
EP2844938B1 (en) Aeration apparatus
NL1013903C2 (nl) Werkwijze voor het drogen en met warmte behandelen van corpusculair materiaal, in het bijzonder eierschaaldeeltjes, en een inrichting voor het verwezenlijken van de werkwijze.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070901