NL1022499C2

NL1022499C2 - Weergave-inrichting met projector met optische vezels.

Info

Publication number: NL1022499C2
Application number: NL1022499A
Authority: NL
Inventors: Ekkehard Gaydoul; Andreas Ebbecke
Original assignee: Schott Glas
Priority date: 2002-01-29
Filing date: 2003-01-27
Publication date: 2003-11-18
Also published as: US20030142040A1; NL1022499A1; FR2835322A1

Description

, *

Weergave-inrichting met projector met optische vezels

Beschrijving 5 De uitvinding betreft een weergave-inrichting (1) met een projector met optische vezels (2) voor het door middel van lichttechniek weergeven van afbeeldingen met een component met optische vezels, die een via lichtgeleidende verbindingen met een projectoruitgang verbonden projectoringang voor het opnemen van een ingangsafbeelding omvat, waarbij de ingangsafbeelding via de lichtgeleidende verbindingen naar de projectoruitgang kan worden 10 overgebracht en door middel van een weergave-eenheid als uitgangsafbeelding kan worden weergegeven.

Verder omvat de uitvinding een werkwijze voor het met lichttechniek weergeven van afbeeldingen door middel van een weergave-inrichting evenals een werkwijze voor de 15 vervaardiging van de weergave-inrichting.

Weergave-inrichtingen van de genoemde soort dienen voor het weergeven van afbeeldingen. Als afbeelding zijn daarbij zowel teksten, pictogrammen maar ook alle soorten beeld-animaties mogelijk. De afbeeldingen kunnen zowel zwart-wit alsook een- resp. meerkleurig zijn uitgevoerd.

20 In de stand der techniek zijn daartoe diverse weergave-inrichtingen bekend. Zo worden bijvoorbeeld LED-systemen toegepast, waarbij in een weergave-inrichting afzonderlijke LEDs worden ondergebracht, die door middel van een software-besturing gericht kunnen worden in- en uitgeschakeld en waarmee zodoende alle gewenste schrifttekens, grafische afbeeldingen resp. animaties kunnen worden gerealiseerd. Nadeel van deze weergave-inrichtingen is, dat ieder 25 individueel beeld- resp. Lichtpunt op een enkele kleur is vastgelegd, en dat zodoende het verwisselen van de kleur van het afzonderlijke lichtpunt zelf niet is voorzien.

Ook verliezen LED-indicaties in de loop der tijd op nadelige wijze aan lichtintensiteit en veranderen aldus de kleur- en lichtweergave individueel verschillend. Zodoende treden in de praktijk al na ongeveer twee j aar bij een gemiddelde intensiteitvermindering van ongeveer 20% 30 intensiteitverschillen van tot 35% tussen de lichtsterkste en de lichtzwakste LEDs met dezelfde leeftijd op. Bij witte LEDs kan het verschil zelfs hele factoren bedragen, aangezien de lichtsterkte van deze LEDs in dezelfde tijdspanne tot een derde kan verminderen. Om een gelijkmatig verschijningsbeeld en zodoende een leesbaarheid van de weer te geven informatie te waarborgen, is het nodig, na een tevoren vastgestelde gebruiksduur de LED-indicatie van deze 1022499« 'Ί Ζ.

weergave-systemen te vervangen, hetgeen veel onderhoud en zodoende aanzienlijke kosten met zich mee brengt.

Om deze nadelen te vermijden, worden weergave-inrichtingen toegepast, welke projectoren met optische vezels omvatten. Bij deze weergave-inrichtingen wordt voor het weergeven met 5 Lichttechniek een afbeelding gegenereerd en via lichtgeleidende verbindingen naar de weergave-eenheid overgebracht en daar als uitgangsafbeelding weergegeven. Daartoe dient een component met optische vezels, die meerdere lichtgeleidende verbindingen omvat.

De component met lichtgeleidende vezels is onderdeel van de projector met optische vezels met een projectoringang en een projectoruitgang. Projectoringang en projectoruitgang zijn geplaatst 10 bij de respectievelijke tegenover gelegen einden van de lichtgeleidende verbindingen. De einden van de lichtgeleidende verbindingen zijn daarbij op een zodanige wijze bij elkaar gevat, dat de ingangs- respectievelijk uitgangsafbeelding kan worden onderverdeeld in afzonderlijke beeldpunten en ten minste ieder beeldpunt bij een einde van de lichtgeleidende verbindingen behoort.

15 De ingangsafbeelding wordt bij de projectoringang opgenomen door de component met de optische vezels en door de lichtgeleidende verbindingen overgebracht naar de projectoruitgang. De projectoruitgang is op overeenkomstige wijze uitgevoerd, om door de aan de uitgang gelegen einden van de lichtgeleidende verbindingen weergegeven beeldpunten door middel van de weergave-eenheid weer te geven.

20 Weergave-inrichtingen van de genoemde soort zijn bekend in de stand van de techniek. US 5,053,765 beschrijft een projector met optische vezels met lichtgeleidende verbindingen, die bestaan uit een reeks van optische vezels. De lichtgeleidende verbindingen zijn gekoppeld met een diafragma, dat dient als generator van afbeeldingen voor het weergeven van afbeeldingen.

De optische vezels zijn zodanig met elkaar vervlochten, dat in hoofdzaak alle randen zijn 25 weggewerkt die op de indicatie optreden.

US 4,299,447 beschrijft een projector met optische vezels voor het weergeven van een reeks van door de computer gegenereerde alfanumerieke tekens. Daartoe worden deze tekens op een plaat met vloeibare kristallen gebracht, die als reactie daarop zijn transparantie verandert. Bij voorkeur verlopen optische vezels van een zijde van deze plaat met vloeibare kristallen naar een indicatie. 30 Op deze indicatie worden de tekens dan afgebeeld. Deze projector met optische vezels dient ter vergroting van met de computer gegenereerde beeldschermafbeeldingen, waarbij de diameter van de vezels in het verloop vanaf de plaat met de vloeibare kristallen naar de indicatie toe groter wordt.

1022499# 3

Een soortgelijk doel heeft de projector met optische vezels, die is beschreven in US 5,150,445. Dit weergave-systeem kan worden toegepast voor de vergrote weergave van geminiaturiseerde afbeeldingen. De weergave heeft een ingang en een uitgang. De vezels van de uitgang zijn geïntegreerd in een gatenplaat, terwijl die van de ingang een projectievlak vormen, waarop een 5 afbeelding kan worden weergegeven, die aan de uitgang vergroot wordt weergegeven.

Evenzo beschrijft US 5,532,711 een projector met optische vezels, waarbij eveneens lichtgeleidende verbindingen voor de overdracht van een ingangsafbeelding zijn aangebracht, welke afbeelding bij een projectievlak wordt ingevoerd en op een projectievlak aan de uitgang wordt weergegeven.

10 Bij de weergave-inrichtingen van de hiervoor genoemde stand van de techniek wordt de opstelling van de lichtgeleidende verbindingen aan de ingang op overeenkomstige wijze aan de uitgang gerealiseerd, om de ingangsafbeelding aan de uitgang weer te geven. Daartoe worden de einden van de lichtgeleidende verbindingen gesorteerd en met een onderling gedefinieerde ingangs- respectievelijk uitgangstoekenning bij elkaar gevat, zodat een beeldpunt van de 15 ingangsafbeelding op dezelfde plaats in de uitgangsafbeelding aan de uitgang verschijnt. De opstelling van de der einden van de lichtgeleidende verbindingen is zodoende aan de ingangs- en aan de uitgangszijde gedefinieerd toegekend.

Een nadeel is bij deze weergave-inrichtingen, dat de productie en de montage van zulke projectoren met optische vezels gecompliceerd en duur is, aangezien alle genoemde systemen 20 met lichtgeleidende verbindingen een gedefinieerde onderlinge toekenning van de einden van de lichtgeleidende verbindingen aan de ingangs- resp. aan de uitgangszijde vereisen. Bovendien is het gebruik van lichtgeleidende verbindingen uit optische glasvezels bij deze systemen om doelmatig, aangezien de vele honderden afzonderlijke glasvezels moeten worden vervaardigd, hetgeen een veel te gecompliceerde productie vereist. De projectoren met optische vezels 25 volgens de stand van de techniek worden derhalve doorgaans gerealiseerd met optische kunststofkabels, die de bekende optische en kwalitatieve nadelen ten opzichte van uit glasvezels vervaardigde lichtgeleidende verbindingen hebben.

Doel van de onderhavige uitvinding is het derhalve, de nadelen van de stand van de techniek te vermijden en met name een tegen veroudering bestendige en onderhoudsvriendelijke weergave-30 inrichting met een projector met optische vezels te verschaffen, die eenvoudig en tegen gunstige kosten kan worden vervaardigd en die een optimale licht- en kleurechte beeldweergave mogelijk maakt.

Dit doel wordt volgens de uitvinding verwezenlijkt, doordat de projectoringang en de 35 projectoruitgang zijn gevormd door telkens onderling tegenover elkaar gelegen, bij elkaar '022499# 4 gevatte einden van de lichtgeleidende verbindingen, dat de aan de ingangs- en/of aan de uitgangszijde zich bevindende einden van de lichtgeleidende verbindingen willekeurig aan elkaar zijn toegekend en dat de ingangsafbeelding aan de projectoringang gemoduleerd kan worden ingevoerd, zodat de aan de projectoruitgang weergegeven uitgangsafbeelding overeenkomt met 5 de weer te geven afbeelding. Voordeel van de projector met optische vezels volgens de uitvinding is, dat met een tegen gunstige kosten te vervaardigen component met optische vezels een optimale licht- en kleurechte afbeelding van een ingangsafbeelding kan worden bewerkstelligd. Daartoe wordt de gewenste weer te geven afbeelding zodanig gemoduleerd aan de projectoringang in de lichtgeleidende verbindingen ingevoerd, dat de aan de projectoruitgang 10 weergegeven uitgangsafbeelding overeenkomt met de gewenste afbeelding.

Daartoe zijn in een gunstige uitvoering van de projector met optische vezels de projectoringang en/of de projectoruitgang als beeldprojectievlakken uitgevoerd. De ingangsafbeelding kan daarbij op gunstige wijze eenvoudig op het projectievlak van de projectoringang worden afgebeeld.

15 Volgens de uitvinding is er in voorzien, dat de ingangsafbeelding aan de projectoringang, bij voorkeur door middel van een een afbeelding genererende inrichting, kan worden ingevoerd. Zodoende is het mogelijk, de ingangsafbeelding door middel van bekende gegevensverwerkende technologie of ook met optische middelen te produceren en overeenkomstig het voorbeeld op de aan de ingangszijde zich bevindende einden van de lichtgeleidende verbindingen over te 20 brengen.

Dit wordt volgens de uitvinding daardoor verwezenlijkt, dat de ingangsafbeelding afhankelijk van de toewijzing van de einden van de lichtgeleidende verbindingen, bij voorkeur door middel van transformatiemiddelen is gemoduleerd. Daarbij draagt iedere lichtgeleidende verbinding het daaraan toegekende deel van de ingangsafbeelding over naar het aan de uitgangszijde gelegen 25 einde van de lichtgeleidende verbindingen, zodat aan de projectoruitgang de beeldpunten overeenkomstig hun willekeurig plaatsvindende verdeling respectievelijk overeenkomstig de door de transformatiemiddelen bepaalde toekenning worden weergegeven en in totaliteit worden afgebeeld. De ingangsafbeelding is daarbij gemoduleerd uit de gewenste afbeelding en heeft een vlakpatroon met beeldpunten, dat overeenkomt met de verschillende opstelling van de einden 30 van de lichtgeleidende verbindingen aan de projectoringang en aan de projectoruitgang, die daardoor is bepaald, dat de einden van de lichtgeleidende verbindingen aan de ingangs- en aan de uitgangszijde willekeurig zijn bij elkaar gevat.

Dit wordt daardoor verwezenlijkt, dat de transformatiemiddelen een transformatiematrix en een gegevensverwerkende eenheid voor het berekenen van de ingangsafbeelding uit beeldgegevens 35 van de weer te geven afbeelding en/of uitgangsafbeelding omvatten. Daartoe is er in voorzien, 4 n 9 Q Qb 5 dat voor het opwekken van de ingangsafbeelding ieder door een lichtgeleidende verbinding van de projectoruitgang gerepresenteerd beeldpunt van de afbeelding door de transformatiematrix als beeldpunt van de projectoringang kan worden gemoduleerd, die overeenkomt met het einde van de lichtgeleidende verbinding aan de projectoringang.

5 De transformatiematrix omvat zodoende de gegevens van de willekeurig plaatsvindende toekenning van de aan de ingangs- en de uitgangszijde zich bevindende einden van de lichtgeleidende verbindingen. De uitgangsafbeelding komt overeen met de door de aan de uitgangszijde zich bevindende einden van de lichtgeleidende verbindingen als bij elkaar gevatte beeldpunten weer te geven afbeelding, waarbij de transformatiematrix aan de beeldpunten van de 10 uitgangsafbeelding overeenkomstige beeldpunten van de ingangsafbeelding toewijst. De gegevensverwerkende middelen genereren uit de gewenste weer te geven afbeelding het overeenkomstige vlakpatroon, dat als ingangsafbeelding aan de projectoringang door de einden van de lichtgeleidende verbindingen opgenomen, door de lichtgeleidende verbindingen naar de projectoruitgang overgebracht en aldaar als uitgangsafbeelding moet worden weergegeven.

15 Daartoe is erin voorzien, dat de het beeld genererende inrichting ten minste een lichtbron voor het opwekken van de ingangsafbeelding aan de projectoringang, een filtersegmenten omvattend kleurwiel, bij voorkeur geoptimaliseerd voor verzadigde signaalkleuren, rood, geel en/of groen, een optische afbeeldingvoorziening voor het afbeelden van de ingangsafbeelding in de projectoringang, een dmd en/of dip chip en/of gegevensverwerkende middelen voor het 20 genereren van beeldweergaven omvat. Daarbij is het mogelijk, dat de einden van de lichtgeleidende verbindingen afzonderlijk door lichtbronnen worden aangestuurd en voor het genereren van de ingangsafbeelding aan elk beeldpunt ten minste een lichtbron is toegewezen.

De inrichting voor het genereren van afbeeldingen kan daartoe zij verbonden met een gegevensverwerkende eenheid, die de lichtbronnen bestuurt.

25 Als alternatief daarvoor kan de ingangsafbeelding door middel van een lichtbron op de projectoringang worden afgebeeld. Volgens de uitvinding is een optische afbeeldingsvoorziening opgenomen, waarmee een afbeelding van de ingangsafbeelding op de projectoringang wordt afgebeeld. Al naar behoefte en afhankelijk van de eer te geven afbeelding kan ook een kleurwiel worden toegepast, om gewenste kleureffecten bij de uitgangsafbeelding te realiseren. In principe 30 zijn daarbij alle kleuren mogelijk. Voor bepaalde toepassingen in de verkeerstechniek is het voldoende, dat het kleurwiel is geoptimaliseerd voor de bekende signaalkleuren rood, geel en groen. Bijzonder gunstig is het daarbij, wanneer de projectoringang als projectievlak is uitgevoerd.

Verder is het gunstig gebleken, dat de weergave-eenheid optische elementen voor het genereren 35 van een afbeelding van de uitgangsafbeelding aan de projectoruitgang heeft.

1022499e 6

Daarmee is een op de toepassing afgestemde weergave van de aan de projectoruitgang weergegeven uitgangsafbeelding gewaarborgd, waarbij de optische afbeeldingsvoorziening de uitgangsafbeelding in het voor de beoogde toepassing bedoelde beeldformaat weergeeft.

5 Opdat een ingangsafbeelding gemoduleerd aan de projectoringang ter beschikking staat, is erin voorzien, dat de gegevensverwerkende eenheid middelen voor het genereren, opslaan en/of moduleren van weer te geven afbeeldingen en/of ingangsafbeeldingen omvat. Daarbij is het mogelijk, dat tevoren gemaakte ingangsafbeeldingen voor bepaalde toepassingen in opgeslagen vorm ter beschikking staan en direct indien gewenst bij de projectoringang kunnen worden 10 ingevoerd. Ook is erin voorzien, beeldweergaves op te slaan, die door de gegevensverwerkende eenheid worden gemoduleerd, wanneer deze moeten worden weergegeven. Een andere uitvoering volgens de uitvinding wordt verschaft, doordat de afbeeldingen respectievelijk de ingangsafbeeldingen door of op de gegevensverwerkende eenheid worden vervaardigd en direct of indirect verder worden verwerkt. Daarbij is erin voorzien, dat de weer te geven afbeeldingen 15 letters, cijfers, pictogrammen, animaties, bij voorkeur in meerdere kleuren, omvatten.

Een gunstige uitvoeringsvorm van de projector volgens de uitvinding wordt verwezenlijkt, doordat de projectoringang en/of de projectoruitgang ten minste een oplossend vermogen van 1600 lichtpunten per vierkante meter hebben en dat aan een lichtpunt ten minste een einde van de lichtgeleidende verbindingen is toegekend. Op gunstige wijze wordt daardoor een weergave 20 van de afbeelding ten minste in het formaat 40x40 beeld- resp. lichtpunten mogelijk gemaakt, waarmee een optimale weergave van de tekens volgens de uitvinding mogelijk is. Volgens de uitvinding zijn ook grotere weergaven mogelijk, die bijvoorbeeld door een aantal bij elkaar geplaatste projectoren of door verhoging van het oplossend vermogen van de projector kunnen worden gerealiseerd. Geringere oplossende vermogens zijn eveneens mogelijk volgens de 25 uitvinding.

Een andere uitvoering van de projector volgens de uitvinding wordt verwezenlijkt, doordat elke lichtgeleidende verbinding ten minste een afzonderlijke kabel van optische vezels met ten minste een kunststofVezel en/of glasvezel, bij voorkeur een bundel van honderden glasvezels omvat. Op gunstige wijze is het zodoende mogelijk, een licht- en kleurechte overdracht van de 30 ingangsafbeelding te waarborgen. De toepassing van lichtgeleidende verbindingen uit bundels van honderden glasvezels, die bij voorkeur telkens een minimale diameter hebben, maakt het daarenboven mogelijk, dat de lichtgeleidende verbindingen met kleine buigradii kunnen worden ingebouwd.

10224994 7

Optimale weergave-eigenschappen van de projector met optische vezels worden op gunstige wijze verwezenlijkt, doordat de afzonderlijke kabels van optische vezels aan de gemeenschappelijke einden aan de projectoringang en/of projectoruitgang de hoogste pakdichtheid hebben.

5 Volgens de uitvinding dient een weergave-inrichting volgens de uitvinding voor de toepassing in een weergave-inrichting (1) voor verkeersleidingsinstallaties, bij voorkeur als snelheids-, file-en/of mistwaarschuwingsinstallaties, als indicaties voor omleidingen en/of wegwerkzaamheden, voor vliegveld -, stations- en/of busterminalindicaties en/of voor reclameborden en/of voor machines of toestellen, bij voorkeur als optische indicatie. Zodoende zijn zowel indicaties op 10 grote schaal mogelijk, die bij voorkeur door datanetwerken met elkaar resp. Met een centrale gegevensverwerkende eenheid zijn verbonden. Eveneens zijn indicaties op machines of toestellen mogelijk, waarbij bij voorbeeld het genereren van het beeld op en bepaalde afstand van de weergave van dat beeld dient plaats te vinden. Bovendien strekt de uitvinding zich ook uit tot andere toepassingen, die in de stand van de techniek voor dergelijke weergave-systemen zijn 15 genoemd.

Verder worden de voordelen door werkwijzen volgens de uitvinding voor het met lichttechniek plaatsvindende weergeven van afbeeldingen bereikt, die zijn gekenmerkt door de bijzonderheden van de conclusies 15 tot en met 18. Daarbij is door middel van een van de voomoemde weergave-inrichtingen erin voorzien, dat de uit de weer te geven afbeelding gemoduleerde 20 ingangsafbeelding, bij voorkeur door middel van middelen voor het genereren van beelden, aan de projectoringang wordt ingevoerd.

Daartoe is erin voorzien, dat de ingangsafbeelding voor het weergeven, bij voorkeur door middel van transformatiemiddelen, uit de beeldgegevens van de weer te geven afbeelding wordt berekend en opgeslagen en dat de afbeelding voor de berekening wordt ontleed tot beeldpunten, 25 die de opstelling van de einden van de lichtgeleidende verbindingen aan de projectoruitgang representeren, dat de beeldpunten van de projectoruitgang door middel van een transformatiematrix overeenkomstig de opstelling van de corresponderende einden van de lichtgeleidende verbindingen aan de projectoringang worden opgesteld.

Een verdere ontwikkeling van de werkwijze volgens de uitvinding wordt verschaft, doordat de 30 beeldpunten van de ingangsafbeelding door middel van een inrichting voor het genereren van afbeeldingen telkens in de bijbehorende lichtgeleidende verbindingen aan de projectoringang van de component met optische vezels wordt ingevoerd. Verder is erin voorzien, dat de uitgangsafbeelding aan de projectoruitgang door middel van de weergave-eenheid, bij voorkeur door middel van optische elementen, worden weergegeven. Hierdoor kan de aan de 10224991# δ projectoruitgang weergegeven uitgangsafbeelding optisch verder worden bewerkt, om een optimale weergave van de afbeelding door de projector mogelijk te maken.

Verder wordt volgens de uitvinding een werkwijze voor de vervaardiging van een van de voomoemde weergave-inrichtingen verschaft, doordat de lichtgeleidende verbindingen aan hun 5 einden willekeurig worden bij elkaar gevat tot een projectoringang, dat iedere lichtgeleidende verbinding een beeldpunt van de projectoringang en van de projectoruitgang representeert en dat een transformatiematrix wordt opgewekt, die aan elk beeldpunt van de projectoruitgang een beeldpunt van de projectoringang toewijst. Zodoende wordt een vervaardiging van de projector volgens de uitvinding tegen gunstige kosten gewaarborgd, waarbij de einden van de 10 lichtgeleidende verbindingen zonder gedefinieerde toewijzing de projectoringang en de projectoruitgang kunnen worden. Door middel van de transformatiematrix wordt met de toewijzing van de einden van de lichtgeleidende verbindingen aan de projectoringang respectievelijk aan de projectoruitgang willekeurig rekening gehouden.

Volgens de uitvinding is er verder in voorzien, dat de lichtgeleidende verbindingen aan de 15 tegenover de projectoringang gelegen einden in de vorm van een weergavematrix tot een projectoruitgang worden opgesteld. Zodoende kan de uitgangsafbeelding in een formaat worden afgebeeld, dat ten opzichte van de ingangsafbeelding is vergroot. Terwijl de lichtgeleidende verbindingen aan de projectoringang in een zeer dicht pak zijn bij elkaar gevat, is het mogelijk de lichtgeleidende verbindingen aan de uitgangszijde al nar gelang de behoefte in de 20 weergavematrix zodanig op te stellen, dat zij op een meer of minder grote onderlinge afstand zijn gelegen, waardoor de weergave vergroot kan worden afgebeeld.

De voor een projector met optische vezels specifieke gegevens, die een optimale weergave van de afbeelding met de weergave-inrichting waarborgen, worden volgens de uitvinding daardoor verschaft, dat de toewijzing van de beeldpunten door het bepalen van corresponderende 25 vlakpatronen aan een einde van de component met de optische vezels met gelijktijdige belichting van het andere einde van de component met optische vezels met ten minste een norm-vlakpatroon wordt bepaald en de toewijzingsgegevens als transformatiematrix worden opgeslagen.

Op gunstige wijze is te dien einde erin voorzien, dat voor het opwekken van de 30 transformatiematrix de projectoringang wordt onderverdeeld in sub-matrixen, dat deze sub- matrixen successievelijk worden belicht en tegelijkertijd aan de projectoruitgang de posities van de oplichtende lichtgeleidende verbindingen worden bepaald en dat de vastgestelde toewijzingen van de einden van de lichtgeleidende verbindingen aan de projectoringang bij die aan de projectoruitgang worden opgeslagen.

35 1022499# 9

Verder is het gunstig gebleken, dat het genereren van de transformatiematrix en/of het toewijzingsbestand door middel van en computergestuurd systeem plaatsvindt, dat de belichting van de sub-matrixen van de projectoringang, de registratie van de oplichtende lichtgeleidende verbindingen aan de projectoruitgang evenals het genereren en/of opslaan van de 5 transformatiematrix stuurt. Daardoor is een snelle en exacte bepaling van de toewijzingsgegevens mogelijk.

Bij de vervaardiging van de weergave-inrichting respectievelijk van de projector met optische vezels kan darbij worden afgezien van het expliciet rekening houden met een eventuele onderverdeling van de lichtgeleidende verbindingen in afzonderlijke vezels aan de 10 projectoringang respectievelijk aan de projectoruitgang. Daarenboven is een gedefinieerde toewijzing van de opstelling van aan de ingangs- resp. de uitgangszijde gelegen einden van de lichtgeleidende verbindingen niet nodig, waardoor de benodigde tijd bij de montage aanzienlijk kan worden verminderd. Daardoor ontstaan nog verdere kostenvoordelen. De voor de weergave-inrichting bedoelde component met optische vezels kan daarenboven voor verschillende 15 toepassingen eenvoudig worden voorgeproduceerd en op velerlei wijzen worden toegepast.

Verder wordt een gedefinieerde beeld-generatie en zodoende een toewijzing van de beeldinformatie door de gemoduleerde ingangsafbeelding van het te genereren motief aan de projectoringang afhankelijk van de opstelling van de tegenover gelegen einden van de lichtgeleidende verbindingen aan de projectoruitgang gewaarborgd.

20 Daartoe wordt eerst een transformatiematrix gegenereerd, die als toewijzingsbestand wordt opgeslagen. Deze is specifiek voor de desbetreffende projector en kan voor alle te genereren motieven worden toegepast. Voor het genereren van een transformatiematrix wordt bij de vervaardiging de complete matrix van de inrichting voor het genereren van het beeld, die bij voorkeur en standaard oplossend vermogen van bijvoorbeeld vga 640 x 480 pixels, svga 800 x 25 600 pixels, xga 1024 x 788 pixels, sxga 1280 x 1024 pixels heeft, volgens de uitvinding onderverdeeld in sub-matrixen met de grootte n x m pixels. Elk van deze matrixen wordt successievelijk belicht en het systeemantwoord op de weergave-inrichting wordt door middel van een gevoelige camera-eenheid gedetecteerd. Daarbij wordt de toewijzing voor elke sub-marix uitgevoerd. Elk toewijzingsbestand resp. elke transformatiematrix karakteriseert zodoende 30 een component met optische vezels op eenduidige wijze, net als een vingerafdruk. Het door de weergave-inrichting weer te geven teken wordt door de gegevensverwerkende eenheid door middel van het toewijzingsbestand omgerekend en aan de inrichting voor het genereren van afbeeldingen ter beschikking gesteld.

1022499# 10

Volgens de uitvinding wordt verder het voordeel verkregen, dat de weergave van de weer te geven afbeelding tegen veroudering bestendig, duurzaam en betrouwbaar, kleur- en lichtecht evenals vrij van degradatie kan plaatsvinden. De inrichting voor het genereren van afbeeldingen kan gescheiden van de plaats van de weergave worden gepositioneerd, waarmee schadelijke 5 milieu-invloeden kunnen worden uitgesloten.

Daarenboven is het gunstig, dat het enige slijtage-onderdeel van de projector met optische vezels de lichtbron is, die een gemiddelde levensduur van ongeveer 10.000 h heeft en gemakkelijk kan worden vervangen, waardoor ook het onderhoud en de daarmee verbonden kosten gering blijven. De uitvinding wordt hierna aan de hand van tekeningen uiteengezet.

10 Daarin toont

Figuur 1 een schematische afbeelding van de weergave-inrichting volgens de uitvinding;

Figuur 2 een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het genereren van afbeeldingen; Figuur 3 een schematische afbeelding van de beeld-bewerking voor de weergave.

15 In figuur 1 is een weergave-inrichting 1 volgens de uitvinding volgens de uitvinding als schematische afbeelding getoond. De weergave-inrichting 1 heeft een projector met optische vezels 2 met een component met optische vezels 3. De component met optische vezels 3 omvat lichtgeleidende verbindingen 4, die aan hun einden zijn bij elkaar gevat voor het opnemen van een ingangsafbeelding aan de projectoringang 5. De ingangsafbeelding wordt via de 20 lichtgeleidende verbindingen 4 aan de projectoruitgang 6 overgedragen, waarbij de projectoruitgang 6 wordt gevormd door tegenover de projectoringang 5 gelegen einden van de lichtgeleidende verbindingen 7.

Voor het genereren van een ingangsafbeelding aan de projectoringang 5 is een inrichting voor het genereren van afbeeldingen 8 aangebracht. Bij de inrichting voor het genereren van 25 afbeeldingen 8 behoren transformatiemiddelen 9, door middel waarvan een ingangsafbeelding uit de voor de weergave bestemde afbeelding kan worden gemoduleerd, die aan de projectoringang 5 wordt ingevoerd.

Bij de projectoruitgang 8 behoort een weergave-eenheid 10, die optische elementen 11 voor de weergave van de aan de projectoruitgang 6 weergegeven uitgangsafbeelding heeft, die 30 overeenkomt met de beoogde afbeelding.

Voor de weergave van de afbeelding wordt de aan de projectoringang 5 ingevoerde ingangsafbeelding door de projector met optische vezels 2 overgedragen, waarbij de telkens tegenover elkaar gelegen, bij elkaar gevatte einden van de lichtgeleidende verbindingen 7 aan de ingangs- en/of uitgangszijde willekeurig aan elkaar zijn toegekend. De aan de projectoringang 5 35 ingevoerde ingangsafbeelding wordt daarbij onderverdeeld in beeld- of lichtpunten, die elk aan 1022499# 11 een einde van de lichtgeleidende verbindingen 7 zijn toegewezen. De ingangsafbeelding is daarbij zo gemoduleerd, dat de beeldpunten van de ingangsafbeelding na de overdracht door de component met optische vezels 3 door de willekeurig geleide lichtgeleidende verbindingen 4 aan de projectoruitgang 6 op geordende, met de afbeelding overeenkomende wijze als uit te voeren 5 afbeelding worden weergegeven.

De aan de projectoruitgang 6 weergegeven uitgangsafbeelding komt zodoende in zoverre overeen met de weer te geven afbeelding, dat de weergave als matrix van de einden van de lichtgeleidende verbindingen 7 verschijnt.

Een bewerking van de uitgangsafbeelding door middel van de weergave-eenheid 10 maakt het 10 mogelijk, dat de uitgangsafbeelding in een gewenst formaat kan worden weergegeven.

In figuur 2 is een inrichting voor het genereren van beelden 8 afgebeeld. De inrichting voor het genereren van beelden 8 omvat een lichtbron 12 voor het genereren van de ingangsafbeelding aan de projectoringang 5. Via een kleurwiel 13 met filtersegmenten, welk kleurwiel 13 bij voorkeur voor verzadigde signaalkleuren, rood, geel resp. groen is geoptimaliseerd, wordt licht 15 op een dmd- en/of dip - chip 14 gestraald. Door middel van dmd- en/of dip - chip 14 wordt de ingangsafbeelding naar de optische voorziening voor de afbeelding 15 overgedragen en door deze voorziening op de projectoringang 5 afgebeeld. De dmd-/dlp-chip 14, de lichtbron 12 en het kleurwiel 13 evenals de optische afbeeldingsvoorziening 15 worden door middel van een gegevensverwerkende eenheid 16 aangestuurd, waarbij de ingangsafbeelding door de 20 gegevensverwerkende eenheid 16 op de dmd-/dlp -chip 14 ter beschikking wordt gesteld.

De projectoringang 5 is te dien einde uitgevoerd als projectievlak, dat in de tekening niet is afgebeeld, waarbij de aan de ingangszijde zich bevindende einden van de lichtgeleidende verbindingen 7 in een optimale pak-dichtheid zijn aangebracht.

In figuur 3 is het verloop van de beeld-modulatie schematisch weergegeven. De weer te geven 25 afbeelding 17 wordt daarbij door middel van transformatiematrix 18 in een ingangsafbeelding 19 omgezet en na de overdracht door de projector met optische vezels 2 als uitgangsafbeelding 20 weergegeven.

Om de transformatiematrix 18 te genereren, wordt daartoe op omgekeerde wijze gewerkt, waarbij de lichtgeleidende verbindingen 4 aan hun einden 7 willekeurig bij elkaar gevat zijn 30 opgesteld tot een projectoringang 5 en tot een projectoruitgang 6 en elke lichtgeleidende verbinding een beeldpunt van de projectoringang 5 en van de projectoruitgang 6 representeert.

De transformatiematrix 18 wordt daardoor gegenereerd, dat aan ieder beeldpunt van de projectoruitgang 6 een beeldpunt van de projectoringang 5 wordt toegewezen.

1022499« 12

Daartoe wordt de toewijzing van de beeldpunten door bepaling van overeenkomstige vlakpatronen aan een einde van de component met optische vezels 3 met gelijktijdige belichting van het andere einde van de component met optische vezels 3 met ten minste een norm-vlakpatroon bepaald. De projectoringang 5 wordt daartoe in sub-matrixen onderverdeeld en de 5 sub-matrixen worden successievelijk belicht, tegelijkertijd worden aan de projectoruitgang 6 de posities van de oplichtende lichtgeleidende verbindingen 4 bepaald. Deze toewijzingsgegevens worden vervolgens als transformatiematrix 16 opgeslagen, die voor de desbetreffende component met optische vezels 3 representatief is.

Er is in voorzien, dat het genereren van de transformatiematrix 18 respectievelijk van het 10 toewijzingsbestand door middel van een computergestuurd systeem uit te voeren, dat de belichting van de sub-matrixen van de projectoringang 5, de registratie van de oplichtende lichtgeleidende verbindingen 4 aan de projectoruitgang 6 evenals het genereren resp. De opslag van de transformatiematrix 18 aanstuurt.

10224990 13

Weergave-inrichting met projector met optische vezels

Lijst van verwijscijfers 1 Weergave-inrichting 2 Projector met optische vezels 3 Component met optische vezels 4 Lichtgeleidende verbinding 5 Projectoringang 6 Projectoruitgang 7 Einden van de lichtgeleidende verbindingen 8 Inrichting voor het genereren van afbeeldingen 9 Transformatiemiddelen 10 Weergave-eenheid 11 Optische Elementen 12 Lichtbron 13 Kleurwiel 14 DMD- en/of DLP - Chip 15 Optische afbeeldingsvoorziening 16 Gegevensverwerkende eenheid 17 Afbeelding 18 Transformatiematrix 19 Ingangsafbeelding 20 Uitgangsafbeelding 1022499#

Claims

1. Weergave-inrichting (1) met een projector met optische vezels (2) voor het door middel van lichttechniek weergeven van afbeeldingen met een component met optische vezels, die een via lichtgeleidende verbindingen (4) met een projectoruitgang (6) verbonden projectoringang (5) voor het opnemen van een ingangsafbeelding (19) omvat, waarbij de ingangsafbeelding (19) via de lichtgeleidende verbindingen (4) naar de projectoruitgang (6) kan worden overgebracht en 10 door middel van een weergave-eenheid (10) als uitgangsafbeelding (20) kan worden weergegeven, met het kenmerk, dat de projectoringang (5) en de projectoruitgang (6) zijn gevormd door telkens tegenover elkaar gelegen, bij elkaar gevatte einden van de lichtgeleidende verbindingen (7), dat de aan ingangs- en/of uitgangszijde gelegen einden van de lichtgeleidende verbindingen (7) willekeurig aan elkaar zijn toegewezen n dat de ingangsafbeelding (19) aan de 15 projectoringang (5) gemoduleerd kan worden ingevoerd, zodat de aan de projectoruitgang (6) weergegeven uitgangsafbeelding (20) overeenkomt met de weer te geven afbeelding.

2. Weergave-inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de projectoringang (5) en/of de projectoruitgang (6) als beeldprojectievlakken zijn uitgevoerd. 20

3. Weergave-inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de ingangsafbeelding (19) aan de projectoringang (5), bij voorkeur door middel van een inrichting voor het genereren van afbeeldingen (8), kan worden ingevoerd.

4. Weergave-inrichting (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de ingangsafbeelding (19) afhankelijk van de toewijzing van de einden van de lichtgeleidende verbindingen (7), bij voorkeur door middel van transformatiemiddelen (9) is gemoduleerd.

5. Weergave-inrichting (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de 30 transformatiemiddelen (9) een transformatiematrix en een gegevensverwerkende eenheid (16) voor de berekening van de ingangsafbeelding (19) uit beeldgegevens van de weer te geven afbeelding en/of uitgangsafbeelding (20) omvatten.

6. Weergave-inrichting (1) volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat voor het 35 genereren van de ingangsafbeelding (19) ieder door een lichtgeleidende verbinding (4) van de 1022499· projectoraitgang (8) gerepresenteerd beeldpunt van de afbeelding door de transformatiematrix als beeldpunt van de projectoringang (5) kan worden gemoduleerd, die overeenkomt met de opstelling van het einde (7) van de lichtgeleidende verbinding (4) aan de projectoringang (5).

7. Weergave-inrichting (1) volgens een of meer van de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat de inrichting voor het genereren van afbeeldingen (8) ten minste een lichtbron (12) voor het genereren van de ingangsafbeelding (19) aan de projectoringang (5), een kleurwiel (13) met filtersegmenten (13), bij voorkeur geoptimaliseerd voor verzadigde signaalkleuren, rood, geel en/of groen, een optische afbeeldingsvoorziening (15) voor het genereren van een afbeelding van 10 de ingangsafbeelding (19) in de projectoringang (5), een dmd en/of dip chip (14) en/of gegevensverwerkende middelen (16) voor het genereren van afbeeldingen omvat.

8. Weergave-inrichting (1) volgens een of meer van de conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de weergave-eenheid (10) optische elementen (11) voor het genereren van een afbeelding van 15 de uitgangsafbeelding (19) aan de proj ectoruitgang (6) omvat.

9. Weergave-inrichting (1) volgens een of meer van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat de gegevensverwerkende eenheid (16) door middel van het genereren, opslaan en/of moduleren van weer te geven afbeeldingen en/of ingangsafbeeldingen (19) omvat. 20

10. Weergave-inrichting (1) volgens een of meer van de conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat de weer te geven afbeeldingen letters, cijfers, pictogrammen, animaties, bij voorkeur in meerkleurige afbeelding omvatten.

11. Weergave-inrichting (1) volgens een of meer van de conclusies 1 tot 10, met het kenmerk, dat projectoringang (5) en/of proj ectoruitgang (6) ten minste een oplossend vermogen van 1600 lichtpunten per vierkante meter hebben en dat aan een lichtpunt ten minste een einde van de lichtgeleidende verbindingen (7) is toegewezen.

12. Weergave-inrichting (1) volgens een of meer van de conclusies 1 tot 11, met het kenmerk, dat iedere lichtgeleidende verbinding (4) ten minste een afzonderlijke optische vezelkabel met ten minste een kunststofVezel en/of glasvezel heeft, bij voorkeur een bundel van enkele honderden glasvezels. 10224994

13. Weergave-inrichting (1) volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de afzonderlijke optische vezelkabels aan de gemeenschappelijke einden aan de projectoringang (5) en/of aan de projectoruitgang (6) zeer hoge pakdichtheid hebben.

14. Projector met optische vezels (2) volgens een of meer van de conclusies 1 tot 13 voor toepassing in een weergave-inrichting (1) voor verkeersleidingsinstallaties, bij voorkeur als snelheids-, file- en/of mistwaarschuwingsinstallaties, als aanwijzing van omleidingen en/of wegwerkzaamheden, voor vliegveld -, stations- en/of busterminalmededelingen en/of voor reclameborden en/of voor machines of toestellen, bij voorkeur als optische weergave. 10

15. Werkwijze voor de met lichttechniek plaatsvindende weergave van afbeeldingen door middel van een weergave-inrichting (1) met een projector met optische vezels (2) volgens een of meer van de conclusies 1 tot 14, waarbij aan de projectoringang (5) van de component met optische vezels (3) een ingangsafbeelding (19) wordt ingevoerd, die via de lichtgeleidende 15 verbindingen (4) naar de projectoruitgang (8) wordt geleid en als uitgangsafbeelding (20) wordt weergegeven, met het kenmerk, dat de uit de weer te geven afbeelding gemoduleerde ingangsafbeelding (19), bij voorkeur door middel van middelen voor het genereren van beelden (8), aan de projectoringang (5) wordt ingevoerd.

18. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de ingangsafbeelding (19) voor de weergave, bij voorkeur door middel van transformatiemiddelen (9), uit de beeldgegevens van de weer te geven afbeelding berekend en opgeslagen wordt en dat de afbeelding voor de berekening wordt ontleed in beeldpunten, die de opstelling van de einden (7) van de lichtgeleidende verbindingen (4) aan de projectoruitgang (6) representeren, dat de beeldpunten 25 van de projectoruitgang (6) dor middel van een transformatiematrix (18) overeenkomstig de opstelling van de corresponderende einden (7) van de lichtgeleidende verbindingen (4) aan de projectoringang (5) worden opgesteld.

17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de beeldpunten van de 30 ingangsafbeelding (19) door middel van een inrichting voor het genereren van afbeeldingen (8) telkens in de daarbij behorende lichtgeleidende verbindingen (4) aan de projectoringang (5) van de component met optische vezels(3) worden ingevoerd. 1022499*

18. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 15 tot 17, met het kenmerk, dat de uitgangsafbeelding (20) aan de projectoruitgang (6) door middel van een weergave-eenheid (10), bij voorkeur door middels van optische elementen (11), worden weergegeven.

19. Werkwijze voor de vervaardiging van een weergave-inrichting (1) volgens een of meer van de conclusies 1 tot 14, met het kenmerk, dat de lichtgeleidende verbindingen (4) aan de einden (7) willekeurig worden bij elkaar gevat tot een projectoringang (5), dat elk van de lichtgeleidende verbindingen (4) een beeldpunt van de projectoringang (5) en van de projectoruitgang (6) representeert en dat een transformatiematrix (18) wordt gegenereerd, die aan 10 elk beeldpunt van de projectoruitgang (6) een beeldpunt van de projectoringang (5) toewijst.

20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de lichtgeleidende verbindingen (4) aan de tegenover de projectoringang (5) gelegen einden (7) in de vorm van een weergave- 15 matrix worden opgesteld tot een projectoruitgang (6).

21. Werkwijze volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat de toewijzing van de beeldpunten door bepaling van corresponderende vlakpatronen aan een einde (7) van de component met optische vezels (3) met gelijktijdige belichting van het andere einde (7) van de 20 component met optische vezels(3) met ten minste een norm-vlak-patroon wordt bepaald en de toewijzingsgegevens als transformatiematrix (18) worden opgeslagen.

22. Werkwijze volgens conclusie 19 of 21, met het kenmerk, dat voor het genereren van de transformatiematrix de projectoringang wordt onderverdeeld in sub-matrixen, dat de sub- 25 matrixen successievelijk worden belicht en tegelijkertijd aan de projectoruitgang de posities van de oplichtende lichtgeleidende verbindingen van de projectoruitgang worden bepaald en dat de vastgestelde toewijzingen van de einden van de lichtgeleidende verbindingen aan de projectoringang tot die aan de projectoruitgang worden opgeslagen.

23. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 19 tot 22, met het kenmerk, dat het genereren van de transformatiematrix (18) en/of van het toewijzingsbestand door middel van een computergestuurd systeem plaatsvindt, dat de belichting van de sub-matrixen van de projectoringang (5), de registratie van de oplichtende lichtgeleidende verbindingen (4) aan de projectoruitgang (6) evenals het genereren en/of het opslaan van de transformatiematrix bestuurt. 35 1022499«