NL1021737C2 - Vastzetinrichting alsmede bedieningsgereedschap daarvoor. - Google Patents

Description

Vastzetinrichting alsmede bedieninesgereedschap daarvoor

De uitvinding betreft een vastzetinrichting voor het blokkeren dan wel vrijgeven van een paneel, zoals een luik, deur en dergelijke, ten opzichte van een omgevende 5 constructie, omvattende een huis dat bevestigd kan worden aan het paneel alsmede een schroefmiddel, voorzien van een aangrijpoppervlak dat in omtreksrichting hoofdzakelijk continu bol gekromd is en verschillende krommingsstralen bezit, op welk aangrijpoppervlak een overeenkomstig gevormd gereedschap kan aangrijpen.

Een dergelijke vastzetinrichting is bekend uit JP-A-02097708 en kan 10 bijvoorbeeld worden toegepast bij het luik in de wand van een lantaarnpaal. Het omtreksoppervlak van het schroefmiddel heeft een bepaalde vorm die slechts met een speciaal gevormde sleutel kan worden bediend. Verder zijn vastzetinrichtingen bekend waarbij een kop met een driehoekige vorm toegepast worden. Nadeel van deze bekende uitvoeringen is dat zij vrij eenvoudig te forceren zijn door onbevoegden. Het 15 driehoekige aangrijpoppervlak kan zelfs zonder speciale sleutel eenvoudigweg met een tang met spitse bekken worden gegrepen, waarna het luik kan worden geopend.

Doel van de uitvinding is, zonder dat het daarbij nodig is het schroefmiddel te vervangen, een vastzetinrichting van het hiervoor beschreven type te verschaffen dat beter beveiligd is tegen forceren. Dat doel wordt bereikt door middel van, in 20 combinatie, een schroefmiddel met een standaard onrond kopgedeelte, zoals een driehoekig kopgedeelte, alsmede een kap waarvan de inwendige omtreksvorm overeenkomt met de vorm van het standaard kopgedeelte en waarvan het uitwendige het aangrijpoppervlak bepaalt.

Het aangrijpoppervlak van het schroefmiddel volgens de uitvinding biedt geen 25 gemakkelijk te grijpen delen waarmee succesvol een forceerpoging zou kunnen worden ondernomen. De continu gekromde vorm doet de bekken van een tang wegglijden, zonder dat het schroefmiddel kan worden verdraaid. Niettemin blijft het mogelijk om de sluitinrichting met het daartoe bestemde gereedschap te bedienen.

De vorm van het aangrijpoppervlak volgens de uitvinding kan binnen de hiervoor 30 aangegeven grenzen worden gevarieerd. Als voorbeeld wordt genoemd een uitvoering waarbij het aangrijpoppervlak twee tegenover elkaar liggende relatief sterk gekromde omtreksgedeelten bezit alsmede zich daartussen bevindende minder sterk gekromde omtreksgedeelten.

t ü c 1 7 3 7

In de door de inwendige omtreksvorm van de kap bepaalde holte kan de kap uit- H steeksels hebben waarmee hij is vastgeklemd op het kopgedeelte van het schroefmid- del.

Het forceren wordt verder bemoeilijkt indien het huis uitwendig een langwerpige 5 verdieping heeft waarvan de bodem is voorzien van een sleuf, zodanig dat de steel van het schroefiniddel steekt door de sleuf en het aangrijpoppervlak daarvan met geringe speling is opgenomen in de verdieping. Als gevolg van de geringe speling van het I aangrijpoppervlak, in elke verdraaide stand daarvan, ten opzichte van de inwendige I wand van de verdieping is het nauwelijks mogelijk om de bekken van een tang in te 10 steken. Ook wordt aldus het wrikken met een schroevendraaier voorkomen.

De uitvinding wordt bij voorkeur toegepast bij een blokkeerorgaan dat ten opzichte van het huis verplaatsbaar is tussen een blokkeerstand en een vrijgeefstand, welk blokkeerorgaan door middel van het schroefiniddel vastzetbaar dan wel I vrijgeefbaar is ten opzichte van het huis. Het blokkeerorgaan wordt daarbij gehaakt I 15 achter de omtreksrand van de omgevende constructie, zoals de wand van een I lantaarnpaal.

I Tevens betreft de uitvinding een kap voor gebruik bij een schroefiniddel met een I standaard kopgedeelte.

I De uitvinding betreft tenslotte het gereedschap voor gebruik bij de hiervoor be- I 20 schreven combinatie, voorzien van een holte waarvan de inwendige omtreksvorm in omtreksrichting hoofdzakelijk continu bol gekromd is en verschillende krommings- I stralen bezit.

I Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de I figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

I 25 Figuur 1 toont de combinatie volgens de uitvinding in uiteengenomen toestand, met sleutel.

I Figuur 2 toont in dwarsdoorsnede een aanzicht op een gedeelte van een I lantaarnpaal in horizontale toestand, voorzien van een luik met twee schroefiniddelen I volgens de uitvinding.

I 30 Figuur 3 toont een bovenaanzicht van een lantaarnpaal volgens figuur 1.

I Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede volgens IV-IV van figuur 2.

Figuur 5 toont een vergroot detail van de kop van de bout van de vastzetinrich- I ting.

I ·!·>··? f 3 7· 3

Figuren 6 en 7 tonen een kap.

De in figuren 1-4 weergegeven vastzetinrichting omvat een huis 1 met een bovenplaat 2 alsmede twee zijplaten 3. Verder is een blokkeerorgaan 4 voorzien, dat in gemonteerde toestand (zie de figuren 2 en 3) zich bevindt tussen de zijplaten 3 van het 5 huis 1. Tussen de bovenplaat 2 en het blokkeerorgaan 4 bevindt zich een afsluitplaat 5. In de bovenplaat 2 bevindt zich een sleufvormig gat 6, waar door heen de steel 7 van de bout 8 steekt, die verder door een (niet getoond) gat in de afsluitplaat 5 en door de schroefveer 9 loopt. De steel 7 is geschroefd in het schroefgat 10 in het blokkeerorgaan 4. De bovenplaat 2 bezit een langwerpige verdieping 11, op de bodem waarvan zich het 10 sleufgat 6 bevindt.

In de figuren 2 en 3 is een lantaarnpaal 13 in horizontale toestand weergegeven. De lantaarnpaal is voorzien van een door een luik 12 bedekt gat, waarin twee schroefmiddelen volgens de uitvinding zijn aangebracht. Het schroefmiddel aan het linkergedeelte van figuur 2 heeft het blokkeerorgaan 4 verschoven naar de 15 blokkeerstand, waarin de lip 15 reikt tot onder de wand van de lantaarnpaal 13. Door het aandraaien van de bout 8 moet de lip 15 tegen de wand 13 worden aangebracht, en de lip 14 tegen het luik 12. De bevestiging is dan een feit.

In het rechter gedeelte van figuur 2 is de lip 4 verschoven naar de vrijgeefstand, in welke stand het luik 12 uit het gat in de lantaarnpaal 13 kan worden genomen zoals 20 weergegeven in de doorsnede van figuur 4.

Het verschuiven van het blokkeerorgaan 4 is in losse toestand, dat wil zeggen wanneer de bout 8 is losgedraaid, mogelijk door de kop van de bout te grijpen, bijvoorbeeld met een sleutel 18, en vervolgens te verschuiven.

De bout 8 wordt in verdraaiing gebracht door op de kop 16 daarvan de overeen-25 komstig gevormde holte 17 van de sleutel 18 te plaatsen. Deze kop 16 heeft, zoals op grotere schaal weergegeven in figuur 5, een omtrekswand met relatief sterk gekromde gedeelten 20, en minder sterk gekromde gedeelten 21. Wel is de gehele omtrekswand 19 bol gekromd.

Als gevolg van deze vorm is het nauwelijks doenlijk om met een tang de kop 16 30 te grijpen en te verdraaien. Dit te meer omdat deze kop 21 ook nauwsluitend binnen de verdieping 11 ligt. Ook het insteken van een schroevendraaier met als doel het forceren van de vastzetinrichting door wrikken, wordt daardoor bemoeilijkt.

1021737 H De holte 17 van de sleutel 18 heeft een overeenkomstige inwendige omtrekswand 22 met dergelijke meer en minder sterk gekromde gedeelten.

Hoewel in figuur 5 twee relatief sterk gekromde gedeelten en minder sterk ge- kromde gedeelten zijn weergegeven, is het ook denkbaar om een andere combinatie van 5 omtrekswanddelen met verschillende krommingsstralen te kiezen.

De uitvinding wordt toegepast bij een traditionele vastzetinrichting, die bijvoorbeeld een kopgedeelte 3a heeft met een driehoekige dwarsdoorsnede. Daarbij wordt de in figuren 6 en 7 weergegeven kap 23 toegepast. Deze kap 23 heeft eveneens I een omtrekswand 20 met relatief sterk gekromde omtrekswandgedeelten 20 en minder I 10 sterk gekromde omtrekswandgedeelten 21. Verder heeft de kap een holte 24 met een driehoekige dwarsdoorsnedevorm. In deze holte 24 bevinden zich uitsteeksels 25, zodanig dat de kap 23 stevig kan worden vastgeklemd op de driehoekige kop van een traditionele vastzetinrichting.

I 102173?

Claims (10)

1. In combinatie, een schroefiniddel met een van schroefdraad voorziene steel en een onrond kopgedeelte, alsmede een kap waarvan de inwendige vorm overeenkomt 5 met de uitwendige vorm van het kopgedeelte, en die uitwendig een aangrijpoppervlak bezit dat in omtreksrichting hoofdzakelijk continu bol gekromd is en verschillende krommingsstralen bezit.

2. Combinatie volgens conclusie 1, waarbij het omtreksoppervlak (19) twee 10 tegenover elkaar liggende relatief sterk gekromde omtreksgedeelten (20) bezit alsmede zich daartussen bevindende minder sterk gekromde omtreksgedeelten (21).

3. Combinatie volgens conclusie 1 of 2, waarbij de door het inwendige omtreksoppervlak van de kap (23) bepaalde holte (24) uitsteeksels (25) heeft waarmee de kap is 15 vastgeklemd op het kopgedeelte van het schroefiniddel.

4. Combinatie, volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een gereedschap (18) voorzien van een holte (17) waarvan het inwendige omtreksoppervlak (22) overeenkomt met het aangrijpoppervlak (19) van het kopgedeelte (16) van het 20 schroefiniddel (8) en in omtreksrichting hoofdzakelijk continu bol gekromd is en verschillende krommingsstralen bezit.

5. Kop (23) voor gebruik bij de combinatie van een van de conclusies 1-4.

6. Gereedschap (18) voor gebruik bij de combinatie volgens conclusie 4, voorzien van een holte (17) waarvan het inwendige omtreksoppervlak (22) in omtreksrichting hoofdzakelijk continu bol gekromd is en verschillende krommingsstralen bezit.

7. Gebruik van de combinatie van een van de conclusies 1-4 voor het blokkeren 30 dan wel vrijgeven van een paneel (12), zoals een luik, deur en dergelijke, ten opzichte van een omgevende constructie (13), omvattende een huis (1) dat bevestigd kan worden aan het paneel (12), waarin het schroefiniddel is op genomen, alsmede een moergedeelte dat is bevestigd aan de omgevende constructie. 10 21737

8. Gebruik volgens conclusie 7, waarbij het huis (1) uitwendig een langwerpige verdieping (11) heeft waarvan de bodem (2) is voorzien van een sleuf (6), zodanig dat 5 de steel (7) van het schroefiniddel (8) steekt door de sleuf (6) en de kop (16) daarvan I met geringe speling is opgenomen in de verdieping (1).

9. Gebruik volgens conclusie 7 of 8, waarbij een blokkeerorgaan (4) is voorzien dat ten opzichte van het huis (1) verplaatsbaar is tussen een blokkeerstand en een 10 vrijgeefstand, welk blokkeerorgaan (4) door middel van het schroefiniddel (8) vastzetbaar dan wel vrijgeefbaar is ten opzichte van het huis (1).

10 2173 *