NL1021312C2 - Bevestigingsinrichting, onderdeel voor een dergelijke inrichting, scharnier voorzien van een dergelijke inrichting en werkwijzen voor het aan elkaar bevestigen en voor het van elkaar losmaken van voorwerpen. - Google Patents

Bevestigingsinrichting, onderdeel voor een dergelijke inrichting, scharnier voorzien van een dergelijke inrichting en werkwijzen voor het aan elkaar bevestigen en voor het van elkaar losmaken van voorwerpen. Download PDF

Info

Publication number
NL1021312C2
NL1021312C2 NL1021312A NL1021312A NL1021312C2 NL 1021312 C2 NL1021312 C2 NL 1021312C2 NL 1021312 A NL1021312 A NL 1021312A NL 1021312 A NL1021312 A NL 1021312A NL 1021312 C2 NL1021312 C2 NL 1021312C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
recess
auxiliary part
head
fastening device
protrusion
Prior art date
Application number
NL1021312A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Elisabeth Maria Camps
Original Assignee
Petrus Elisabeth Maria Camps
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Petrus Elisabeth Maria Camps filed Critical Petrus Elisabeth Maria Camps
Priority to NL1021312A priority Critical patent/NL1021312C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1021312C2 publication Critical patent/NL1021312C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B37/00Nuts or like thread-engaging members
    • F16B37/14Cap nuts; Nut caps or bolt caps
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B41/00Measures against loss of bolts, nuts, or pins; Measures against unauthorised operation of bolts, nuts or pins
    • F16B41/005Measures against unauthorised operation of bolts, nuts or pins

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)

Description

Bevestigingsinrichting. onderdeel voor een dereeliike inrichting, scharnier voorzien van een dergeliike innchting en werkwijzen voor het aan elkaar bevestigen én voor het van elkaar losmaken van voorwerpen 5 De uitvinding heeft betrekking op een bevestigingsinrichting omvattende een bout met schacht die voorzien is van schroefdraad en een met de schacht verbonden kop waarvan een deel in een richting loodrecht op de lengterichting van de schacht een doorsnede bezit waarvan een rand de vorm van een veelhoek bezit en een eerste hulpdeel waarmee de kop met de veelhoekige dwarsdoorsnede afschermbaar is voor een 10 draaigereedschap, dat ongrijpbaar is voor een draaigereedschap en dat middels een onlosmaakbare bevestiging met een tweede hulpdeel van de bevestiginginrichting verbindbaar is. Een dergelijke inrichting is bijzonder geschikt voor het aan elkaar bevestigen van twee voorwerpen die dan beveiligd zijn tegen losmaken van de bevestiging door een onbevoegde zoals bij een poging tot diefstal.
15 Een dergelijke inrichting is bekend uit het Britse octrooischrift GB
| 2.367.872 dat op 17 april 2002 gepubliceerd is. Daarin is een conventionele hexagonale i bout met een van schroefdraad voorziene schacht getoond. Op de kop van de bout zit - nadat de bout in een te bevestigen voorwerp is gedraaid - een eerste hulpdeel in de vorm van een holle kap met een buitenzijde waarop een draaigereedschap zoals een zogenaamde j 2 0 Bahco sleutel geen grip heeft. De kap schermt het hexagonale deel van de kop af voor een draaigereedschap. De inrichting bevat verder een tweede hulpdeel in de vorm van een ring die onder het hexagonale deel van de kop uitsteekt. De binnenwand van de holle kap vormt een onlosmaakbare klemverbinding met de buitenwand van de uitstekende ring. Aldus kan noch de kap van de bout noch de bout zelf losgemaakt worden na vastdraaien 2 5 van de bout en na het aanbrengen van de kap op de bout.
Een bezwaar van de bekende inrichting is dat deze na het aanbrengen ervan niet of althans moeilijk dan wel slechts met het aanbrengen van schade aan de bout of aan de aan elkaar bevestigde voorwerpen losgemaakt kan worden door daartoe bevoegde personen zoals de eigenaar van de voorwerpen. Dit bezwaar doet zich voor 30 indien de bevestigingsinrichting gebruikt is voor het bevestigen van een deur aan het kozijn van een deuropening en de sleutel(s) van de deur zoekgeraakt is. Het doet zich ook voor indien een deur (of raam) na verloop van tijd zodanig verzakt zijn dat een opnieuw afstellen (nastellen) van deur of raam nodig is.
1021312# 2
Het doel van de onderhavige uitvinding is dan ook een bevestigingsinrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen die enerzijds een adequate bescherming biedt tegen diefstal en braak en anderzijds nog wel door daartoe bevoegde personen losgemaakt kan worden en wel zonder daarbij de 5 bevestigingsinrichting of de aan elkaar bevestigde voorwerpen te beschadigen.
Daartoe heeft een bevestigingsinrichting van de in de aanhef genoemde soort het kenmerk dat het tweede hulpdeel een van de kop omvat dat voorzien is van een naar een bovenzijde van de kop gerichte uitsparing en het eerste hulpdeel aan een zijde grenzend aan de uitsparing een uitsteeksel bevat dat in de uitsparing steekbaar is en 10 middels de onlosmaakbare bevestiging met een wand van de uitsparing verbindbaar is. De uitvinding berust op het inzicht dat na gebruik van de bevestigingsinrichting waarbij de bout afgeschermd is tegen draaigereedschap, de inrichting met een werkwijze volgens de uitvinding losgemaakt kan worden, waarbij gebruik gemaakt wordt van een boormachine. De uitvinding berust verder ook op het inzicht dat de gemiddelde dief of inbreker geen 15 boormachine bij zich heeft. Door boven het hulpdeel tegenover het uitsteeksel een gat te boren van geschikte afmetingen kan het deel van de kap dat het veelhoekige deel van de kop van de bout afschermt eenvoudig verwijderd worden. Het geboorde gat dient zo diep te zijn dat de overgang tussen het uitsteeksel en de rest van het hulpdeel bereikt wordt. De diameter van het geboorde gat wordt daarbij zo gekozen dat deze groter is dan de diameter 2 0 van het uitsteeksel. Aldus komt de rest van het hulpdeel, i.c. van de kap, los van de bout en blijft nog slechts het uitsteeksel van het hulpdeel in de bout steken. Het veelhoekige deel is dan weer toegankelijk voor een draaigereedschap. Door de diameter van het geboorde gat kleiner te kiezen dan de diameter van een ingeschreven cirkel van de veelhoekige doorsnede van de kop, wordt vermeden dat de facetten hiervan beschadigd 25 worden waardoor aangrijpen van het draaigereedschap bemoeilijkt of onmogelijk zou kunnen worden. De inrichting volgens de uitvinding voldoet ten aanzien van zijn inbraakwerend karakter aldus aan de Nederlandse norm NEN 5096 en een soortgelijke Europese voomorm ENV 1627.
Voor de onlosmaakbare verbinding tussen het uitsteeksel en de uitsparing 30 kan bijvoorbeeld een (metaal)lijm gebruikt worden, bijvoorbeeld op epoxy/polyurethaan basis zoals bijvoorbeeld leverbaar door de Duitse firma Otto chemie. Bij voorkeur wordt echter bij het bevestigen van het eerste hulpdeel aan de bout een klemverbinding gebruikt. Daartoe zijn de vorm en afmetingen van het uitsteeksel en van de uitsparing zodanig Φ021312· 3 gekozen dat deze met elkaar een klemverbinding kunnen vormen. Bij voorkeur zijn zowel het uitsteeksel als de uitsparing beiden cüindervormig met nagenoeg dezelfde diameter en is het uitsteeksel aan een buitenzijde voorzien van verhogingen in de vorm van langsribbels waarmee een onlosmaakbare klemverbinding met de wand van de uitsparing 5 vormbaar is.
In een gunstige uitvoeringsvorm van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding is de rand met de vorm van - in de praktijk veelal regelmatige - veelhoek de buitenrand van de kop en omvat het eerste hulpdeel een kap die over de kop plaatsbaar is en na plaatsing over de kop het deel van de kop met de veelhoekige dwarsdoorsnede 10 afschermt voor een draaigereedschap en bevindt het uitsteeksel zich binnen de kap tegenover de uitsparing in de kop. Aldus kunnen gangbare veelhoekige bouten toegepast zijn nadat deze voorzien zijn van een uitsparing in de (bovenzijde van de) kop daarvan.
In een voorkeursuitvoering bevat de kop een verdieping die omgeven is door de rand met de vorm van een (regelmatige) veelhoek en omvat het eerste hulpdeel 15 een plaat die na bevestiging van het eerste hulpdeel de verdieping afsluit en waarvan een aan de verdieping grenzende zijde voorzien is van het uitsteeksel liggend tegenover de uitsparing die aangebracht is in de bodem van de verdieping en heeft het uitsteeksel geringere afmetingen dan de verdieping. Aldus bevat de inrichting een bout van het zogenaamde inbus type die bijzonder geschikt zijn voor een verzonken en dus compacte 2 0 toepassing. Een belangrijk voordeel van deze variant is dat een inbus bout die gefabriceerd is overeenkomstig de Duitse industrienorm DIN 6912 zonder meer geschikt is voor toepassing in deze variant. De bodem van de verdieping van die bout waarin een inbussleutel aangrijpt is reeds bij de fabricage ter vergroting van de compactheid voorzien van een verdere verdieping die de ftinctie van de uitsparing kan vervullen. Dit is een 2 5 voordeel. Alleen het eerste hulpdeel dient dan apart vervaardigd te worden en aan de bout toegevoegd te worden. Uiteraard kan dit onderdeel ook los geleverd worden. Het hulpdeel heeft in dit geval bovendien een eenvoudige vorm, namelijk die van een paddestoel, en kan gemakkelijk en goedkoop vervaardigd worden, in het bijzonder wanneer als materiaal daarvoor aluminium gekozen wordt. De plaat van het "paddestoelvormige" hulpdeel kan 30 als een deksel boven op de kop van de bout rusten
Bij voorkeur is in deze variant de plaat rond en bezit een uitwendige diameter die een beetje kleiner is dan de diameter van een ingeschreven cirkel van de rand met de vorm van een (regelmatige) veelhoek. Aldus kan de plaat in de verdieping 1021312· 4 verzonken liggen en is het eerste hulpdeel beter beveiligd tegen pogingen tot losmaken door een onbevoegde. Het eerste hulpdeel schermt nog steeds de veelhoek af voor draaigereedschap. Doordat de plaat het veelhoekige deel niet raakt wordt schade daaraan bij het aanbrengen en verwijderen van het eerste hulpdeel vermeden.
5 Met voordeel kan een schamierinrichting voor een deur of raam voorzien zijn van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding. Aldus kan de deur enerzijds inbraakbestendig zijn en anderzijds indien de sleutel van een slot van de deur zoekgeraakt is nog geopend worden door de bewoner zonder schade aan slot, deur, scharnier of kozijn van de deur aan te brengen. Dit kan met een werkwijze volgens de uitvinding waarbij twee 10 met behulp een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding aan elkaar bevestigde voorwerpen, weer losgemaakt worden, waarbij met behulp van een boor in het eerste hulpdeel tegenover het uitsteeksel een gat geboord wordt met een diameter die groter is dan de laterale afmetingen van het uitsteeksel en kleiner is dan de diameter van een ingeschreven cirkel van de rand met de vorm van een veelhoek en met zo een diepte dat de 15 overgang tussen het uitsteeksel en de rest van het eerste hulpdeel bereikt wordt.
De uitvinding zal aan de hand van in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht. In de tekening toont:
Fig. 1 Een eerste uitvoering van de bevestigingsinrichting volgens de uitvinding, in een bovenaanzicht.
2 0 Fig. 2 De inrichting van Fig. 1, in een deels opengewerkt zijaanzicht.
Fig. 3 Een scharnier van een deur voorzien van de inrichting van figuur 1, in een vooraanzicht.
Fig. 4 Het scharnier van figuur 3, in een bovenaanzicht.
Fig. 5 Een tweede uitvoering van de bevestigingsinrichting volgens de 2 5 uitvinding, in een bovenaanzicht.
Fig. 6 De inrichting van Fig. 5, in een deels opengewerkt zijaanzicht.
De figuren zijn zuiver schematisch en slechts ongeveer op schaal getekend (1:1 tot 2: 1) en sommige afmetingen zijn ter wille van de duidelijkheid overdreven weergeven. Overeenkomstige gebieden of onderdelen zijn in de verschillende 3 0 figuren zoveel mogelijk van hetzelfde verwijzingscijfer voorzien.
Fig. 1 en 2 tonen een eerste uitvoering van de bevestigingsinrichting volgens de uitvinding, respectievelijk in een boven- en een deels opengewerkt zijaanzicht De inrichting 10 omvat een bout 2 met een schacht 3 die voorzien is van schroefdraad 3A
1021318· 5 en waarmee een kop 4 verbonden is. Een deel van de kop 4 bezit in een richting loodrecht op de lengterichting van de schacht 3 een doorsnede waarvan een rand de vorm van een veelhoek, hier een regelmatige zeshoek, bezit. Verder is er een eerste hulpdeel 5 waarmee de kop 4 met de veelhoekige dwarsdoorsnede afschermbaar is voor een draaigereedschap, 5 dat ongrijpbaar is voor een draaigereedschap en dat middels een onlosmaakbare bevestiging met een tweede hulpdeel 4A van de bevestiginginrichting 10 verbindbaar is. In dit voorbeeld omgeeft de rand van de veelhoek een verdieping 6 en is de bout 2 van het zogenaamde inbus type met een zeshoekige verdieping 6. Met behulp van de bout 2 is een eerste voorwerp 21 aan een tweede voorwerp 22 bevestigd. Het tweede voorwerp 22 is 10 daartoe voorzien van een - niet in de tekening weergegeven - met de schroefdraad 3A corresponderende schroefdraad.
Volgens de uitvinding omvat het tweede hulpdeel 4A een deel van de kop 4 een van een - naar boven gerichte - uitsparing 4B voorzien deel 4A van de kop en is het eerste hulpdeel 5 aan een zijde grenzend aan de uitsparing 4B voorzien van een 15 uitsteeksel 5B dat in de uitsparing 4B steekbaar is en middels de onlosmaakbare j bevestiging met een wand van de uitsparing 4B verbindbaar is. Na het aan elkaar i bevestigen van de voorwerpen 21,22 wordt het eerste hulpdeel 5, bijvoorbeeld met behulp van een hamer in de uitsparing 4B geslagen. De onlosmaakbare bevestiging is hier gevormd als klemverbinding. Daartoe is het uitsteeksel 5B voorzien van uitstekende j 20 langsribbels 5B1 en de omgeschreven cirkel van het uitsteeksel 5B heeft daardoor een iets grotere diameter dan de uitsparing 4B. In dit voorbeeld is de uitsparing 4B gevormd in de bodem van de verdieping 6 en heeft kleinere laterale afmetingen dan de verdieping 6. Hierdoor raakt het uitsteeksel 5B de regelmatige veelhoek niet en wordt deze ook niet "beschadigd". Hetzelfde geldt voor het bovenste deel 5A van het uitsteeksel 5B, dat hier 2 5 een ronde plaat 5A omvat, dat weliswaar in de verdieping 6 verzonken ligt maar eveneens de regelmatige veelhoek net niet raakt. Hierdoor is - na het aanbrengen van het eerste hulpdeel 5 - de inbus bout 2 adequaat beveiligd tegen pogingen om de bout 2 los te maken met behulp van een inbus sleutel of een ander gereedschap dat een inbreker of dief gewoonlijk bij zich heeft. Anderzijds is het wel mogelijk om met behulp van een boor 20 30 de bout 2 weer toegankelijk te maken voor een inbus sleutel zonder dat daarbij de regelmatige veelhoek of een van de voorwerpen 20,21 beschadigd worden. Dit is een praktisch voordeel zoals verderop verduidelijkt zal worden.
Om de bout 2 weer toegankelijk te maken wordt allereerst op de vlakke f021312· 6 bovenzijde van de plaat 5A een centreerpunt aangebracht waarna daarin met behulp van de boor 20 een rond gat geboord wordt. Met het oog hierop is het raadzaam dat de bovenzijde van het eerste hulpdeel 5, zoals in dit voorbeeld, vlak is. Verder wordt de diameter van de boor 20 groter gekozen dan de laterale afmeting van het - hier ronde -uitsteeksel SB maar 5 kleiner dan de diameter van de ingeschreven cirkel van de regelmatige zeshoek. De diepte van het gat wordt zo gekozen dat de holte in de verdieping 6 onder de plaat 5A bereikt wordt. Aldus wordt de verbinding tussen de plaat SA en het uitsteeksel SB verbroken door het boren waarna de plaat SA uit de verdieping kan vallen en de zeshoek weer toegankelijk is voor een passende inbus sleutel en kunnen de voorwerpen 21,22 daarmee weer los van 10 elkaar gemaakt worden.
Het eerste hulpdeel 5 heeft hier een eenvoudige vorm en is van aluminium. Hierdoor is het hulpdeel S gemakkelijk en goedkoop vervaardigbaar. De uitsparing 4B kan gemakkelijk door boren gevormd worden. Inbus bouten volgens DIN 6912 zijn reeds bij de vervaardiging voorzien van een uitsparing in de bodem van de 15 verdieping. Deze is geschikt gebleken om als uitsparing 4B te fungeren. De inrichting 10 van deze variant goedkoop omdat de bout 2 geen bijzondere aanpassing vraagt.
Fig. 3 en 4 tonen een scharnier, hier van een deur 60, dat bevestigd is met behulp van een bevestigingsinrichting 10 volgens de uitvinding, respectievelijk in een voor- en bovenaanzicht. Het scharnier 100 heeft twee schamierbaar in elkaar gelagerde 20 delen 100A,100B die respectievelijk aan een kozijn 70 en een deur 60 bevestigd zijn elk met behulp van twee inrichtingen 10 volgens de uitvinding. Ter verdere beveiliging en ter verfraaiing zijn de inrichtingen 10 aan het oog ontrokken met behulp van afdekplaten 100C.100D die op de delen 100A,100B geschoven zijn en die vergrendeld zijn met kleine - niet in de tekening weergegeven - verdere inbus bouten die zich niet aan een zichtzijde 25 van het scharnier 100 bevinden. Toepassing van een inbus bout 2 is hier aantrekkelijk omdat deze verzonken toegepast zijn waardoor het scharnier compact kan zijn. Indien de bewoner van een huis zijn sleutel(s) verliest of indien nastellen van een deur 60 nodig is geworden, is de toepassing van de inrichtingen 10 volgens de uitvinding voordelig. De deur 60 kan met behulp van een boormachine weer geopend worden door het verwijderen 30 van het scharnier 100 met geen (in geval van nastellen) of geringe (in geval van sleutelverlies) schade aan het slot van de deur 60, het scharnier 100, het kozijn 70 of de deur 60 zelf. Omdat het hierbij om betrekkelijk kostbare onderdelen gaat is dit aantrekkelijk. Het scharnier kan als een complete set geleverd worden en daarbij behalve T02t3lfg 7 de inbus bouten 2 ook een aantal onderdelen 5 bevatten die als eerste hulpdeel 5 kunnen fimAArAn μλ iron kot crkomiör 1 ΠΠ mAt kpkllln t/on Hp K/Mlfpn 0 Tn riAifal lUUgVIVIl UO UVt (UlUUlVUgVll vuil livi JVliUililvl ι vv mv» *uii w»v vvutv&i am ui gvvui van sleutelverlies behoeven in dit voorbeeld slechts de dekplaten 100C,100D beschadigd te worden voor het openen van de deur 60 5 Fig. 5 en 6 tonen een tweede uitvoering van de bevestigingsinrichting volgens de uitvinding, respectievelijk in een boven- en deels opengewerkt zijaanzicht.
De belangrijkste verschillen met het eerste uitvoeringvoorbeeld betreffen de bout 2 die in dit voorbeeld een conventionele zeshoekige bout 2 is die aangedraaid of losgemaakt wordt met een steeksleutel of een zogenaamde Bahco sleutel. Het eerste hulpdeel S heeft hier de 10 vorm van een holle kap 5 waarvan een op de kop 4 van de bout 2 liggende zijde voorzien is van het uitsteeksel 5B. De kop 4 is voorzien van de uitsparing 4B. De buitenzijde van de kap 5 is (half)bolvormig waardoor een draaigereedschap geen grip heeft op de kap 5. De zijdelen 5C rondome een holte 5E schermen de zeshoekige kop 4 van de bout 2 af voor een steeksleutel of Bahco. Ter vereenvoudiging van het weer toegankelijk maken van de 15 bout 2 met behulp van de boor 20 is de bovenzijde van de kap 5 verder voorzien van een facet 5D hetgeen het aanbrengen van een centreerpunt en het boren van een gat vergemakkelijkt. Door boren tot aan de overgang tussen het uitsteeksel 5B en de rest van het eerste hulpdeel 5 komt de kap 5 los van het in de uitsparing 4B geklemde uitsteeksel 5B en is de kop 4 weer toegankelijk voor een draaigereedschap.
20 Het zal duidelijk zijn dat de Figuren slechts uitvoeringsvoorbeelden weergeven en dat modificaties mogelijk zijn binnen de omvang van de nu volgende conclusies. Zo wordt uitdrukkelijk opgemerkt dat het eerste onderdeel behalve van aluminium ook van andere metalen kan zijn maar ook van niet metalen zoals glas, kunststof of een keramisch materiaal. Ook kan de doorsnede van het bovenste deel van het 25 eerste hulpdeel in geval van een inbus bout ook veelhoekig zijn met een iets kleinere veelhoek dan de verdieping in de bout, in plaats van rond.
10213? ggf

Claims (11)

1. Bevestigingsinrichting (10) omvattende een bout (2) met een schacht (3) die voorzien is van schroefdraad (3A) en een met de schacht (3) verbonden kop (4) 5 waarvan een deel in een richting loodrecht op de lengterichting van de schacht (3) een doorsnede bezit waarvan een rand de vorm van een veelhoek bezit en een eerste hulpdeel (5) waarmee de kop (4) met de veelhoekige dwarsdoorsnede afschermbaar is voor een draaigereedschap, dat ongrijpbaar is voor een draaigereedschap en dat middels een onlosmaakbare bevestiging met een tweede hulpdeel (4A) van de bevestiginginrichting 10 (10) verbindbaar is, met het kenmerk, dat het tweede hulpdeel (4A) een deel van de kop (4) omvat dat voorzien is van een naar een bovenzijde van de kop (4) gerichte uitsparing (4B) en het eerste hulpdeel (5) aan een zijde grenzend aan de uitsparing (4B) een uitsteeksel (5B) bevat dat in de uitsparing (4B) steekbaar is en middels de onlosmaakbare bevestiging met een wand van de uitsparing (4B) verbindbaar is. 15
2. Bevestigingsinrichting (10) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rand met de vorm van een veelhoek de buitenrand van de kop (4) is en het eerste hulpdeel (5) een kap (5) omvat die met een holte (5E) over de kop (4) plaatsbaar is en na plaatsing daarover het deel van de kop (4) met de veelhoekige dwarsdoorsnede afschermt voor een 20 draaigereedschap en het uitsteeksel (5B) zich binnen de kap (5) bevindt aan een aan de uitsparing (4B) in de kop (4) grenzende zijde van de kap (5).
3. Bevestigingsinrichting (10) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kop een verdieping (6) bevat die omgeven is door de rand met de vorm van een veelhoek 25 en het eerste hulpdeel (5) een plaat (5A) omvat die na aanbrengen aan de kop (4) de verdieping (6) afsluit, de uitsparing (4B) is aangebracht in de bodem van de verdieping (6) en geringere laterale afmetingen heeft dan de verdieping (6) en de plaat (5A) tegenover de uitsparing (4B) het uitsteeksel (5B) bevat.
4. Bevestigingsinrichting (10) volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat plaat (5A) rond is en een uitwendige diameter bezit die ten hoogste althans nagenoeg gelijk is aan de diameter van een cirkel die een ingeschreven cirkel vormt van de rand met de vorm van een veelhoek van de verdieping (6) en een dikte heeft die geringer is dan de 10813120 diepte van de verdieping (6).
5. Bevestigingsinrichting (10) volgens een der voorafgaande conclusiès, met het kenmerk, dat het uitsteeksel (5B) van aluminium is en een tegenover het uitsteeksel 5 (5B) liggende zijde van het eerste hulpdeel (5) vlak is.
6. Bevestigingsinrichting (10) volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onlosmaakbare bevestiging gevormd is door een klemverbinding tussen het uitsteeksel (5B) en de wand van de uitsparing (4B). 10
7. Bevestigingsinrichting (10) volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het uitsteeksel (5B) en de uitsparing (4B) cilindervormig zijn en het uitsteeksel (5B) aan een buitenzijde voorzien is van langsribbels (5B1) ter vorming van de klemverbinding.
8. Onderdeel (5) geschikt voor gebruik als eerste hulpdeel (5) van een bevestigingsinrichting (10) volgens een der voorafgaande conclusies,
9. Schamierinrichting (100) voor een raam of deur (60) voorzien van een bevestigingsinrichting (10) volgens een der conclusies 1 t/m 7. 20
10. Werkwijze voor het aan elkaar bevestigen van voorwerpen (21,22) met behulp van een bevestigingsinrichting, met het kenmerk, dat als bevestigingsinrichting een bevestigingsinrichting (10) volgens een der conclusies 1 t/m 7 gekozen wordt.
11. Werkwijze voor het van elkaar losmaken van met behulp van een bevestigingsinrichting (10) volgens een der conclusies 1 t/m 7 aan elkaar bevestigde voorwerpen, met het kenmerk, dat met behulp van een boor (20) in het eerste hulpdeel (5) boven het uitsteeksel (5B) een gat geboord wordt met een diameter groter dan de laterale afmetingen van het uitsteeksel (5) en kleiner dan de diameter van een ingeschreven cirkel 3 0 van de veelhoek en met een zodanige diepte dat de overgang van het uitsteeksel (5B) en de rest (5A) van het eerste hulpdeel (5) bereikt wordt.
NL1021312A 2002-08-22 2002-08-22 Bevestigingsinrichting, onderdeel voor een dergelijke inrichting, scharnier voorzien van een dergelijke inrichting en werkwijzen voor het aan elkaar bevestigen en voor het van elkaar losmaken van voorwerpen. NL1021312C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021312A NL1021312C2 (nl) 2002-08-22 2002-08-22 Bevestigingsinrichting, onderdeel voor een dergelijke inrichting, scharnier voorzien van een dergelijke inrichting en werkwijzen voor het aan elkaar bevestigen en voor het van elkaar losmaken van voorwerpen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021312A NL1021312C2 (nl) 2002-08-22 2002-08-22 Bevestigingsinrichting, onderdeel voor een dergelijke inrichting, scharnier voorzien van een dergelijke inrichting en werkwijzen voor het aan elkaar bevestigen en voor het van elkaar losmaken van voorwerpen.
NL1021312 2002-08-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1021312C2 true NL1021312C2 (nl) 2004-02-24

Family

ID=32171671

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1021312A NL1021312C2 (nl) 2002-08-22 2002-08-22 Bevestigingsinrichting, onderdeel voor een dergelijke inrichting, scharnier voorzien van een dergelijke inrichting en werkwijzen voor het aan elkaar bevestigen en voor het van elkaar losmaken van voorwerpen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1021312C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2013110775A1 (en) * 2012-01-27 2013-08-01 James Hardie Technology Limited An improved fastener
EP3087280A4 (en) * 2013-12-27 2017-07-19 McGard LLC Fastener with protected decorative cap

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2013110775A1 (en) * 2012-01-27 2013-08-01 James Hardie Technology Limited An improved fastener
US9328761B2 (en) 2012-01-27 2016-05-03 James Hardie Technology Limited Fastener
EP3087280A4 (en) * 2013-12-27 2017-07-19 McGard LLC Fastener with protected decorative cap
US10612579B2 (en) 2013-12-27 2020-04-07 Mcgard Llc Fastener with protected decorative cap

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1907712B1 (en) Method for fixing an accessory part to a wall and fixture set therefor
US20070085352A1 (en) Door latch
US6898953B1 (en) Locking gate latch
US6079241A (en) Method and apparatus for lock mounting
US20040093917A1 (en) Ringless meter lock
SK136599A3 (en) Fastening of end caps on housings comprised of profile sections
US4474394A (en) Reinforced assembly of strike plate to door frame
US6412315B1 (en) Box hitch receiver lock
US4949560A (en) Shackle protective padlock mount
NL1021312C2 (nl) Bevestigingsinrichting, onderdeel voor een dergelijke inrichting, scharnier voorzien van een dergelijke inrichting en werkwijzen voor het aan elkaar bevestigen en voor het van elkaar losmaken van voorwerpen.
US4189175A (en) Door strike
US6641185B2 (en) Door lock having U-bar and custom striker plate
US7216902B2 (en) Portable door lock
US4898411A (en) Portable door lock
US5167395A (en) Automobile battery locking device
US20030067177A1 (en) Spring bolt guard
CA2498832C (en) Enhanced security catch assembly for retaining a handle on a spindle
US5024070A (en) Lock mounting pad
US5551739A (en) Chain lock for trailer doors or mobile home doors
GB2301141A (en) Locking device
NL1004440C2 (nl) Raamsluiting met haakschoot.
CA1332112C (en) Lock arrangement for containers
JP2598378B2 (ja) チェーン止め金具
WO2005103420A1 (en) Face plate assembly for door latch or lock
JPH08135634A (ja) ボルトおよび該ボルトを利用して電話ボックスの台板上へ固定した公衆電話機

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080301