NL1021702C2 - Werkwijze en inrichting voor het assembleren van een in zich gesloten ketting, in het bijzonder transmissieketting. - Google Patents

Description

τ

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het assembleren van een in zich gesloten ketting, in het bijzonder transmissieketting

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het assembleren van een in zich gesloten ketting, in het bijzonder een transmissieketting, opgebouwd uit individuele stellen van steeds twee, met lange zijden tegen elkaar gelegen langwerpige elementen 5 welke stellen twee aan twee met elkaar zijn gekoppeld door van corresponderende opneemopeningen voorziene schalmen.

Het vervaardigen van een dergelijke ketting geschiedt op de gebruikelijke wijze in grote lengten waarvan steeds een gedeelte met een lengte overeenkomstig de omtrek van de beoogde te vervaardigen 10 lengte wordt afgescheiden. De inrichtingen, nodig voor het op deze wijze vervaardigen van een ketting zijn gecompliceerd en duur.

De uitvinding beoogt een werkwijze als bovenomschreven voor te stellen die het voordeel heeft zowel met de hand als geautomatiseerd te kunnen worden uitgevoerd. Volgens de uitvinding wordt deze 15 werkwijze zodanig uitgevoerd dat men de respectievelijke stellen onderling evenwijdig ondersteunt in een aantal in een gesloten kring gerangschikte en in een ondersteuning gevormde opneemopeningen, elk met een diepte kleiner dan de lengte van de elementen en men vervolgens telkens volgens een gewenst patroon twee naast elkaar 20 gelegen stellen met elkaar koppelt door het daarop aanbrengen van een schalm totdat het uit de ondersteuning uitstekend gedeelte van de elementen over een gewenste lengte van schalmen is voorzien. Men kan het aldus verkregen geheel dan van de ondersteuning losnemen. Eventueel kan men dit geheel omkeren en op het dan resterend vrije 25 gedeelte van de langselementen volgens het gewenste patroon dè resterende schalmen aanbrengen.

Met de boven omschreven werkwijze wordt aldus in één cyclus die bestaat uit een aantal eenvoudige assemblagestappen een complete ketting gevormd. Het aantal gespecialiseerde gereedschappen dat voor 30 het uitvoeren van deze werkwijze nodig is is minimaal terwijl het feit dat de schalmen slechts over een beperkte lengte over de 102170? I _2“ langwerpige elementen behoeven te worden geschoven (bijvoorbeeld I niet groter dan de helft van de lengte van deze lengte) de werkwijze vergemakkelijkt.

Bij voorkeur wordt de werkwijze zodanig uitgevoerd dat men de 5 langste van deze twee elementen ondersteunt op een niveau dat lager ligt dan het ondersteuningsniveau van het kortste element. Daarmee I wordt het voordeel verkregen dat reeds direct in de voltooide I ketting de einden van de kortere elementen op vrijwel gelijke afstanden van de einden van de langere elementen zullen liggen.

10 De gevraagde uitsluitende rechten omvatten voorts een I gereedschap voor het uitvoeren van de hierboven beschreven werkwijze. Dit gereedschap omvat volgens de uitvinding een ondersteunend montagelichaam met een daarin gevormde met de afmeting van de te assembleren ketting overeenkomende gesloten krans 15 opneemboringen, elk met een aan de configuratie van de combinatie van twee naast elkaar gelegen langselementen aangepaste dwarsdoorsnede en met een diepte kleiner dan de lengte daarvan, waarbij elke boring aan de bovenzijde wordt begrensd door twee op radiale afstand van elkaar gelegen verhogingen en aan de onderzijde 20 wordt afgesloten door een getrapte aanslag, een en ander zodanig dat elk langste element over een grote afstand in een boring wordt opgenomen dan het kortere.

De werkwijze en het gereedschap volgens de uitvinding worden in het navolgende toegelicht aan de hand van de tekening. Daarbij 25 toont: fig. 1 een perspectivisch bovenaanzicht van het gereedschap volgens de uitvinding; fig. 2 in perspectief het montagelichaam en de daarbij behorende H afsluitschijf; 30 fig. 3 in perspectief de stellen langwerpige elementen, H aangebracht in het montagelichaam; H fig. 4 een detail van fig. 3 op vergrote schaal; fig. 5 een ketting gevormd op het montagelichaam in de half geassembleerde toestand; -3- fig. 6 het montagelichaam met de daarop rustende, omgekeerde, half geassembleerde ketting; fig. 7 een detail van fig. 6; en fig. 8 de compleet geassembleerde ketting.

5 Fig. 1 toont een complete inrichting voor het assembleren van een transmissieketting onder gebruikmaking van de werkwijze volgens de uitvinding. Deze, in zijn geheel met het verwijzingscijfer 2 aangeduide inrichting bestaat uit de voet 4 van waaruit de spil 6 uitsteekt. Daaromheen kunnen draaien een montageschijf 8 en een 10 sluitschijf 10, in detail weergegeven in fig. 2. Voorts omvat de inrichting 2 de opstaande staander 12 waarlangs is geleid een arm 16 die via een eenvoudig aandrijfmechanisme, aangedreven door middel van de bedieningshefboom 18 in de richting van de pijlen 20, op en neer kan worden bewogen. Aan het vrije einde draagt de arm 16 een 15 grijperkop 22 met bekken 24 waarmee steeds een schalm op een stel langwerpige kettingelementen kan worden gedrukt. Zoals de figuren tonen is nabij de buitenomtrek 8a van de montageschijf (die uiteraard ook een montagering zou kunnen zijn) een krans van axiale opneemopeningen 30 gevormd, opgenomen tussen de verhoogde eindrand 20 32 van de schijf en een verhoogde binnenrand 34. Elk van deze openingen heeft een configuratie die overeenkomt met de buitenomtrek van een stel van twee met de lange zijden tegen elkaar gelegen langwerpige elementen van de te assembleren transmissieketting, zoals nader toe te lichten aan de hand van de fig. 3 en 4. Het 25 bovenoppervlak 10a van de, onder de montageschijf 8 te plaatsen sluitschijf 10 is voorzien van een aantal radiale ondiepe uitsparingen waarvan de breedte overeenkomt met de dikte van het langste van de langsten van de langwerpige elementen.

Zoals fig. 3 toont wordt eerst de sluitplaat 10 en vervolgens de 30 montageschijf 8 rond de spil 6 geplaatst en wel in een zodanige onderlinge stand dat de verdiepte sleuven 36 in de sluitplaat 10 daar onder de boringen 30 komen te liggen waar de langste van de elementen worden ingestoken. Dit is uiteraard op eenvoudige wijze te realiseren. Daar werkwijze en inrichting volgens de uitvinding in 35 het bijzonder bestemd zijn voor het assembleren van een Η -4- transmissieketting van de soort zoals beschreven in het Europese octrooi EP 0741255 respectievelijk het Amerikaans octrooi ÜS 5728021, beide ten name van aanvraagster, zal een stel langwerpige transmissie-elementen, in de fig. 3 en 4 als stel aangegeven met het 5 verwijzingscijfer 40, bestaan uit een lange pen 42 en een wat kortere afrolstrip 44; de, langere, pennen 42 staan tijdens bedrijf in contact met de conische kegelschijven en realiseren de krachtoverdracht naar de schalmen waarvan er enige in detail zijn H getoond in fig. 4 en daar zijn aangegeven met het verwijzingscijfer 10 46. Steeds wordt de combinatie van een pen 42 en een strip 44 H geplaatst in een opneemopening 30 waarbij de pen 42 iets lager komt te liggen dan de strip omdat het einde van de pen zal vallen in de H radiale uitsparing 36. Fig. 3 toont de situatie waarin alle stellen H pen-strip in de montageschijf zijn geplaatst en fig. 4 toont het H 15 begin van het daaromheen aanbrengen van de schalmen 46. Dit H geschiedt volgens het gewenste patroon en kan gemakkelijk met de H hand geschieden dan wel mechanisch worden uitgevoerd. In de H weergegeven uitvoeringsvorm worden de schalmen door de bekken 24 H tijdens het naar beneden bewegen van de hefboom 18 over de pen-strip H 20 samenstellen gedrukt. Fig. 5 toont de situatie waarin de H transmissieketting voor de helft is geassembleerd: van elk pen-strip H samenstel is het bovenste gedeelte door een schalm met het H aangrenzend stel gekoppeld.

Het aldus verkregen geheel 50 wordt nu van de montageschijf 8 25 losgenomen, omgekeerd en weer op de montageschijf 8 gelegd: dit is de situatie volgens fig. 6. Nu blijkt ook het nut van de opstaande omtreksranden 32 respectievelijk 34: zij sluiten de uit het reeds H gevormde schalmpakket 50 uitstekende einden van pennen en strippen tussen zich in waardoor het gevormde pakket gepositioneerd blijft.

30 Fig. 7 toont hoe de eerste schalmen 52 het reeds gevormde pakket gaan aanvullen en fig. 8 tenslotte toont de voltooide transmissieketting 54.

In het bijzonder fig. 4 toont een gunstig detail van de I configuratie van pennen respectievelijk strippen en wel de I 35 afschuining 56 respectievelijk 58 aan het kopeinde die het plaatsen I Ί Π 0 “ "7 .·*' λ -5- van de schalmen over de pen-strip samenstellen vergemakkelijken, in het bijzonder wanneer de pennen en strippen met een klempassing met de schalmen worden gekoppeld.

Claims (4)

1. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat men het verkregen samenstel omkeert en op het dan resterend vrije gedeelte van de langselementen volgens het gewenste patroon de resterende schalmen aanbrengt.
2. 3. Werkwijze volgens conclusie 1-2 voor het assembleren van een ketting waarvan in elk stel langwerpige elementen er steeds één korter is dan de andere, met het kenmerk dat men de langste van H deze twee elementen ondersteunt op een niveau dat lager ligt dan het 25 ondersteuningsniveau van het kortste element.
3. 4. Gereedschap voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 2-3 gekenmerkt door een ondersteunend montagelichaam met I een daarin gevormde met de afmeting van de te assembleren ketting I 30 overeenkomende gesloten krans opneemopeningen, elk met een aan de I configuratie van de combinatie van twee naast elkaar gelegen I langselementen aangepaste dwarsdoorsnede en met een diepte kleiner I dan de lengte daarvan, waarbij elke boring aan de bovenzijde wordt -7- begrensd door twee op radiale afstand van elkaar gelegen verhogingen en aan de onderzijde wordt afgesloten door een getrapte aanslag, een en ander zodanig dat elk langste element over een grote afstand in een opening wordt opgenomen dan het kortere. 5
4. 5. Gereedschap volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de getrapte aanslagen zijn gevormd in een apart, aan de onderzijde van de respectievelijke opneemopeningen aansluitend, orgaan.