NL1021196C2 - Aandrijf-span-samenstel voor een band alsmede bandstelsel omvattende een dergelijk samenstel. - Google Patents

Description

Aandriif-span-samenstel voor een band alsmede bandstelsel omvattende een dergeliik samenstel.

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een aandrijf-span-samenstel voor een band volgens de aanhef van conclusie 1.

Dergelijke aandrijf-span-samenstellen zijn uit de stand van de techniek bekend, met dien verstande dat er doorgaans geen koppeling aanwezig is tussen de werking van enerzijds de aandrijving en anderzijds de spanwerking van de spanmiddelen. Bij 10 eindloze bandstelsels wordt vaak gewerkt met een aandrijfrol die via een vertanding of uitsluitend wrijvingscontact de band aandrijft. Het is hierbij van belang dat de band tijdens het aandrijven onder voldoende spanning staat om de tandineengrijping tussen aandrijfrol en band of de wrijvingsaangrijping van de aandrijfrol op band in stand te houden alsook om een juist functioneren van de eindloos roterend rondgedraaide band 15 te kunnen verzekeren. De daartoe gebruikelijke spanmiddelen plaatsen de band permanent onder spanning, welke spanning mogelijkerwijs nog iets opgevoerd wordt zodra de aandrijving inwerking treedt. Dit gebeurt doorgaans middels spanrollen en keerrollen waarbij de spanrol dan onder veerspanning of anderszins onder inwerking van een kracht loodrecht op de spanrolas in een bepaalde positie geduwd of getrokken 20 wordt om de band aan te trekken. Zo is bijvoorbeeld bekend om de spanrollen en keerrollen op een lijn te plaatsen, met de assen onderling evenwijdig naast elkaar gelegen, ter gedachtebepaling horizontaal georiënteerd, waarbij de spanrol in het midden ligt en de band als het ware golvend tussen de rollen door geleid wordt. De spanrol is dan, bij horizontale oriëntatie van de assen, in verticale richting op en neer 25 beweegbaar om de band of riem aan te spannen.

De bekende spanmiddelen hebben echter als belangrijk nadeel dat tengevolge van het onder spanning staan, in het bijzonder het permanent onder spanning staan, van de band deze band belast is hetgeen constructie technisch het nodige voor dergelijke banden met zich brengt. Een ander nadeel is dat dergelijke banden weinig rek mogen 30 vertonen, daar anders de spanmiddelen niet erg effectief zullen zijn. Transportbanden zijn derhalve per strekkende meter relatief kostbaar. Het doorgaans voortdurend onder 1021196' 2 spanning staan heeft bovendien een nadelige invloed op de levensduur van de onder spanning staande eindloze band of riem.

Uit US-A-3,536,185 is een spaninrichting bekend bestaande uit een om een schamieras kantelbaar spanffame waarop aan weerszijden van een aandrijfrol liggende 5 spanrollen aangebracht zijn. Anderzijds is het spanframe voorzien van een hefboomarm waaraan een gewicht aangebracht is. De inrichting is zodanig uitgevoerd dat bij het niet aanwezig zijn van een wezenlijke kracht opgewekt door de aandrijfkracht van de aandrijfrol, een van de spanrollen tegen de aandrijfrol ligt. Wordt de kracht op de aandrijfrol vergroot dan komt deze spanrol vrij en zal de andere spanrol meer naar de 10 aandrijfrol toe bewegen. Door de aanwezigheid van het contragewicht zal afhankelijk van de spanning op de band een evenwichtstoestand ontstaan. De naar de aandrijfrol toe bewegende spanrol raakt bij het vergroten van de spanning deze aandrijfrol nooit.

De onderhavige uitvinding heeft nu tot doel het verschaffen van een verbeterd aandrijf-span-samenstel voor een band van in het bijzonder het eindloze type, welk 15 samenstel voomoemde nadelen overkomt, althans goeddeels overkomt. Het doel hierbij is in het bijzonder een aandrijf-span-samenstel te verschaffen dat ook toepasbaar is bij relatief veel rek vertonende banden . Een verder doel is het verschaffen van een aandrijf-span-samenstel waarbij slip tussen de band enerzijds en de aandrijfrol anderzijds in verregaande mate wordt verhinderd.

20 Voomoemde doelen worden volgens de uitvinding bereikt door te verschaffen een aandrijf-span-samenstel voor een eindloze band , omvattende een samenstelframe voorzien van een op dat samenstelframe gelagerde aandrijfrol welke aandrijfbaar is rond een aandrijfrolas; alsmede van spanmiddelen waarbij de spanmiddelen een spanframe omvatten waarop twee spanrollen zijn 25 gelagerd die elk rond een spanrolas roteerbaar zijn; * waarbij het spanffame rond een kantelas ten opzichte van het samenstelframe kantelbaar is; waarbij de aandrijfrolas, de spanrolassen en kantelas onderling evenwijdig verlopen; 30 waarbij voor de afstand a, van de spanrolas van ten minste een der spanrollen tot de kantelas geldt: 1021196- 3 sjb1 +(R + η)2 <&{< R+rj+b met: R = straal aandrijfrol b = afstand kantelas tot aandrijfrolas 5 i = 1 of 2 ingeval van de eerste respectievelijk tweede spanrol ρ = straal eerste respectievelijk tweede spanrol.

waarbij de aandrijfrolas ligt tussen enerzijds de rechte verbindingslijn met lengte ai tussen de kantelas en de eerste spanrolas en anderzijds de rechte verbindingslijn met lengte a2 tussen de kantelas en de tweede spanrolas, 10 * waarbij het spanframe, de spanrollen en de aandrijfrol zodanig zijn gepositioneerd dat bij het opbrengen van een aanzienlijke kracht op de aan te drijven band door de trekkracht op een van de spanrollen de andere spanrol bij tussenscheiding van de band in contact komt met de aandrijfrol.

Zoals duidelijk zal zijn worden hier met de begrippen spanrolas en kantelas 15 veeleer de denkbeeldige rotatiehartlijnen bedoeld dan specifiek de fysiek zichtbare assen. In formuleverband worden hier in elk geval de denkbeeldige rotatiehartlijnen bedoeld wanneer gesproken wordt over spanrol als een kantelas.

Door de spanrollen te voorzien op een spanframe dat rond een kantelas kantelbaar is en de aandrijfrolas als het ware te voorzien in het hoekbereik opgespannen tussen 20 enerzijds de rechte door de kantelas en de eerste spanrolas en anderzijds de rechte door de kantelas en de tweede spanrolas, wordt bereikt dat wanneer de spanrolas roterend wordt aangedreven de hierdoor verplaatste band of riem de ene spanrol naar beneden trekt en de andere spanrol omhoog duwt tot tegen de aandrijfrol aan. Doordat de afstand van de omhoog geduwde spanrolas tot de kantelas kleiner wordt genomen dan 25 de straal van de aandrijfrol plus de straal van de betreffende spanrol plus de afstand van de aandrijfrol tot de kantelas, wordt verzekerd dat die omhoog geduwde spanrol te allen tijde tegen de aandrijfrol aangedrukt wordt en hier niet langs voorbij kan schieten. Aldus is verzekerd dat te allen tijde de band tussen de betreffende spanrol en de aandrijfrol gedrukt wordt en aldaar een stevig, wrijvingsloos contact kan worden 30 bereikt. Hierbij speelt verder dat al naar gelang de bij het rondvoeren van de transportband ondervonden trekweerstand groter wordt de omlaag gedrukte spanrol harder omlaag gedrukt zal worden en de omhoog geduwde spanrol harder tegen de 1021196' 4 aandrijfrol aangeduwd zal worden. De ondergrens voor de waarde as verzekert dat er een voldoende aanliggingslengte van de band of riem over de aandrijfrol is. Wanneer de ondergrenswaarde voor aj geldt voor beide spanrolassen, dan wordt hiermee verzekerd dat de band over tenminste circa de helft van de aandrijfrol kan aanliggen.

5 Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is de inrichting zodanig uitgevoerd dat deze in twee richtingen werkt. Dat wil zeggen de aandrijfrol kan in twee richtingen draaien om de band in twee richtingen te bewegen en afhankelijk van de bewegingsrichting zal een van de rollen tegen de aandrijfrol gedrukt worden om zo de gewenste aandrijfkracht te leveren. Elk van de afstanden van de spanrollen tot de 10 kantelas zal aan bovenstaande formule voldoen.

Volgens een bijzonder de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm van het aandrijfspan-samenstel volgens de duitvinding, geldt ρ = Γ2 en aj = a2. Aldus wordt een volkomen symmetrisch aandrijfspan-samenstel verkregen, hetgeen tot groot voordeel heeft dat dit aandrijf-span-samenstel bij beide rotatierichtingen voor de aandrijfrol 15 functioneert en wel bij beide aandrijfrichtingen op dezelfde wijze functioneert.

Opdat de kantelhoek waarover de tegenover de aandrijfrol te drukken spanrol, verder de stroomafwaartse spanrol genoemd, relatief gering is en aldus de voor de inbouw van het aandrijf-span-samenstel benodigde ruimte relatief gering gehouden kan worden is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer voor de afstand geldt: 20 c < 2R + η + Γ2. Opdat hierbij voorts de booghoek waarover de riem of band tegen de aandrijfrol tot aanligging komt relatief groot is, is het van voordeel wanneer voor genoemde afstand c geldt dat deze kleiner gelijk is aan 2R + /2 (ri + Γ2). Warneer c < 2R dan wordt deze booghoek van aanligging zeer groot en komt deze in de buurt van de maximale booghoek.

25 Volgens en van voordeel zijnde uitvoering wordt de band over een hoek van tenminste 180° om de aandrijfrol geslagen. Daardoor kan een maximale aangrijping verwezenlijkt worden.

Een bijna maximale booghoek voor aanligging van de band tegen de aandrijfrol enerzijds en anderzijds nog een voldoende effectief werkzaam hefboom moment voor 30 voldoende aandrukking van de band of riem door de spanrol op de aandrijfrol laat zich volgens de uitvinding bereiken wanneer de verbindingslijn tussen de spanrolassen de 102119e- 5 aandrijfrol raakt. Bij in twee richtingen aandrijfbare aandrijfrol zal dit in het bijzonder zijn bij gelijke afstand van elke spanrolas tot de aandrijfas.

Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm is de aandrijfrol in beide tegengestelde richtingen aandrijfbaar middels een werkzaam met de aandrijfrol 5 verbonden aandrijving.

Volgens een verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een eindloos bandstelsel omvattende een aandrijf-span-samenstel volgens de uitvinding. Bij een dergelijk stelsel is het aandrijf-span-samenstel in het bijzonder in het benedenpart van de eindloze band voorzien, zodat het bovenpart bruikbaar is voor transport van 10 voorwerpen die op dat bovenpart liggen.

Volgens een zeer bijzonder de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm verloopt bij het stelsel volgens de uitvinding het bovenpart van de transportband door een U-vormig lichaam, zoals een goot. De transportband zelf wordt dan enkel door het U-vormige lichaam ondersteund. Dergelijke uitvoeringsvormen worden met het aandrijf-15 span-samenstel volgens de uitvinding in het bijzonder mogelijk doordat de band, die hier vanwege de werking transportband genoemd wordt, alleen onder spanning gebracht wordt bij het transporterend bedrijf en voor de rest gewoon los kan liggen en dus niet onder spanning hoeft te staan of tussentijds door rollen en wielen ondersteund hoeft te worden.

20 De onderhavige uitvinding zal aan de hand van de navolgend te bespreken schematische afbeeldingen nader worden toegelicht. Hierin toont:

Figuur IA zeer schematisch, deels in doorsnede, een stelsel volgens de uitvinding met een aandrijf-span-samenstel volgens de uitvinding; waarbij figuur IA het aandrijf-span-samenstel in een aandrijvende toestand toont en figuur 1B als detail, en enkel het 25 aandrijf-span-samenstel volgens de uitvinding in ruststand;

Figuur 2 een variant van een aandrijf-span-samenstel volgens de uitvinding op zeer schematische wijze;

Figuur 3 een schematische, grafische weergave van de ondergrens voor de afstand van ten minste een van de spanrollen tot de kantelas; en 30 Figuur 4 een overeenkomstige afbeelding als figuur 3, echter thans tonende een bovengrens voor de afstand van ten minste een van de spanrolassen tot de kantelas.

1021196- 6

Fig. 1 toont zeer schematisch een stelsel 1 volgens de uitvinding voorzien van een samenstel 10 volgens de uitvinding. Het stelsel 1 volgens de uitvinding bestaat uit een eindloze band, gebruikt als transportband, met een bovenpart 2 en een onderpart 3. Aan het afgebeelde achtereind wordt het bovenpart 2 via een keerrol 4 naar het onderpart 3 5 geleid. Het bovenpart 2 verloopt door een, gedeeltelijk in doorsnede afgebeelde, goot 5. De goot 5 is als zodanig niet essentieel maar voor geleidingsdoeleinden wel praktisch. Op het bovenpart 2 staan in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld wortelhouders, zoals potten 6 metgewas. Zoals nog duidelijk zal worden is de transportband 2,3 zowel met de klok mee als tegen de klok in aandrijfbaar. Aan het getoonde rechtereind is 10 schematisch een toe/afvoervlak 7 getoond. Dit toe/afvoervlak 7 kan als zodanig een dwars op de transportband 2,3 verlopende verdere transportband zijn of anderszins een afVoer of toevoersysteem.

Het eindloze bandstelsel 1 is voor aandrijving en ook het spannen van de band voorzien van een aandrijf-span-samenstel 10 volgens de uitvinding. Dit aandrijf-span-15 samenstel 10 omvat een samenstelframe 11 (dat hier schematisch door middel van een plaatvormig orgaan is aangeduid) waarop roteerbaar is gelagerd een aandrijfrol 12. Voor op het samenstelframe 11 is voorts rond kantelas 13 kantelbaar gelagerd een spanframe 32. In het getoonde voorbeeld is het spanframe 32 V-vormig uitgevoerd, echter deze vorm kan ook anderszins zijn. De armen van de V kunnen ook gebogen of 20 anderszins gekromd zijn en ook is nog denkbaar om het spanframe 32 Y-vormig uit te voeren. Het alhier getoonde spanframe 32 omvat een eerste arm 15 en een tweede arm 14. De eerste arm 15 draagt een eerste spanrol 17 die draaibaar rond een eerste spanrolas 19 op de eerste arm 15 is gelagerd. De tweede arm 14 draagt een draaibaar rond een tweede spanrolas 18 gelagerde tweede spanrol 16. Zoals met dubbele pijl 20 is 25 aangeduid is het spanframe 32 in twee richtingen rond de kantelas 13 kantelbaar.

De transportband, in dit geval het onderpart 3, wordt, van rechts naar links in de tekening gaand, over de tweede spanrol 16 geleid, tussen spanrol 16 en aandrijfrol 12 door naar beneden toe afgebogen, onder de aandrijfrol 12 doorgeleid en vervolgens tussen spanrol 17 en aandrijfrol 12 door en over de eerste spanrol 17 heen weer naar 30 een horizontale richting doorgeleid.

Wanneer nu, vertrekkend uit de ruststand als getoond in fig. 1B, de spanrol 12 met de klok mee wordt aangedreven in de richting volgens pijl 21, dan zal deze het 1o?t 19e- 7 onderpart 3, zoals door pijlen 22 aangeduid met de wijzers van de klok mee willen aantrekken. De tweede spanrol 16 zal dan, in fig. IA een naar rechts gerichte, kracht ondervinden die de tweede spanrol 16 zal willen aanzetten tot een kantelbeweging met de wijzers van de klok mee rond de kantelas 13. Aldus zal de tweede spanrol 16 naar de 5 in fig. 1 aangetoonde stand zakken totdat de eerste spanrol 17, in een ten opzichte van fig. 1B hoger gelegen stand, tegen de spanrol 12 tot aanligging komt om de tussen de eerste spanrol 17 en de aandrijfrol 12 doorgaande transportband stevig tussen beide in vast te klemmen. Dit vastklemmen, of wellicht beter gezegd aandrukken op de aandrijfrol 12, zal des te krachtiger gebeuren naarmate de in de richting van pijl 23 10 gerichte, door de tweede spanrol 16 ervaren tegentrekkracht groter wordt, dus al naar gelang onder meer de lading op het bovenpart 2 van de transportband een groter gewicht krijgt. Zodra de aandrijving van de aandrijfrol 12 wordt stopgezet zal het spanframe 32, wanneer ook de transportband 2,3 voldoende ontlasting toelaat, weer naar de ruststand, als getoond in fig. 1B, terug kunnen bewegen. Indien gewenst kan 15 dit naar de ruststand terug bewegen worden ondersteund door werking van veren of iets dergelijks.

Het zal duidelijk zijn dat wanneer de aandrijfrol 12 in plaats van zoals beschreven met de klok mee tegen de klok in wordt aangedreven, het spanframe 32 zal neigen om tegen de klok in te willen kantelen, in welk geval de tweede spanrol 16 tot aandrukking 20 tegen de aandrijfrol 12 wordt gebracht en de eerste spanrol 17 het daarvoor benodigde aandrukmoment zal creëren. Dit is precies omgekeerd aan hetgeen is beschreven aan de hand volgens fig. IA. Het zal verder duidelijk zijn dat het in verband met het in twee richtingen kunnen aandrijven van aandrijfrol 12 van voordeel is om het spanframe 12 met de spanrollen symmetrisch uit te voeren.

25 Het zal echter ook duidelijk zijn dat het niet perse noodzakelijk is om het spanframe symmetrisch uit te voeren. Dit is veraanschouwelijkt in fig. 2, tonende als detail een variant van het aandrijf-span-samenstel uit fig. IA, althans in dezelfde toestand als in fig. IA. Het verschil tussen fig. 2 en fig. 1 is dat bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 de tweede arm 14 verlengd is uitgevoerd ten opzichte van de eerste arm 30 15 alsmede dat de straal Γ2 van de tweede spanrol 16 ongelijk is aan de straal η van de eerste spanrol 17. De tweede arm 14 heeft een lengte a2 en de eerste arm 15 een lengte ai, waarbij de afmetingen ai en a2 telkens zijn betrokken op de hart op hartafstand 1021196- 8 tussen telkens de respectieve spanrolas 18,19 enerzijds en de kantelrolas 13 anderzijds. Het zal voorts duidelijk zijn dat het voordeel van deze constructie is dat wanneer de aandrijfrol 12 met de wijzers van de klok mee wordt aangedreven de tweede spanrolas 16 vanwege de langere arm 14 voor een grotere aandrukkracht zorgt waarmee de eerste 5 spanrol 17 op de aandrijfrol 12 wordt gedrukt. Het zal voorts ook duidelijk zijn dat het in fig. 2 getoonde samenstel weliswaar ook aandrijving in de tegenover gestelde richting, dat wil zeggen aandrijving van de aandrijfrol 12 tegen de klok in toelaat, echter dat de werking dan beduidend minder optimaal zal zijn omdat de tweede spanrol 16 niet tegen de aandrijfrol 12 gedrukt zal kunnen worden. Voor een eventueel 10 terugstellen van de transportband ten behoeve van bijvoorbeeld onderhoud hoeft dit geen problemen te vormen.

In de fig. 3 en 4 zijn de ondergrens en bovengrens voor de hart op hartafstand tussen ten minste een spanrolas en de kantelas nader veraanschouwelijkt.

In beide figuren zijn afgebeeld de aandrijfrol 12 en de eerste spanrol 17. 19 Is de 15 spanrolas/hartlijn van spanrol 17, 25 is de aandrijfrolas/hartlijn van aandrijfrol 12 en 13 is de kantelas/hartlijn. De aandrijfrol 12 heeft een straal R en de spanrol 17 heeft een straal r. De hart op hartafstand tussen de kantelas 13 en de aandrijffolas 25 is b. De dikte van de transportband is aangeduid met d en de resterende speling tussen de transportband d en de kantelas 13 is t. In verband met het tussen de kantelas 13 en de 20 aandrijfrol 12 kunnen doorvoeren van een stuk transportband verdient het volgens de uitvinding de voorkeur wanneer de afstand t circa 10 mm of eventueel meer bedraagt. Opgemerkt zij echter dat de waarde t ook negatieve waardes kan aannemen, of anders gezegd de waarde b kleiner dan R kan zijn.

Voor de minimale afstand tussen de spanrolas 19 en de kantelas 13 geldt: 25 ai = -yjb2 +{R + rt)2 . Deze minimale afstand geldt in elk geval voor een van de twee spanrollen doch zal bij voorkeur voor beide spanrollen gelden. Wanneer deze minimale afstand voor beide spanrollen geldt is namelijk tevens verzekerd dat 7 waarover de transportband 3 tegen de aandrijfrol 12 aanligt - de aanlighoek genoemd - of althans kan aanliggen ten minste circa 180° zal bedragen.

30 Voor de tweede uiterste stand is het van belang te realiseren dat voor een stevige aandrukking van de transportband op de aandrijfrol 12 verzekerd moet zijn dat de 1021198- 9 spanrol 17 bij het kantelen rondom de kantelas 13 niet over de spanrol 12 heen kan passeren zonder deze te raken.

Opgemerkt zij dat bij de in conclusie 1 gehanteerde formule, welke aan de hand van de figuren 3 en 4 is toegelicht, strikt genomen ook nog de dikte d van de 5 transportband meegenomen zou moeten worden. Deze dikte d is in de praktijk echter verwaarloosbaar omdat enerzijds deze dikte d relatief gering is of in de praktijk althans zal zijn ten opzichte van de afmetingen b en R en anderzijds omdat de transportband praktisch gezien ook nog iets samengedrukt zal worden zodat de waarde d geen exacte waarde zal zijn. Wil men de waarde d echter verdisconteren dan zal in de formules 10 telkens R vervangen moeten worden door R + d.

Opgemerkt zij dat daar waar in de aanvrage wordt gesproken over rol, onder meer bij spanrol en aandrijfrol, dit tevens geheel binnen de reikwijdte van de onderhavige aanvrage ook een wiel of schijf kan zijn.

Voorts zij opgemerkt dat daar waar in deze aanvrage over band wordt gesproken 15 evenzeer bedoeld wordt een riem, koord, gordel, touw, kabel etc. Dit geldt ook daar waar band en riem naast elkaar vermeld mochten zijn. In algemene zin kan band etc. worden aangeduid als langwerpig flexibel orgaan, al dan niet in een eindloze lusvorm.

Voorts zij opgemerkt dat het aandrijf-span-samenstel hier slechts bij wijze van uitvoeringsvoorbeeld is getoond in samenhang met een transportsysteem voor planten, 20 dat tevens overigens ook een kweekinstallatie voor planten kan zijn zoals dit bekend is uit EP 668.012. In EP 668.012 is beschreven het gebruik van een goot met een daardoorheen lopende transportband voor het in die goot kweken van planten waarbij de transportband dan benut kan worden om de planten uit de goot af te voeren wanneer ze voldoende opgegroeid zijn alsook om de planten, in het bijzonder de plantpotten, in 25 de goot neer te zetten om ze aldaar voldoende te laten opgroeien.

Het aandrijf-span-samenstel is in het bijzonder toepasbaar bij aandrijfwiel en die door wrijvingskrachten de transportband in beweging brengen. Het aandrijfwiel zal dan op voordelige wijze van een grip verbeterd ribpatroon voorzien kunnen zijn. Het aandrijf-span-samenstel volgens de uitvinding is echter ook toepasbaar bij samenstellen 30 van vertand aandrijfwiel en getande band of riem.

1021t 96-

Claims (10)

1. Aandrijf-span-samenstel voor een band, in het bijzonder van het eindloze type, omvattende een samenstelframe voorzien van een op dat samenstelframe gelagerde 5 aandrijfrol welke aandrijfbaar is rond een aandrijfrolas; alsmede van spanmiddelen waarbij de spanmiddelen een spanframe omvatten waarop twee spanrollen zijn gelagerd die elk rond een spanrolas roteerbaar zijn; waarbij het spanframe rond een kantelas ten opzichte van het samenstelframe kantelbaar is; 10 waarbij de aandrijfrolas, de spanrolassen en kantelas onderling evenwijdig verlopen; waarbij voor de afstand a, van de spanrolas ten minste een der spanrollen bij voorkeur van elk der spanrollen, tot de kantelas geldt: yjb2 + (ΙΙ + η)2 <a;< R+n+b 15 met: R = straal aandrijfrol b = afstand kantelas tot aandrijfrolas i = 1 of 2 ingeval van de eerste respectievelijk tweede spanrol r; = straal eerste respectievelijk tweede spanrol. 20 waarbij de aandrijfrolas ligt tussen enerzijds de rechte verbindingslijn met lengte ai tussen de kantelas en de eerste spanrolas en anderzijds de rechte verbindingslijn met lengte a2 tussen de kantelas en de tweede spanrolas, met het kenmerk, dat het spanframe, de spanrollen en de aandrijfrol zodanig zijn gepositioneerd dat bij het opbrengen van een aanzienlijke kracht op de aan te drijven 25 band door de trekkracht op een van de spanrollen de andere spanrol bij tussenschakeling van de band in contact komt met de aandrijfrol.

2. Aandrijf-span-samenstel volgens conclusie 1, waarbij η = r2 en ai = a2.

3. Aandrijf-span-samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij voor de afstand c tussen de spanrolassen geldt: c < 2R + ri + r2 en wel in het bijzonder geldt: c < 2R + Vi (n + r2) 1021196 Λ en met voorkeur geldt: c < 2R.

4. Aandrijf-span-samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verbindingslijn tussen de spanrolassen, in de ruststand, de aandrijfrol raakt, in het 5 bijzonder bij gelijke afstand van elke spanrolas tot de aandrijfas.

5. Aandrijf-span-samenstel, waarbij de aandrijfrol in beide tegengestelde richtingen aandrijfbaar is middels een werkzaam met de aandrijfrol verbonden aandrijving. 10

6. Aandrijf-span-samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij voor de afstand a, van de spanrolas van beide spanrollen tot de kantelas geldt: λ/ö2 +(R + η)2 <a,< R+p+b met:

15 R = straal aandrijfrol b = afstand kantelas tot aandrijffolas i = 1 of 2 ingeval van de eerste respectievelijk tweede spanrol r, = straal eerste respectievelijk tweede spanrol.

7. Aandrijf-span-samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het spanframe, de spanrollen en de aandrijfrol zodanig zijn gepositioneerd, dat de aan te drijven band over tenminste 180° om de aandrijfrol geslagen is.

8. Eindloos bandstelsel omvattende een aandrijf-span-samenstel volgens een der 25 conclusies 1-7.

9. Stelsel volgens conclusie 8, waarbij het aandrijf-span-samenstel in het benedenpart van de eindloze riem respectievelijk band is voorzien.

10. Stelsel volgens conclusie 8 of conclusie 9, omvattende een transportband waarvan het bovenpart door een U-vormig deel, zoals een goot verloopt. 1 021196-