NL1024683C2 - Transporteur, alsmede stelsel omvattende een aantal transporteurs. - Google Patents

Description

Transporteur, alsmede stelsel omvattende een aantal transporteurs.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een transporteur omvattende een 5 langwerpige vlakke steun met daarop aangebracht een verplaatsbare transportband voor voorwerpen, welke transportband een retourpart omvat, alsmede een aandrijving, waarbij die aandrijving omvat een aandrijfrol en aan weerszijden van die aandrijfrol steeds een aandrukrol welke aandrukrollen met elkaar gekoppeld zijn, waarbij de assen van de aandrijfrol en de aandrukrollen in hoofdzaak parallel zijn.

10 Een dergelijke transporteur is bekend uit DE 37 34 560. Daarin wordt een transporteur beschreven met een aandrijfrol die zowel het aanvoerpart als het retourpart aandrijft. Daartoe zijn aandrukrollen aanwezig die zowel op het retourpart als op het aanvoerpart werken. De transportband is vanaf de aandrijfrol met een knik aangebracht. De daar getoonde constructie vereist tengevolge van de ontbrekende aanligging van de 15 band om de aandrijfrol een zeer hoge druk tussen aandrukrol en band en tussen band en aandrijfrol om zware lasten met behulp van de band te kunnen transporteren.

Uit EP 94 201 771 is een transportband bekend, die niet over de hele lengte daarvan gespannen is, maar uitsluitend bij de aandrijving gespannen wordt. Daartoe ligt tegenover de aandrijfrol een aandrukrol die de band tegen de rol klemt. Daarmee wordt 20 weliswaar het probleem van het rekken van de band in onbelaste toestand voorkomen, maar niet voorkomen kan worden dat aan de band aanzienlijke schade toegebracht wordt op de plaats van aandrukken. Immers, de constructie dient zodanig uitgevoerd te zijn, dat ook bij de grootst mogelijke optredende belasting altijd gegarandeerd is dat bij het gaan roteren van de aandrijfrol de band gaat bewegen. Een dergelijke belasting kan 25 bijzonder groot zijn. Afgezien van het gewicht van de op de band te plaatsen voorwerpen, zoals potplanten, is gebleken dat mogelijkerwijs plaatselijk onder de transportband een onderdruk gecreëerd wordt en daardoor kleef van de transportband aan de steun optreedt.

Uit JP 2001058712 is een transportband bekend, waarbij de aandrijfrol in het 30 retourpart aangebracht is. Boven de aandrijfrol zijn twee aandrukrollen aangebracht, die met behulp van “energizing means” tegen de rol gedrukt kunnen worden. Daardoor zal voortdurend een grote klemkracht bestaan tussen de aandrukrol en de aandrijfrol hetgeen de slijtage bevordert 1024683 2

Uit JP 2003221109 is een constructie bekend met een aandrijfrol en een enkele aandrukrol.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding die hierboven beschreven nadelen 5 te vermijden en te voorzien in een constructie met aandrijfrol en aandrukrollen die afhankelijk van de belasting in steeds voldoende aandrijving voor het retourpart voorziet Dat wil zeggen bij lagere belasting dient een geringe klemkracht tussen aandrukrol en aandrijfrol te bestaan en bij hogere belasting een grotere druk. Bovendien dient de constructie geschikt zijn voor het in twee richtingen bewegen van het 10 retourpart.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven transporteur verwezenlijkt doordat die aandrukrollen zich in bewegingsrichting van dat retourpart aan beide zijden van die aandrijfrol in dat retourpart bevinden en die transportband zodanig aangebracht is, dat deze over tenminste 180° om die aandrijfrol geleid wordt, en over ten minste 90° om 15 elk van die aandrukrollen, en waarbij die aandrukrollen zodanig gekoppeld zijn, dat bij vergroting van de trekkracht in dat retourpart dit part de betreffende aandrukrol van de aandrijfrol af verplaatst en de andere aandrukrol naar die aandrijfrol toe verplaatst waardoor laatstgenoemde aandrukrol de band met meer kracht op de aandrijfrol drukt

Volgens de onderhavige uitvinding wordt met de aandrukrollen bij stilstaande 20 aandrijfrol slechts een geringe kracht op de aandrijfrol uitgeoefend bij het daartussen opnemen van de band. Deze kracht is zodanig laag, dat daardoor nauwelijks beschadiging van de band optreedt Bij het opstarten van de beweging begint de aandrijfrol te roteren en door de geringe aangrijping tussen band en aandrijfrol zal de band enigszins gespannen worden, zal de band over het gehele contactvlak op die 25 aandrijfrol gedrukt worden zodat voldoende wrijving tussen die aandrijfrol en die band ontstaat om die band door die aandrijfrol te verplaatsen en zal een van de aandrukrollen door die spanning wegbewegen van de aandrijfrol. Daardoor zal volgens de uitvinding de andere aandrukrol naar de band toe bewegen en daar een vergrote klemkracht tussen band en aandrijfrol veroorzaken. Deze klemkracht wordt in verhouding mee veranderd 30 met de trekkracht die in de band veroorzaakt wordt door de belading van de bandtransporteur. Immers, de op de band uitgeoefende trekkracht veroorzaakt in verhouding een drukkracht op de stroomopwaarts liggende aandrukrol, terwijl een aanwezig mechanisme deze in verhouding omzet in een door die andere aandrukrol op 1024683 3 de band uitgeoefende drukkracht Hierdoor veroorzaakt de stroomafwaarts liggende aandmkrol altijd juist voldoende aangrijping tussen de aandrijfrol en de band om de band met zo veel kracht op het gehele contactvlak met die aandrijfrol te drukken dat de 5 wrijving tussen deze beide voldoende is om de trekkracht in die band in stand te houden.

Door het over ten minste 90° slaan van de band over de aandrukrollen kan de in die band optredende kracht goed gedoseerd omgezet worden in een van de aandrijfrol af gerichte kracht op de stroomopwaarts liggende aandrukrol. Hierdoor zullen ook 10 geringe variaties in belading van de bandtransporteur direct resulteren. In het nauwkeurig verhogen respectievelijk verlagen van de drukkracht van de stroomafwaarts liggende aandrukrol op de band. Omdat de band daardoor met meer of minder kracht op de aandrijfrol gedrukt wordt al de aangrijping van die aandrijfrol op die band eveneens direct en nauwkeurig vergroot respectievelijk verkleind worden.

15 Doordat de band over meer dan 180° over de aandrijfrol geslagen is zal bij een geringe klemming van de band tussen die aandrijfrol en de stroomafwaarts liggende aandrukrol reeds voldoende druk tussen die band en die aandrijfrol op gebouwd worden om in een voldoende wrijvende aangrijping tussen die beide te voorzien voor aandrijving van die band door die aandrijfrol.

20 Bij afnemende belading van de bandtransporteur neemt de trekkracht in de band af en dientengevolge ook de krachten die op in de aandrukrollen en het mechanisme werken en bij stilstand van de aandrijfrol zijn deze krachten zeer klein. In alle gevallen zal de drukkracht van de stroomafwaarts liggende aandrukrol optimaal klein zijn. Als resultaat wordt slijtage van de band en de bewegende delen tot een minimum beperkt 25 Bij omkeren van de draairichting van de aandrijfrol wisselen beide aandrukrollen van functie.

Begrepen zal worden, dat het hierboven beschreven bewegingsverloop van de ene aandrukrol sterk overdreven is. In de praktijk zal het om nauwelijks waarneembare verplaatsingen gaan, maar is de door de andere aandrukrol opgebrachte kracht wel 30 degelijk meetbaar.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is een aandrukrol op een scharnier arm aangebracht waarbij de schamieras daarvan in hoofdzaak evenwijdig is met de hartlijn van de aandrukrol en aandrijfrol. Op deze wijze kan de 1 024683 4 beweging van de aandrukrol van/naar de aandiijfrol verwezenlijkt worden. Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering zijn twee onafhankelijk van elkaar beweegbare schamierarmen aangebracht, elk voor een van de twee tegenover elkaar liggende 5 aandrukrollen en is de beweging van deze armen met elkaar gekoppeld. Een dergelijke koppeling kan een veer of starre verbinding omvatten, maar omvat bij voorkeur een combinatie daarvan, dat wil zeggen een constructie waarbij gedurende een eerste bewegingstraject een verende beweging aanwezig is en bij een verdere fase van de beweging een starre koppeling tussen de beide armen bestaat. De samenstelling van 10 twee tegenover elkaar opgestelde en aan elkaar gekoppelde schamierarmen, zoals hierboven omschreven, vormen een eerdergenoemd mechanisme voor het in verhouding omzetten van een op de ene aandrukrol uitgeoefende kracht in een door de andere aandrukrol uitgeoefende kracht met een andere waarde.

Doordat met de onderhavige uitvinding de transportband niet voorgespannen 15 behoeft te worden en tijdens werking van de transporteur uitsluitend het werkzame deel van de transportband op trek belast wordt, behoeven aan het materiaal van die transportband minder hoge eisen gesteld te worden ten opzichte van een permanent voorgespannen transportband.

Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding in een hierboven-20 beschreven transporteur te voorzien, waarbij met nog verder verminderd vermogen voorwapen over de transporteur bewogen kunnen worden. Dit doel wordt volgens een verder aspect van de onderhavige uitvinding verwezenlijkt doordat de breedte van de steun in de richting loodrecht op de verplaatsingsrichting van die transportband groter is dan de breedte van die transportband.

25 De breedte van een transporteur ligt in het algemeen vast en is afhankelijk van de daarmee te verplaatsen producten. Volgens de onderhavige uitvinding wordt de steun ten minste even breed als de te verplaatsen voorwerpen uitgevoerd, maar wordt de transportband wezenlijk smaller uitgevoerd. Gebleken is dat de voorwerpen door het steunen op een of meer punten van de transportband of -banden voldoende stabiel 30 gedragen worden. Eveneens is gebleken dat door het aanzienlijk versmallen van de transportbanden, de hierbovenbeschreven problemen met betrekking tot kleef van de transportband aan de steun nauwelijks optreden.

1024683 5

Begrepen dient te worden dat de transportbanden in twee tegenovergestelde richtingen bewogen kunnen worden. Daarvan afhankelijk zal de ene aandrukrol de band tegen de aandrijfrol drukken of de andere aandrukrol de band tegen de aandrijfrol 5 drukken.

Door het klemmend aangrijpen wordt niet langer een permanente trekspanning op de band opgelegd, maar uitsluitend bij het bewegen daarvan. Dit heeft tot gevolg dat de reksnelheid van de band verlaagd wordt, de levensduur van zowel de band als andere bewegende delen toeneemt, de constructie lichter en eenvoudiger uitgevoerd kan 10 worden en het niet noodzakelijk is de transportband regelmatig op spanning te brengen/te houden.

De onderhavige uitvinding kan zowel uitgevoerd worden met een enkele transportband, waarbij aan weerszijden daarvan de steun zich vrij liggend uitstrekt en de voorwerpen centraal gedragen worden. Het is ook mogelijk twee of meer IS transportbanden te gebruiken met daartussen steeds een afstand. Doordat de transportbanden niet voorgespannen behoeven te worden ontstaan geen problemen ten gevolge van eventuele verschillen in lengte en rek van de afzonderlijke transportbanden. In het tussenliggende gebied strekt de steun zich vrijliggend uit Indien de voorwerpen een breedte hebben die groter is dan de onderlinge hartafstand 20 tussen de twee of meer transportbanden, zullen dergelijke voorwerpen uitsluitend door de transportbanden gedragen worden en strekt de steun zich daartussenuit zonder dat de voorwerpen daar over slepen. Eventueel kan de steun ter plaatse van de transportband verdiept uitgevoerd worden ter geleiding daarvan. Dit is bij de meeste toepassingen niet noodzakelijk.

25 De steun kan versterkt worden door deze gootvormig uit te voeren. Dat wil zeggen aan een of beide zijkanten van de steun bevinden zich daar in hoofdzaak loodrecht op uitstrekkende verstevigingslijven. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding strekken deze zich in opwaartse richting uit, zodat in era geleiding voor de zich op de steun bevindende voorwerpen voorzien wordt.

30 De onderhavige transporteur heeft velerlei toepassingen voor het verplaatsen van voorwerpen. Een van de voorbeelden is een transporteur voor het verplaatsen van potplanten. Meer in het bijzonder worden daarbij potplantdragers gebruikt om omvallen 1024683 6 van de potplanten te voorkomen. Dergelijke dragers hebben een verhoudingsgewijs groot oppervlak dat op de hierbovenbeschreven transportbanden rust

Door het grote oppervlak wordt een veel stabielere situatie verkregen dan die 5 waarbij een potplant rechtstreeks op een band geplaatst wordt.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een systeem omvattende een aantal van de hierbovenbeschreven transporteurs. Dergelijke transporteurs liggen in een dergelijk systeem parallel naast elkaar. Deze kunnen verbonden zijn met een gemeenschappelijke aanvoer of afvoer in een voorkeursuitvoering. Daarbij kunnen 10 zowel individueel als gemeenschappelijk bediende schamierarmen toegepast worden.

Een dergelijk systeem kan een gemeenschappelijke aandrijfinotor voor meerdere bandtransporteurs hebben, waardoor alle betreffende transportbanden tegelijkertijd en in dezelfde richting bewegen. Met behulp van afzonderlijke bediening kan van elke transporteur het aandrijfmechanisme uitgeschakeld en daarmee de betreffende band, of 15 banden, stilgezet worden door elke aandrukrol van die transporteur over een minimale afstand eventueel tegen een veerdruk in van de aandrijfrol af te verplaatsen.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van in de tekening afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden verduidelijkt worden. Daarbij toont:

Fig. 1 schematisch in perspectief een eerste uitvoering van een transporteur 20 volgens de uitvinding;

Fig. 2 in zijaanzicht in detail de aandrijving daarvan; en Fig. 3 een systeem volgens de uitvinding met verschillende transporteurs en gemeenschappelijke aandrijving.

In fig. 1 is de transporteur volgens de uitvinding in het geheel met 1 aangegeven. 25 Deze bestaat uit een in het geheel met 2 aangegeven goot. De goot bestaat uit een drager of steun 3 , welke aan weerszijden begrensd wordt door opstaande lijven of randen 4. In de goot zijn nabij de opstaande randen transportbanden 5 en 6 aangebracht. De bodem van de goot kan bij de hier getoonde uitvoering vlak zijn. Het is echter eveneens mogelijk het deel van de bodem waarop geen transportband rust verdiept of 3 0 mogelijkerwijs iets verhoogd uit te voeren.

Uit fig. 1 blijkt dat een aantal plantdragers 7 aanwezig is. Deze bestaan bij voorkeur uit een kunststof materiaal met een draagvlak 8. De afmetingen van het draagvlak 8 zijn zodanig dat dit min of meer nauwkeurig tussen de opstaande randen 4 van de 1024683 7 goot 2 opgenomen wordt Het draagvlak 8 rust op de beide transportbanden 5 en 6. Bovendien is de plantdrager voorzien van een opname 9. Deze kan getrapt uitgevoerd zijn voor het ontvangen van verschillend bemeten potten van potplant 10.

5 Transportbanden 5 en 6 hebben elk een retourpart dat steeds met 11 aangegeven is (fig. 2). Op dit retourpart vindt de aandrijving plaats. Deze aandrijving is in het geheel met 12 aangegeven. In het in fig. 1 en 2 afgebeelde uitvoeringsvoorbeeld bestaat de aandrijving uit een aandrijfmotor 13 die via een overbrenging 14 een aandrijfrol 15 aandrijft Het retourpart is om de aandrijfrol 15 geslagen. De hoek is ten minste 180° en 10 meer in het bijzonder meer dan 270° van de cirkelboog die door de aandrijfrol beschreven wordt. Aandrukrollen 16 en 17 zijn aanwezig. Beide zijn aangebracht op een spanarm 18 die met behulp van scharnier 20 aan het frame bevestigd is. Spanarmen 18 zijn met elkaar gekoppeld via een stang 31 en veren 32 met aanslagen 33. De breedte van de aandrijfrol 15 is groter dan de breedte van het daar omheen lopende 15 retourpart. Hetzelfde geldt voor de aandrukrollen 16, 17 die breder zijn dan het betreffende retourpart. Op deze wijze kan het aangrijpoppervlak zoveel mogelijk vergroot worden.

Deze constructie werkt als volgt. Indien de band in fig. 2 naar rechts in de richting van de pijl bewogen moet worden, wordt de aandrijfrol 15 linksom gedraaid. 20 Door het vergroten van de spankracht op het linkerdeel van de band zal de linker aandrukrol 17 naar links bewegen. Daardoor zal stang 31 eveneens naar links bewegen en zal gedurende een eerste fase van het bewegingstraject door de veren 32 een geleidelijk oplopende druk op rol 16 in de richting van aandrijfrol 15 uitgeoefend worden, waardoor de band steeds vaster geklemd wordt tegen de aandrijfrol 15. Deze 25 druk is in het algemeen voldoende voor het opstarten en instandhouden van de beweging van de band. Mocht echter in extreme situaties deze druk tussen rol 16 en aandrijfrol 15 onvoldoende zijn, dan zal het linker part verder gespannen worden en aandrukrol 17 verder naar links bewegen en de rol 16 het part 11 met meer kracht op de aandrijfrol 15 drukken, waardoor verzekerd kan worden dat aandrijving van de band 30 plaatsvindt

Bij de getoonde uitvoering is de aandrijfrol 15 gemeenschappelijk voor meerdere retourparten 11, en zijn de aandrukrollen 16, 17 voor elk retourpart afzonderlijk. Bij een niet getoonde uitvoering met afzonderlijke aandrijfrollen 15 zijn deze aandiijfrollen 1024683 8 vast verbonden aan een gemeenschappelijke aandrijfas. Omdat het mechanisme met stangen 31 en aandrukrollen 16, 17 steeds individueel uitgevoerd kan worden, wordt voor elke band van bijvoorbeeld elke transporteur of elk stelsel banden van elke 5 transporteur (zie fig. 3) steeds de optimale spanning gekozen. Dat wil zeggen, dat indien bij het gemeenschappelijk roteren van rol 15 op een transportband, een verhoudingsgewijs geringe belasting werkt, in het hierboven getoonde voorbeeld rol 17 slechts over geringe afstand naar links verplaatst wordt, terwijl een daaraangrenzende door dezelfde rol 15 bewogen transportband een veel grotere kracht opgebracht kan 10 worden, doordat de daarvoor effectieve aandrukrol 17 verder naar links bewogen wordt.

Het is eveneens mogelijk de aandrukrollen 16, 17 per transporteur uit te schakelen. Dat wil zeggen, het is mogelijk in een ‘‘neutrale” stand te voorzien door elke aandrukrol van die transporteur over een minimale afstand tegen de veerdruk in van de 15 aandrijfrol af te verplaatsen waardoor de aandrijfrol 15 niet voldoende aangrijping op de band uit kan oefenen om deze aan te drijven. Deze verplaatsing kan met behulp van enig mechanisme, aangrijpend op armen 18, uitgevoerd worden. Door opheffing van de verplaatsende kracht kunnen de aandrukrollen weer naar de aandrijfiol toe bewegen en zullen het retourpart weer op de aandrijfrol drukken, waardoor deze aandrijfrol weer 20 voldoende aangrijping op dit retourpart kan uitoefenen om deze aan te drijven.

Een hierboven beschreven transporteur kan in een kas of dergelijke toegepast worden en afhankelijk van de behoefte kan het betreffende gewas naar het uiteinde daarvan getransporteerd worden.

In fig. 3 is schematisch een systeem getoond bestaande uit verschillende 25 transporteurs zoals hierboven beschreven. Een dergelijk systeem is in het geheel met 24 aangegeven.

Echter is hierbij niet steeds een afzonderlijke aandrijfmotor 13 aanwezig, maar is een gemeenschappelijke motor 25 aanwezig. Met behulp van aandrijfassen 26 worden steeds de betreffende aandrijfrollen 15 aangedreven. Bij een dergelijke uitvoering 30 zullen alle retourparten 11 permanent door een aandrukrol 16, 17 op de betreffende aandrijfrol 15 gedrukt worden. Eventueel kunnen de aandrukrollen op enigerlei wijze afzonderlijk per transporteur uitgeschakeld worden. Dat wil zeggen, bij draaiing van aandrijfmotor 25 zullen alle transportbanden aangedreven worden, tenzij de betreffende 1024683 9 aandrukrollen uitgeschakeld zijn. Slechts die transportbanden waarvan de betreffende transporteur gedurende langere tijd niet toegepast behoeft te worden zullen door uitschakeling van de aandrijfrollen niet aangedreven worden. Dit uitschakelen kan 5 bijvoorbeeld elektrisch of handmatig uitgevoerd worden door aangrijping op de betreffende spanarmen 18. Met 27 is als voorbeeld een gemeenschappelijke afvoertransporteur aangegeven.

Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeursuitvoering beschreven is, zal door degene bekwaam in de stand der techniek dadelijk begrepen 10 worden dat vele varianten en toepassingen mogelijk zijn die voor de hand liggend zijn na het bovenstaande en liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.

* 1024683

Claims (13)

1. Transporteur omvattende een langwerpige vlakke steun (3) met daarop aangebracht een verplaatsbare transportband voor voorwerpen, welke transportband een 5 retourpart omvat, alsmede een aandrijving, waarbij die aandrijving omvat een aandrijfrol en aan weerszijden van die aandrijfrol (15) steeds een aandrukrol (16, 17) welke aandrukrollen met elkaar gekoppeld zijn, waarbij de assen van de aandrijfrol en de aandrukrollen in hoofdzaak parallel zijn, met het kenmerk, dat die aandrukrollen zich in bewegingsrichting van dat retourpart aan beide zijden van die aandrijfrol in dat 10 retourpart bevinden en die transportband zodanig aangebracht is, dat deze over tenminste 180” om die aandrijfrol geleid wordt, en over ten minste 90° om elk van die aandrukrollen, en waarbij die aandrukrollen zodanig gekoppeld zijn, dat bij vergroting van de trekkracht in dat retourpart dit part de betreffende aandrukrol van de aandrijfrol af verplaatst en de andere aandrukrol naar die aandrijfrol toe verplaatst waardoor 15 laatstgenoemde aandrukrol de band met meer kracht op de aandrijfrol drukt.

2. Transporteur volgens conclusie 1, waarbij die aandrukrollen op een schamierarm (18) aangebracht zijn.

3. Transporteur volgens conclusie 2, waarbij die aandrukrollen elk op een schamierarm aangebracht zijn en waarbij die schamierarmen met elkaar gekoppeld zijn met een koppelingsstaaf.

4. Transporteur, volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de breedte van 25 de steun in de richting loodrecht op de verplaatsinrichting van die transportband groter is dan de breedte van die transportband.

5. Transporteur volgens conclusie 4, omvattende een enkele transportband waarbij de steun zich aan weerszijden daarvan voorbij die transportband uitstrekt. 30

6. Transporteur volgens een van de conclusies 4, 5, omvattende twee op afstand liggende transportbanden waarbij de steun zich daartussen uitstrekt. 1024683

7. Transporteur volgens conclusie 6, omvattende een gemeenschappelijk aandrijfmechanisme voor die twee transportbanden.

8. Transporteur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die voorwerpen potplantdragers (7) omvatten met een grotere uitbreiding dan de breedte van die transportband.

9. Transporteur volgens conclusie 8, waarbij die potplantdragers schijfvormige 10 dragers met een centrale opname (9) voor een potplant (10) omvatten.

10. Transporteur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die steun van daaraan grenzende opstaande verstevigingslij ven (4) is voorzien.

11. Transporteur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de steun van een verdieping voorzien is.

12. Systeem omvattende een aantal transporteurs (1) volgens een van de voorgaande conclusies, alsmede een gemeenschappelijke aandrijfmotor (25), welke elk van die 20 aandrijfrollen (15) aandrijft, alsmede een individueel bedienbare aandrijving voor elke transporteur.

13. Systeem volgens conclusie 11, omvattende een met die transporteurs verbonden aanvoer of af voer (27). 1024683