NL1020918C2 - Intermediate bulk container met geringe hoogte. - Google Patents

Description

Intermediate bulk container met geringe hoogte

De onderhavige uitvinding betreft een IBC ("Intermediate Bulk Container") omvattende een basis die is opgebouwd uit een pallet, alsmede een daarop geplaatste kooi, 5 waarin een kunststof houder is geplaatst, welke houder aan de bovenzijde is voorzien van een vulopening met een vuldop, waarbij die pallet een bovenoppervlak omvat voor het dragen van de bodem van die houder en een verbindingsoppervlak omvat voor het verbinden van het benedendeel van die kooi.

Een BBC van deze soort is algemeen bekend in de stand van de techniek en wordt 10 op grote schaal gebruikt voor transport van zeer uiteenlopende soorten fluïda en andere materialen. De afmetingen van de IBC zijn in aanzienlijke mate genormaliseerd en gestandaardiseerd bijvoorbeeld met een nominale capaciteit van 1000 liter. Vanwege de grote productieaantallen zijn afwijkingen voor specifieke toepassingen zeer duur en zullen rechtstreeks leiden tot een veel hogere prijs voor de IBC.

15 De huidige standaardhoogte van een IBC is zodanig, dat het slechts mogelijk is één IBC te laden op de laatste rij in de hoogte van een standaard zeecontainer. Als ge- --- ----- volgwan_üitgebreide"standaardisatie‘is_ook'voor'deze zeecontainers aanpassing van de afmetingen uitgesloten.

Uit DE 3 839 647 is een IBC bekend waarbij het rooster met het bovenopper-vlak 20 van het dek van de pallet verbonden is.

Uit EP 12 411 09 Al, dat na de prioriteitsdatum van onderhavige aanvrage gepubliceerd is, is een uit een enkel deel gevormde kunststofpallet bekend, met een uitsparing voor het benedendeel van de greep.

Het doel van de onderhavige uitvinding is een IBC te verschaffen die op een een-25 voudige wijze met standaard onderdelen kan worden vervaardigd, maar die efficiënter laden in een standaard zeecontainer mogelijk maakt.

Dit doel wordt bij een IBC zoals hierboven beschreven bereikt, doordat dat verbindingsoppervlak het bovendeel van de draagconstructie omvat, welke tenminste 10 mm onder dat bovenoppervlak ligt.

30 Gebleken is dat uitgaande van twee IBC's die op elkaar zijn geplaatst, de hoogte daarvan slechts enkele centimeters te groot is om laden in een zeecontainer mogelijk te maken.

1 020918- 2

Volgens de onderhavige uitvinding is voorgesteld de kooi van de IBC enigszins naar beneden te verplaatsen ten opzichte van de houder. Dat wil zeggen, de bovenzijde van de houder komt dichter bij de bovenzijde van de kooi. In tegenstelling tot de stand van de techniek waarbij het steunoppervlak voor de houder (holte) en het verbindings-5 oppervlak voor de kooi zich op hetzelfde niveau bevinden. Dit betekent dat wanneer twee IBC's volgens de uitvinding op elkaar worden geplaatst een samendrukkend effect wordt uitgeoefend op de houder zelf door de centreermiddelen van de bovenste BBC. Gebleken is dat deze compressie van de houder slechts enkele centimeters hoeft te zijn en geen verdere consequenties heeft. Als regel zijn IBC's nooit volledig gevuld en een 10 restvolume blijft altijd ongebruikt aan de bovenzijde. Dat wil zeggen, enige compressie van de bovenzijde van de houder van een IBC heeft geen gevolgen.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is dit verschil in hoogte ten minste 10 mm en meer in het bijzonder minimaal 18 mm. Een dergelijk verschil in hoogte kan worden verkregen volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de 15 uitvinding in het geval van een normaal gebruikte (houten) pallet door het dek te construeren zodat slechts de houder wordt ondersteund. Dit betekent dat het benedendeel van de kooi niet langer is ondersteund door het dek van de pallet maar door de onmiddellijk daaronder gelegen laag. Normaal zullen dit de planken zijn of een combinatie van de blokken en planken die zich onder het dek bevinden. De gebruikelijke pallet 20 heeft de volgende delen in de gebruikspositie van boven naar beneden: dek omvattende een aantal latten; planken die ook latten omvatten maar zich loodrecht ten opzichte van het dek uitstrekken, blokken die functioneren als afstandhouder die het inbrengen van hefvorken mogelijk maken en lopers die zich evenwijdig aan de latten van het dek en loodrecht ten opzichte van de planken uitstrekken.

25 Een verdere maatregel voor het bereiken van het verlagen van de IBC is beper king van de hoogte van de sleuven voor het inbrengen van de vorken van een vorkheftruck. Gebleken is dat het mogelijk is deze hoogte te beperken tot ongeveer 6 cm en meer in het bijzonder tot ongeveer 58 mm maximaal. Volgens de onderhavige uitvinding is de volledige BBC zodanig uitgevoerd dat de hoogte daarvan ongeveer 111 cm is 30 en meer in het bijzonder 112 cm. Wanneer twee dergelijke IBC's volgens de uitvinding op elkaar worden geplaatst, wordt een totale hoogte van maximaal ongeveer 2,23 m bereikt, wat precies geschikt is om te passen door de deur van een (zee)container van de gebruikelijke afmetingen.

1020918- 3

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm functioneert het benedendeel van de pallet als centreermiddelen voor het centreren van een bovenste pallet ten opzichte van een onderste pallet in een stapel van ten minste twee pallets. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding strekken de blokken zich uit enigszins voorbij 5 de lopers of een ander deel van de pallet dat zich boven dergelijke centreermiddelen bevindt. De blokken zijn bedoeld tijdens het stapelen te rusten op de bovenrand van de kooi van de daaronder gelegen IBC. Dit betekent dat de centreermiddelen zich uitstrekken onder de bovenrand van de kooi en de houder zouden kunnen samendrukken.

De hierboven beschreven centreermiddelen kunnen worden gevormd door de 10 lopers van de pallet. Met deze uitvoering is de afmeting van de lopers kleiner dan de binnenste omtrek van de bovengrens van de kooi. Als gevolg daarvan vallen de lopers c binnen de omtrek van de kooi van de IBC daaronder. Met deze inrichting zullen de lopers rusten op de bovenzijde van de container over een relatief groot oppervlak, wat een gelijkmatige compressie verschaft.

15 De uitvinding zal hieronder in meer detail worden uitgelegd met verwijzing naar een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. In de tekening toont:

Fig. 1 een IBC volgens de uitvinding;

Fig. 2 een palletbasis van de IBC volgens de uitvinding; en 20 Fig. 3 twee IBC's volgens de uitvinding die op elkaar zijn geplaatst.

In de figuren is een IBC ("Intermediate Bulk Container") aangegeven met 1. Deze bestaat uit een kunststof houder met een volume van bijvoorbeeld nominaal 1000 liter. Andere volumes zijn echter ook mogelijk. De kunststof houder is voorzien van een 25 vulopening 12 waarop een dop 11 kan worden geschroefd. Er is een tapopening 10 aan de benedenzijde. Een tap of ander afsluitelement kan optioneel daarop worden aangebracht. Een kooi 3 is aanwezig om de houder 2 te beschermen en te ondersteunen. Deze kooi 3 bestaat uit verticale delen 4 en horizontale delen 5. Deze delen zijn op een of andere wijze aan elkaar bevestigd bij de punten waar deze kruisen. In het getoonde 30 voorbeeld zijn de verticale delen 4 groter gemaakt en voorzien van gaten voor het daardoor opnemen van de horizontale delen 5. Horizontale versterkingsstangen 13 zijn aanwezig. Aan de bovenzijde en benedenzijde is het horizontale deel bevestigd aan het verticale deel door lassen. Een kooi van deze soort kan worden vervaardigd op elke in 1020918~ 4 de stand van de techniek bekende wijze. Bijvoorbeeld is het mogelijk de in de figuur getoonde kooivorm te vervaardigen uitgaande van een langwerpig rooster door buigen. Met deze procedure kunnen de einddelen aan elkaar worden gelast.

De palletbasis waarop de houder 2 is geplaatst, is aangegeven met 6 in de teke-5 ningen. Deze palletbasis bestaat uit een dek 7 en lopers 9 waartussen blokken 8 en planken 15 zijn aangebracht. Zoals getoond in fig. 2 strekken deze blokken 8 en planken 15 zich verder naar buiten uit dan ofwel het dek 7 of de lopers 9. De omtreksgrens van de lopers 9 komt ongeveer overeen met de binnenomtrek van de bovenzijde van de kooi 3.

10 Het dek 7 is op een zodanige wijze uitgevoerd dat deze de houder 2 ondersteunt maar, zoals getoond in fig. 1, de benedenzijde van de kooi mst op de omtreksrand die is gevormd door de planken. Het verschil in hoogte is aangegeven met c in fig. 2 en is bij voorkeur meer dan 10 mm en meer in het bijzonder minimaal ongeveer 18 mm. De kooi kan worden verbonden met elk in de stand van de techniek bekend bevestigings-15 middel. Dit betekent dat vergeleken met de gewone situatie de kooi naar beneden is verplaatst over de hoogte van het dek 7, terwijl de houder 2 in de gebruikelijke positie blijft.

Dit betekent dat indien standaard onderdelen als uitgangspunt worden gebruikt, wat bij voorkeur het geval is in de onderhavige uitvinding, de bovenzijde van de houder 20 dichter bij de bovenzijde van de kooi komt. Deze afstand is aangegeven met b in fig. 1. Deze afstand b is kleiner dan de dikte van de lopers 9. Dit betekent dat indien een identieke IBC bovenop de in fig. 1 getoonde IBC wordt geplaatst, zoals getoond in fig. 3, de benedenzijde van de lopers 9 van de bovenste IBC in aanraking komt met de bovenzijde van de houder 2 van de IBC daaronder. Als gevolg zal deze houder vervormen 25 totdat de benedenzijde van de blokken 8 van de bovenste IBC op de bovenzijde van de kooi 3 van de onderste IBC 1 komt te rusten. Een dergelijke verplaatsing van de houder is zeer klein. Als regel is de houder niet geheel gevuld, zodat de compressie van de houder over deze kleine afstand op een eenvoudige wijze mogelijk is. Zou echter de IBC volledig gevuld zijn, is gebleken dat er nog steeds geen problemen zijn. Wanneer 30 een verdere IBC daarbovenop wordt geplaatst, zal de houder enigszins meegeven en opbollen. De sterkte van een kunststofhouder 2 is zodanig dat een dergelijke beweging mogelijk is zonder beschadiging.

1 02091 8 - 5

De lopers 9 zijn zodanig uitgevoerd dat er geen spanning is op de lokatie nabij de vuldop 11 van een onderliggende BBC. Dat wil zeggen, in beginsel wordt op de bovenzijde van de vuldop 11 niet rechtstreeks druk uitgeoefend.

De pallet kan worden vervaardigd uit elk in de stand van de techniek bekend ma-5 teriaal, zoals kunststof. Bij voorkeur wordt echter hout gebruikt voor de verschillende onderdelen van de pallet.

De afstand tussen het bovenoppervlak en de lopers, d.w.z. de dikte van de blokken 8 en planken 15 is aangegeven met a in fig. 2. De dikte van deze blokken is bij voorkeur maximaal ongeveer 58 mm.

10 Met de hierboven beschreven constructie is het mogelijk een standaard (zee)container efficiënter te laden omdat twee BBC's 1, 21 boven op elkaar kunnen worden gestapeld. Dit is mogelijk gebleken met het gebruik van standaard onderdelen, waarbij juist voldoende hoogtewinst wordt bereikt door een kleine aanpassing van de constructie van de pallet teneinde efficiënt stapelen in zeecontainers mogelijk te maken.

15 Varianten zullen onmiddellijk duidelijk worden voor de vakman na het lezen van het bovenstaande en deze vallen binnen de reikwijdte van de bijgaande conclusies.

1020918-

Claims (9)

1. IBC ("Intermediate Bulk Container") omvattende een basis die is opgebouwd uit een pallet, alsmede een daarop geplaatste kooi, waarin een kunststof houder is ge- 5 plaatst, welke houder aan de bovenzijde is voorzien van een vulopening met een vul-dop, waarbij die pallet een dek omvat voor het dragen van de bodem van die houder, alsmede een draagconstructie voor dat dek en een verbindingsoppervlak ömvat voor het verbinden van het benedendeel van die kooi, met het kenmerk, dat dat verbindingsvlak het bovendeel van de draagconstructie omvat, welke tenminste 10 mm onder dat 10 bovenoppervlak ligt.

2. IBC volgens conclusie 1, waarbij dat verbindingsoppervlak zich minimaal ongeveer 18 mm onder dat bodemoppervlak bevindt.

3. IBC volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die draagconstructie omvat een laag planken onder dat bovendek, die zich in zijdelingse richting uitstrekt voorbij dat dek om een draagrand voor het verbinden van die kooi te verschaffen, alsmede blokken onder die planken en lopers.

4. IBC volgens conclusie 3, waarbij de hoogte (a) van die blokken (8) en planken (15) ongeveer 6 cm is.

5. IBC volgens conclusie 4, waarbij de maximum hoogte van die blokken en planken ongeveer 58 mm is. 25

6. IBC volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de hoogte van de bovengrens van de kooi vanaf de benedenzijde van de palletbasis ongeveer 111 cm is.

7. IBC volgens conclusie 6, waarbij die hoogte maximaal ongeveer 112 cm is. 30

8. IBC volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die pallet aan de benedenzijde is voorzien van steunmiddelen (8) en centreermiddelen (9), waarbij die steun-middelen zijn uitgevoerd om te steunen op de bovenzijde van de kooi van een onder- I 0 2 091 8" liggende EBC en die centreermiddelen zijn uitgevoerd teneinde de positie van de kooi van een onderliggende IBC te fixeren, waarbij die centreermiddelen zich uitstrekken over een afstand (d) die groter is dan het verschil in hoogte tussen de bovenzijde van de kooi en de bovenzijde van de houder (b). 5

9. Stapel omvattende twee BBC's volgens een van de voorgaande conclusies, die op elkaar zijn geplaatst, waarbij de totale hoogte maximaal ongeveer 2,23 m is. 1020918-