NL1020743C2 - Bollenpelmachine. - Google Patents

Description

Bollenpelmachine

De uitvinding heeft betrekking op een bollenpelmachine, voor bolgewassen, knolgewassen, en dergelijke.

' Het is bekend om bollen te pellen door de bollen te plaatsen op een uit langwerpige rollen bestaand 5 steunvlak, omvattend een aantal heen en weer aangedreven rollen en een aantal telkens daartussen en daarbeneden geplaatste vrijdraaiende tussenrollen. De aangedreven rollen worden aangedreven door een gezamenlijke elektromotor, op de uitgangsas waarvan een eerste 10 aandrijfwiel aangebracht is, waarop een pendelstaaf bevestigd is. Het uiteinde van de pendelstaaf is bevestigd op een tweede aandrijfwiel, dat aan de omtrek vertand is voor aandrijving van een overbrengketting. Deze ketting loopt om een aantal kleine tandwielen, die elk vast zijn met een 15 groter tandwiel, waaromheen een tandriem omloopt. Met deze tandriem wordt een stel pelrollen aangedreven.

Bij het aandrijven van het eerste aandrijfwiel zal de pendelstaaf het tweede aandrijfwiel heen en weer bewegen, over een beperkte afstand. De overbrengketting en 20 de tanden worden daardoor steeds op dezelfde plaatsen belast. De ketting wordt daarom regelmatig verlegd, waartoe de montagewerkzaamheden nodig zijn. De tanden blijven echter plaatselijk zwaar belast, waardoor het tweede aandrijfwiel regelmatig vervangen moet worden.

102 0743 2

De aandrijving van de bekende inrichting, in het bijzonder het gedeelte tussen het eerste aandrijfwiel en de grotere tandwielen, vergt veel smering en onderhoud. De bekende inrichting produceert tijdens gebruik veel geluid.

5 Deze bezwaren worden groter naarmate de. inrichting met meer rollen is uitgerust.

Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te brengen. ·

Een verder doel van de uitvinding is een bollèn- 10 pelinrichting te verschaffen die meer mogelijkheden in het gebruik toelaat.

Een ander doel van de uitvinding is een bollen-pelinrichting te verschaffen die makkelijk uit te breiden is.

15 Vanuit een aspect voorziet de uitvinding hiertoe in een inrichting voor het pellen van bollen, zoals bolgewassen en knolgewassen, omvattend een frame,, een aantal stellen parallelle pelrollen die naast elkaar in het frame geplaatst zijn om een in hoofdzaak gestrekt, dynamisch 2 0 steunvlak te vormen voor de bollen, en middelen voor het heen en weer aandrijven van de pelrollen voor rotatie om de hartlijnen daarvan, waarbij de aandrijfmiddelen een eigen aandrijving voor elk stel pelrollen omvatten.

De aandrijving voor de pelrollen is eenvoudiger 25 door het ontbreken van de schakel tussen een centrale aandrijving en de stellen pelrollen. Hierdoor worden niet alleen de geluidsproductie, de slijtage en benodigd onderhoud verminderd, maar wordt ook een lichtere machine verkregen. Voorts heeft men meer vrijheid in het instellen 3 0 van de aandrijvingen, doordat de beperking in de heen en weer beweging kan vervallen. Men kan dan de aandrijving afstemmen op het betreffende bolproduct. Men kan dan ook de beweging in de ene richting laten afwijken van de beweging in de andere richting.

35 Een verder voordeel van de onafhankelijkheid in de aandrijving van de stellen pelrollen is dat de machine eenvoudiger kan worden uitgebreid: er zijn immers geen 102 0743 3 centrale overbrengmiddelen meer, terwijl evenmin van belang is of de centrale motor voldoende vermogen biedt voor een uitbreiding.

Bij voorkeur omvatten de aandrijvingen 5 elektromotoren. De aandrijvingen omvatten bij voorkeur elk een eigen aandrijfband, die een directe verbinding tussen de motor en het stel pelrollen vormt. Hiermee is een eenvoudige eigen aandrijving van de stellen pelrollen verkregen.

10 De aandrijving wordt verder vereenvoudigd indien de aandrijfband aangrijpt op een poelie op de uitgangsas van de betreffende elektromotor.

De aandrijfbanden kunnen op diverse wijzen gevormd zijn, maar zijn bij voorkeur gevormd door ,een 15 tandriem.

De aandrijving wordt verder eenvoudig gehouden indien de pelrollen voorzien zijn van een. met hun hartlijn concentrische poelie die in aangrijping is. met de aandrijfband.

20 De bollenpelinrichting volgens de uitvinding kan eenvoudig op maat gemaakt worden, bijvoorbeeld 'met drie, vier of vijf stellen pelrollen. Het is daarbij voordelig indien een stel pelrollen met de eigen aandrijving een module vormt, die apart te plaatsen is in het frame.

25 Deze afstemming wordt verder bevorderd indien het aantal pelrollen in elk stel gelijk is.

Vanuit een ander aspect voorziet de uitvinding in een inrichting voor het pellen van bollen, omvattend een frame, een aantal parallelle pelrollen die naast 30 elkaar in het frame geplaatst zijn om een dynamisch steunvlak te vormen voor de bollen, en middelen voor het aandrijven van de pelrollen voor rotatie om de hartlijnen daarvan, waarbij de pelrollen en de aandrijfmiddelen onderverdeeld zijn in eenheden die elk een eigen motor met 35 aandrijfband omvatten voor directe aandrijving van de pelrollen.

De uitvinding voorziet voorts in een samenstel 02 0743 4 van een aantal pelrollen en een eigen aandrijving daarvoor, ingericht als modulaire bouweenheid voor opname in een inrichting volgens de uitvinding.

Opgemerkt wordt dat uit de Amerikaans octrooi -5 schriften 5.989.614 en 4.827.836 inrichtingen voor het schillen en schoonmaken van fruit en groenten bekend zijn, welke inrichtingen een aantal in U-vormige opstelling geplaatste schilrollen omvatten, die elk voorzien zijn van een eigen aandrijving.

10 Het Amerikaans octrooischrift 3.602.280 be schrijft een vergelijkbare schil- of pelinrichting, met twee groepen pelrollen, die samen een U-vormige opstelling vormen en gezamenlijk worden aangedreven, de ene groep tegengesteld aan de andere.

15 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand > van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voor- beelduitvoering. Getoond wordt in:

Figuur 1 een vooraanzicht op een bollenpelin-richting volgens de uitvinding; en 20 Figuur 2 een schematische weergave van de aandrijving van de inrichting van figuur 1.

De in figuur 1 weergegeven bolpelinrichting 1 omvat een frame 2, dat verrijdbaar ondersteund is met wielen 3. Bovenop het frame 2 is een kooi 13 geplaatst, 25 dat een steunvlak 4 voor te pellen bollen naar boven toe afschermt. De lengte van de inrichting 1 kan ongeveer 1,5 m bedragen.

Het steunvlak 4 wordt onder meer gevormd door een reeks aangedreven langwerpige rollen 12, die aan één 30 eind voorzien zijn van tandpoelies 8.

Zoals te zien is in figuur 2 zijn in elk samenstel 5 tussen en beneden de aangedreven rollen 12 vrij draaibare rollen 11 geplaatst, die aangedreven worden door de aangedreven rollen 12 en met de aangedreven rollen 12 35 het gestrekte, een horizontaal bed vormend steunvlak 4 voor de te pellen bollen bepalen. Tussen de samenstellen 5, tussen de naast elkaar gelegen pelrollen 12 daarvan, 102 0743 5 zijn ook vrij draaibare rollen 11 geplaatst.

Het oppervlak van de pelrollen 12 en van de vrij draaibare rollen 11 kan aangepast worden, afgestemd op het gewas.

5 Voor aandrijving van de poelies 8 en daarmee van de rollen 12 is per groep rollen 12, in dit geval 4, eigen aandrijfsysteem 5 voorzien. Tussen de eenheden 5 is een vrij draaibare rol 11 opgesteld. De eenheden 5 zijn bijvoorbeeld op een hart-op-hart afstand van 0,25 m van 10 elkaar opgesteld.

Elk aandrijfsysteem 5 omvat een elektromotor 6 met op de uitgangsas een tandpoelie 14. De elektromotor 6 is nagenoeg centraal beneden de in de betreffende eenheid opgenomen rollen 12 geplaatst. De overbrenging tussen 15 tandpoelie 14 en tandpoelies 8 vindt plaats met behulp van ' een tandriem 7, die tussen de tandpoelies 8 om rollen 9 geleid wordt, alsmede om een centraal gelegen spanrol 10, die met behulp van insteldeel 15 in de richting E versteld kan worden om de tandriem 7 op de juiste spanning te 20 zetten.

Elke elektromotor 6 kan bijvoorbeeld een vermogen bezitten van ongeveer 1 kW. De motoren 6 zijn reversibel . In een centrale besturingseenheid is een frequen-tieregelaar voorzien, voor het laten bewegen van de moto-25 ren op bijvoorbeeld een frequentie van 150/minuut.

De elektromotoren 6 zijn instelbaar met de niet weergegeven- besturingsmiddelen, om bijvoorbeeld langer in de ene richting dan in de andere richting aangedreven te worden. Hierdoor zal de plaats van aangrijping 30 van de tandwielen 7 steeds verplaatst worden.

De besturingseenheid stuurt de motoren 6 aan om de rollen 12 van aangrenzende eenheden 5 op eenzelfde snelheid te laten draaien, zodat de tussengeplaatste, vrij draaibare rol 11 door de twee daarnaast gelegen rollen 12 35 op gelijke snelheid wordt aangedreven.

Tijdens gebruik worden bollen op het steunvlak 4 gelegd, en worden de elektromotoren 6 heen en weer in *020743 6 aandrijving gebracht, zodat de tandriem 7 afwisselend in de richting A en in de richting B verplaatst wordt. De tandpoelies 8 worden bijgevolg afwisselend in de richting C en D aangedreven, en daarmee de rollen 12. De rollen 12 5 oefenen hierbij een pellende werking uit op de ondersteunde bollen.

Men kan proefondervindelijk vaststellen wat de optimale snelheid en omkeerfrequentie is voor het· beste resultaat van een bepaalde bol.

10 De realiseerbare versnellingen van de pelrollen kunnen in vergelijking met de bekende machine veel groter zijn, zodat de pelrollen per eenheid van tijd langer op een maximale snelheid kunnen roteren en het pellen effectiever is.

15 Het bouwen van de inrichting 1 is eenvoudig omdat men het frame gemakkelijk kan aanpassen aan het aantal aandrijfsystemen 5. Alternatief is het · mogelijk om op een bestaande inrichting één of meer modules met aandrijfsystemen 5 te koppelen, eventueel in eigen, koppelba- 20 re frames, met tussenplaatsing van een vrij draaibare rol 11.

1020743

Claims (11)

1. Inrichting voor het pellen van bollen, zoals bolgewassen en knolgewassen, omvattend een frame, een aantal stellen parallelle pelrollen die naast elkaar in het frame geplaatst zijn om een in hoofdzaak gestrekt, 5 dynamisch steunvlak te vormen voor de bollen, en middelen voor het heen en weer aandrijven van de pelrollen voor rotatie om de hartlijnen daarvan, waarbij de aandrijfmiddelen een eigen aandrijving voor elk stel pelrollen omvatten.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de aandrijvingen elektromotoren omvatten.

3. Inrichting volgens conclusie. 1 of 2, waarbij de aandrijvingen elk een eigen aandrijfband omvatten, die een directe verbinding tussen de motor en het stel pelrol- 15 len vormt, waarbij bij voorkeur de aandrijfband aangrijpt op een poelie op de uitgangsas van de betreffende' motor.

4. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de aandrijfband een tandriem is.

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij 20 de pelrollen voorzien zijn van een met hun hartlijn concentrische poelie die in aangrijping is met de aandrijfband.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elk stel pelrollen met de eigen 25 aandrijving een module vormt, die apart te plaatsen is in het frame.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het aantal pelrollen in elk stel gelijk is.

8. Inrichting voor het pellen van bollen, zoals bolgewassen of knolgewassen, omvattend een frame, een aantal parallelle pelrollen die naast elkaar in het frame 10 20743 geplaatst zijn om een in hoofdzaak gestrekt, dynamisch steunvlak te vormen voor de bollen, en middelen voor het heen en weer aandrijven van de pelrollen voor rotatie om de hartlijnen daarvan, waarbij de pelrollen en de aan-5 drijfmiddelen onderverdeeld zijn in eenheden die elk een eigen motor met aandrijfband omvatten voor directe aandrijving van de pelrollen.

9. Inrichting' volgens een der voorgaande conclusies, waarbij binnen elk stel pelrollen tussen de 10 pelrollen vrij draaibare rollen geplaatst zijn.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tussen de pelrollen van naast elkaar geplaatste stellen pelrollen een vrij draaibare rol geplaatst is.

11. Samenstel van een aantal pelrollen en een ' eigen aandrijving daarvoor, ingericht als modulaire bouweenheid voor opname in een inrichting volgens een der voorgaande conclusies. 20 -o-o-o-o-o-o-o-o- 1020743