NL1020509C2

NL1020509C2 - Machine for forming sealing bags with zipper strips that are supplied transverse to process path

Info

Publication number: NL1020509C2
Application number: NL1020509A
Authority: NL
Inventors: Joseph Johan Maria Van Rens; Peter Joseph Hendriks; Wilhelmus Catharina Gerard Tax; Peter Hubertus Daal
Original assignee: Cfs Weert Bv
Priority date: 2002-05-01
Filing date: 2002-05-01
Publication date: 2003-01-14
Also published as: NL1020509A1

Abstract

The machine has a frame (2) with outriggers (3) supporting transverse axle (5) that carries a roll (4) of the foil web (6). The web is guided about a number of balancer rolls (7') and rolls (7). The web then passes an encoder (15), over a zipper strip applicator (11), and under a pre-seal unit (12) where the zipper strip is secured to the web. A web edge follower (18) detects the position of the web edge. A photo-cell (14) detects the tracer sports on the web. A web length manipulator (13) is provided with a bearing roller (7a) mounted in the slots (70) and can be moved by means of a spindle motor (71) to take up a pre-determined position. The web further passes another encoder (16) and tracer spot photo-cell and arrives at a form shoulder (8) where it is transformed into a tubular shape and filled.

Description

, %,%

Vorm-. vul- en sluitmachine met zipstrookgeleidinqForm-. filling and closing machine with zip strip guide

De uitvinding heeft betrekking op een vorm-, vul- en sluitmachine, in het bijzonder een vorm-, vul- en 5 sluitmachine waarin een baan zakmateriaal, zoals folie, voor het omvormen daarvan tot een buisvorm voorzien wordt van zogenoemde zipstroken, voor iedere te maken/vullen zak een. Deze zipstroken, die in het algemeen bestaan uit twee tegenover elkaar gelegen deelstroken die voorzien zijn van 10 met elkaar losmakelijk in ineengrijping te brengen man- en vrouwkoppeldelen, worden van een voorraad afgenomen en dwars op de baan aangebracht, al dan niet middels een beperkte voorlas of -hechting. In de handeling van het dwarssealen van de zakken wordt ook de zipstrook permanent 15 vastgelast aan de zakwanden.The invention relates to a forming, filling and sealing machine, in particular a forming, filling and sealing machine in which a web of bag material, such as foil, for forming it into a tubular shape is provided with so-called zip strips, for each make / fill bag one. These zip strips, which generally consist of two opposing sub-strips which are provided with man and woman coupling parts that can be loosely brought into engagement with each other, are taken from a supply and arranged transversely to the web, whether or not by means of a limited front weld or suture. In the operation of the transverse sealing of the bags, the zip strip is also permanently welded to the bag walls.

Uit het Amerikaans octrooischrift 4.617.683 is het bekend om een zipstrook, voorzien van naast elkaar gelegen moer- en vaardelen, over de volle breedte van een baan zakmateriaal aan te brengen, door een voorste gebied 2 0 aan te grijpen met een vacuümkop en de kop dwars over de bovenzijde van de baan naar de andere rand te verplaatsen. Vervolgens wordt de zipstrook middels een van boven af reikende warmtelasstaaf en een aambeeld aan de baan gelast. Alternatief kan de zipstrook voorzien zijn van een 25 door warmte activeerbare lijm.It is known from U.S. Pat. No. 4,617,683 to apply a zip strip, provided with juxtaposed nut and stud parts, over the full width of a web of bag material, by engaging a front area with a vacuum head and the head across the top of the web to the other edge. The zip strip is then welded to the track by means of a heat welding rod extending from above and an anvil. Alternatively, the zip strip can be provided with a heat-activatable glue.

1020509É1020509É

, I, I

22

Uit het Amerikaans octrooischrift 4.878.987 is het bekend om van weerszijden, dwars op de baan, de samenwerkende moer- en vaardelen van de zipstrook aan te voeren met behulp van duwrollen. De vaar- en moerstroken worden 5 dan elk van hun kant af tot het midden opgeduwd, daarbij geleid door dwarskanalen, en daarna vastgelast aan de baan.It is known from U.S. Pat. No. 4,878,987 to supply the cooperating nut and stud parts of the zip strip from either side, transversely of the track, with the aid of push rollers. The navigation and nut strips are then each pushed away from their side to the center, thereby guided through transverse channels, and then welded to the web.

Uit de internationale octrooiaanvrage WO 98/03328 is het bekend om een zipstrook met behulp van een 10 boven de baan opgestelde vacuümband dwars op de baan zakmateriaal te plaatsen en deze daarop vast te lassen.From the international patent application WO 98/03328 it is known to place a zip strip with the aid of a vacuum tape disposed above the web transversely of the web of bag material and to weld it thereon.

Bij het aanbrengen van de zipstroken is een hoge beheersing van de oriëntatie en de precieze ligging van de stroken vereist, daar onvolkomenheden daarin het verdere 15 proces kunnen hinderen en tot storingen kunnen leiden.When applying the zip strips, a high control of the orientation and the precise location of the strips is required, since imperfections therein can hinder the further process and can lead to malfunctions.

Een doel van de uitvinding is een vorm-, vul- en sluitmachine van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen waarmee een zeer hoge beheersingsgraad bij het plaatsen van de zipstroken bereikbaar is.An object of the invention is to provide a forming, filling and closing machine of the type mentioned in the preamble with which a very high degree of control can be achieved when placing the zip strips.

20 Een verder doel van de uitvinding is een vorm-, vul- en sluitmachine van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee een hoge processnelheid gerealiseerd kan worden, met een hoge nauwkeurigheid.A further object of the invention is to provide a forming, filling and closing machine of the type mentioned in the preamble, with which a high process speed can be realized with a high accuracy.

Vanuit een aspect voorziet de uitvinding in een 25 vormvulsluitmachine omvattend middelen voor het door de machine doorvoeren van een baan verpakkingsmateriaal volgens een procespad en middelen voor het omvormen van de baan tot gevulde zakken, voorts omvattend een zipstrook-aanbrenginrichting voor het op de baan aanbrengen van een 30 zipstrook, welke zipstrook samengesteld is met twee stroken die met elkaar gekoppeld zijn door man- en vrouwkop-peldelen, met middelen voor het dwars op het procespad toevoeren van een zipstrook voor elke zak, welke toevoer-middelen een transporteur omvatten, die voorzien is van 35 middelen voor het tijdens het toevoeren vasthouden of vastgrijpen van de zipstrook, voorts voorzien van middelen voor geleiding van de zipstrook op de transporteur, die 10205 09« 3 bij voorkeur een stijve geleidingsstrook omvatten, die opgesteld is om tussen de samenstellende stroken van de zipstrook, tot aan de man- en vrouwkoppeldelen van de zip-strook te reiken.From one aspect, the invention provides a form-filling closure machine comprising means for passing through a web of packaging material according to a process path and means for converting the web into filled bags, further comprising a zip-strip applicator for applying to the web a zip strip, which zip strip is composed of two strips which are coupled to each other by male and female head parts, with means for supplying a zip strip for each bag transversely to the process path, which feed means comprise a conveyor provided with is provided with means for holding or gripping the zip strip during feeding, furthermore provided with means for guiding the zip strip on the conveyor, which preferably comprises a rigid guide strip arranged to be positioned between the constituent strips of the zip strip, to reach the male and female coupling parts of the zip strip.

5 Hiermee wordt de zipstrook in zijwaarts richting geleid, zodat voorkomen wordt dat deze, als gevolg van zijn natuurlijke neiging in het hoofdvlak krom te gaan staan, van de transporteurs af wil gaan lopen. De beheersing van de zipstrook wordt hiermee sterk verbeterd. De 10 geleiding volgens de uitvinding kan benut worden voor zipstroken met deelstroken van verschillende breedten.The zip strip is hereby guided in the sideways direction, so that it is prevented that it, as a result of its natural tendency to stand crooked in the main surface, to want to run off the conveyors. This greatly improves the control of the zip strip. The guide according to the invention can be used for zip strips with sub-strips of different widths.

Opgemerkt wordt dat uit het Amerikaans octrooi-schrift 6.044.621 een aanbrenginrichting voor zipstroken bekend is, die voorzien is van een dwars op de baan heen 15 en weer beweegbare wagen met een huls die in hoofdzaak plat-U-vormig is en aan de neerwaarts gekeerde opening voorzien is van naar binnen omgezette randen. Deze randen grijpen om beide kanten van de bovenliggende deelstrook en in de ruimte tussen de beide samenstellende deelstroken, 20 maar niet tot aan de eigenlijke koppeldelen die de verbinding vormen tussen de beide deelstroken. Hierdoor wordt de zipstrook onvoldoende zeker geleid in het vlak van de zipstrook. Voorts moet de afstand tussen de beide omgezette randen afgestemd zijn op de breedte van de bovenste 25 deelstrook van de te behandelen zipstrook.It is noted that U.S. Pat. No. 6,044,621 discloses a zip strip applicator which is provided with a carriage movable transversely of the web and with a sleeve which is substantially flat-U-shaped and on the downward facing opening is provided with inwardly turned edges. These edges engage around both sides of the upper sub-strip and into the space between the two component sub-strips, but not to the actual coupling parts that form the connection between the two sub-strips. As a result, the zip strip is insufficiently guided in the plane of the zip strip. Furthermore, the distance between the two flanged edges must be adjusted to the width of the upper sub-strip of the zip strip to be treated.

Bij voorkeur is de geleidingsstrook onderbroken, en wordt deze in het bij zonder gevormd door een reeks tanden, zodat wrijvingskrachten, die een vloeiende toevoer van de zipstrook zouden kunnen tegenwerken, tot een 30 minimum beperkt blijven. De geleiding wordt bevorderd indien de tanden schuine zijranden en/of afgeronde punten bezitten.The guide strip is preferably interrupted, and in particular is formed by a series of teeth, so that frictional forces that could counteract a smooth supply of the zip strip are kept to a minimum. The guidance is promoted if the teeth have oblique side edges and / or rounded points.

Voorts worden door de onderbroken geleiding, in het bijzonder de tanden, de negatieve effecten van de 35 golfvorming in de zipstrook, welke golfvorming het gevolg is van de opgerolde toestand waarin het zipstrookmateriaal wordt aangevoerd, vermindert, door vermindering van de 4 fton'cfrem’ ' -.y _· 4 wrijving en de geleiding in het verticale vlak. Hierdoor wordt de grip van vasthoudraiddelen voor de zipstrook op de transporteur, zoals bijvoorbeeld vacuümmiddelen, verbeterd.Furthermore, the interrupted guidance, in particular the teeth, reduces the negative effects of the wave formation in the zip strip, which wave formation is the result of the rolled-up state in which the zip strip material is supplied, by reducing the 4 fton-cfrem. 4-friction and the guidance in the vertical plane. This improves the grip of retaining means for the zip strip on the conveyor, such as, for example, vacuum means.

5 Bij voorkeur is de geleidingsstrook opgesteld om de -in procespad beschouwd- bovenstroomse zijde van de zipstrook aan te grijpen, tussen de man- en vrouwkoppel-deel-houdende stroken.The guide strip is preferably arranged to engage the upstream side of the zip strip, considered in the process path, between the male and female coupling part-holding strips.

In een verdere ontwikkeling is de zipstrook-10 aanbrenginrichting tevens voorzien van een aambeeldstrook voor gebruik bij het pre-sealen van de zipstrook aan de baan, welke aambeeldstrook dan bij voorkeur gelegen is aan de -in procespad beschouwd- benedenstroomse zijde van de tweede transporteur. De aanbrenginrichting verschaft 15 hierbij dan tevens een tegenkracht tijdens het pre-sealen.In a further development, the zip strip applicator is also provided with an anvil strip for use in pre-sealing the zip strip to the web, which anvil strip is then preferably located on the downstream side of the second conveyor, considered in the process path. The applicator then also provides a counterforce during the pre-sealing.

Bij voorkeur omvat de transporteur een eerste en een tweede transporteur, die in toevoerrichting van de zipstrook achter elkaar geplaatst zijn en voorzien zijn van eigen, eerste en tweede aandrijfmiddelen, waarbij 2 0 tussen de eerste en de tweede transporteur een mes geplaatst is voor het doorsnijden van de zipstrook.The conveyor preferably comprises a first and a second conveyor, which are arranged one behind the other in the direction of feeding of the zip strip and are provided with their own, first and second drive means, wherein a knife is placed between the first and the second conveyor for cutting through from the zip strip.

De splitsing in twee transporteurs maakt het mogelijk ook functies te splitsen, en wel een aanvoer-functie voor de eerste transporteur en een positioneer-25 functie voor de tweede transporteur, waarbij de zipstrook steeds over zijn lengte wordt vastgehouden door de eerste en/of de tweede transporteur.The split into two conveyors also makes it possible to split functions, namely a feed function for the first conveyor and a positioning function for the second conveyor, wherein the zip strip is always held along its length by the first and / or the second carrier.

Bij voorkeur is de machine voorzien van bestu-ringsmiddelen voor de eerste en tweede aandrijfmiddelen en 30 het mes, waarbij de besturingsmiddelen ingesteld zijn om achtereenvolgens de eerste aandrijfmiddelen te bedienen om een vooraf bepaalde lengte zipstrook over te brengen aan de tweede transporteur, vervolgens het mes te bedienen en daarna de tweede transporteur te bedienen voor het dwars 35 op de baan positioneren van het afgesneden zipstrookgedeelte .The machine is preferably provided with control means for the first and second drive means and the knife, the control means being adapted to successively operate the first drive means for transferring a predetermined length of zip strip to the second conveyor, then the knife and then operate the second conveyor for positioning the cut zip strip portion transversely to the web.

Bij voorkeur zijn de besturingsmiddelen inge- 1G205 09*1 5 steld om tijdens het leveren van de lengte zipstrook beide transporteurs op gelijke snelheid te laten bewegen.The control means are preferably set to cause both conveyors to move at the same speed during the delivery of the zip strip length.

Het heeft hierbij de voorkeur indien ook de vasthoudmiddelen van de eerste en tweede transporteurs 5 door de besturingsmiddelen aangestuurd worden, bij voorkeur voor het continu activeren daarvan. Zij kunnen gevormd zijn als -op zich bekende- vacuümbandmiddelen. Het is daarbij uit oogpunt van efficiency van de zuigkracht en om zo min mogelijk procesverstorende luchtstromen te 10 creëren voordelig indien de machine voorzien is van middelen voor het instellen van de werkzame lengte van de vacuümmiddelen voor de tweede transporteur. Bij voorkeur zijn dan de besturingsmiddelen voorzien van middelen voor vergelijking van een ingevoerde zipstrooklengte en positie 15 in dwarsrichting op de baan en de ingestelde lengte van de vacuümmiddelen, en van middelen voor het op basis van de uitkomst van die vergelijking vrijgeven van de aandrijving van de machine. Wanneer de lengte van de vacuümmiddelen niet overeenstemt met die welke nodig is voor het betref-20 fende proces zal de machine niet worden vrijgegeven.It is herein preferred if the retaining means of the first and second conveyors 5 are also controlled by the control means, preferably for continuous activation thereof. They may be formed as vacuum banding means known per se. From the viewpoint of efficiency of the suction force and of creating as little process-disrupting air flows as possible, it is advantageous if the machine is provided with means for adjusting the effective length of the vacuum means for the second conveyor. The control means are then preferably provided with means for comparing an entered zip strip length and position transversely to the track and the set length of the vacuum means, and with means for releasing the drive of the machine. If the length of the vacuum means does not correspond to that required for the relevant process, the machine will not be released.

De middelen voor het instellen van de werkzame lengte van de vacuümmiddelen omvatten bij voorkeur een met een vacuümbron te verbinden buis, die in haar omtrek voorzien is van zich in buisrichting uitstrekkende gaten-25 reeksen van verschillende lengte, en op instelbare wijze verdraaibaar is om een geselecteerde gatenreeks de verbinding te laten vormen tussen de gaten in de vacuümband en de buis.The means for adjusting the effective length of the vacuum means preferably comprise a tube to be connected to a vacuum source, which tube is provided in its circumference with holes-rows of different length extending in tube direction, and which can be rotated in an adjustable manner about a selected hole series to form the connection between the holes in the vacuum tape and the tube.

Het heeft verder de voorkeur dat althans de 30 tweede transporteur beneden de baan geplaatst is. De stabiliteit van de zipstrook wordt hierdoor bevorderd.It is further preferred that at least the second conveyor is placed below the track. The stability of the zip strip is thereby promoted.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde figuren weergegeven voorbeeld-uitvoering. Getoond wordt in: 35 figuur 1 een vormvulsluitmachine volgens de uitvinding in zijaanzicht; figuur 2 een aanzicht in perspectief op de 1020509# 6 vormvulsluitmachine van figuur 1, schuin vanaf de voorzijde daarvan; figuur 2A een detail van de vormvulsluitmachine van figuur 2; 5 figuur 3 een aanzicht in perspectief aan de achterzijde van de vormvulsluitmachine van de figuren 1 en 2; figuren 4A-D een zipstrook-aanbrenginrichting van de vormvulsluitmachines van figuren 1-3, in opeenvol-10 gende stadia van gebruik; figuren 5A-C enige details van de middelen voor het instellen van de werkzame lengte van de zipstrook-aanbrenginrichting ; figuur 6 een schematische doorsnede door een 15 gedeelte van de zipstrook-aanbrenginrichting van de figuren 4A-D; figuren 7A en 7B respectievelijk een doorsnede en een bovenaanzicht op een zogenaamde crunch eenheid voor gebruik in een vormvulsluitmachine met zipstrook-aanbren-20 ging; en figuren 8A en 8B respectievelijk een schematisch perspectivisch aanzicht van de loop van een foliebaan naar een om een vormschouder met aansluitende vulkoker in een vormvulsluitmachine; en een dwarsdoorsnede door voornoemde 25 vulkoker.The invention will be elucidated on the basis of an exemplary embodiment shown in the attached figures. The following is shown in: figure 1, a form-fill sealing machine according to the invention in side view; Figure 2 is a perspective view of the 1020509 # 6 form-fill-seal machine of Figure 1, obliquely from the front thereof; Figure 2A shows a detail of the form-filling machine of Figure 2; Figure 3 shows a perspective view at the rear of the form-fill-closing machine of figures 1 and 2; Figures 4A-D show a zip-strip applicator of the form-fill-seal machines of Figures 1-3, in successive stages of use; Figures 5A-C show some details of the means for adjusting the effective length of the zip-strip applicator; Figure 6 is a schematic section through a portion of the zip strip applicator of Figures 4A-D; figures 7A and 7B show a cross-section and a top view, respectively, on a so-called crunch unit for use in a form-fill-seal machine with zip strip applicator; and figures 8A and 8B show respectively a schematic perspective view of the course of a film web to a mold shoulder with a connecting filling tube in a mold filling machine; and a cross-section through said filling tube.

De in de figuren 1-3 weergegeven vormvulsluitmachine 1 omvat een chassis of frame 2, waarop diverse onderdelen en besturingsmiddelen aangebracht zijn om van een foliebaan 6, die aangeleverd wordt op rol 4, een serie 30 met stortgoed, zoals voedselprodukten, maar ook niet eetbare stortgoederen, gevulde zakken 6b te vervaardigen.The form-fill sealing machine 1 shown in figures 1-3 comprises a chassis or frame 2, on which various parts and control means are arranged, for example, of a foil web 6 which is supplied on roll 4, a series 30 with bulk material, such as food products, but also non-edible to produce bulk goods, filled bags 6b.

Op gestel 2 zijn uithouders 3 voorzien, waarin een dwarsas 5 daar weer ondersteund kan worden. Op de as 5 is een rol 4 van foliebaan 6 geplaatst.Supports 3 are provided on frame 2, in which a transverse axis 5 can again be supported there. A roller 4 of foil web 6 is placed on the shaft 5.

35 Om redenen van eenvoud zal nu een aantal onder delen in procesrichting benoemd worden. De foliebaan 6 wordt om een aantal balansrollen 7' rollen geleid, die er 1020509·! 7 tevens voor zorgen dat de foliebaan plaatselijk op de gewenste spanning verkeert, en een aantal rollen 7.For reasons of simplicity, a number of components in process direction will now be named. The foil web 6 is guided around a number of balance rolls 7 'rolls, which 1020509. 7 also ensure that the film web is locally at the desired tension, and a number of rollers 7.

Na enige rollen 7 en 7' te zijn gepasseerd gaat de baan 6 langs een incrementele en-coder 15, en daarna 5 over een zipstrook-aanbrenginrichting 11 en daarbij onder een pre-seal eenheid 12. De zipstrook-aanbrenginrichting 11 voert, zoals nog nader besproken zal worden, zipstroken aan in de richting dwars op de procespad van de baan 6. De pre-seal eenheid 12 bevestigt de zipstrook aan de folie-10 baan 6 middels warmte toevoeging en druk, zodat de zipstrook op zekere wijze meegevoerd wordt naar het station waar de zakken uiteindelijk gevormd en gesloten worden.After having passed some rollers 7 and 7 ', the web 6 passes through an incremental en-coder 15, and then 5 over a zip-strip applicator 11 and thereby under a pre-seal unit 12. The zip-strip applicator 11, as is still the case, will be discussed in more detail now, zip strips in the direction transverse to the process path of the web 6. The pre-seal unit 12 fixes the zip web to the film web 10 by means of heat addition and pressure, so that the zip web is entrained in a certain way to the station where the bags are finally formed and closed.

Benedenstrooms daarvan is een baankantvolger 18 opgesteld, die op akoestische wijze, met zender en ontvan-15 ger die aan die kant aan weerszijden van de foliebaan gelegen zijn, opmerkt waar zich -in dwarsrichting beschouwd- foliebaanmateriaal bevindt en waar niet, en daarmee de positie van de foliebaankant opmerkt.Downstream thereof, a web edge follower 18 is arranged, which acoustically detects, with transmitter and receiver which are located on that side on either side of the film web, where, viewed in transverse direction, there is film web material and where not, and hence the position of the foil web side.

Benedenstrooms daarvan bevindt zich een fotocel 20 14, waarvan de positie in dwarsrichting verstelbaar is, en die bestemd is om tastvlekken 4 0 op de foliebaan op te merken.Downstream thereof is a photocell 14, the position of which is adjustable in the transverse direction, and which is intended to detect tactile spots 40 on the film web.

Vervolgens komt de baan ter plaatse van een baanlengte-manipulator 13, die voorzien is van een looprol 25 7a die gelagerd is in gleuven 70 en door middel van spin-delmotor 71 in de richting D verplaatst kan worden en een door een algemene besturingsinrichting (niet verder weergegeven) van de machine berekende positie inneemt.Subsequently, the web arrives at the location of a web length manipulator 13, which is provided with a running roller 7a which is mounted in slots 70 and can be moved in the direction D by means of spin-splitting motor 71 and a control device (not further shown) takes the position calculated from the machine.

Daarna vervolgt de foliebaan in de richting C, 30 om dan neerwaarts gevoerd te worden langs incrementele encoder 16, en dan vervolgens weer omhoog langs tastvlek-fotocel 17, ook weergegeven in figuur 2A.Thereafter, the film web continues in the direction C, 30 to then be guided downwards along incremental encoder 16, and then again upwards along tactile spot photocell 17, also shown in Fig. 2A.

Vervolgens komt de foliebaan 6 aan bij een vormschouder 8, alwaar de foliebaan 6 wordt omgevormd tot 35 een buisvorm 6a. De vormschouder 8 omgeeft een vulbuis 9, die aan boveneind voorzien is van een storttrechter 19 voor het stortgoed. Gewoonlijk wordt het stortgoed portie- 1020509· δ gewijs afgegeven in de trechter 19.The film web 6 then arrives at a mold shoulder 8, where the film web 6 is transformed into a tubular mold 6a. The forming shoulder 8 surrounds a filling tube 9, which is provided at the top with a hopper 19 for the bulk material. Usually the bulk material is delivered portionwise 1020509 · δ into the hopper 19.

De foliebuis 6a wordt in langsrichting gesealed middels verticale langssealbalk 22. Aan weerszijden van de foliebuis 6a zijn vacuüm banden 20 opgesteld, die niet 5 alleen zorgen voor transport van de foliebuis 6a, maar voor het gehele transport van de foliebaan door de inrichting 1.The foil tube 6a is sealed in the longitudinal direction by means of vertical longitudinal sealing bar 22. Vacuum bands 20 are arranged on either side of the foil tube 6a, which bands not only ensure transport of the foil tube 6a, but also for the entire transport of the foil web through the device 1.

Aan het benedenstroomse eind van de vulbuis 9 zijn dwarslasstaven 21a, 21b aangebracht, die naar elkaar 10 toe kunnen worden bewogen om tegelijkertijd de bovenste naad van een onderste zak te maken en de onderste naad van een daaropvolgende, bovengelegen zak, en tegelijkertijd beide zakken van elkaar te scheiden. Hierbij wordt ook de zipstrook finaal vastgesealed aan de folie. Bovendien is 15 aldaar een snijmes aanwezig voor het van elkaar scheiden van de zakken, tussen twee dwarssealen.At the downstream end of the filling tube 9, transverse welding rods 21a, 21b are arranged which can be moved towards each other to simultaneously make the upper seam of a lower bag and the lower seam of a subsequent, upper bag, and simultaneously both bags of to separate each other. The zip strip is also sealed to the foil. In addition, a cutting knife is present there for separating the bags from each other, between two transverse seals.

Voor de besturing van de diverse onderdelen en de onderlinge afstelling daarvan is een verder niet weergegeven besturingseenheid opgenomen, waarop ook bedie-20 ningspaneel 10 aangesloten is.For the control of the various components and the mutual adjustment thereof, a control unit (not further shown) is included, to which also control panel 10 is connected.

Onder verwijzing naar figuur 4A zal nu de zipstrook-aanbrenginrichting 11 besproken worden. De zipstrook-aanbrenginrichting 11 is bevestigd op uithouders 30a, 30b, die in de richting D in- en uitschuifbaar zijn 25 uit het frame 2 van de vormvulsluitmachine 1. Eén en ander is schematisch weergegeven, waarbij de uithouder 30a steunt op houder 32 (uithouder 30b wordt op vergelijkbare wijze ondersteund), en met behulp van draaiknop 33 in de bedrijfsstand vastgezet kan worden. Dit kan ook gebeuren 30 middels verder niet weergegeven klikmiddelen. Verder niet weergegeven middelen zijn voorzien om de bedrijfsstand van de inrichting 11 door te geven aan de besturingseenheid van de machine 1. Voor het vergemakkelijken van het in-respectievelijk uitschuiven van de inrichting 11 is deze 35 voorzien van handgreep 38.With reference to Figure 4A, the zip-strip applicator 11 will now be discussed. The zip-strip applicator 11 is mounted on jibs 30a, 30b, which can be slid in and out in the direction D from the frame 2 of the form-filling machine 1. All this is shown schematically, wherein the jib 30a is supported on jib 32 (jib 30b is supported in a similar manner), and can be locked in the operating position by means of rotary knob 33. This can also be done by means of click means not further shown. Means not further shown are provided for transmitting the operating position of the device 11 to the control unit of the machine 1. For facilitating the sliding in and out of the device 11, it is provided with handle 38.

Tussen de uithouders 30a, 3 0b bevindt zich een dwarsgestel 31, waarop een spindelmotor 3 9 met één eind 10205 09« 9 bevestigd is. Met het andere eind is de spindelmotor bevestigd aan gesteldeel 31a, dat om dit bij bediening in de richting E te kunnen verplaatsen en in een gekozen stand vast te zetten, hetgeen dan ook geschiedt door de 5 spindelmotor 3 9.Between the jibs 30a, 30b there is a transverse frame 31, on which a spindle motor 3 with one end 10205 09 «9 is mounted. With the other end, the spindle motor is attached to frame part 31a, in order to be able to move this in operation in direction E and to fix it in a selected position, which therefore also takes place by the spindle motor 3 9.

Het gesteldeel 31a is tevens voorzien van een uithouder 37, waarop een steun 34 met een doorvoerspleet 36 voor een zipstrook 25 aangebracht is. Verder zijn op de doorvoer 36 vrijdragende rollen 35a en 35b voorzien, voor 10 geleiding van de zipstrook 25 in de toevoer. De machine 1 kan verder voorzien zijn van middelen voor het span-ningsloos houden van de zipstrook 25, zodat er voldoende aanvoerlengte beschikbaar is voor de inrichting 11, zonder dat de zipstrook 25 van een voorraadrol hoeft te worden 15 afgetrokken door de inrichting 11 zelf.The frame part 31a is also provided with a bracket 37, on which a support 34 with a passage slot 36 for a zip strip 25 is arranged. Furthermore, cantilevered rollers 35a and 35b are provided on the lead-through 36 for guiding the zip strip 25 in the feed. The machine 1 can further be provided with means for keeping the zip strip 25 tension-free, so that a sufficient supply length is available for the device 11, without the zip strip 25 having to be pulled off a supply roll by the device 11 itself.

Het gesteldeel 31a is tevens voorzien van twee vacuüminrichtingen 41 en 42, die in lengterichting naast elkaar geplaatst zijn en waartussen een in opwaartse richting snijdend mes 51 geplaatst is. Boven het mes 51 20 bevindt zich een verder niet aangeduid aambeeld.The frame part 31a is also provided with two vacuum devices 41 and 42, which are placed side by side in the longitudinal direction and between which an upwardly cutting knife 51 is placed. Above the knife 51 there is an anvil, not further indicated.

De vacuüminrichting 41 wordt in bovenwaartse richting begrensd door een eerste vacuüm band 43, en de vacuüminrichting 42 wordt naar boven toe begrensd door tweede vacuüm transportband 44. Beide banden 43 en 44 25 zijn omlopend en worden aangedreven middels eigen ser-vomotoren 48, 49, die onafhankelijk van elkaar aangestuurd kunnen worden door de in de machine 1 opgenomen bestu-ringsinrichting.The vacuum device 41 is limited in an upward direction by a first vacuum belt 43, and the vacuum device 42 is limited upwards by a second vacuum conveyor belt 44. Both belts 43 and 44 are all-round and are driven by their own servomotors 48, 49, which can be controlled independently of each other by the control device incorporated in the machine 1.

In de figuren 5A, 5B en 5C zijn enige middelen 30 voor het instellen van de werkbare lengte van de tweede vacuüm transportband 44 toegelicht.Figures 5A, 5B and 5C illustrate some means 30 for adjusting the workable length of the second vacuum conveyor 44.

Zoals in figuur 5A te zien is, is het pre-seal station 18 kort boven de zipstrook-aanbrenginrichting 11 gelegen. De pre-seal inrichting 18 is voorzien van een 35 houder 81, waarin een pre-sealstaaf 82 opgenomen is.As can be seen in Figure 5A, the pre-seal station 18 is located just above the zip-strip applicator 11. The pre-seal device 18 is provided with a holder 81, in which a pre-seal bar 82 is included.

Zoals ook duidelijk is weergegeven in figuur 5B is de zipstrook-aanbrenginrichting 11 met gedeelte 31a 1020509« 10 uitgerust met een omlopende vacuümband 44, die voorzien is van vacuümgaten 44a. De transportrichting van de baan C is hierbij overigens omgekeerd aan die van de nog te bespreken figuur 6. Dit betekent dat de te pre-sealen 5 strook 2 5c van de zipstrook 2 5 aan de (benedenstroomse) linkerkant gelegen is, in de tekening boven een siliconenstrook 50, die als aambeeld dient voor de las-staaf 82 (in richting F, figuur 6) . De strook 50 wordt ondersteund op gedeelte 96, dat wegneembaar is om de 10 vacuümband 44 te kunnen vervangen.As is also clearly shown in Figure 5B, the zip-strip applicator 11 with part 31a 1020509 is equipped with a circumferential vacuum belt 44, which is provided with vacuum holes 44a. The conveying direction of the web C is in this case otherwise reversed to that of figure 6 to be discussed. This means that the strip 2 5c of the zip strip 2 5c to be pre-sealed is located on the (downstream) left side, in the drawing above a silicone strip 50, which serves as an anvil for the welding rod 82 (in direction F, figure 6). The strip 50 is supported on portion 96, which is removable in order to be able to replace the vacuum belt 44.

In de bovenloop van de vacuümband 44 loopt deze over langssteun 90, die voorzien is van een zich over de hele lengte daarvan uitstrekkende reeks vacuümgaten 91. Deze vacuümgaten 91 staan in stromingscontact met een 15 zelfde reeks doorgangen 92, die gemaakt zijn in het blok 31a. De doorgangen 92 staan in verbinding met gatenreeks 94, die aangebracht is in de wand van de roteerbaar in het blok 31a opgenomen vacuümbuis 93. Deze vacuümbuis 93 staat op verder niet weergegeven wijze in verbinding met een 20 vacuümbron in de machine 1.In the upper course of the vacuum belt 44 it runs over longitudinal support 90, which is provided with a series of vacuum holes 91 extending over its entire length. These vacuum holes 91 are in flow contact with the same series of passages 92, which are made in the block 31a . The passages 92 are in communication with hole series 94, which is arranged in the wall of the vacuum tube 93 rotatably accommodated in the block 31a.

Zoals te zien is in figuur 5C, waarin zes rotatie-posities zijn weergegeven van de vacuümbuis 93, kan door verdraaiing van de buis 93 middels de voor de operator in de uitgenomen toestand van de inrichting 11 goed 25 bereikbare instelknop 74, de gewenste gaatjesreeks 94 voor de doorgangen 92 gebracht worden. Begrepen zal worden dat alleen de doorgangen 92 daarmee ook de gaten 91, die in verbinding komen te staan met gaatjes 94, werkzaam zullen zijn. De werkzame lengte van de vacuümband 44 zal dan 30 overeenkomen met de afstand L3 van de gaatjesreeks 94, dan te rekenen vanaf het mes 51.As can be seen in figure 5C, in which six rotational positions of the vacuum tube 93 are shown, the desired hole series 94 can be achieved by rotating the tube 93 by means of the setting knob 74 which is easily accessible to the operator in the removed state of the device 11. in front of the passages 92. It will be understood that only the passages 92 therewith also the holes 91 which come into connection with holes 94 will be effective. The effective length of the vacuum belt 44 will then correspond to the distance L3 of the hole series 94, then counting from the knife 51.

De met betrekking tot de procesrichting C boven-stroomse zijde van de banden 43 en 44 is op het gesteldeel 31a een strook 45 bevestigd, die voorzien is van op regel-35 matige afstand van elkaar gelegen uitsteeksels 46. De uitsteeksels 46 zijn bestemd om tussen de samenstellende stroken van de zipstrook 25, die respectievelijk voorzien 10205 09* 11 zijn van het moer- en het vaardeel van de koppeling, te grijpen, reikend tot aan die moer- en vaardelen, en de zipstrook in het bijzonder in het horizontale vlak gestrekt te houden tijdens het transport van de zipstrook, 5 waarbij door de sparingen tussen de tanden 46 de wrijving geminimaliseerd is. Hiervoor kan ook worden verwezen naar de doorsnede volgens figuur 6.The upstream side of the belts 43 and 44 with respect to the process direction C is attached to the frame part 31a, a strip 45 which is provided with protrusions 46 which are spaced at regular intervals. The protrusions 46 are intended to to engage the constituent strips of the zip strip 25, which are respectively provided with the nut and paddle part 10205 09 * 11, reaching as far as those nut and stud parts, and the zip strip in particular extended in the horizontal plane during transport of the zip strip, whereby the friction is minimized by the recesses between the teeth 46. For this, reference can also be made to the section according to Figure 6.

In een alternatieve -of verder ontwikkelde-uitvoering kan tussen de doorvoer 34 en het gestel 31/3la 10 een zogenaamde crunchunit geplaatst zijn. Deze is verder alleen schematisch weergegeven in de figuren 7A en 7B. Het zogenaamde crunchen van een zipstrook wordt gedaan om de beide samenstellende stroken 25a respectievelijk 25b/c aan elkaar te bevestigen, zodat hun onderlinge positie in een 15 zak ook na het openen van de zipstrook daarin behouden blijft en hersluiting van de zipstrook makkelijk is. Gewoonlijk gebeurt dit crunchen met behulp van sealmid-delen die de zipstrook ter plekke van de moer- en vaardelen, boven en onder, aangrijpen en onder druk sealen. 20 Het nadeel hiervan is dat het materiaal zijwaarts uitstulpt. Deze uitstulpingen kunnen problemen geven bij het verder transporteren van de zipstrook over de geleidingen in de machine.In an alternative or further developed embodiment, a so-called crunch unit can be placed between the passage 34 and the frame 31 / 3la 10. This is further only schematically shown in figures 7A and 7B. The so-called crunching of a zip strip is done to attach the two constituent strips 25a and 25b / c to each other, so that their mutual position in a bag is retained even after the zip strip has been opened therein and reclosing the zip strip is easy. This crunching usually takes place with the aid of sealants which engage the zip strip at the location of the nut and boat parts, above and below, and seal under pressure. The disadvantage of this is that the material protrudes sideways. These protrusions can cause problems with the further transport of the zip strip over the guides in the machine.

Een ander nadeel is dat de plaats waar de crunch 25 eenheid werkzaam is precies af gestemd moet zijn op de plaats van het mes dat de zipstroken afscheidt.Another disadvantage is that the place where the crunch unit operates is precisely tuned to the location of the knife separating the zip strips.

Met de crunch eenheid volgens de uitvinding, die opgesteld is om in een vlak dwars op het werkvlak van de bekende crunch eenheden te werken, worden deze problemen 3 0 opgelost. In het voorbeeld van de figuren 7A en 7B is er sprake van een roterend aambeeld 61, dat opgesteld is direct langs/tegen de bewegingsbaan van de moer- en vaardelen. Doordat het aambeeld 61 meeroteert met de zipstrook wordt op een wrijvingsarme manier steeds een tegenvlak 35 voor het crunchen verschaft.With the crunch unit according to the invention, which is arranged to work in a plane transverse to the working surface of the known crunch units, these problems are solved. In the example of figures 7A and 7B there is talk of a rotating anvil 61, which is arranged directly along / against the path of movement of the nut and board parts. Because the anvil 61 rotates with the zip strip, a counter surface 35 for crunching is always provided in a low-friction manner.

Het crunchen zelf vindt plaats met behulp van hoorn 62, die op bijvoorbeeld pneumatische wijze heen en 1020509^ 12 weer verplaatsbaar is in een richting dwars op de zip-strook tussen een stilstand en een bedrij fsstand, en kan reiken in de ruimte tussen de flenzen 25a en 25b van de zipstrook 25. Bij activering zal de hoorn ultrasoon tril-5 len. Doordat het crunchen nu plaats kan vinden op een lopende zipstrook is het niet meer nodig de afstand van de cruncheenheid tot het mes in te stellen op de zipstrook-lengte. Voldoende is eenmalig die afstand als gegeven in te voeren in de besturingseenheid. Deze kan dan het moment 10 van activeren van de hoorn 62 bepalen, mede op basis van de gegevens inzake de aanvoersnelheid strook en de gewenste zipstrooklengte, en deze aansturen.The crunching itself takes place with the aid of horn 62, which can be moved back and forth in a pneumatic manner and in a direction transverse to the zip strip between a standstill and an operating position, and can reach into the space between the flanges 25a and 25b of the zip strip 25. Upon activation, the horn will vibrate ultrasonically. Because crunching can now take place on a running zip strip, it is no longer necessary to adjust the distance from the crunch unit to the knife to the zip strip length. It is sufficient to enter that distance once as a given in the control unit. This can then determine the moment of activation of the horn 62, partly on the basis of the data concerning the supply speed of the strip and the desired zip strip length, and control these.

Bij het zijdelings crunchen kan het materiaal alleen in lengterichting van de zipstrook wegvloeien, 15 hetgeen niet nadelig is voor het verder transport van de zipstrook. Uitstulpingen die de geleiding van de zipstrook bemoeilijken zijn dan afwezig.During lateral crunching, the material can only flow away in the longitudinal direction of the zip strip, which is not disadvantageous for the further transport of the zip strip. Protrusions that make it difficult to guide the zip strip are then absent.

In de figuren 8A en 8B is een verder aspect van de inrichting volgens de aanvrage weergegeven, bestemd 20 voor gebruik bij het maken van zakken waarbij gebruik gemaakt wordt van een vierkante of rechthoekige vul/vorm-buis. De baan 6 wordt door de vormschouder 8 omgevormd tot de buis 6a, waarbij de zipstrook 2 5 aan de achterzijde gelegen zal zijn. Om nu elke torsie van de buis 6a tijdens 25 neerwaarts transport uit te sluiten is de vulbuis 9 voorzien van wanden 26c, 26a, 26b en 26d, waarbij de wanden 26a en 26b reiken tot voorbij de wand 26d, om een doorlopende opneemruimte of kanaal 26e te bepalen voor de zip-stroken 25. Indien een andere zakbreedte en zipstrookleng-30 te toegepast moet worden kan men daarvoor een op die maten afgestemde vulbuis-/vormschouder-samenstel plaatsen. In figuur 8A is te zien dat de vulbuis 9 een eenheid vormt met een montageplaat 27, die middels bouten 28 bevestigd is in het gestel 2.Figures 8A and 8B show a further aspect of the device according to the application, intended for use in making bags using a square or rectangular fill / form tube. The web 6 is transformed by the forming shoulder 8 into the tube 6a, the zip strip 2 being located at the rear. To now exclude any torsion of the tube 6a during downward transport, the filling tube 9 is provided with walls 26c, 26a, 26b and 26d, the walls 26a and 26b extending beyond the wall 26d around a continuous receiving space or channel 26e to be determined for the zip strips 25. If a different bag width and zip strip length 30 is to be used, a filling tube / mold shoulder assembly adapted to these dimensions can be placed for this. Figure 8A shows that the filling tube 9 forms a unit with a mounting plate 27, which is fixed in the frame 2 by means of bolts 28.

35 De in de figuren 1-3 weergegeven vormvulsluitma- chine 1 werkt als volgt. Via de besturingsmiddelen en het bedieningspaneel 10 wordt een aantal basisgegevens inge- 1020509* 13 voerd door de operator. De belangrijkste hiervan zijn: zaktype, zakl engte en zakbreedte, en het type van de langsnaad seal. Daarna geven de besturingsmiddelen via het bedieningspaneel aan op welke positie op de oplegas 5 de 5 folierol 4 geplaatst moet worden, zodat later het verpakkingsmateriaal de juiste positie heeft ten opzichte van de vormschouder 8. Hiertoe is de oplegas 5 voorzien van een schaalverdeling. De besturingsinrichting stuurt de motor 39 op basis van de gegevens betreffende zakbreedte en 10 zaktype aan om de inrichting 11 op de gewenste plaats in breedterichting te brengen. Dit gebeurt zonder folie, en is zogenaamde breedte-positionering.The form-fill closure machine 1 shown in Figs. 1-3 works as follows. Via the control means and the control panel 10 a number of basic data is entered by the operator. The most important of these are: bag type, bag width and bag width, and the type of the longitudinal seal. The control means then indicate via the control panel at which position on the support shaft 5 the foil roll 4 must be placed, so that later the packaging material has the correct position relative to the forming shoulder 8. For this purpose the support shaft 5 is provided with a scale. The control device controls the motor 39 on the basis of the bag width and bag type data to bring the device 11 at the desired location in the width direction. This happens without foil, and is so-called width positioning.

De operator plaatst een rol folie 4 aan de achterzijde van A van de machine 1. Met de hand wordt 15 foliebaanmateriaal 6 van de rol afgetrokken en om de diverse omlooprollen 7 heen geleid, om de vormschouder 8 en om de vulbuis 9, totdat de folie tenminste in aangrij-ping verkeerd met de vacuüm transportbanden 20.The operator places a roll of film 4 at the rear of A of the machine 1. By hand, film web material 6 is pulled off the roll and guided around the various circulation rollers 7, around the forming shoulder 8 and around the filling tube 9, until the film at least engaged with the vacuum conveyor belts 20.

Vervolgens laat men de machine 1 enige tijd 20 lopen. Tijdens dit lopen worden de tastvlekken 40 opge merkt met behulp van de fotocel 17. De positie van de fotocel 17 en de en-coder 16 ten opzichte van de dwarslas-kaken 21a, 21b is precies bekend in de besturingsinrich ting, waarin ook via paneel 10 de tastvlekafstand t inge-25 voerd is. De tastvlekaf stand t komt overeen met de zak-lengte. Tussen de tastvlekken bevindt zich het bedruk- kingspatroon. De bedoeling is natuurlijk dat dwarslassen niet gemaakt worden door het bedrukkingspatroon heen.The machine 1 is then allowed to run for some time. During this run, the tactile spots 40 are detected with the aid of the photocell 17. The position of the photocell 17 and the en-coder 16 relative to the transverse welding jaws 21a, 21b is precisely known in the control device, in which also via panel 10 the tactile spot distance t has been entered. The tactile spot distance t corresponds to the bag length. The printing pattern is located between the tactile spots. The intention is of course that cross-welding is not made through the printing pattern.

Door de besturingsinrichting wordt aan de hand 3 0 van de vermelde gegevens, en met behulp van de vacuümban-den 20, de juiste lengte folie getransporteerd en dusdanig gepositioneerd ten opzichte van de dwars1asbekken 21a/b dat, nadat genoemde bekken sluiten, het bedrukkingspatroon op de gerede verpakking, correct is. De verpakkingsmachine 35 loopt zogenaamd 'in fotocel'.The correct length of film is transported and positioned by the control device on the basis of the stated data and with the aid of the vacuum bands 20 relative to the transverse axis jaws 21a / b that, after said jaws close, the printing pattern is the ready packaging is correct. The packaging machine 35 runs so-called 'in photocell'.

Nadat de machine 1 ' in fotocel' loopt wordt op een gemaakte verpakking met de hand de afstand gemeten 1020509« 14 tussen de tastvlek en de afsnij lijn. Deze waarde (LI) wordt alsnog via het bedieningspaneel 10 in de besturings-tniddelen ingegeven. Daarna drukt de operator een toets (proefcyclus) in. De machine 1 maakt dan een verpakking 5 waarbij de fotocel 14 en de en-coder 15 aan de achterzijde van de machine 1 actief worden. Daarbij meet de en-coder 15 de lengtebaan die over een meettijd passeert en registreert de fotocel 14 het moment waarop de tastvlek aan de fotocel 14 voorbij komt. Wanneer het folietransport weer 10 stopt, de dwarslasbekken dichtgaan en het snijmes de verpakking afsnijdt, dan heeft de en-coder 15 gemeten welke lengte baan ligt tussen de positie van de tastvlek 40 op dat moment en de positie van de tastvlek toen deze werd opgemerkt door de fotocel 14. Deze afstand L2 wordt 15 vergeleken met de afstand LI. Op basis van het verschil tussen LI en L2, de fysieke afstand tussen de fotocel 14 en de positie van de pre-seal unit 12, de zaklengte en de fysieke positie (afstand) van de in de bij de dwarsseal-bekken geplaatste post-sealbek voor de zipstrook aan de 2 0 verpakking ten opzichte van het snijmes dat in de dwarssealbekken aanwezig is, sturen de besturingsmiddelen de spindelmotor 71 aan om de bufferrol 7a zodanig (hier in horizontale richting, geleid door de horizontale gleuven 70) te verzetten, dat de zipstrook op de juiste positie, 25 gezien in baanrichting, ten opzichte van de tastvlek door middel van de pre-seal unit 12 in het verpakkingsmateriaal gesealed wordt. Dit is het lengte-positioneringssysteem.After the machine 1 'runs in a photocell', on a packaging made by hand the distance is measured 1020509 «14 between the tactile spot and the cut-off line. This value (L1) is still entered in the control means via the control panel 10. The operator then presses a key (test cycle). The machine 1 then makes a package 5 in which the photocell 14 and the en-coder 15 become active at the rear of the machine 1. Here, the en-coder 15 measures the length trajectory that passes over a measuring time and the photocell 14 records the moment at which the scanning spot passes the photocell 14. When the foil transport 10 stops again, the transverse welding jaws close and the cutting knife cuts off the package, the en-coder 15 has measured the length of the path between the position of the touch spot 40 at that moment and the position of the touch spot when it was noticed by the photocell 14. This distance L2 is compared with the distance L1. Based on the difference between L1 and L2, the physical distance between the photocell 14 and the position of the pre-seal unit 12, the bag length and the physical position (distance) of the post-seal jaw placed at the cross seal jaws for the zip strip on the package relative to the cutting knife present in the transverse seal jaws, the control means drive the spindle motor 71 to move the buffer roller 7a (here in the horizontal direction, guided by the horizontal slots 70) such that the The zipper strip at the correct position, viewed in the direction of the web, is sealed in the packaging material with respect to the tactile spot by means of the pre-seal unit 12. This is the length positioning system.

Door aldus geen gebruik te maken van de fysieke afstand tussen de dwarssealbekken 21a,b en de positie van 3 0 de pre-seal unit is het besturingssysteem ongevoelig voorThus, by not making use of the physical distance between the cross seal jaws 21a, b and the position of the pre-seal unit, the control system is insensitive to

fouten die ontstaan door elastische folieën, waardoor de theoretische afstanden niet overeen zouden kunnen komen met de werkelijke afstanden, alsmede van lengte afwijkingen als gevolg van de aanwezigheid van vele gepre-sealde 35 zipstroken op de baan. De positionering van de zipstrook 25 ten opzichte van de tastvlek 40 vindt in feite plaats met behulp van een autonoom systeem aan de achterzijde Aerrors caused by elastic films, as a result of which the theoretical distances could not correspond with the actual distances, as well as of deviations in length due to the presence of many pre-sealed zip strips on the web. The positioning of the zip strip 25 relative to the tactile spot 40 in fact takes place with the aid of an autonomous system at the rear A

1020509* 15 van de machine.1020509 * 15 of the machine.

Het verder instellen van de zipstrook-aanbreng-inrichting 11 zelf vindt als volgt plaats. De inrichting 11 wordt door de operator in zijn geheel naar achteren een 5 eind uit de machine getrokken. Hierdoor ontstaat een maximale bereikbaarheid voor het invoeren van de zipstrook. Tevens kunnen dan tests aan de inrichting 11 uitgevoerd worden om te kijken of al de functies daarvan werken. De zipstrook 25 wordt met de hand door de door-10 voerspleet 36 heengevoerd, en op de vacuümband 43 gelegd, waarbij de tanden 46 tussen de moer- en vaardeelstroken reiken. Vervolgens wordt de lengte van aangrijping door de tweede transporteur 44 ingesteld via de instelknop 74, waarmee de bij de betreffende werkzame lengte behorende 15 gaatjesreeks in werkzaam verband gebracht kan worden met de vacuümband en de vacuümbron. Via de sensor 73 wordt de werkzame lengte opgemerkt en doorgegeven aan de bestu-ringsmiddelen, en afgebeeld op het bedieningspaneel 10. Bij het testen van het positioneren van de zipstrook 25 20 met behulp van de tweede transporteur 44 kan gebruik worden gemaakt van de schaalverdeling 47, die reikt vanaf het mes en aangeeft hoe lang het afgesneden zipstrookge-deelte is.The further adjustment of the zip strip applicator device 11 itself takes place as follows. The device 11 is pulled back completely out of the machine by the operator as a whole. This creates a maximum accessibility for entering the zip strip. Tests can then also be carried out on the device 11 to see whether all its functions work. The zipper strip 25 is manually passed through the feed-through slit 36, and placed on the vacuum belt 43, the teeth 46 extending between the nut and paddle strips. Subsequently, the length of engagement by the second conveyor 44 is adjusted via the adjusting knob 74, with which the hole series associated with the relevant effective length can be brought into active relationship with the vacuum belt and the vacuum source. The effective length is detected via the sensor 73 and transmitted to the control means and displayed on the control panel 10. When testing the positioning of the zip strip 20 with the aid of the second conveyor 44, use can be made of the scale 47 which extends from the knife and indicates how long the cut-off zip strip portion is.

Nadat deze instelling voltooid is zal de opera-25 tor de inrichting 11 weer in de machine terugduwen, waarbij een juiste positionering van inrichting 11 weer in de machine opgemerkt wordt door een verder niet weergegeven sensor, waardoor in de besturingsmiddelen de machine op dit punt wordt vrijgegeven.After this adjustment has been completed, the operator will push the device 11 back into the machine again, a correct positioning of device 11 being noticed in the machine again by a sensor (not further shown), whereby the machine is switched on at this point in the control means released.

3 0 De machine 1 is na een bepaalde periode van proefdraaien, waarin de besturingsmiddelen voor de juiste instelling zorgen, gereed voor het vorm- vul- sluitproces van zakken. De baan 6 loopt hierbij in de richting C, waarbij in het eerste station, ter plaatse van de aan-35 brenginrichting 11, de zipstroken 25 worden aangebracht.After a certain test run period, during which the control means ensure the correct setting, the machine 1 is ready for the form-fill-close process of bags. The path 6 here runs in the direction C, wherein the zip strips 25 are arranged in the first station, at the location of the mounting device 11.

Het aanbrengen van de zipstroken 25 vindt dan als volgt plaats. De zipstrook 25 wordt met behulp van de 1020509* 16 eerste transporteur 43, vastgehouden door vacuüm, in de richting van G getransporteerd (zie figuur 4B). Het verdere gedeelte van de zipstrook 25 ligt in voorraad in een grote lus, zodat geen bijzondere tegenkrachten overwonnen 5 hoeven te worden. Hierdoor zal geen slip optreden tussen de zipstrook 25 en de transporteur 43. Bij het transporteren reiken de tanden 46 tussen de beide flenzen 25a en 25b van de zipstrook 25. Hierdoor worden de nadelige gevolgen van de golfvorming in de zipstrook 25 tegengegaan, en 10 het -in het bijzonder in horizontaal vlak- gestrekte transport van de zipstrook 25 bevorderd.The application of the zip strips 25 then takes place as follows. The zip strip 25 is transported in the direction of G by means of the first conveyor 43, held by vacuum, in the direction of G (see figure 4B). The further part of the zip strip 25 is in stock in a large loop, so that no special counter forces have to be overcome. As a result, no slip will occur between the zip strip 25 and the conveyor 43. During transport, the teeth 46 extend between the two flanges 25a and 25b of the zip strip 25. This counteracts the adverse effects of the wave formation in the zip strip 25, and in particular in horizontally flat-stretched transport of the zip strip 25 is promoted.

Wanneer het voorloopeind van de zipstrook 25 aankomt bij de tweede transporteur 44, wordt dat eind aangegrepen door het vacuüm van die transporteur. Met 15 behulp van de door de besturingsinrichting gestuurde servomotoren 48 en 49 worden de beide transporteurs 43 en 44 aangedreven, op gelijke snelheid, of voor de tweede transporteur met een iets hogere snelheid om de zipstrook steeds gespannen te houden. Een in de servomotor 48 aanwe-20 zige resolver zorgt er tezamen met een grote overzetver-houding voor dat er een heel nauwkeurige lengte zipstrook afgegeven wordt aan de tweede transporteur 44. Zodra de juiste lengte bereikt is wordt het mes 51 geactiveerd. De eerste transporteur 43 kan ook beschouwd worden als toe-25 voer transporteur en als lengte-/doseertransporteur.When the leading end of the zip strip 25 arrives at the second conveyor 44, that end is engaged by the vacuum of that conveyor. With the aid of the servomotors 48 and 49 controlled by the control device, the two conveyors 43 and 44 are driven, at the same speed, or for the second conveyor with a slightly higher speed to keep the zip strip always tensioned. A resolver present in the servomotor 48, together with a large transfer ratio, ensures that a very accurate length of zip strip is delivered to the second conveyor 44. As soon as the correct length is reached, the knife 51 is activated. The first conveyor 43 can also be considered as a feed conveyor and as a length / metering conveyor.

Tijdens het snijden blijft in beide transporteurs het vacuüm gehandhaafd. Vervolgens wordt de servomotor 49 weer geactiveerd, en wordt de transporteur 44 aangedreven in de richting G, om de afgesneden zipstrook 30 25 tot een juiste positie in dwarsrichting van de baan 6 te brengen en daaronder vast te houden. Een in de servomotor 49 aanwezige resolver zorgt er tezamen met een grote overzetverhouding voor dat de afgesneden lengte zipstrook nauwkeurig gepositioneerd wordt. Dan wordt de 35 pre-seal eenheid 12 bediend om de flens 25c te bevestigen aan de foliebaan 6. De siliconenstrook 50 dient hierbij als aambeeld.The vacuum is maintained in both conveyors during cutting. Subsequently, the servo motor 49 is activated again, and the conveyor 44 is driven in the direction G, to bring the cut zip strip 30 to a correct position in the transverse direction of the web 6 and to hold it underneath. A resolver present in servo motor 49, together with a large transfer ratio, ensures that the cut-off zip strip length is accurately positioned. The pre-seal unit 12 is then operated to attach the flange 25c to the foil web 6. The silicone strip 50 serves as an anvil.

10205 09É 1710205 09É 17

De pre-seal eenheid 12 bevestigt de zipstrook 25 aan de bovenzijde van de foliebaan, welke later de binnenzijde van de zak vormt. De sealbalk 81/82 van de sealeen-heid 12 wordt pneumatisch aangedreven. Ook de positie van 5 de sealbalk is in dwarsrichting instelbaar. Afhankelijk van de breedte van de zipstrook 25 die ingeseald moet worden, wordt een andere sealbalk in de houder geplaatst.The pre-seal unit 12 fixes the zip strip 25 on the top of the film web, which later forms the inside of the bag. The sealing bar 81/82 of the sealing unit 12 is pneumatically driven. The position of the sealing bar is also adjustable in the transverse direction. Depending on the width of the zip strip 25 to be sealed, a different sealing bar is placed in the holder.

Indien tijdens de werking van de machine 1 de foliebaan onverhoopt in dwarsrichting verschuift wordt dit 10 opgemerkt door de baankant sensor 18. Deze opmerking wordt door de besturingsinrichting omgezet in een evenredige aansturing van de spindelmotor 39.If during the operation of the machine 1 the film web unexpectedly shifts in the transverse direction, this is noticed by the web side sensor 18. This comment is converted by the control device into a proportional control of the spindle motor 39.

Alternatief kan erin voorzien zijn dat de besturingsinrichting in plaats van de spindelmotor 39 dan de 15 servomotor 49 gewijzigd aanstuurt. In dat geval zal de instelling van de werkzame lengte van de band 44 natuurlijk ook daarvoor voldoende moeten zijn.Alternatively, it may be provided that instead of the spindle motor 39, the control device then controls the servo motor 49 in a modified manner. In that case, the adjustment of the effective length of the strap 44 will of course also have to be sufficient for this.

Opgemerkt wordt dat de besturingsinrichting ook tijdens het normale bedrijf de posities van de tastvlekken 20 40 met behulp van de voornoemde sensoren blijft opmerken.It is noted that also during normal operation the control device continues to notice the positions of the tactile spots 40 with the aid of the aforementioned sensors.

Het komt voor dat de onderlinge afstand van de tastvlekken 40 op een rol varieert. In dat geval zal automatisch vereffening plaatsvinden in de baanlengte tussen de sensor 14 en de dwars 1 asbekken 21a,b door bediening van de spin-25 delmotor 71 en daarmee verplaatsing van de rol 7a. Dit is dan het lengte-volg systeem.It happens that the mutual distance of the tactile spots 40 on a roll varies. In that case automatic equalization will take place in the path length between the sensor 14 and the transverse axis jaws 21a, b by operating the spindle-motor 71 and thereby displacement of the roller 7a. This is then the length-follow system.

De vormvulsluitmachine 1 zal in het algemeen stapsgewijs werken. Er zijn echter ook continu baantrans-porterende vormvulsluitmachines. Ook daar kunnen de voor-30 zieningen volgens de uitvinding aangepast worden, waarbij dan bijzonder voordelig gebruik gemaakt kan worden van de opstelling met de beweegbare bufferrol 7a. Hierbij wordt de machine 1 voorzien van een rem 8 0 voor de baan 6, om deze ter plaatse van het zipaanbrengstation 11 geheel stil 35 te houden. Dan kan op een zeer beheersbare wijze een zipstrook worden aangebracht. Daarna wordt de werking van de rem 80 door de besturingsinrichting opgeheven en vindt er 1020509« 18 weer baantransport plaats, totdat de volgende zipstrook moet worden aangebracht.The form-fill-seal machine 1 will generally work stepwise. However, there are also continuous web-transporting form-fill-closing machines. There, too, the provisions according to the invention can be adapted, wherein the arrangement with the movable buffer roller 7a can then be used particularly advantageously. The machine 1 is herein provided with a brake 8 for the web 6, in order to keep it completely still at the location of the zip application station 11. A zip strip can then be applied in a very manageable manner. Thereafter, the operation of the brake 80 by the control device is canceled and job transport takes place again 1020509 until the next zip strip must be applied.

De besturingsinrichting zal tijdens het baantransport de spindelmotor 71 bedienen om de rol 7a van de 5 voorzijde naar de achterzijde toe te bewegen. Hierdoor wordt de baanlengte aldaar vergroot, en wel met een dubbele afstand vergeleken met de afstand van verplaatsing van de rol 7a. De bufferlengte die hiermee wordt gecreëerd is gelijk aan de baanlengte die bij een normale werking 10 getransporteerd zou worden indien de rem 80 niet geac tiveerd zou zijn. Er zal dan voor de vacuüm transportbanden 20 aan de voorzijde van de machine 1 steeds voldoende baanmateriaal voorradig zijn voor een ononderbroken, continue werking.During the web transport, the control device will operate the spindle motor 71 to move the roller 7a from the front to the rear. As a result, the web length is increased there, namely by a double distance compared to the distance of displacement of the roller 7a. The buffer length that is created with this is equal to the path length that would be transported in normal operation if the brake 80 were not activated. Sufficient web material will then always be available for the vacuum conveyor belts 20 at the front of the machine 1 for uninterrupted, continuous operation.

4 a?05 09*14 a? 05 09 * 1

Claims

Claims 1. Form-filling-closing machine comprising means for passing a web of packaging material according to a process path through the machine and means for transforming the web into filled bags, further comprising a zip-strip applicator for applying a zip-strip to the web, which zip-strip is composed is with two strips coupled to each other by male and female coupling parts, with means for feeding a zip strip for each bag transversely to the process path, said feeding means comprising a conveyor which is provided with means for holding or holding during feeding gripping the zip strip, further comprising means for guiding the zip strip on the conveyor, which are arranged to extend between the constituent strips of the zip strip, up to the male and female coupling parts of the zip strip.

2. Form-fill-seal machine according to claim 1, wherein the guide means comprise a rigid guide strip which is arranged to extend between the constituent strips of the zip strip, up to the male and female coupling parts of the zip strip.

Form-filling-closing machine according to claim 2, wherein the guide strip is interrupted, in particular formed by a series of teeth.

4. Form-fill-seal machine according to claim 3, wherein the teeth have sloping side edges.

5. Form-fill-seal machine according to claim 3 or 4, wherein the teeth have rounded points.

A form-fill sealing machine according to any one of claims 2-4, wherein the guide strip is arranged to engage the upstream side of the zip strip, considered in the process path, between the male and female coupling part-containing strips. 1020509 ·

7. Form-filling-closing machine according to any one of the preceding claims, wherein the zip-strip applying device is also provided with an anvil-strip for use in applying the zip-strip to the web by pre-sealing.

Form-fill-seal machine according to claim 7, wherein the anvil strip is located on the downstream side of the conveyor, considered in the process path.

9. Form-filling-closing machine according to any one of the preceding claims, wherein the conveyor comprises a first and a second conveyor, which are arranged one behind the other in the direction of feeding of the zip strip and are provided with their own, first and second drive means, wherein between the first and the second In the second conveyor a knife is placed for cutting the zip strip.

10. Form-fill-seal machine according to claim 9, provided with control means for the first and second drive means and the knife, wherein the control means are adapted to successively operate the first drive means to transfer a predetermined length of zip strip to the second conveyor, then operate the blade and then operate the second conveyor for positioning the cut zip strip portion transversely of the web.

A form-filling closing machine according to claim 10, wherein the control means are adapted to cause both conveyors to move at the same speed during the delivery of the zip strip length.

12. Form-fill-closing machine according to claim 11, wherein the holding or gripping means of the first and second conveyors are controlled by the control means.

13. Form-fill-closing machine according to claim 12, wherein the control means are set for continuously activating the gripping means of the first and the second conveyors.

14. Form-fill-closing machine according to claim 12 or 1020509 · 13, wherein the gripping means are vacuum means, preferably further provided with means for adjusting the effective length of the vacuum means for the second conveyor.

15. Form-fill-closing machine according to claim 14, wherein the control means are provided with means for comparing an entered zip strip length and position in the transverse direction on the track and the set length of the vacuum means, and with means for releasing on the basis of the result of that comparison of the machine drive.

16. Form-fill-seal machine according to claim 15, wherein the means for adjusting the effective length of the vacuum means for the second conveyor 15 comprise a tube to be connected to a vacuum source, which tube is provided in its circumference with series of holes of different length extending in the tube direction, and is rotatable in an adjustable manner to cause a selected hole series to form the connection between the holes in the vacuum tape and the tube.

17. Form-filling-closing machine according to one of claims 8-16, wherein at least the second conveyor is placed below the track.

18. Form-filling-closing machine provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings.

19. Assembly provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings.

A method comprising one or more of the characterizing steps described in the attached description and / or shown in the attached drawings. -o-o-o-o-o-o-o-1020509 *