NL1020450C2 - Kinderzitje, alsmede een systeem en een werkwijze voor het vervaardigen van een basislichaam van een kinderzitje. - Google Patents

Kinderzitje, alsmede een systeem en een werkwijze voor het vervaardigen van een basislichaam van een kinderzitje. Download PDF

Info

Publication number
NL1020450C2
NL1020450C2 NL1020450A NL1020450A NL1020450C2 NL 1020450 C2 NL1020450 C2 NL 1020450C2 NL 1020450 A NL1020450 A NL 1020450A NL 1020450 A NL1020450 A NL 1020450A NL 1020450 C2 NL1020450 C2 NL 1020450C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
seat
child
foam
basic
seat according
Prior art date
Application number
NL1020450A
Other languages
English (en)
Inventor
Robert Lievestro
Michaul Jacobus Ma Groenewegen
Original Assignee
Recticel Nederland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Recticel Nederland Bv filed Critical Recticel Nederland Bv
Priority to NL1020450A priority Critical patent/NL1020450C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1020450C2 publication Critical patent/NL1020450C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2/00Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
    • B60N2/24Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles
    • B60N2/26Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles for children
    • B60N2/28Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle
    • B60N2/2872Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle provided with side rests
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2/00Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
    • B60N2/24Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles
    • B60N2/26Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles for children
    • B60N2/28Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle
    • B60N2/2851Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle provided with head-rests
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2205/00General mechanical or structural details
    • B60N2205/30Seat or seat parts characterised by comprising plural parts or pieces

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Child & Adolescent Psychology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Seats For Vehicles (AREA)

Description

Titel: Kinderzitje, alsmede een systeem en een werkwijze voor het vervaardigen van een basislichaam van een kinderzitje.
De uitvinding heeft betrekking op een kinderzitje, voorzien van een zitting en een rugsteun.
Een dergelijk kinderzitje is bekend uit de Japanse octrooiaanvrage JP 09164867A, Het bekende kinderzitje is bestemd om in een auto te Π worden geplaatst. Het bekende kinderzitje is voorzien van een polypropyleen frame en een kussendeel van urethaan schuim. Het kinderzitje is bovendien voorzien van een hoes van polyester, gevuld met urethaan schuim. Voordeel van het bekende kinderzitje is, dat dit zitje relatief licht kan worden uitgevoerd.
10 Nadeel van het bekende kinderzitje is, dat dat zitje slechts geschikt is om aan een kind van één bepaalde leeftijdscategorie een veilige zitplaats te bieden. Daardoor dient voor een groeiend kind telkens een nieuw, groter kinderzitje te worden aangeschaft, hetgeen aanzienlijke kosten met zich meebrengt. Verder is het bekende kinderzitje weinig comfortabel omdat het 15 daarin toegepaste polypropyleen frame relatief hard is. Bovendien is het bekende kinderzitje tamelijk onhandelbaar en neemt het een relatief groot volume in wanneer het zitje opgeslagen en/of verplaatst dient te worden. Daarnaast kan het bekende kinderzitje tijdens een botsing van bijvoorbeeld het voertuig waarin het zitje is opgesteld, zijdelings overhellen en/of 20 kantelen, hetgeen de veiligheid van het zich in het zitje bevindend kind in gevaar brengt. Bovendien kan het bekende kinderzitje gemakkelijk uit een volwassenenzitting geraken wanneer het kinderzitje zich zonder kind op die volwassenenzitting bevindt. Daardoor kan het kinderzitje schade berokkenen in een omgeving, bijvoorbeeld aan een voertuiginterieur.
25 De onderhavige uitvinding beoogt de genoemde nadelen van het kinderzitje op te heffen onder behoud van de voordelen daarvan. In het 1020450 2 bijzonder beoogt de uitvinding een kinderzitje dat tijdens opslag en/of transport relatief weinig volume kan innemen.
Hiertoe wordt het kinderzitje volgens de uitvinding gekenmerkt doordat dat het kinderzitje losmaakbaar aan elkaar verbindbare 5 basislichamen omvat, waarbij een eerste basislichaam de zitting omvat, waarbij een tweede basislichaam de rugsteun omvat, waarbij de zitting en rugsteun in ten minste een eerste losmaakbaar aan elkaar verbonden stand brengbaar zijn ten behoeve van het vormen van het kinderzitje.
Tijdens transport kunnen de basislichamen van het kinderzitje 10 eenvoudig in een van elkaar losgemaakte stand zijn gebracht, zodanig dat de basislichamen gemakkelijk handelbaar zijn en een relatief klein volume innemen. Ter vorming van het kinderzitje worden althans de zitting en de rugsteun eenvoudig in de eerste aan elkaar verbonden stand gebracht. Bij deze stand kan een kind van een bepaalde leeftijdscategorie op het 15 kinderzitje plaatsnemen. De losmaakbare verbinding kan op diverse manieren tot stand worden gebracht, bijvoorbeeld door middel van klikverbindingen, schroeven, bouten of dergelijke. Bij voorkeur worden klittenbandverbindingen toegepast, aangezien deze een relatief stevige verbinding kunnen bewerkstelligen, gemakkelijk zonder hulpmiddelen 20 losmaakbaar zijn, lichtgewicht zijn, en doorgaans geen harde delen bevatten waaraan een kind zich kan bezeren.
Doordat de zitting losmaakbaar aan de rugsteun is verbonden, kan de zitting tevens op voordelige wijze apart van de rugsteun worden gebruikt, bijvoorbeeld als zitverhoging van een volwassenenzitting. Daartoe kan de 25 zitting eenvoudig in een van de rugsteun losgemaakte stand op een zitting van de volwassenenzitting worden geplaatst.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding bestaat elk basislichaam in hoofdzaak uit ten minste één kunststof schuimlichaam.
Daardoor kunnen de basislichamen een goede en comfortabele 30 steun aan het kind bieden. Bovendien kan het kinderzitje op deze manier .o 3 zeer licht worden uitgevoerd en van relatief weinig onderdelen worden vervaardigd.
Bij voorkeur bevat ten minste één van de basislichamen geen relatief harde framedelen, zoals metalen framedelen, framedelen van een 5 hard kunststof of dergelijke. Hiertoe is ten minste één basislichaam voorzien van ten minste één oppervlakteschuimlichaam dat zich langs een buitenoppervlak van het basislichaam uitstrekt, waarbij het basislichaam is voorzien van ten minste één bulkschuimlichaam dat zich uitstrekt langs het ten minste ene oppervlakteschuimlichaam, waarbij het ten minste ene 10 oppervlakteschuimlichaam van het respectieve basislichaam is vervaardigd van een strammer schuim dan het ten minste ene bulkschuimlichaam.
Voor het verkrijgen van de genoemde stramheid kan het ten minste ene oppervlakteschuimlichaam zijn geschuimd bij een hogere druk dan het bulkschuimlichaam. Het oppervlakteschuimlichaam omvat bij voorkeur 15 'frame foam™'. Frame foam verschaft het schuimlichaam een relatief hoge stramheid bij een relatief lage schuimdichtheid. Frame foam wordt vervaardigd door het schuimlichaam te schuimen bij een hogere druk dan de tijdens het schuimen heersende atmosferische druk. Verder kan het ten minste ene bulkschuimlichaam bestaan uit schuim dat bij een lagere druk is 20 geschuimd dan de tijdens het schuimen heersende atmosferische druk, zodat het bulkschuimlichaam een relatief geringe stramheid heeft. Het schuimlichaam van het basislichaam dat de hogere stramheid heeft, geeft het basislichaam stevigheid en vormvastheid. Dit schuimlichaam met de hogere stramheid is bovendien relatief zacht en enigszins veerkrachtig ten 25 opzichte van bijvoorbeeld harde metalen en/of propyleen frames, hetgeen een hoog gebruikscomfort aan het basislichaam levert. Bij voorkeur zijn ten minste de zitting en/of rugsteun voorzien van het genoemde 'frame foam'.
Bij voorkeur heeft elk oppervlakteschuimlichaam een relatief hoge schuimdichtheid. Een dergelijke dichtheid kan tegengaan dat vervuiling 30 en/of bacteriën het basislichaam binnendringen. Het ten minste ene 4 bulkschuimlichaam van het basislichaam, dat een relatief lage stramheid heeft, dient als opvulling van het basislichaam en kan steun en extra veerkracht leveren aan het ten minste ene oppervlakteschuimlichaam. Het ten minste ene oppervlakteschuimlichaam kan bijvoorbeeld aan het ten 5 minste ene bulkschuimlichaam zijn bevestigd ter vorming van het respectieve basislichaam. Bevestiging kan op verschillende manieren geschieden, zoals door verlijming. Het ten minste ene oppervlakteschuimlichaam en het ten minste ene bulkschuimlichaam kunnen verder bijvoorbeeld door een omsluiting zijn samengehouden ter 10 vorming van het respectieve basislichaam. De omsluiting kan bijvoorbeeld een bekleding, hoes, riem of dergelijke omvatten, welke zich deels of geheel rondom de genoemde schuimlichamen uitstrekt. Bij toepassing van een dergelijke omsluiting behoeven de schuimlichamen niet aan elkaar te worden bevestigd.
15 Bij voorkeur zijn de zitting en rugsteun met naar elkaar toe gekeerde zijden direct aan elkaar verbindbaar bij de genoemde eerste stand.
Op deze manier kan een relatief klein kind, bijvoorbeeld een baby resp. peuter, comfortabel op het kinderzitje plaatsnemen. De zitting en rugsteun kunnen zo bovendien snel en eenvoudig direct aan elkaar worden 20 bevestigd.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding zijn de zitting en rugsteun met een derde basislichaam in ten minste een tweede losmaakbaar aan elkaar verbonden stand brengbaar, waarbij het derde basislichaam is ingericht om de zitting en rugsteun op afstand van elkaar te houden.
25 Daardoor kan een groter kind, bijvoorbeeld een peuter resp.
kleuter, eveneens comfortabel en veilig op het kinderzitje plaatsnemen. Het derde basislichaam is eenvoudig losmaakbaar aan de zitting en rugsteun verbindbaar en is bij voorkeur uit frame foam vervaardigd, hetgeen bovengenoemde voordelen biedt. Het derde basislichaam is bij voorkeur 30 ingericht om de rugsteun bij de tweede stand op een hogere positie te 5 houden dan de positie waarin de rugsteun zich bevindt bij de eerste stand van de rugsteun en zitting. Daardoor kan het kinderzitje een goede rugsteun bieden aan een kind met een grote ruglengte. Naast een dergelijk derde basislichaam kan het kinderzitje bijvoorbeeld zijn voorzien van een 5 apart frame om de rugsteun op een bepaalde hoogte ten opzichte van de zitting te houden.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van het kinderzitje omvatten de basislichamen een verlengingslichaam dat losmaakbaar aan oen uiteinde van de zitting is verbonden, waarbij het verlengingslichaam 10 zodanig is gevormd dat het een verlenging van een zitvlak van de zitting vormt.
Op deze manier kan het zitvlak van het kinderzitje eenvoudig worden verlengd om plaats aan een groter kind te bieden. Bij voorkeur is het, verlengingslichaam eveneens uit schuim vervaardigd, zodat het 15 zitcomfort aan het kind biedt. Om onderdelen te besparen zijn het genoemde derde basislichaam en het verlengingslichaam bij voorkeur hetzelfde basislichaam.
Volgens een zeer voordelige uitwerking van de uitvinding zijn de basislichamen voorzien van een losmaakbaar onder de zitting verbindbaar 20 verhogingslichaam om ten minste de positie van de zitting te verhogen.
Daardoor kan de zitting van het kinderzitje op een gewenste hoogte worden gebracht, bijvoorbeeld een hoogte die uit veiligheidsoogpunt gewenst is bij plaatsing van het zitje op een volwassenenzitplaats in een voortuig.
Voorts is het voordelig wanneer de basislichamen twee 25 armsteunlichamen omvatten die elk losmaakbaar aan de zitting en/of de rugsteun verbindbaar zijn.
Deze armsteunenlichamen kunnen tijdens transport van het kinderzitje gemakkelijk in een van de andere basislichamen afgekoppelde stand zijn gebracht opdat het kinderzitje relatief weinig transportvolume 30 inneemt. Ten behoeve van gebruik van het zitje kunnen deze armsteunen 6 snel aan de zitting en/of rugsteun worden verbonden. De armsteunen zijn bij voorkeur van het lichte, vormvaste en relatief zachte frame foam vervaardigd.
De uitvinding verschaft verder een systeem dat wordt gekenmerkt 5 door de maatregelen van conclusie 32. Aangezien het systeem is voorzien van losmaakbaar aan elkaar verbindbare basislichamen ter vorming van een kinderzitje volgens de uitvinding, kan het systeem relatief weinig volume in beslag nemen tijdens opslag en transport. Een dergelijk systeem kan bijvoorbeeld als eenvoudig bouwpakket worden aangeboden.
10 Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies. Thans zal de uitvinding worden verduidelijkt aan de hand van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden en de tekening. Daarin toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, waarbij de basislichamen zich in een eerste stand 15 bevinden; fig. 2 een dergelijk aanzicht als fig. 1, waarbij de basislichamen zich in een tweede stand bevinden; fig. 3 een vooraanzicht van het in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; 20 fig. 4 een zijaanzicht van het in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; fig. 5 een dergelijk zichtaanzicht als fig. 4, waarbij de basislichamen zich in de in fig. 2 weergegeven tweede stand bevinden; fig. 6A en 6B elk een perspectivisch aanzicht van een tweede 25 uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; en fig. 7A en 7B een steunframe van het in fig. 6 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont een kinderzitje, voorzien van verschillende basislichamen die elk zijn voorzien van ten minste één 30 oppervlakteschuimlichaam dat zich langs een buitenoppervlak van het •f jr-\ ·*', Λ ^ ’ ‘ * 'i 7 basislichaam uitstrekt. Verder is elk basislichaam voorzien van ten minste één bulkschuimlichaam dat zich uitstrekt langs het ten minste ene oppervlakteschuimlichaam. Het ten minste ene oppervlakteschuimlichaam van het respectieve basislichaam is vervaardigd van een strammer 5 kunststof schuim dan het ten minste ene bulkschuimlichaam. Elk oppervlakteschuimlichaam bestaat in het bijzonder uit het genoemde, stramme frame foam. Voor de duidelijkheid van de tekening zijn de verschillende stramme en niet-stramme schuimlichamen van de basislichamen niet in de figuren weergegeven.
10 De basislichamen omvatten een zitting 1 en een rugsteun 2. Verder zijn de basislichamen voorzien van een blokvormig verhogingslichaam 4 en een verlengingslichaam 3. Dit verlengingslichaam 3 is eveneens blokvormig en heeft een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede. De afmetingen van het verlengingslichaam 3 en het verhogingslichaam 4 zijn zodanig dat deze 15 lichamen 3, 4 naast elkaar onder de zitting 1 passen. Tenslotte omvatten de basislichamen een eerste en een tweede armsteunlichaam 5 resp. 6. Elk van deze basislichamen 1, 2, 3, 4, 5, 6 is voorzien van klittenband 7 om de basislichamen losmaakbaar aan elkaar te verbinden. Delen van het klittenband 7 is in figuren 1 en 2 als zich langs buitenzijden van de 20 basislichamen uitstrekkende donkere strepen zichtbaar. De zitting 1 kan apart, zonder de rugsteun 2, worden gebruikt als een comfortabele zitverhoging van bijvoorbeeld een volwassenenzitting.
Bij de in figuren 1, 3, 4 getoonde, losmaakbaar aan elkaar verbonden eerste stand is de zitting 1 direct aan de rugsteun 2 verbonden 25 door middel van klittenband 7. Onder de zitting 1 zijn het verhogingslichaam 4 en het verlengingslichaam 3 naast elkaar aangebracht. Zoals figuur 4 toont, strekken de naar elkaar toe gekeerde zijden van de rugsteun 2 en de zitting 1 zich in hoofdzaak in een vlak V uitstrekken dat een hoek kleiner dan 90° insluit met een bovenzijde van de zitting 1.
30 Daardoor kan een relatief groot verbindingsoppervlak tussen de zitting 1 en 8 rugsteun 2 worden verkregen ten behoeve van het verkrijgen van een sterke verbinding. Het kinderzitje kan bij deze eerste stand een comfortabele plaats bieden aan een relatief klein kind, bijvoorbeeld een peuter.
Bij de in figuren 2, 5 getoonde tweede stand is het 5 verlengingslichaam 3 tussen zitting 1 en de rugsteun 2 aangebracht. Bij deze stand is het zitje niet voorzien van het verhogingslichaam 4. Doordat de naar elkaar toe gekeerde zijden van de rugsteun 2 en de zitting 1 zich in hoofdzaak in het genoemde vlak V uitstrekken en het verlengingslichaam blokvormig is, houdt het verleningsbasislichaam 3 de rugsteun 2 bij de 10 tweede stand op een hogere positie dan de positie waarin de rugsteun 2 zich bevindt bij de in fig. 1 weergegeven eerste stand. Bovendien verlengt het verlengingslichaam 3 een zitvlak van de zitting 1. Daardoor kan het kinderzitje bij de tweede stand een goede en prettige steun bieden aan een groot kind, bijvoorbeeld een kleuter.
15 Zoals figuren 4 en 5 tonen, is elk armsteunlichaam 5, 6 in hoofdzaak L-vormig uitgevoerd, zodanig dat de armsteunlichamen 5, 6 elk twee armsteundelen 5a, 5b resp. 6a, 6b van verschillende lengtes omvatten. De armsteundelen 5a, 5b resp. 6a, 6b van elk armsteunlichaam 5, 6 strekken zich in hoofdzaak loodrecht op elkaar uit. Bovendien is elk 20 armsteundeel 5a, 5b, 6a, 6b met een vrij uiteinde losmaakbaar aan de zitting 1 en/of rugsteun 2 verbindbaar. Het eerste en tweede armsteunlichaam 4 resp. 5 zijn in elk van de figuren 1-5 weergeven met het lange armsteundeel 5a resp 6a verbonden aan de rugsteun 2, waarbij het korte armsteundeel 5b resp 6b is vastgemaakt aan de zitting 1. De lange 25 armsteundelen 5a, 6b vormen in dit geval de effectieve armsteunen. Bij deze eerste stand van de armsteunlichamen 5, 6 bevindt het eerste steunlichaam 5 zich aan een linker zijde L van het kinderzitje, terwijl het tweede armsteunlichaam 6 aan de rechter zijde R is aangebracht.
De armsteunlichamen 5, 6 kunnen omgekeerd aan het kinderzitje 30 worden verbonden, met het eerste resp. tweede steunlichaam aan de rechter ί 9 R resp. linker zijde L van het zitje. Daartoe dient elk armsteunlichaam 5, 6 juist met het korte steundeel 5b, 6b aan de rugsteun te worden verbonden, terwijl het lange steundeel 5a, 6a aan de zitting wordt aangebracht. Bij deze tweede stand van de armsteunlichamen 5, 6 vormen juist de korte 5 armsteundelen 5b, 6b de effectieve armsteunen.
Bij de eerste stand van de armsteunlichamen 5, 6 bevindt de daardoor verschafte effectieve armsteun zich op een kleinere hoogte dan bij de tweede stand van die lichamen 5, 6. Aldus kan de door de armsteunlichamen verschafte armsteun eenvoudig worden aangepast aan 10 de afmetingen en/of wensen van een jonge gebruiker van het zitje.
Figuren 6A en 6B tonen een tweede uitvoering van het kinderzitje. Dit tweede uitvoeringsvoorbeeld is voorzien van basislichamen in de vorm van een zitting 11, een rugsteun 12, een neksteun 18, een paar armsteunen 15, 16, een verhogingslichaam 14 en een verlengingslichaam 13. Deze 15 basislichamen 11, 12, 13, 14, 15, 16 zijn voorzien van frame foam oppervlakteschuimlichamen en relatief zachte bulkschuimlichamen, hetgeen bovengenoemde voordelen biedt. In het onderhavige tweede uitvoeringsvoorbeeld is elk armste unlichaam 15, 16 met een langwerpig benedendeel 26 losmaakbaar aan de zitting 11 verbonden. Verder is elk 20 armsteunlichaam 15, 16 voorzien van een bovendeel 27 dat tijdens gebruik de effectieve armsteun vormt. Tussen elk armsteunbenedendeel 26 en -bovendeel 27 bevindt zich een vanaf een voorzijde toegankelijke uitsparing 28 om tijdens gebruik een schoudergordel door te voeren. De neksteun 18 van het tweede uitvoeringsvoorbeeld omvat een middendeel 18a dat aan 25 weerszijden is voorzien van enigszins naar elkaar toegekeerde zijdelen 18b. Tussen de rugsteun 12 en deze neksteun-zijdelen 18b bevinden zich vanuit een omgeving toegankelijke doorhaalopeningen 28 om genoemde schoudergordels door te halen.
Zoals fig. 6B toont, is het tweede uitvoeringsvoorbeeld verder 30 voorzien van een telescopisch verlengbaar steunframe 19 dat zich achter de 10 zitting 11, de rugsteun 12 en de neksteun 18 uitstrekt. Het steunframe 19, dat in figuren 7 A en 7B nader is weergegeven, omvat een paar evenwijdige, op afstand van elkaar opgestelde buitenbuizen 19a die elk zijn voorzien van een telescopisch uit een boveneinde uitschuifbare binnenbuis 19b. De 5 buiten- en binnenbuizen 19a, 19b zijn voorzien van op elkaar uitlijnbare doorgangen 21 om borgklemmen 20 in te steken om de binnenbuizen 19b in een gewenste telescopische stand te houden. Het spreekt vanzelf dat de binnen- en buitenbuizen 19a 19b op diverse andere manieren losmaakbaar aan elkaar in een gewenste stand kunnen worden bevestigd, bijvoorbeeld 10 door middel van schroef- en/of boutverbindingen, klikverbindingen of een combinatie van deze of andere verbindingsmethoden. De buitenbuizen 19a zijn met ondereinden aan elkaar verbonden door een dwarsstang 22 die zich haaks ten opzichte van de buitenbuizen 19a uitstrekt. De lengte W van deze onderste dwarsstang 22 is in hoofdzaak gelijk aan de breedte van het zitvlak 15 van de zitting 11. Deze dwarsstang 22 strekt zich bovendien in hoofdzaak nabij of langs een ondervlak Q waarop het kinderzitje tijdens gebruik rust, uit. De dwarsstang 22 strekt zich verder zodanig nabij of langs het genoemde ondervlak Q van het kinderzitje uit, dat de dwarsstang 22 tussen een rugsteun en zitting van een volwassenenzitting klembaar is wanneer 20 het kinderzitje met het ondervlak Q op de zitting van de volwassenenzitting is opgesteld. De genoemde binnenbuizen 19b van het steunframe 19 zijn aan een boveneinde aan elkaar verbonden door een bovenste dwarsstang 23. Deze bovenste dwarsstang 23 gaat aan tegenoverliggende uiteinden over in U-vormig buisdelen 24 die zich achter de zijdelen 18b van de neksteun 18 25 uitstrekken ter afsteuning van die zijdelen 18b. De binnenbuizen 19b zijn verder voorzien van haaks daarop aangebrachte J-vormige sehoudergordelgeleiders 29, welke zich achter de genoemde doorhaalopeningen 28 langs uitstrekken. De zitting 11 is losmaakbaar aan het steunframe 19 verbonden, bijvoorbeeld door niet weergegeven riemen, 30 klittenbandverbindingen, klikverbindingen, snelspanners of een combinatie j 11 van deze of andere verbindingsmiddelen. De rugsteun 12 en de neksteun 18 zijn eveneens losmaakbaar aan het steunframe 19 verbonden. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is de rugsteun 12 niet aan de zitting 11 verbonden.
5 Met het steunframe 19 kan het kinderzitje stevig aan een volwassenenzitting worden verbonden. Het kinderzitje kan daarbij door middel van de genoemde onderste dwarsstang 22 stevig en stabiel worden gepositioneerd, bijvoorbeeld door het zitje met die dwarsstang 22 aan een volwassenenzitting te bevestigen. De bevestiging van de dwarsstang 22 aan 10 de volwassenenzitting kan bijvoorbeeld met losmaakbare riemen en/of een starre verbinding geschieden. Doordat de lengte W van de dwarsstang 22 in hoofdzaak gelijk is aan de breedte van het zitvlak van de zitting 11, gaat deze stang 22 zijwaartse overhelling en/of kanteling van het kinderzitje tegen, hetgeen het kinderzitje bijzonder veilig maakt bij een zijdelings 15 botsing van bijvoorbeeld een voertuig waarin het kinderzitje is opgesteld. Doordat de dwarsstang 22 zich zodanig nabij of langs het genoemde ondervlak Q van het kinderzitje uitstrekt, dat die stang 22 tussen een rugsteun en zitting van een volwassenenzitting klembaar is, kan althans het kinderzitje met de zitting 11 stevig aan de volwassenenzitting worden 20 gekoppeld. Daardoor kan worden vermeden dat het kinderzitje van de volwassenenzitting schiet, valt en/of kantelt wanneer geen kind van het zitje gebruik maakt, opdat het zitje geen gevaar voor een omgeving kan vormen.
Tijdens gebruik wordt een schoudergordel van een 25 volwassenenzitting eenvoudig via één van de J-vormige schoudergordelgeleiders 29 en langs de uitsparingen 28 van de armsteunlichamen 15, 16, langs een middel van een kind, geleid. De schoudergordel wordt daarbij aan een gordelbevestigingsinrichting van de volwassenenzitting vastgezet om het kind in het kinderzitje vast te houden.
12
Doordat het steunframe 19 telescopisch uitschuifbaar is uitgevoerd, kan de hoogte van de rugsteun 12 en neksteun 18 ten opzichte van de zitting 11 worden aangepast. De hoogte van de zitting 11 kan eenvoudig worden aangepast met behulp van het verhogingslichaam 14 en het 5 verlengingslichaam 13. Bij de in figuur 6 weergegeven eerste stand zijn het verhogingslichaam 14 en het verlengingslichaam 13 onder de zitting 11 aangebracht om de positie daarvan te verhogen. Bij een niet weergegeven tweede stand van het tweede uitvoeringsvoorbeeld zijn het verhogingslichaam 14 en verlengingslichaam 13 niet onder de zitting 11 10 aangebracht opdat de zitting 11 zich op een lagere positie bevindt. Het verlengingslichaam 13 bovendien tussen het steunframe 19 en de zitting 11 worden geplaatst ter verlenging van het zitvlak van het zitje. In dat geval kan het verlengingslichaam 13 bijvoorbeeld worden vastgemaakt aan het steunframe 19. Zo kan dit uitvoeringsvoorbeeld eveneens op diverse 15 manieren worden aangepast aan de afmetingen van een daarin plaats te nemen kind. Het tweede uitvoeringsvoorbeeld is door de toepassing van frame foam bovendien comfortabel terwijl het een goede steun aan het kind levert. Verder kan dit tweede uitvoeringsvoorbeeld gemakkelijk uit elkaar worden gehaald, bijvoorbeeld voor opslag of transport.
20 Elk van de genoemde basislichamen van de uitvoeringsvoorbeelden wordt bij voorkeur vervaardigd door het basislichaam te vormen uit ten minste twee schuimlichamen, omvattende het ten minste ene oppervlakteschuimlichaam en het ten minste ene bulkschuimlichaam. Elk oppervlakteschuimlichaam wordt bij voorkeur geschuimd bij een andere 25 druk dan elk bulkschuimlichaam. In het bijzonder wordt elk oppervlakteschuimlichaam bij voorkeur geschuimd bij een druk die hoger is dun de tijdens het schuimen heersende atmosferische druk, zodat dat oppervlakteschuimlichaam uit frame foam bestaat. Elk bulkschuimlichaam wordt bij voorkeur juist geschuimd bij een druk die lager is dan de 30 genoemde atmosferische druk, zodat dat bulkschuimlichaam relatief zacht 13 is. Het vormen van deze schuimlichamen kan op diverse manieren geschieden. Zo kan het ten minste ene schuimlichaam worden verkregen door het lichaam in een vomholte te schuimen, welke vormholte de gewenste vorm van het schuimlichaam heeft. Volgens een alternatieve methode wordt 5 het. ten minste ene schuimlichaam verkregen door een schuimblok te schuimen, waarbij het schuimlichaam na het schuimen uit het schuimblok wordt verwijderd, zoals door het schuimlichaam uit het schuimblok te snijden. Nadat de oppervlakte- en bulkschuimlichamen zijn gevormd kunnen deze in een optionele vervolgstap bijvoorbeeld aan elkaar worden 10 bevestigd, zoals door verlijming, om de genoemde basislichamen te vormen.
Elk oppervlakteschuimlichaam, dat zich bijvoorbeeld langs een deel of het gehele oppervlak van het basislichaam kan uitstrekken, verschaft het basislichaam een relatief star, gesloten, glad oppervlak, alsmede vormvastheid. Elk bulkschuimlichaam geeft veerkracht aan het 15 basislichaam. Het schuim kan bijvoorbeeld uit een etherpolyol worden verkregen. Het genoemde oppervlakteschuimlichaam kan bijvoorbeeld een dikte, gemeten in een richting loodrecht op het respectieve buitenoppervlak van het ten minste ene basislichaam hebben in het bereik van 0,5-5 cm. De dichtheid van elk genoemde schuimlichaam kan bijvoorbeeld liggen in het 20 bereik van 10-150 kg/m3.
Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet beperkt is tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Diverse wijzigingen zijn mogelijk binnen het raam van de uitvinding zoals verwoord in de navolgende conclusies.
25 Zo kan het door de uitvinding verschafte kinderzitje voor diverse toepassingen zijn bestemd. Het kinderzitje is bijzonder geschikt voor toepassing in een voertuig en/of vaartuig aangezien het zitje een kind bij plotselinge manoeuvres en een onverhoopte botsing goed op zijn plaats kan houden.
14
Elk basislichaam kan verder bijvoorbeeld van één of verschillende soorten kunststof schuim zijn vervaardigd.
Verder kan een achter het kinderzitje plaatsbaar steunframe 19 bijvoorbeeld zijn uitgevoerd uit verschillende elementen zoals stangen, 5 buizen of dergelijke die van diverse materialen kunnen zijn vervaardigd, bijvoorbeeld hout, kunststof, carbonfiber, metaal of een combinatie van deze of andere materialen.
Voorts kan het kinderzitje zijn voorzien van bekleding, kussens en dergelijke, die al dan niet losmaakbaar aan basiselementen van het zitje 10 zijn verbonden.
Daarnaast is de zitting 1,11 van het kinderzitje bij voorkeur gekoppeld aan een in hoofdzaak star steunelement 22, zoals een starre stang, balk, lat, plaat, buis of dergelijke, dat zich langs een ondervlak Q van het zitje uitstrekt om zijwaartse overhelling en kanteling van het zitje tegen 15 te gaan. Dit steunelement 22 heeft hiertoe ten minste in hoofdzaak dezelfde afmeting als de zitting, gezien in een breedterichting van het zitvlak van de zitting. Bij voorkeur is de afmeting van het steunelement 22 gezien in de breedterichting van de zitting, groter dan het zitvlak, opdat het steunelement 22 een bijzonder goede zijwaartse stabiliteit van het 20 kinderzitje verschaft.
Verder kunnen de basislichamen op diverse manieren losmaakbaar aan elkaar worden verbonden, bijvoorbeeld door middel van klittenband, drukknoopverbindingen, touw, riemen, klikverbindingen, klemverbindingen of een combinatie van deze of andere losmaakbare verbindingen.
' 25

Claims (44)

1. Kinderzitje, voorzien van een zitting en een rugsteun, met het kenmerk, dat het kinderzitje losmaakbaar aan elkaar verbindbare basislichamen (1, 2, 3, 4, 5, 6; 11, 12, 13, 14, 15, 16) omvat, waarbij een eerste basislichaam de zitting (1; 11) omvat, waarbij een tweede 5 basislichaam de rugsteun (2; 12) omvat, waarbij de zitting (1; 11) en rugsteun (2; 12) in ten minste een eerste losmaakbaar aan elkaar verbonden stand brengbaar zijn ten behoeve van het vormen van het kinderzitje.
2. Kinderzitje volgens conclusie 1, waarbij elk basislichaam (1, 2, 3, 4, 5, 6; 11, 12, 13, 14, 15, 16) in hoofdzaak uit ten minste één kunststof 10 schuimlichaam bestaat.
3. Kinderzitje volgens conclusie 2, waarbij ten minste één basislichaam (1, 2, 3, 4, 5, 6; 11, 12, 13, 14, 15, 16) is voorzien van ten minste één oppervlakteschuimlichaam dat zich langs een buitenoppervlak van het basislichaam uitstrekt, waarbij het basislichaam is voorzien van ten 15 minste één bulkschuimlichaam dat zich uitstrekt langs het ten minste ene oppervlakteschuimlichaam, waarbij het ten minste ene oppervlakteschuimlichaam van het respectieve basislichaam is vervaardigd van een strammer kunststof schuim dan het ten minste ene bulkschuimlichaam.
4. Kinderzitje volgens conclusie 3, waarbij het ten minste ene oppervlakteschuimlichaam aan het ten minste ene bulkschuimlichaam is bevestigd ter vorming van het respectieve basislichaam (1, 2, 3, 4, 5, 6; 11, 12, 13, 14, 15, 16).
5. Kinderzitje volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het 25 genoemde basislichaam (1, 2, 3, 4, 5, 6; 11, 12, 13, 14, 15, 16) is voorzien van een omsluiting die is ingericht om het ten minste ene oppervlakteschuimlichaam en het ten minste ene bulkschuimlichaam samen te houden ter vorming van respectieve basislichaam.
6. Kinderzitje volgens één van de conclusies 3-5, waarbij het genoemde oppervlakteschuimlichaam een dikte, gemeten in een richting 5 loodrecht op het respectieve buitenoppervlak van het ten minste ene basislichaam (1, 2, 3, 4, 5, 6; 11, 12, 13, 14, 15, 16), heeft in het bereik van 0,5-5 cm.
7. Kinderzitje volgens één van de conclusies 3-6, waarbij het ten minste ene oppervlakteschuimlichaam is vervaardigd van frame foam.
8. Kinderzitje volgens één van de conclusies 3-7, waarbij het ten minste ene bulkschuimlichaam is vervaardigd van schuim dat bij een lagere druk is geschuimd dan de tijdens het schuimen heersende atmosferische druk.
0. Kinderzitje volgens conclusie één van de conclusies 2-8, waarbij de 15 dichtheid van elk kunststof schuimlichaam ligt in het bereik van 10-150 kg/m:!.
10. Kinderzitje volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de zitting (1) en rugsteun (2) met naar elkaar toe gekeerde zijden direct aan elkaar verbindbaar zijn bij de genoemde eerste stand.
11. Kinderzitje volgens conclusie 10, waarbij de naar elkaar toe gekeerde zijden van de rugsteun (2) en de zitting (1) zich in hoofdzaak in een vlak (V) uitstrekken dat een hoek kleiner dan 90° insluit met een bovenzijde van de zitting (1).
12. Kinderzitje volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de 25 zitting (1; 11) en rugsteun (2; 12) met een derde basislichaam (3; 13) in ten minste een tweede losmaakbaar aan elkaar verbonden stand brengbaar zijn, waarbij het derde basislichaam (3; 13) is ingericht om de zitting (1; 11) en rugsteun (2; 12) op afstand van elkaar te houden.
13. Kinderzitje volgens althans conclusies 10 en 12, waarbij het derde 30 basislichaam (3) is ingericht om de rugsteun (2) bij de tweede stand op een J hogere positie te houden dan de positie waarin de rugsteun (2) zich bevindt bij de eerste stand van de rugsteun (2) en zitting (1).
14. Kinderzitje volgens conclusie 12 of 13, waarbij het derde basislichaam (3; 13) zich tussen de zitting (1; 11) en de rugsteun (2; 12) 5 uitstrekt bij de genoemde tweede stand.
15. Kinderzitje volgens één van de conclusies 12-14, waarbij het derde basislichaam (3; 13) blokvormig is en een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede heeft.
16. Kinderzitje volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de 10 basislichamen een verlengingslichaam (3; 13) omvatten dat losmaakbaar aan een uiteinde van de zitting (1; 11) is verbonden, waarbij het verlengingslichaam (3; 13) zodanig is gevormd dat het een verlenging van een zitvlak van de zitting (1; 11) vormt.
17. Kinderzitje volgens althans conclusies 12 en 16, waarbij het derde 15 basislichaam het verlengingslichaam (3) omvat.
16. Kinderzitje volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de basislichamen zijn voorzien van een losmaakbaar onder de zitting (1; 11) verbindbaar verhogingslichaam (4; 14) om ten minste de positie van de zitting (1; 11) te verhogen.
19. Kinderzitje volgens althans conclusies 12 en 18, waarbij het verhogingslichaam (4; 14) en het derde basislichaam (3; 13) zijn ingericht om gezamenlijk losmaakbaar aan de onderzijde van de zitting (1; 11) te worden verbonden.
20. Kinderzitje volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de 25 basislichamen twee armsteunlichamen (5, 6; 15, 16) omvatten die elk losmaakbaar aan de zitting (1; 11) en/of de rugsteun (2; 12) verbindbaar zijn.
21. Kinderzitje volgens conclusie 20, waarbij elk armsteunlichaam (5, 6) in hoofdzaak L-vormig is uitgevoerd, zodanig dat het armsteunlichaam 30 twee armsteundelen (5a, 5b, 6a, 6b) van verschillende lengtes omvat, welke twee armsteundelen (5a, 5b, 6a, 6b) zich in hoofdzaak loodrecht op elkaar uitstrekken, waarbij elk armsteundeel (5a, 5b, 6a, 6b) met een vrij uiteinde losmaakbaar aan de zitting (1) en/of rugsteun (2) verbindbaar is.
22. Kinderzitje volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij 5 basislichamen (1, 2, 3, 4, 5, 6; 11, 12, 13, 14, 15, 16) zijn voorzien losmaakbare klittenbandverbindingen om de basislichamen losmaakbaar aan elkaar te verbinden.
23. Kinderzitje volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het kinderzitje is voorzien van een steunframe (19) dat zich ten minste langs 10 achterzijden van de zitting (11) en de rugsteun (12) uitstrekt.
24. Kinderzitje volgens conclusie 23, waarbij het steunframe (19) is voorzien van schoudergordelgeleiders (29) om volwassenen-schoudergordels te geleiden voor het vasthouden van het kinderzitje en een zich tijdens gebruik in het zitje bevindend kind.
25. Kinderzitje volgens één van de conclusies 23-24, waarbij de zitting (11) en de rugsteun (12) elk losmaakbaar aan elkaar zijn verbonden via het steunframe (19).
26. Kinderzitje volgens conclusie 25, waarbij het steunframe (19) in lengte instelbaar is ten behoeve van het veranderen van de afstand tussen 20 de zitting (11) en de rugsteun (12).
27. Kinderzitje volgens althans conclusie 23, waarbij de rugsteun (12) losmaakbaar aan het steunframe (19) is verbonden.
28. Kinderzitje volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de zitting (1; 11) is ingericht om in een van de rugsteun (2; 12) losgemaakte 25 stand als zitverhoging van een zitting van een volwassenenzitting te worden gebruikt.
29. Kinderzitje, voorzien van een zitting (11) en een rugsteun (12), waarbij de zitting (11) is gekoppeld aan een in hoofdzaak star steunelement (22) dat -gezien in een breedterichting van de zitting (22)- ten minste in 30 hoofdzaak dezelfde afmeting (W) heeft als een zitvlak van de zitting (11), "t O " ' - : ' J waarbij het steunelement (22) zich in hoofdzaak nabij of langs een ondervlak (Q) waarop het kinderzitje tijdens gebruik rust, uitstrekt.
30. Kinderzitje volgens conclusie 29, waarbij het steunelement (22) zich zodanig nabij of langs het genoemde ondervlak (Q) van het kinderzitje 5 uitstrekt, dat het steunelement (22) tussen een rugsteun en zitting van een volwassenenzitting klembaar is wanneer het kinderzitje met het ondervlak (Q) op de zitting van de volwassenenzitting is opgesteld.
31. Kinderzitje volgens ten minste conclusies 23 en 29, waarbij het steunframe (19) aan een ondereinde is voorzien van het genoemde 10 steunelement (22).
32. Systeem, voorzien van losmaakbaar aan elkaar verbindbare basislichamen (1, 2, 3, 4, 5, 6; 11, 12, 13, 14, 15, 16) ter vorming van een kinderzitje volgens ten minste conclusie 1.
33. Voertuig en/of vaartuig, voorzien van een kinderzitje volgens één 15 van de conclusies 1-31.
34. Werkwijze voor het vervaardigen van een basislichaam van een kinderzitje, waarbij het basislichaam (1, 2, 3, 4, 5, 6; 11, 12, 13, 14, 15, 16) wordt gevormd uit ten minste één kunststof schuimlichaam.
35. Werkwijze volgens conclusie 34, waarbij het basislichaam (1, 2, 3, 20 4, 5, 6; 11, 12, 13, 14, 15, 16) wordt gevormd uit ten minste twee schuimlichamen, waarbij het ten minste ene schuimlichaam van het basislichaam wordt geschuimd bij een andere druk dan het ten minste tweede schuimlichaam van het basislichaam.
36. Werkwijze volgens conclusie 34 of 35, waarbij het ten minste ene 25 kunststof schuimlichaam wordt geschuimd bij andere druk dan de tijdens het schuimen heersende atmosferische druk.
37. Werkwijze volgens conclusie 36, waarbij het ten minste ene kunststof schuimlichaam wordt geschuimd bij een druk die hoger is dan de genoemde atmosferische druk.
38. Werkwijze volgens conclusie 37, waarbij het ten minste tweede kunststof schuimlichaam wordt geschuimd bij een druk die lager is dan de genoemde atmosferische druk.
39. Werkwijze volgens één van de conclusies 34-38, waarbij het ten 5 minste ene schuimlichaam wordt verkregen door het lichaam in een vormholte te schuimen, welke vormholte de gewenste vorm van het schuimlichaam heeft.
40. Werkwijze volgens één van de conclusies 34-39, waarbij het ten minste ene schuimlichaam wordt verkregen door een schuimblok te 10 schuimen, waarbij het schuimlichaam na het schuimen uit het schuimblok wordt verwijderd, zoals door het schuimlichaam uit het schuimblok te snijden.
41. Werkwijze volgens één van de conclusies 34-40, waarbij het schuim uit een etherpolyol wordt verkregen.
42. Gebruik van een kinderzitje volgens althans conclusie 1, waarbij de zitting (1; 11) in een van de rugsteun (2; 12) losgemaakte stand als zitverhoging op een zitting van een volwassenenzitting wordt geplaatst.
43 Gebruik van een kinderzitje volgens althans conclusie 29, waarbij het kinderzitje op een volwassenenzitting wordt opgesteld, waarbij het 20 steunelement (22) van het kinderzitje tussen een rugsteun en zitting van de volwassenenzitting wordt geklemd.
44. Zitting, kennelijk bestemd voor een kinderzitje volgens één van de conclusies 1-31.
NL1020450A 2002-04-22 2002-04-22 Kinderzitje, alsmede een systeem en een werkwijze voor het vervaardigen van een basislichaam van een kinderzitje. NL1020450C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020450A NL1020450C2 (nl) 2002-04-22 2002-04-22 Kinderzitje, alsmede een systeem en een werkwijze voor het vervaardigen van een basislichaam van een kinderzitje.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020450A NL1020450C2 (nl) 2002-04-22 2002-04-22 Kinderzitje, alsmede een systeem en een werkwijze voor het vervaardigen van een basislichaam van een kinderzitje.
NL1020450 2002-04-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020450C2 true NL1020450C2 (nl) 2003-10-23

Family

ID=29728838

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020450A NL1020450C2 (nl) 2002-04-22 2002-04-22 Kinderzitje, alsmede een systeem en een werkwijze voor het vervaardigen van een basislichaam van een kinderzitje.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1020450C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3670252A1 (en) * 2018-12-19 2020-06-24 BRITAX RÖMER Kindersicherheit GmbH Child safety seat

Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2840536A1 (de) * 1978-09-18 1980-03-27 Stahl Gurt Bandweberei Kindersitz fuer fahrzeuge
US4274674A (en) * 1978-09-11 1981-06-23 Baby Relax Safety seat for transporting a child in a motor vehicle
US4436341A (en) * 1981-06-22 1984-03-13 Maurice Converse Infant safety car seat
GB2215594A (en) * 1988-03-16 1989-09-27 Bsrd Ltd A child's vehicle seat
EP0576847A2 (de) * 1992-06-02 1994-01-05 Margarete Schräder Anpassung der Sitzhöhe eines Kindes an ein in einem Fahrzeug installiertes Sicherheitsgurtsystem
DE4337360A1 (de) * 1992-11-02 1994-05-05 Takata Corp Kinderrückhalte- und -schutzsitz für ein Fahrzeug
DE9410300U1 (de) * 1994-06-15 1994-11-10 ACTIVline GmbH & Co. KG, 55469 Simmern Zweiteiliger bzw. einteiliger Kindersitz für die Altersgruppen: 8 Mon. bis 4 J. (9 bis 18 kg) und 4 J. bis 12 J. (15 bis 36 Kg)
EP0751033A2 (de) * 1995-06-30 1997-01-02 Margarete Schräder Autokindersitz
JPH09164867A (ja) 1995-12-13 1997-06-24 Bridgestone Corp チャイルドシ−トカバ−
US5964502A (en) * 1996-10-25 1999-10-12 Evenflo Company, Inc. High-back child restraint system
DE19928853C1 (de) * 1999-06-24 2000-08-10 Daimler Chrysler Ag Fahrzeugsitz, insbesondere ein Sitz für die Bestuhlung einer Großraumlimousine

Patent Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4274674A (en) * 1978-09-11 1981-06-23 Baby Relax Safety seat for transporting a child in a motor vehicle
DE2840536A1 (de) * 1978-09-18 1980-03-27 Stahl Gurt Bandweberei Kindersitz fuer fahrzeuge
US4436341A (en) * 1981-06-22 1984-03-13 Maurice Converse Infant safety car seat
GB2215594A (en) * 1988-03-16 1989-09-27 Bsrd Ltd A child's vehicle seat
EP0576847A2 (de) * 1992-06-02 1994-01-05 Margarete Schräder Anpassung der Sitzhöhe eines Kindes an ein in einem Fahrzeug installiertes Sicherheitsgurtsystem
DE4337360A1 (de) * 1992-11-02 1994-05-05 Takata Corp Kinderrückhalte- und -schutzsitz für ein Fahrzeug
DE9410300U1 (de) * 1994-06-15 1994-11-10 ACTIVline GmbH & Co. KG, 55469 Simmern Zweiteiliger bzw. einteiliger Kindersitz für die Altersgruppen: 8 Mon. bis 4 J. (9 bis 18 kg) und 4 J. bis 12 J. (15 bis 36 Kg)
EP0751033A2 (de) * 1995-06-30 1997-01-02 Margarete Schräder Autokindersitz
JPH09164867A (ja) 1995-12-13 1997-06-24 Bridgestone Corp チャイルドシ−トカバ−
US5964502A (en) * 1996-10-25 1999-10-12 Evenflo Company, Inc. High-back child restraint system
DE19928853C1 (de) * 1999-06-24 2000-08-10 Daimler Chrysler Ag Fahrzeugsitz, insbesondere ein Sitz für die Bestuhlung einer Großraumlimousine

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1997, no. 10 31 October 1997 (1997-10-31) *

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3670252A1 (en) * 2018-12-19 2020-06-24 BRITAX RÖMER Kindersicherheit GmbH Child safety seat

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4230366A (en) Automotive seat with built-in child restraint
US5507550A (en) Highchair
US3596986A (en) Baby seat
JP3007149B2 (ja) 拡張可能かつ収容可能な幼児用車両シート
US7942478B2 (en) Human form child car seat
US20160001804A1 (en) Infant stroller apparatus
US7070240B2 (en) Head restraint arrangement for a vehicle seat and vehicle seat fitted with said head restraint arrangement, particularly spare seat
US9771007B2 (en) Multi-position rear-facing child seat
US7464990B2 (en) Child safety seat support apparatus
EP0627339A1 (en) Dual position child restraint with movable base support
GB2247614A (en) Infant seat apparatus
US6676213B1 (en) Dimensionally adjustable booster seat
EP3053485B1 (en) Adjustable booster seat
US20180056831A1 (en) Headrest assembly with mirror
US6641164B2 (en) Holder, such as a stroller assembly, and method for attaching an infant seat
JP6924218B2 (ja) 車両構造
KR20210121165A (ko) 어린이 안전 시트 조립체
US20120032477A1 (en) Character form child seat
NL1020450C2 (nl) Kinderzitje, alsmede een systeem en een werkwijze voor het vervaardigen van een basislichaam van een kinderzitje.
US6702379B2 (en) Movable seat protector for vehicle seat
CA2314810A1 (en) Seating apparatus
US20070007789A1 (en) Tailgate recliner
GB2166691A (en) An infant carriage
GB2511530A (en) A headrest
US3652127A (en) Counterbalanced folding seats with position lock

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20061101