NL1020444C2 - Draaggestel voor een landbouwmachine. - Google Patents

Draaggestel voor een landbouwmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL1020444C2
NL1020444C2 NL1020444A NL1020444A NL1020444C2 NL 1020444 C2 NL1020444 C2 NL 1020444C2 NL 1020444 A NL1020444 A NL 1020444A NL 1020444 A NL1020444 A NL 1020444A NL 1020444 C2 NL1020444 C2 NL 1020444C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
support frame
agricultural machine
frame
point connection
usual
Prior art date
Application number
NL1020444A
Other languages
English (en)
Inventor
Joris Jan Hiddema
Original Assignee
Lely Entpr Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Entpr Ag filed Critical Lely Entpr Ag
Priority to NL1020444A priority Critical patent/NL1020444C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1020444C2 publication Critical patent/NL1020444C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B63/00Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements
    • A01B63/02Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements mounted on tractors
    • A01B63/023Lateral adjustment of their tools
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B59/00Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements
    • A01B59/06Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines mounted on tractors
    • A01B59/066Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines mounted on tractors of the type comprising at least two lower arms and one upper arm generally arranged in a triangle (e.g. three-point hitches)
    • A01B59/067Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines mounted on tractors of the type comprising at least two lower arms and one upper arm generally arranged in a triangle (e.g. three-point hitches) the lower arms being lifted or lowered by power actuator means internally incorporated in the tractor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

DRAAGGESTEL VOOR EEN LANDBOUWMACHINE
De uitvinding heeft betrekking op een draaggestel voor een landbouwmachine, zoals een maaimachine, volgens de 5 aanhef van conclusie 1.
Een dergelijk draaggestel is bekend uit DE-UM-9213458. In dit bekende draaggestel is de lagering door van de lagering af naar boven gerichte armen verbindbaar met de bovenste bevestiging van het draaggestel aan de driepunts-10 verbinding en door van de lagering af naar beneden gerichte armen verbindbaar met de onderste bevestiging van het draaggestel aan de driepuntsverbinding. Wanneer er op de landbouwmachine, zoals bijvoorbeeld een maaimachine, grote krachten werken, kunnen deze krachten zich nadelig uitwerken 15 op de lagering, waardoor de onderlinge verschuiving van de delen van het draaggestel bemoeilijkt, zo niet onmogelijk wordt. Verder dienen de armen van een zodanige zware en relatief dure constructie te zijn dat bij het optreden van grote krachten de stand van de maai-elementen ten opzichte 20 van het te maaien gewas niet verandert.
Het is onder meer een doel van de uitvinding een draaggestel voor een landbouwmachine, zoals een maaimachine, te verschaffen met een zodanige constructie dat grote op de landbouwmachine werkende krachten weinig of geen nadelige 25 invloeden hebben op de landbouwbewerking zelf.
Hiertoe bevat een draaggestel voor een landbouwmachine, zoals een maaimachine, van de boven beschreven soort volgens de uitvinding de maatregelen van het kenmerk van conclusie 1. Juist doordat het tweede deel van het draagge-30 stel nabij de bovenste bevestiging van het draaggestel aan de driepuntsverbinding in respectievelijk aan het eerste deel van het draaggestel is gelagerd wordt er eenvoudig de mogelijkheid verschaft de constructie van het draaggestel zodanig te maken dat op de landbouwmachine werkende krachten 35 geen nadelige invloeden op de landbouwbewerking hebben.
102 04 J4 2
Teneinde onderlinge kanteling van het eerste deel en tweede deel in een richting met de gebruikelijke rijrichting van de landbouwmachine mee of in een richting tegengesteld aan de gebruikelijke rijrichting van de landbouwmachi-5 ne te voorkomen zijn in een uitvoering van een draaggestel volgens de uitvinding zowel het eerste deel als het tweede deel nabij de onderste bevestiging van het draaggestel aan de driepuntsverbinding voorzien van samenwerkende onderste anti-kanteloppervlakken. Bij voorkeur is zowel het eerste 10 deel als het tweede deel boven de lagerstang van het draaggestel voorzien van samenwerkende bovenste anti-kanteloppervlakken.
Een constructief eenvoudig draaggestel kan worden verkregen wanneer het tweede deel van het draaggestel uit-15 sluitend door de lagerstang van het eerste deel van het draaggestel wordt gedragen.
Teneinde de onderlinge verschuiving van het eerste en tweede deel te bevorderen zijn de anti-kanteloppervlakken gevormd door glijvlakken. Bij voorkeur zijn de glijvlakken 20 althans gedeeltelijk van kunststof.
In een uitvoering van een draaggestel volgens de uitvinding worden de samenwerkende anti-kanteloppervlakken gevormd door ten minste één op het eerste deel aangebrachte anti-kantelstang en een in het tweede deel aangebrachte an-25 ti-kantelboring of vice versa, waarbij de anti-kantelboring geschikt is voor het opnemen van de anti-kantelstang.
De uitvinding zal hierna nader worden verduidelijkt aan de hand van in de tekening weergegeven uitvoeringsvoor-30 beelden. Hierin toont:
Figuur 1 schematisch een bovenaanzicht van een eerste uitvoering van een draaggestel volgens de uitvinding,
Figuur 2 schematisch een vooraanzicht van het draaggestel van figuur 1, 3
Figuur 3 schematisch een zij-aanzicht van het draaggestel van figuur 1,
Figuur 4 schematisch in perspectief het draaggestel van figuur 1, 5 Figuur 5, schematisch in perspectief een tweede uitvoering van een draaggestel volgens de uitvinding, en
Figuur 6 schematisch in zij-aanzicht het draaggestel van figuur 5.
10 In de figuren 1 tot en met 4 is schematisch een eerste uitvoering van een draaggestel 1 voor een landbouwmachine, zoals bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend een maaima-chine weergegeven. De landbouwmachine kan zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde van het een voertuig zijn ge-15 plaatst. Hierbij kan het voertuig een duwend, trekkend of aandrijvend voertuig zijn, zoals bijvoorbeeld een tractor. De uitvinding zal hierna bij wijze van niet beperkend voorbeeld worden beschreven aan de hand van een tractor als voertuig.
20 Het draaggestel 1 is voorzien van een eerste deel 2 dat via een bovenste verbinding 5 en een onderste bevestiging 8 (gevormd door twee bevestigingspunten) bevestigbaar is aan de driepuntsverbinding van de tractor. Verder heeft het draaggestel 1 een tweede deel 3, dat bevestigbaar is aan 25 de landbouwmachine. Het tweede deel 3 van het draaggestel 1 is in respectievelijk aan het eerste deel 2 van het draaggestel 1 in een dwarsrichting ten opzichte van de gebruikelijke rijrichting van de landbouwmachine verschuifbaar gelagerd.
30 Het draaggestel 1 is verder voorzien van een in- stelmiddel 4, bijvoorbeeld een pneumatisch of hydraulisch werkende cilinder, voor het instellen van de positie van het eerste deel 2 ten opzichte van het tweede deel 3.
In het in figuren 1 tot en met 4 weergegeven uit-35 voeringsvoorbeeld wordt het eerste deel 2 gevormd door een 4 bovenste dwarsprofiel 21, waaraan de bovenste bevestiging 5 is aangebracht. Nabij de uiteinden van het dwarsprofiel 21 zijn naar beneden gerichte verbindingsprofielen 22, 23 aan gebracht. Aan de vrije uiteinden van de verbindingsprofielen 5 22, 23 zijn glijdprofielen 24, 25 aangebracht die evenwijdig aan het bovenste dwarsprofiel 21 lopen. In het weergegeven voorbeeld zijn er twee glijdprofielen getoond, hoewel het eveneens mogelijk is dat de twee glijdprofielen worden gevormd door één glijdprofiel.
ïo Evenwijdig aan het bovenste dwarsprofiel 21, i.e.
nabij de bovenste bevestiging 5 van het draaggestel 1 aan de driepuntsverbinding, is een lagerstang 6 aangebracht. De la-gerstang 6 strekt zich in het weergegeven uitvoeringsvoor-beeld uit over althans tenminste nagenoeg de gehele breedte 15 van het bovenste dwarsprofiel 21, waarvan de lengte in het weergegeven voorbeeld bepalend is voor de breedte van het draaggestel 1.
In het in figuren 1 tot en met 4 weergegeven uit-voeringsvoorbeeld wordt het tweede deel 3 gevormd door een 20 bovenste dwarsprofiel 26. Nabij de uiteinden van het bovenste dwarsprofiel 26 zijn naar beneden gerichte verbindingsprof ielen 27, 28 aangebracht. Aan de vrije uiteinden van de verbindingsprof ielen 27, 28 is de aankoppel driehoek 29 voor de landbouwmachine aangebracht. In elk van de verbindings-25 profielen 27, 28 is een boring 7 aangebracht voor het opnemen van de lagerstang 6. Aldus is het tweede deel 3 van het draaggestel 1 nabij de bovenste bevestiging 5 van het draaggestel 1 aan de driepuntsverbinding in respectievelijk aan het eerste deel 2 van het draaggestel 1 in een dwarsrichting 30 ten opzichte van de gebruikelijke rijrichting van de landbouwmachine verschuifbaar gelagerd.
Het eerste deel 2 en het tweede deel 3 zijn zodanig ten opzichte van elkaar gepositioneerd dat de verbindingsprof ielen 27, 28 van het tweede deel 3 komen te liggen tegen 35 de glijdprof ielen 24, 25 van het eerste deel 2. Aldus worden 5 nabij de onderste bevestiging 8 van het draaggestel 1 aan de driepuntsverbinding door zowel het eerste deel 2 als het tweede deel 3 samenwerkende onderste anti-kanteloppervlakken 9, 10, 11, en 12 gevormd om te voorkomen dat het eerste deel 5 2 ten opzichte van het tweede deel 3 in een richting met de gebruikelijke rijrichting van de landbouwmachine mee of in een richting tegengesteld aan de gebruikelijke rijrichting van de landbouwmachine kantelt. Hoewel in de figuren 1 tot en met 4 de verbindingsprofielen 27, 28 aanliggend tegen de ïo glijdprofielen 24, 25 zijn getekend, kunnen de glijdprofie len alternatief U-vormig zijn uitgevoerd, zodat de glijdpro-fielen de verbindingsprofielen van het tweede deel als het ware opsluiten.
Boven de lagerstang 6 van het draaggestel 1 is zo-15 wel het eerste deel 2 als het tweede deel 3 voorzien van samenwerkende bovenste anti-kanteloppervlakken 17 respectievelijk 18 voor het voorkomen van onderlinge kanteling van het eerste deel 2 en tweede deel 3 in een richting met de gebruikelijke rijrichting van de landbouwmachine mee of in een 20 richting tegengesteld aan de gebruikelijke rijrichting van de landbouwmachine. Ook hier geldt dat de constructie zodanig kan zijn dat bijvoorbeeld het bovenste dwarsprofiel is opgesloten.
Aangezien in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld 25 het eerste deel 2 en het tweede deel 3 ter plaatse van de anti-kanteloppervlakken tegen elkaar aanliggen, heeft het vanwege het verbeteren van de onderlinge verschuiving van de twee delen voordeel wanneer deze anti-kanteloppervlakken worden gevormd door glijvlakken. In het bijzonder zijn de 30 glijvlakken althans gedeeltelijk van kunststof vervaardigd, zodat geen smering nodig is.
In de eerste uitvoering wordt het tweede deel 3 van het draaggestel 1 uitsluitend door de lagerstang 6 van het eerste deel 2 van het draaggestel 1 gedragen. Hierbij is het 35 tweede deel bij voorkeur voorzien van een middendraagarm 30 6 die geplaatst is tussen de verbindingsprofielen 27, 28 van het tweede deel 3 van het draaggestel.
In de figuren 5 en 6 is schematisch een tweede uitvoering van een draaggestel 1 voor een landbouwmachine, zo-5 als bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend een maaimachine weergegeven. De landbouwmachine kan zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde van het voertuig zijn geplaatst.
Het draaggestel 1 is voorzien van een eerste deel 2 dat via een bovenste verbinding 5 en een onderste bevesti-io ging 8 (gevormd door twee bevestigingspunten) bevestigbaar is aan de driepuntsverbinding van de tractor. Verder heeft het draaggestel 1 een tweede deel 3, dat bevestigbaar is aan de landbouwmachine. Het tweede deel 3 van het draaggestel 1 is in respectievelijk aan het eerste deel 2 van het draagge-15 stel 1 in een dwarsrichting ten opzichte van de gebruikelijke rijrichting van de landbouwmachine verschuifbaar gelagerd.
Het draaggestel 1 is verder voorzien van een in-stelmiddel 4, bijvoorbeeld een pneumatisch of hydraulisch 20 werkende cilinder, voor het instellen van de positie van het eerste deel 2 ten opzichte van het tweede deel 3.
In het in figuren 5 en 6 weergegeven uitvoerings-voorbeeld wordt het eerste deel 2 gevormd door een bovenste dwarsprofiel 31, waaraan de bovenste bevestiging 5 is aange-25 bracht. Nabij de uiteinden van het dwarsprofiel 31 zijn naar beneden gerichte verbindingsprofielen 32, 33 aangebracht.
Aan de vrije uiteinden van de verbindingsprof ielen 32, 33 zijn dwarsprofielen 34 in de vorm van kokerprofielen aangebracht die evenwijdig aan het bovenste dwarsprofiel 31 lo-30 pen. Aan één van de onderste dwarsprofielen 34 grijpt een uiteinde van het instelmiddel 4 aan. Evenwijdig aan de onderste dwarsprofielen 34 lopen twee lagerstangen 13 en 15, die tevens functioneren als anti-kantelstangen. Het andere einde van het instelmiddel 4 grijpt op een profiel van het • f · ~ '·· · A 4 • · · ··· v 7 tweede deel aan, welk profiel aan beide uiteinden in de ko-kerprofielen 34 schuifbaar opgenomen is.
Evenwijdig aan het bovenste dwarsprofiel 31, i.e. nabij de bovenste bevestiging 5 van het draaggestel 1 aan de 5 driepuntsverbinding, is een lagerstang 6 aangebracht. De la-gerstang 6 strekt zich in het weergegeven uitvoeringsvoor-beeld uit over een deel van de breedte van het bovenste dwarsprofiel 31.
In het in figuren 5 en 6 weergegeven uitvoerings-io voorbeeld wordt het tweede deel 3 gevormd door een bovenste arm 35, en twee onderste armen 36 en 37. Aan de armen 35, 36 en 37 is de aankoppel driehoek 29 voor de landbouwmachine aangebracht. In elk van de armen 35, 36, 37 is een boring 7, 16 respectievelijk 14 aangebracht voor het opnemen van de 15 lagerstang 6, 15 respectievelijk 13. Aldus is het tweede deel 3 van het draaggestel 1 nabij de bovenste bevestiging 5 van het draaggestel 1 en nabij de onderste bevestiging 8 aan de driepuntsverbinding in respectievelijk aan het eerste deel 2 van het draaggestel 1 in een dwarsrichting ten op-20 zichte van de gebruikelijke rijrichting van de landbouwmachine verschuifbaar gelagerd.
Het eerste deel 2 en het tweede deel 3 zijn zodanig ten opzichte van elkaar gepositioneerd dat de lagerstangen 6, 13, 15 met weinig speling zijn opgenomen in de boringen 25 7, 14, 16, en wel zodanig dat deze onderling tegen elkaar komen te liggen. Aldus worden zowel nabij de bovenste bevestiging 5 als nabij de onderste bevestiging 8 van het draaggestel 1 aan de driepuntsverbinding door zowel het eerste deel 2 als het tweede deel 3 samenwerkende onderste anti-30 kant el oppervlakken gevormd door de aanligvlakken van de lagerstangen en de boringen om te voorkomen dat het eerste deel 2 ten opzichte van het tweede deel 3 in een richting met de gebruikelijke rijrichting van de landbouwmachine mee of in een richting tegengesteld aan de gebruikelijke rij-35 richting van de landbouwmachine kantelt.
8
Aangezien in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld het eerste deel 2 en het tweede deel 3 ter plaatse van de boringen 7, 14, 16 tegen elkaar aanliggen, heeft het vanwege het verbeteren van de onderlinge verschuiving van de twee 5 delen voordeel wanneer deze boringen zijn uitgevoerd als glijvlakken. In het bijzonder zijn de glijvlakken althans gedeeltelijk van kunststof vervaardigd, zodat geen smering nodig is.
In de tweede uitvoering wordt het tweede deel 3 van ïo het draaggestel 1 door de lagerstangen 6, 13 en 15 van het eerste deel 2 van het draaggestel 1 gedragen.

Claims (10)

1. Draaggestel (1) voor een landbouwmachine, zoals een maaimachine, welk draaggestel (1) bevestigbaar is aan de 5 driepuntsverbinding van een voertuig, zoals een tractor, waarbij het draaggestel (1) is voorzien van een eerste deel (2) en een tweede deel (3), waarbij het eerste deel (2) van het draaggestel (1) bevestigbaar is aan de driepuntsverbin-ding en het tweede deel (3) van het draaggestel (1) beves- ïo tigbaar is aan de landbouwmachine, waarbij het tweede deel (3) van het draaggestel (1) in respectievelijk aan het eerste deel (2) van het draaggestel (1) in een dwarsrichting ten opzichte van de gebruikelijke rijrichting van de landbouwmachine verschuifbaar gelagerd is, en waarbij het draag- 15 gestel (1) is voorzien van een instelmiddel (4) voor het instellen van de positie van het eerste deel (2) ten opzichte van het tweede deel (3) , met het kenmerk, dat het tweede deel (3) van het draaggestel (1) nabij de bovenste bevestiging (5) van het draaggestel (1) aan de driepuntsverbinding 20 in respectievelijk aan het eerste deel (2) van het draaggestel (1) in een dwarsrichting ten opzichte van de gebruikelijke rijrichting van de landbouwmachine verschuifbaar is gelagerd.
2. Draaggestel (1) volgens conclusie 1, met het ken-25 merk, dat het eerste deel (2) van het draaggestel (1) nabij de bovenste bevestiging (5) van het draaggestel (1) aan de driepuntsverbinding is voorzien van een lagerstang (6), waarbij het tweede deel (3) van het draaggestel (1) is voorzien van een boring (7) voor het opnemen van de lagerstang 30 (6) .
3. Draaggestel (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat nabij de onderste bevestiging (8) van het draaggestel (1) aan de driepuntsverbinding zowel het eerste deel (2) als het tweede deel (3) is voorzien van sa- 35 menwerkende onderste anti-kanteloppervlakken (9 - 16) voor het voorkomen van onderlinge kanteling van het eerste deel (2) en het tweede deel (3) in een richting met de gebruikelijke rijrichting van de landbouwmachine mee of in een richting tegengesteld aan de gebruikelijke rijrichting van de 5 landbouwmachine.
4. Draaggestel (1) volgens conclusie 2 of 3 onder verwijzing naar conclusie 2, met het kenmerk, dat boven de lagers tang (6) van het draaggestel (1) zowel het eerste deel (2) als het tweede deel (3) is voorzien van samenwerkende 10 bovenste anti-kanteloppervlakken (17 - 20) voor het voorkomen van onderlinge kanteling van het eerste deel (2) en het tweede deel (3) in een richting met de gebruikelijke rijrichting van de landbouwmachine mee of in een richting tegengesteld aan de gebruikelijke rijrichting van de landbouw-15 machine.
5. Draaggestel (1) volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de lagerstang (6) zich althans tenminste over nagenoeg de gehele breedte van het draaggestel (1) uit-strekt.
6. Draaggestel (1) volgens conclusie 5, met het ken merk, dat het tweede deel (3) van het draaggestel (1) uitsluitend door de lagerstang (6) van het eerste deel (2) van het draaggestel (1) wordt gedragen.
7. Draaggestel (1) volgens conclusie 6 onder verwij- 25 zing naar conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de anti- kanteloppervlakken (9 - 20) worden gevormd door glijvlakken.
8. Draaggestel (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de glijvlakken althans gedeeltelijk van kunststof zijn. 3 0
9. Draaggestel (1) volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de samenwerkende anti-kanteloppervlakken worden gevormd door ten minste één op het eerste deel (2) aangebrachte anti-kantelstang (19) en een in het tweede deel (3) aangebrachte anti-kantelboring (20) of vice versa, waarbij i de anti-kantelboring (20) geschikt is voor het opnemen van de anti-kantelstang (19).
10. Draaggestel (1) volgens conclusie 9, met het ken merk, dat het tweede deel (3) van het draaggestel (1) door 5 de lagerstang (6) en de anti-kantelstang (19) respectievelijk de anti-kantelboring (20) van het eerste deel (2) van het draaggestel (1) wordt gedragen.
NL1020444A 2002-04-22 2002-04-22 Draaggestel voor een landbouwmachine. NL1020444C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020444A NL1020444C2 (nl) 2002-04-22 2002-04-22 Draaggestel voor een landbouwmachine.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020444 2002-04-22
NL1020444A NL1020444C2 (nl) 2002-04-22 2002-04-22 Draaggestel voor een landbouwmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020444C2 true NL1020444C2 (nl) 2003-10-23

Family

ID=29728834

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020444A NL1020444C2 (nl) 2002-04-22 2002-04-22 Draaggestel voor een landbouwmachine.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1020444C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2437585A1 (en) * 2009-05-13 2012-04-11 Mekaniker Søren Kjærgaard Tool means for mounting on a lift on a work vehicle, preferably a tractor with a lift
EP3259970A1 (fr) * 2016-06-23 2017-12-27 Solemat Dispositif porte-outil agricole facilitant la prise de rang, processus d'installation et systeme agricole associes
WO2018172458A1 (fr) * 2017-03-24 2018-09-27 Hubert Defrancq Dispositif d'attelage pour engin agricole

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB695884A (en) * 1950-09-07 1953-08-19 Alice Marian Mellen Improvements in or relating to earth working structures
FR1181123A (fr) * 1957-08-13 1959-06-11 A Bourguignon Ets Dispositif de déport pour charrue attelée derrière des tracteurs
FR1247117A (fr) * 1960-01-29 1960-11-25 Machine-agricole
FR1563837A (nl) * 1968-01-26 1969-04-18
FR2365282A1 (fr) * 1976-09-24 1978-04-21 Kubota Ltd Dispositif pour relier un instrument de travail a un tracteur
DE9213458U1 (de) 1992-10-08 1992-11-26 Alois Pöttinger Landmaschinen GmbH, 8910 Landsberg Tragrahmen

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB695884A (en) * 1950-09-07 1953-08-19 Alice Marian Mellen Improvements in or relating to earth working structures
FR1181123A (fr) * 1957-08-13 1959-06-11 A Bourguignon Ets Dispositif de déport pour charrue attelée derrière des tracteurs
FR1247117A (fr) * 1960-01-29 1960-11-25 Machine-agricole
FR1563837A (nl) * 1968-01-26 1969-04-18
FR2365282A1 (fr) * 1976-09-24 1978-04-21 Kubota Ltd Dispositif pour relier un instrument de travail a un tracteur
DE9213458U1 (de) 1992-10-08 1992-11-26 Alois Pöttinger Landmaschinen GmbH, 8910 Landsberg Tragrahmen

Cited By (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2437585A1 (en) * 2009-05-13 2012-04-11 Mekaniker Søren Kjærgaard Tool means for mounting on a lift on a work vehicle, preferably a tractor with a lift
EP2437585A4 (en) * 2009-05-13 2013-10-23 Mekaniker Soeren Kjaergaard TOOL FOR MOUNTING ON THE LIFTING EQUIPMENT OF A COMMERCIAL VEHICLE, IN PARTICULAR A TRACTOR WITH LIFTING DEVICE
EP3259970A1 (fr) * 2016-06-23 2017-12-27 Solemat Dispositif porte-outil agricole facilitant la prise de rang, processus d'installation et systeme agricole associes
FR3052955A1 (fr) * 2016-06-23 2017-12-29 Solemat Dispositif porte-outil agricole facilitant la prise de rang, processus d'installation et systeme agricole associes
WO2018172458A1 (fr) * 2017-03-24 2018-09-27 Hubert Defrancq Dispositif d'attelage pour engin agricole
FR3064152A1 (fr) * 2017-03-24 2018-09-28 Hubert Defrancq Dispositif d'attelage pour engin agricole
US11277954B2 (en) 2017-03-24 2022-03-22 Hubert Defrancq Hitch device for agricultural vehicle
AU2018238533B2 (en) * 2017-03-24 2023-05-18 Hubert Defrancq Hitch device for agricultural vehicle

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5113956A (en) Forwardly folding tool bar
BE1018757A3 (nl) Een oogstmachine met een bevestigingsinrichting voor een steunwiel en een methode voor het opbergen van een steunwiel van een oogstmachine.
US6988560B2 (en) Quick attachment system
US7828071B2 (en) Agricultural implement comprising an improved hitch structure
US20020069634A1 (en) V-rake with windrow width adjustment
CA1061122A (en) Header suspension and lift means
CS241120B2 (en) Mower
US6206105B1 (en) Forwardly folding tool bar
NL1020444C2 (nl) Draaggestel voor een landbouwmachine.
EP1550363A1 (en) Rotary mower with cutting deck lifting system
CA1217640A (en) Ditch swather
NL1036352C2 (nl) Tophef aankoppeling.
US20070084089A1 (en) Mounting assembly for coupling snowplow or the like to a vehicle
EP2478756B1 (de) Ladewagen
NL8002233A (nl) Aan een trekker te bevestigen inrichting voor het losmaken van grond.
NL1029929C2 (nl) Flexibele koppeling machineraam aan front getrokken bok.
DE4129640C2 (de) Fahrbarer Sammelbehälter für Mäh- und/oder Kehrgut oder dergleichen Anbaugerät
US10390488B2 (en) Triplex greensmower lift system
CA1130244A (en) Implement transporter
NL8201807A (nl) Aanbouwbok voor driepuntshefinrichting van een trekker.
NL8602289A (nl) Maaimachine.
NL2008876C2 (nl) Landbouwwerktuig.
NL1022564C2 (nl) Hooibouwmachine.
US10159173B2 (en) Anti wobbling castor wheel configuration
EP2141978B1 (en) Device for frontmounting of an implement on a vehicle

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20061101