NL1020151C2 - Teller met digitale uitlezing. - Google Patents

Description

TELLER MET DIGITALE UITLEZING

De uitvinding betreft een inrichting voor het tellen van het aantal omwentelingen van een as, welke inrichting omvat: - ten minste twee telschijven, waarbij een eerste 5 telschijf verbindbaar is met de as, en de tweede telschijf aangedreven wordt door de eerste telschijf; - met de telschijven vast verbonden encoderschijven; en - bij elke encoderschijf behorende opnemers voor het 10 opnemen van de absolute stand van de betreffende encoderschij f.

Een dergelijke inrichting is bekend uit ΞΡ-Α-0 660 263. In deze publicatie zijn een aantal telschijven axiaal geplaatst en zijn tussen de telschijven 15 eveneens axiaal encoderschijven aangebracht. Rondom deze enconderschijven zijn verder opnemers aangebracht om de stand van de encoderschijven uit te kunnen lezen. Het nadeel van een dergelijke inrichting, is dat door het grote aantal axiaal geplaatste schijven, het gehele telwerk lang wordt.

20 Dit is niet gewenst en om toch nog een aanvaardbare lengte te houden, dienen de encoderschijven en opnemers zeer dun uitgevoerd te zijn, zodat zij tussen de telschijven in geplaatst kunnen worden. Hierdoor ontstaan complexe en dure constructies.

25 Het is een doel van de uitvinding een teller te verschaffen met een digitale uitlezing, overeenkomstig de aanhef, welke eenvoudiger van constructie is en aldus goedkoper vervaardigd kan worden.

10201 tjï 2

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt met een inrichting, die gekenmerkt wordt doordat de encoderschijven in hoofdzaak in één vak liggen.

Hierdoor kunnen de opnemers gemakkelijk op 5 bijvoorbeeld een printplaat zijn aangebracht en ontstaat een platte constructie, die bovendien eenvoudig te vervaardigen is.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is er een vertraging aangebracht tussen 10 een aandrijvende telschijf en een aangedreven telschijf. Zo kan bij één omwenteling van een eerste telschijf de tweede schijf slechts een gedeeltelijke omwenteling maken. Hierdoor is het mogelijk het bereik van de teller te vergroten. De vertragingsverhouding kan bijvoorbeeld één op twee zijn, 15 zodat een binaire uitlezing verkregen wordt of bij voorkeur één op tien, zodat de teller eenvoudig decimaal uitgelezen kan worden.

Als opnemers kunnen optische reflectie opnemers of optische opnemers zonder reflectie gebruikt worden. Een 20 optische opnemer zonder reflectie omvat een zender, bestaande uit een lichtbron en een ontvanger, zoals bijvoorbeeld een lichtgevoelige diode. Het is ook mogelijk een optische opnemer te gebruiken, die met verschillende lichtbronnen werkt of door middel van kleurherkenning.

25 Een andere uitvoeringsvorm werkt met magnetische opnemers. Het voordeel hiervan is dat omgevingslicht de metingen niet kan verstoren.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting tevens een mechanisch telwerk, dat gekoppeld is aan de eerste 30 telschijf. Zo kan ook bij stroomuitval alsnog de teller uitgelezen worden.

In een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat deze een display voor het 3 uitlezen van de standen van de encoderschijven. Zo kan ter plaatse de stand van de teller worden uitgelezen. De uitlezing van de standen kan bijvoorbeeld doordat door middel van electronica de standen van de schijven omgezet worden in 5 een decimaal getal. Bovendien kan dit in combinatie met een mechanisch telwerk als controle dienen van de encoderschij ven.

In weer een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat deze communicatiemiddelen voor 10 het op afstand uitlezen van de standen van de encoderschijven. Bij het toepassen van een teller volgens de uitvinding op een gasmeter heeft dit als voordeel dat bij een vrij energiemarkt, waarbij bij de wisseling van een contract de verschillende tellers uitgelezen moeten worden, dit op 15 afstand kan plaatsvinden en het niet noodzakelijk is dat iemand fysiek langs gaat om de tellerstanden op te nemen.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont in perspectiefaanzicht een deel van 20 een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont in perspectiefaanzicht en met gedeeltelijk weggenomen delen de volledige inrichting volgens figuur 1.

Figuur 3 toont in bovenaanzicht een tweede 25 uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Figuren 4a en 4b tonen een encoderschijf voor een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 5a toont de verschillende standen van de encoderschijf voor de getallen nul tot en met negen.

30 In figuur 1 wordt een deel van de inrichting 1 volgens de uitvinding getoond. Deze inrichting heeft een grondplaat 2 waardoorheen een as 3 steekt. Op deze as 3 is een eerste telschijf 4 aangebracht. De eerste telschijf is • .1 4 via een tussenwiel 5 gekoppeld met een tweede telschijf 6. Zo zijn opeenvolgend de derde 7, vierde 8,vijfde 9, zesde 10, zevende 11 en achtste telschijf 12 door middel van tussenwielen 13-18 met de opeenvolgende telschijven 5 gekoppeld.

Kijkend naar de eerste telschijf 4 is aan de bovenzijde een tandwielprofiel 19 voorzien en aan de onderzijde twee nokken 20. Door rotatie van de telschijf 4 als gevolg van rotatie van de as 3 komen de nokken 20 in 10 aanraking met de uitsteeksels 21 en aan de onderzijde van het tussenwiel 5.

Door een geschikte keuze van de vertanding 19 van elke telschijf 4,7-12 en van de tussenwielen 5, 13-18 kan bijvoorbeeld een zodanige verhouding ingesteld worden dat om 15 bijvoorbeeld de tweede telschijf een enkele omwenteling te laten maken de eerste telschijf tien omwentelingen moet maken.

Op elke telschijf 4,7-12 is een encoderschijf 22 vast aangebracht. Elke encoderschijf 22 heeft een licht 20 reflecterend deel 23 en een licht absorberend deel 24. De encoderschijven 22 zijn allen in het zelfde vlak geplaatst, evenwijdig aan de grondplaat 2. Hierdoor kunnen opnemers 25, die gereflecteerd licht detecteren, op een enkele printplaat 26 worden aangebracht en boven de encoderschijven 22 gehangen 25 worden. Met deze opnemers 25 kan gedetecteerd worden in welke stand een encoderschijf zich bevindt, en aan de hand hiervan kan met behulp van electronics een digitale tellerstand tot stand gebracht worden.

In figuur 3 is in bovenaanzicht een tweede 30 uitvoeringsvorm van een teller 30 volgens de uitvinding getoond. Gelijke delen zijn met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. De teller 30 omvat in aanvulling op een teller volgens figuur 1, een mechanische teller 31, die door middel 1020151 5 van een tandwiel 32 direct verbonden is met de ingaande as 3. Bovendien bevat de teller 30 een digitaal display 33, waarmee de stand van de encoderschijven 22 uitgelezen kan worden. Zo kan de werking van de digitale teller aan de hand van de 5 mechanische teller gecontroleerd worden.

In figuren 4A en 4B is een encoderschijf 22 getoond met daarop in sectoren verdeeld licht reflecterende en licht absorberende delen. In figuur 4a is de omtrek van de encoderschijf 22 als een strook afgebeeld. Hierin is 10 duidelijk dat voor de verschillende standen 0-9 met behulp van vier sensoren a-d en een geschikte keuze van licht reflecterende delen (niet gearceerd) en licht absorberende delen (gearceerd) eenduidig vastgesteld kan worden in welke stand de encoderschijf 22 zich bevindt. In figuur 5 is de 15 encoderschijf 22 in tien verschillende standen 0-9 getoond.

In elke stand is aangegeven welke sensor a-d voor een licht doorlatend deel is gepositioneerd. Hierdoor is het mogelijk om op elk moment de absolute stand van de teller uit te lezen. Dit heeft als voordeel, dat de tellerstand door 20 bijvoorbeeld een stroomstoring niet verloren gaat. Ook het missen van pulsen, zoals het geval is bij relatieve tellers, heeft geen invloed op de uitlezing van de teller.

Claims (8)

1. Inrichting voor het tellen van het aantal omwentelingen van een as, welke inrichting omvat: - ten minste twee telschijven, waarbij een eerste telschijf verbindbaar is met de as, en de tweede telschijf 5 aangedreven wordt door de eerste telschijf; - met de telschijven vast verbonden encoderschijven; en - bij elke encoderschijf behorende opnemers voor het opnemen van de absolute stand van de betreffende 10 encoderschijf; met het kenmerk, dat de encoderschijven in hoofdzaak in één vlak liggen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 een vertraging is aangebracht tussen een aandrijvende telschijf en een aangedreven telschijf.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de vertragingsverhouding 1:10 is.

4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de opnemers optische opnemers zijn.

5. Inrichting volgens één van de conclusie 1-3, 25 met het kenmerk, dat de opnemers magnetische opnemers zijn . ; i «

6. Inrichting volgens één van de conclusies, omvattende een mechanisch telwerk gekoppeld aan de eerste telschij f.

7. Inrichting volgens één van de voorgaande 5 conclusies, omvattende een display voor het uitlezen van de standen van de encoderschijven.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende communicatiemiddelen voor het op afstand uitlezen van de standen van de encoderschijven.