NL1019736C1 - Hydraulische inrichting. - Google Patents
Hydraulische inrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1019736C1 NL1019736C1 NL1019736A NL1019736A NL1019736C1 NL 1019736 C1 NL1019736 C1 NL 1019736C1 NL 1019736 A NL1019736 A NL 1019736A NL 1019736 A NL1019736 A NL 1019736A NL 1019736 C1 NL1019736 C1 NL 1019736C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- drum
- rotor
- hydraulic device
- plate
- piston
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F04—POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
- F04B—POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS
- F04B1/00—Multi-cylinder machines or pumps characterised by number or arrangement of cylinders
- F04B1/12—Multi-cylinder machines or pumps characterised by number or arrangement of cylinders having cylinder axes coaxial with, or parallel or inclined to, main shaft axis
- F04B1/20—Multi-cylinder machines or pumps characterised by number or arrangement of cylinders having cylinder axes coaxial with, or parallel or inclined to, main shaft axis having rotary cylinder block
- F04B1/2007—Arrangements for pressing the cylinder barrel against the valve plate, e.g. by fluid pressure
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F01—MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; ENGINE PLANTS IN GENERAL; STEAM ENGINES
- F01B—MACHINES OR ENGINES, IN GENERAL OR OF POSITIVE-DISPLACEMENT TYPE, e.g. STEAM ENGINES
- F01B3/00—Reciprocating-piston machines or engines with cylinder axes coaxial with, or parallel or inclined to, main shaft axis
- F01B3/0032—Reciprocating-piston machines or engines with cylinder axes coaxial with, or parallel or inclined to, main shaft axis having rotary cylinder block
- F01B3/0035—Reciprocating-piston machines or engines with cylinder axes coaxial with, or parallel or inclined to, main shaft axis having rotary cylinder block having two or more sets of cylinders or pistons
- F01B3/0038—Reciprocating-piston machines or engines with cylinder axes coaxial with, or parallel or inclined to, main shaft axis having rotary cylinder block having two or more sets of cylinders or pistons inclined to main shaft axis
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F01—MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; ENGINE PLANTS IN GENERAL; STEAM ENGINES
- F01B—MACHINES OR ENGINES, IN GENERAL OR OF POSITIVE-DISPLACEMENT TYPE, e.g. STEAM ENGINES
- F01B3/00—Reciprocating-piston machines or engines with cylinder axes coaxial with, or parallel or inclined to, main shaft axis
- F01B3/0032—Reciprocating-piston machines or engines with cylinder axes coaxial with, or parallel or inclined to, main shaft axis having rotary cylinder block
- F01B3/0041—Arrangements for pressing the cylinder barrel against the valve plate, e.g. fluid pressure
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F01—MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; ENGINE PLANTS IN GENERAL; STEAM ENGINES
- F01B—MACHINES OR ENGINES, IN GENERAL OR OF POSITIVE-DISPLACEMENT TYPE, e.g. STEAM ENGINES
- F01B3/00—Reciprocating-piston machines or engines with cylinder axes coaxial with, or parallel or inclined to, main shaft axis
- F01B3/0032—Reciprocating-piston machines or engines with cylinder axes coaxial with, or parallel or inclined to, main shaft axis having rotary cylinder block
- F01B3/0044—Component parts, details, e.g. valves, sealings, lubrication
- F01B3/0047—Particularities in the contacting area between cylinder barrel and valve plate
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F01—MACHINES OR ENGINES IN GENERAL; ENGINE PLANTS IN GENERAL; STEAM ENGINES
- F01B—MACHINES OR ENGINES, IN GENERAL OR OF POSITIVE-DISPLACEMENT TYPE, e.g. STEAM ENGINES
- F01B3/00—Reciprocating-piston machines or engines with cylinder axes coaxial with, or parallel or inclined to, main shaft axis
- F01B3/0032—Reciprocating-piston machines or engines with cylinder axes coaxial with, or parallel or inclined to, main shaft axis having rotary cylinder block
- F01B3/0044—Component parts, details, e.g. valves, sealings, lubrication
- F01B3/0055—Valve means, e.g. valve plate
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- Reciprocating Pumps (AREA)
Description
Hydraulische inrichting
De uitvinding betreft een inrichting in overeenstemming met de aanhef van conclusie 1. Een dergelijke inrichting is bekend uit US 3434429. Het nadeel van de be-5 kende inrichting is dat het noodzakelijk is de zuigers beweegbaar te bevestigen aan de rotor waardoor slijtage optreedt en de inrichting niet robuust uitgevoerd kan worden. Ten einde deze nadelen te vermijden is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met het kenmerk van 10 conclusie 1. Hierdoor wordt op eenvoudige wijze een stabiele inrichting verkregen waarvan de kamers bij rotatie van rotor en trommel van volume veranderen.
In overeenstemming met een verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 2. Hier-15 door is de trommelbus steeds afdichtend verbonden met de trommelplaat.
In overeenstemming met een verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 3. Hierdoor wordt de trommelbus door de druk in de kamer tegen 20 de trommelplaat gedrukt, waardoor weglekken van vloeistof voorkomen wordt.
In overeenstemming met een verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 4. Hierdoor wordt de afdichting tussen de cilindrische wand en 25 de zuiger in stand gehouden ook bij aanwezigheid van slijtende deeltjes zoals die voorkomen in vervuilde olie.
In overeenstemming met een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 5. Hierdoor vermindert de kracht waarmee de zuigerveer tegen 30 de cilindrische wand drukt en zijn de wrijvingskrachten lager.
2
In overeenstemming met een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 6. Hierdoor wordt bij scheefstand van de zuiger in de trom-melbus de zuigerveer gesteund door de zuiger en blijft de 5 afdichting tussen zuigerveer en cilindrisch wand behouden .
In overeenstemming met een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 7. Hierdoor wordt de trommelplaat op eenvoudige wijze gecen-10 treerd.
In overeenstemming met een andere verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 8. Hierdoor wordt de rotor op eenvoudige wijze gecentreerd en kan eventueel de trommelplaat eveneens eenvoudig ge-15 centreerd worden.
In overeenstemming met een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 9. Hierdoor worden de axiale krachten op de rotor uitgebalanceerd en zijn er nauwelijks axiale krachten op de la-20 gering van de rotor.
In overeenstemming met een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 10. Hierdoor is het mogelijk om de toevoer en afvoer van de olie naar en van de kamers via twee verschillende 25 spiegelplaten te laten plaatsvinden. Het is daarbij mogelijk om bij een spiegelplaat over een deel van zijn omtrek een spiegelplaat poort gesloten uit te voeren zodat deze een opening in het huis afsluit. Hierdoor is het mogelijk om de spiegelplaat over een grotere booglengte te 30 roteren dan de booglengte van de spiegelplaat poort en wordt het regelbereik van de inrichting door het roteren van de spiegelplaat op eenvoudige wijze vergroot.
3
In overeenstemming met een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 11. Hierdoor worden de drukpieken die ontstaan bij het sluiten van de trommelpoorten door de spiegelplaat be-5 perkt omdat per kamer de oliestroom langs twee spiegel-platen kan stromen. Dit verbetert de efficiency en vermindert de productie van geluid.
In overeenstemming met een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 10 12. Hierdoor wordt het slagvolume op eenvoudige wijze verdubbeld door het verdubbelen van het aantal zuigers, terwijl ook het oppervlak van de spiegelplaatpoorten verdubbeld zodat de verliezen niet stijgen.
In overeenstemming met een verdere verbetering is de 15 inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 13. Hierdoor wordt op eenvoudige wijze een nauwkeurige en stabiele rotor verkregen.
In overeenstemming met een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 20 14. Hierdoor komen de zuigers van de beide trommels af wisselend in het onderste of bovenste dode punt zodat gerekend mag worden met het totale aantal zuigers bij het beschouwen van de pulsaties in oliestroom en koppel bij rotatie van de rotor. Hierdoor zijn deze pulsaties klei-25 ner.
In overeenstemming met een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 15. Bij het gebruik van drie of meer spiegelplaatpoorten wordt de hydraulische inrichting gebruikt als hydrauli-30 sche transformator waarbij kamers door de spiegelplaatpoorten worden gesloten als de kamers niet in het onderste of bovenste dode punt zijn. Door het aantal zuigers een veelvoud van het aantal spiegelplaatpoorten te laten 4 zijn blijft de axiale kracht op de trommel min of meer constant waardoor deze rustiger en stabieler kan draaien.
In overeenstemming met een verdere verbetering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 5 16. Hierdoor vindt het openen en sluiten van de kamers in beide trommels niet op het zelfde rotatie positie plaats waardoor koppelfluctuaties en drukpieken in een kamer vermeden kunnen worden. Hierdoor verbetert de stabiliteit en efficiency.
10 De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden met behulp van een tekening. In de tekening toont
Figuur 1 een doorsnede van het inwendige van een hydraulische inrichting, 15 Figuur 2 een perspectivisch aanzicht van de hydraulische inrichting van figuur 1,
Figuur 3 een detail van figuur 1 met de krachten op de trommelplaatbus,
Figuur 4 schematisch de vlakken door de hartlijnen van de 20 rotor en de trommel,
Figuur 5 een tweede uitvoering van de hydraulische inrichting, en
Figuur 6 een hydraulische inrichting volgens een derde uitvoering.
25 De in de figuren 1 en 2 getoonde onderdelen zijn de in een huis gemonteerde delen van een hydraulische transformator. Een dergelijke hydraulische transformator is bijvoorbeeld beschreven in de gepubliceerde aanvragen WO 9731185 en WO 9940318 van dezelfde aanvrager, waarvan 30 de inhoud wordt geacht bekend te zijn. In het huis zijn op bekende wijze lagers gemonteerd waarin een rotor as 2 met een hartlijn 1 kan roteren. Op de rotor as 2 is een rotor 14 gemonteerd met rotorgaten 15. In de rotorgaten 1 Γ ' : ·· rw 5 15 zijn zuigers 12 gemonteerd. De zuigers 12 zijn voorzien van zuigerveren 10, waarbij het buitenoppervlak van de zuigerveren 10 de vorm van een bol heeft en het hart van deze bollen voor alle zuigers aan een zijde van de 5 rotor 14 in één vlak liggen. De linkerzijde en de rechterzijde van de rotor 14 zijn symmetrisch ten opzichte van het midden van de rotor 14. Elke zijde van de rotor 14 werkt samen met een trommel die om een hartlijn mi en respectievelijk m2 roteert, waarbij de hartlijnen 1 en mi 10 en respectievelijk 1 en m2 elkaar snijden in het vlak loodrecht op 1 door de middelpunten van de buitenoppervlakken van de zuigerveren 10 voor de aan die zijde gelegen zuigers 12.
Op de rotor as 2 is een centreeroppervlak 22 gevormd 15 waarom een trommelplaat 7 zwenken kan. Het centreeroppervlak 22 is bolvormig waarbij het hart van de bol ligt in het vlak waar het midden van de bolvormige zuigerveren 10 ligt. De rotatie van de trommelplaat 7 is gekoppeld met de rotatie van rotor as 2 door middel van een spie 16 die 20 in een spiebaan grijpt. De spie 16 heeft in het vlak van het oppervlak van de as een afrondingsstraal die kleiner is dan de straal van het centreeroppervlak 22, zodat de spie 16 bij rotatie van de trommelplaat 7 niet in de spiebaan verklemt. Eventueel is er meer dan één spie 16.
25 De trommelplaat 7 is aan de naar de zuigers 12 ge keerde zijde voorzien van trommelplaatbussen 11 die met een bushouder 18 tegen de trommelplaat 7 geklemd worden. De trommelplaatbus 11 heeft aan de binnenzijde een cilindrische wand 23. Elke zuiger 12 wordt omsloten door een 30 trommelplaatbus 11 waarbij de zuigerveer 10 afdichtend langs de cilindrische wand 23 kan bewegen. De zuiger 12 en de cilindrische bus 11 vormen zo een kamer 9 waarvan het volume bij rotatie verandert. Door de volumeverande-ring stroomt olie in en uit de kamer 9 via een trommelbus β opening 24, een trommelplaat poort 6 en een spiegelplaat poort 3 naar een opening in het huis. De overeenkomstige spiegelplaatpoorten 3 zijn in het huis met elkaar verbonden. Omdat de rotatie assen van de rotor 14 en de trom-5 melplaat 7 een hoek met elkaar maken beschrijven de zuigers 12 in het vlak van de trommelplaat 7 een elliptische baan en zullen de trommelplaatbussen 11 over een contact-vlak 8 van de trommelplaat 7 schuiven. De houder 18 is uitgevoerd met openingen die dit schuiven mogelijk maken 10 en zorgt er tevens voor dat de spleet tussen trommelplaat 7 en trommelplaatbus 11 beperkt blijft zodat bij starten in de kamer 9 druk kan ontstaan.
De spiegelplaat poort 3 is aangebracht in een spiegelplaat 4 die tegen een vlak van het huis steunt. Dit 15 vlak is niet haaks op de hartlijn 1 maar maakt daar een hoek mee en bepaalt zo de richting van de hartlijn ma of m2 en daarmee ook de rotatie positie waarbij het volume in de kamer 9 minimaal of maximaal is. De spiegelplaat 4 is om de hartlijn mi of m2 roteerbaar bevestigd in het 20 huis en is over een deel van zijn omtrek voorzien van een vertanding 5 die samenwerkt met een door een aandrijving aangedreven rondsel. Voor het centreren van de rotatie van de spiegelplaat 4 in het huis kan op bekende wijze gebruik gemaakt worden van een centreerbus, die niet is 25 getoond. Door het roteren van de spiegelplaat 4 verandert de instelling van de hydraulische transformator, zoals beschreven in de eerder genoemde octrooiaanvragen.
Teneinde de openingen tussen spiegelplaat 4 en trommelplaat 7 bij het opstarten als er nog geen druk in de 30 kamers 9 is klein te houden is een drukring 19 aangebracht die steunt tegen het centreer oppervlak 22. Tussen de drukring 19 en een in de trommelplaat 7 bevestigde ring 21 zijn schotelveren 20 aangebracht, waarmee de
. · . ··' .J
7 trommelplaat 7 steeds tegen de spiegelplaat 4 gedrukt wordt.
Figuur 3 toont de trommelplaatbus 11 die steunt op het contactvlak 8 van de trommelplaat 7. In de kamer 9 en 5 de trommelpoort 6 heerst tijdens gebruik hoge druk en buiten de trommelplaatbus 11 heerst lagere druk. In de spleet in het contactvlak 8 tussen trommelbus 11 en trommelplaat 7 zal een verlopende oliedruk ontstaan zoals in de figuur aangegeven met pijlen A. Om te voorkomen dat de 10 spleet groter wordt onder invloed van deze oliedruk heeft de trommelbus opening 24 een kleiner oppervlak dan het afdichtende oppervlak van de zuiger 12 in de cilindrische wand 23. Nu is er een rand rondom de trommelbus opening 24 waarop oliedruk, aangegeven met pijlen B, een naar het 15 contactvlak 8 gerichte kracht uitoefent op de trommelbus 11. Door juist dimensioneren van de trommelbus 11 kan er voor gezorgd worden dat onder invloed van de oliedruk de trommelbussen 11 steeds tegen het contactvlak 8 gedrukt worden.
20 In figuur 3 zijn ook de krachten op de zuigerveer 10 getoond. De zuigerveer 10 heeft aan de buitenzijde een bol oppervlak, zodat de afdichting tussen zuigerveer 10 en het cilindrische oppervlak 23 plaats vindt in het vlak loodrecht op het cilindrische oppervlak 23, dat wil zeg-25 gen loodrecht op de hartlijn m. Eventueel is het oppervlak niet een zuivere bol maar is tonvormig. De zuigerveer 10 wordt door de hoeken tussen de hartlijnen 1 en m rondom niet gelijkmatig belast omdat het oppervlak dat aan de buitenzijde door olie onder hoge druk bij E groot 30 is, zoals aangegeven met de pijlen, en bij D klein is.
Omdat het onder druk staande oppervlak bij D klein is zou de zuigerveer 10 onder in vloed van de druk aan de binnenzijde, die is aangegeven met de pijlen C, zwaar tegen 8 de cilindrische wand 23 drukken en een grote wrijvings-kracht veroorzaken.
Deze wrijvingskracht is sterk verminderd doordat de binnenzijde van de zuigerveer 10 is uitgevoerd met een 5 borst 25. Als deze borst 25 halverwege de breedte van de zuigerveer 10 ligt is de naar buiten gerichte kracht gehalveerd. Zoals getoond is de naar binnen gerichte kracht bij E groter dan de naar buiten gerichte kracht. Onder invloed hiervan steunt de zuigerveer 10 op de zuiger 12 10 terwijl door het verschuiven van de trommelplaatbus 11 de afdichting tussen zuigerveer 10 en cilindrische wand 23 rondom in stand blijft. Door het afsteunen oefent de zuigerveer 10 een resulterende kracht R op de zuiger 12 uit, deze kracht R drijft de rotor 14 aan. Het is van-15 zelfsprekend ook mogelijk om de inrichting uit te rusten zonder zuigerveren 10, er zullen dan wel voorzieningen getroffen moeten worden voor het vermijden van verontreinigingen, die slijtage kunnen veroorzaken.
De hydraulische transformator is zodanig uitgevoerd 20 dat de zuigers 12 aan weerszijden van de rotor 14 om en om in het bovenste dode punt komen, zodat er voor wat betreft fluctuaties in de oliestroom en het koppel op de rotor 14 gerekend kan worden met het totale aantal zuigers 12, in het getoonde voorbeeld dus achttien zuigers 25 12. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld, waarbij de zui gers 12 aan weerszijden van de rotor 14 in elkaar's verlengde liggen, wordt dit bereikt door het bovenste dode punt van de zuigers aan de ene zijde te roteren over een hoek α ten opzichte van het bovenste dode punt aan de an-30 dere zijde. Daarbij is α gelijk aan de helft van de rotatie hoek tussen twee zuigers 12. Ook de spiegelplaten 4 zijn deze hoek ten opzichte van elkaar geroteerd. Dit is getoond in figuur 4a, waarbij Vi het vlak door de hartlijnen 1 en mi is en V2 het vlak door de hartlijnen 1 en 9 m2. Een andere uitvoering is getoond in figuur 4b. Daarbij liggen de hartlijnen 1, mi en m2 in een vlak V en zijn de zuigers 12 versprongen aangebracht in de rotor 14. Deze uitvoering is vooral interessant als de volumes 5 van de kamers 9 die na elkaar een maximum volume krijgen gekoppeld worden door kanalen met klepjes zoals besproken in de aanvragen PCT NL01 00839 en PCT NL01 00840 van dezelfde aanvrager.
Bij voorkeur is de rotatie van de beide spiegelpla-10 ten 4 gekoppeld, zodat slechts een aandrijving nodig is. Dit wordt bijvoorbeeld gerealiseerd door de spiegelplaten 4 te roteren met een aan een as gekoppeld tandwiel en de beide assen te koppelen met een homokinetische koppeling zodat de rotatie van beide spiegelplaten nauwkeurig syn-15 chroon is. Eventueel zijn beide spiegelplaten 4 voorzien van een eigen aandrijving, zodat bij bepaalde bedrijfs-toestanden een hydraulische voorspanning verkregen kan worden.
De hoek β tussen de hartlijnen 1 en m bepaalt het 20 slagvolume van de inrichting. In de getoonde uitvoering met per zijde 9 zuigers 12 is de hoek 9 graden. Bij toename van het aantal zuigers 12 moet deze hoek kleiner worden omdat anders de insnoering van zuiger 12 ten einde steeds vrij te blijven van de trommelplaatbus 11 te groot 25 wordt. In de getoonde uitvoering is gerekend met een maximum toerental van de rotor 14 van 8.000 omwentelingen per minuut. Indien dit groter wordt is een kleinere hoek β noodzakelijk om te voorkomen dat ontoelaatbare drukpie-ken optreden.
30 In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is getoond dat de trommelplaat 7 gecentreerd wordt met het centreerop-pervlak 22. Het is ook mogelijk dit op andere manieren uit te voeren, bijvoorbeeld door de trommelplaat 7 aan de 10 buitenomtrek te voorzien van een bollager dat bevestigd is in het huis. Een andere uitvoering kan zijn om de trommelplaat 7 te centreren ten opzichte van de spiegel-plaat 4, bijvoorbeeld door deze een conische vorm te ge-5 ven. Ook kan in het huis een centreerbus geplaatst worden voor centreren van zowel de spiegelplaat 4 en de trommel-plaat 7.
In figuur 5 is een andere uitvoering van de hydraulische transformator getoond. Hierbij kunnen de hartlij-10 nen 1, mi en m2 van de rotor 14 en beide trommels in een vlak liggen, het is echter ook mogelijk dat ze uitgevoerd zijn in overeenstemming met wat getoond is in figuur 4a. De kamers 9 aan weerszijden van de rotor 14 zijn met elkaar verbonden door een kanaal 27 door de zuigers 12.
15 Spiegelplaten 26 en 28 zijn zodanig uitgevoerd dat de spiegelplaatpoort 3 naar de tankaansluiting direct verbonden is met het inwendige van het huis via een kanaal 29, waarbij dit inwendige verbonden is met de tankaansluiting. De spiegelplaten 26 en 28 zijn zodanig uitge-20 voerd dat van de resterende twee spiegelplaatpoorten 3 elke spiegelplaat 26 of 28 een van beide poorten heeft en ter plaatse van de andere poort gesloten is. Hierdoor is het mogelijk dat de aansluiting in het huis over een grote hoek een opening kan hebben naar de spiegelplaat en 25 kunnen de spiegelplaten over een grote hoek roteren, waardoor het regelbereik van de hydraulische transformator door rotatie van de spiegelplaat op eenvoudige wijze vergroot wordt. De rotatie van de spiegelplaten 26 en 28 is op hiervoor beschreven wijze gekoppeld.
30 In de hiervoor gegeven uitvoeringsvoorbeelden is de inrichting beschreven als hydraulische transformator. Het is voor de vakman duidelijk dat de inrichting slechts met geringe aanpassingen zoals onder andere aan de spiegel- 11 platen 4 en de rotor as 2 geschikt gemaakt kan worden voor gebruik als pomp of motor.
In figuur 6 is een uitvoeringsvoorbeeld getoond waarbij slechts aan een zijde zuigers 12 zijn opgenomen.
5 De uitvoering daarvan komt overeen met wat beschreven is bij de uitvoering van figuur 1 en 2. Voor het axiaal balanceren van de rotor 14 is deze aan de van de zuiger afgekeerde zijde voorzien van een spiegelplaat 34. De rotor 14 is aan de zijde van de spiegelplaat 34 voorzien van 10 kamers 31 die via een kanaal 30 in verbinding staan met de kamers 9. Het oppervlak van de kamers 31 is vergelijkbaar met het afdichtend oppervlak van de zuigers 12, zodat de rotor 14 in axiale richting uitgebalanceerd is.
De spiegelplaat 34 kan uitgevoerd zijn zonder spie-15 gelplaatpoorten. In een uitvoering kunnen er ook spiegel-plaatpoorten 33 zijn, die in verbinding staan met kanalen in het huis. Hierdoor kunnen pulsaties in vloeistofstroom en vloeistofdruk verminderd worden omdat de vloeistofstroom naar en van de kamer 9 via twee spiegelplaten 20 plaats vindt.
In het in figuur 6 getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de rotor as 2 verlengd tot buiten het huis en eindigt met een as einde 37. De as is daartoe voorzien van een afdichting 36 en een lager 35. Deze uitvoering is bijzonder 25 geschikt als pomp of motor.
In de hiervoor besproken uitvoeringsvoorbeelden zijn de hoeken tussen de hartlijnen constant en wordt het slagvolume gevarieerd door rotatie van de spiegelplaten. Vanzelfsprekend kan de constructie van de rotor met de 30 vast gemonteerde zuigers en de trommel met de loodrecht op de hartlijn van de trommel verschuifbare bussen ook toegepast worden in uitvoeringen waarbij de hartlijn van 12 de trommel kan zwenken ten opzichte van de hartlijn van de rotor.
·* r i ·.
l
Claims (16)
1. Hydraulische inrichting omvattende een huis met een in het huis om een eerste hartlijn roteerbare rotor gekoppeld met zuigers, een om een tweede hartlijn ro- 5 teerbare trommel met kamers, waarbij elke kamer gevormd is door een cilindrische wand en een zuiger met bolvormige afdichtmiddelen die afdichtend langs de cilindrische wand kunnen bewegen, en een eerste spiegel-plaat met spiegelplaat poorten die bij rotatie van de 10 trommel afwisselend in verbinding staan met de ver schillende kamers via in de trommel aangebrachte trom-melpoorten waarbij de eerste hartlijn de tweede hartlijn onder een hoek snijdt in het vlak door de middelpunten van de bolvormige afdichtmiddelen en koppelmid-15 delen aanwezig zijn voor het koppelen van de rotatie van de rotor en de trommel met het kenmerk dat de zuigers vast bevestigd zijn aan de rotor en de trommel een trommelplaat met de trommelpoorten omvat en bij elke trommelpoort een trommelbus met aan de binnenzij-20 de de cilindrische wand en de trommelbus haaks op de tweede hartlijn afdichtend verschuifbaar is over de trommelplaat.
2. Hydraulische inrichting in overeenstemming met conclusie 1 waarbij de trommelbus aan de buitenzijde voor- 25 zien is van middelen die samenwerken met een aan de trommelplaat bevestigde houder voor het tegen de trommelplaat houden van de trommelbus.
3. Hydraulische inrichting in overeenstemming met conclusie 1 of 2 waarbij de trommelbus in het contactvlak 30 met de trommelplaat een opening heeft met een oppervlak dat in het vlak loodrecht op de hartlijn van de trommelplaat kleiner is dan het afdichtende oppervlak van de zuiger.
4. Hydraulische inrichting in overeenstemming met conclusie 1, 2 of 3 waarbij elke zuiger is voorzien van een bolvormige of tonvormige zuigerveer bij voorkeur uitgevoerd als ring met een opening.
5. Hydraulische inrichting in overeenstemming met conclu sie 4 waarbij de zuiger is voorzien van een zuiger-veergroef met een eerste borst en de zuigerveer aan de binnenzijde is voorzien van een tweede borst waarbij onder invloed van de druk in de kamer de tweede borst 10 afdichtend drukt tegen de eerste borst.
6. Hydraulische inrichting in overeenstemming met conclusie 4 of 5 waarbij de zuiger en zuigerveer zodanig zijn gedimensioneerd dat de buitenomtrek van de zuigerveer uitsteekt buiten de buitenomtrek van de zuiger 15 als de binnenomtrek van de zuigerveer onder invloed van de druk in de kamer rust tegen de zuiger.
7. Hydraulische inrichting in overeenstemming met een der voorgaande conclusies waarbij de eerste spiegelplaat en/of het huis en spiegelplaat zijn voorzien van mid- 20 delen voor het centreren van de trommelplaat.
8. Hydraulische inrichting in overeenstemming met een der voorgaande conclusies waarbij de rotor verbonden is met een as en de as roteerbaar is in lagers en eventueel voorzien is van bolvormige centreermiddelen voor 25 het centreren van de trommelplaat.
9. Hydraulische inrichting in overeenstemming met een der voorgaande conclusies waarbij de rotor aan de van de trommel afgekeerde zijde is voorzien van rotorpoorten en elke rotorpoort door een boring in de zuiger in 30 verbinding staan met de kamer en waarbij de rotor door middel van de hydraulische druk in de rotorpoorten afsteunt tegen een in het huis geplaatste tweede spiegelplaat .
10. Hydraulische inrichting in overeenstemming met conclusie 9 waarbij de tweede spiegelplaat is uitgevoerd met een of meer spiegelplaatpoorten.
11. Hydraulische inrichting in overeenstemming met con-5 clusie 9 of 10 waarbij de eerste spiegelplaat en de tweede spiegelplaat bij identieke rotatieposities van de rotor de verbindingen tussen kamer en spiegelplaatpoorten openen of sluiten.
12. Hydraulische inrichting in overeenstemming met een 10 der voorgaande conclusies waarbij de rotor aan beide zijden is uitgevoerd met zuigers die samenwerken met aan beide zijden van de rotor geplaatste trommels en spiegelplaten.
13. Hydraulische inrichting in overeenstemming met con- 15 clusie 13 waarbij de rotor is voorzien van gaten waar in een staafvormig onderdeel is bevestigd en waarbij beide uiteinden van dit onderdeel zijn uitgevoerd als zuiger.
14. Hydraulische inrichting in overeenstemming met con- 20 clusie 13 waarbij de vlakken door de hartlijn van de rotor en de eerste trommel en door de hartlijn van de rotor en de tweede trommel een hoek met elkaar maken waarbij als het aantal zuigers dat samenwerkt met een trommel gelijk is aan n de hoek gelijk is aan 25 (l+2k)*180°/n met k gelijk aan 0 of een geheel getal.
15. Hydraulische inrichting in overeenstemming met een der voorgaande conclusies waarbij de of elke spiegelplaat drie of meer spiegelplaatpoorten heeft en het aantal kamers per trommel een veelvoud van het aantal 30 spiegelplaatpoorten is.
16. Hydraulische inrichting in overeenstemming met een der conclusies 12 - 15 waarbij de zuigers elk voorzien zijn van een boring die de kamers in beide trommels verbindt en de poorten van beide spiegelplaten spiegelbeeldig identiek zijn uitgevoerd en de spiegelplaten ten opzichte van het bovenste dode punt een ver-5 schillende positie hebben. H -r ’»'
Priority Applications (16)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1019736A NL1019736C1 (nl) | 2002-01-12 | 2002-01-12 | Hydraulische inrichting. |
NL1020932A NL1020932C2 (nl) | 2002-01-12 | 2002-06-24 | Hydraulische inrichting. |
DE60316535T DE60316535T2 (de) | 2002-01-12 | 2003-01-10 | Hydraulische vorrichtung |
PCT/NL2003/000017 WO2003058035A1 (en) | 2002-01-12 | 2003-01-10 | Hydraulic device |
AU2003203303A AU2003203303A1 (en) | 2002-01-12 | 2003-01-10 | Hydraulic device |
EP20030701924 EP1470318A1 (en) | 2002-01-12 | 2003-01-10 | Hydraulic device |
JP2003558317A JP4413620B2 (ja) | 2002-01-12 | 2003-01-10 | 液圧装置 |
PCT/NL2003/000015 WO2003058034A1 (en) | 2002-01-12 | 2003-01-10 | Hydraulic device |
AT03701926T ATE374306T1 (de) | 2002-01-12 | 2003-01-10 | Hydraulische vorrichtung |
JP2003558316A JP2005514552A (ja) | 2002-01-12 | 2003-01-10 | 液圧装置 |
EP03701926A EP1468169B1 (en) | 2002-01-12 | 2003-01-10 | Hydraulic device |
ES03701926T ES2294263T3 (es) | 2002-01-12 | 2003-01-10 | Dispositivo hidraulico. |
AU2003203301A AU2003203301A1 (en) | 2002-01-12 | 2003-01-10 | Hydraulic device |
US10/889,288 US20050017573A1 (en) | 2002-01-12 | 2004-07-12 | Hydraulic device |
US10/889,289 US7311034B2 (en) | 2002-01-12 | 2004-07-12 | Hydraulic device |
US11/355,031 US7731485B2 (en) | 2002-01-12 | 2006-02-15 | Reciprocating cylinder swash plate pump |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1019736 | 2002-01-12 | ||
NL1019736A NL1019736C1 (nl) | 2002-01-12 | 2002-01-12 | Hydraulische inrichting. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1019736C1 true NL1019736C1 (nl) | 2003-07-15 |
Family
ID=27752051
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1019736A NL1019736C1 (nl) | 2002-01-12 | 2002-01-12 | Hydraulische inrichting. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1019736C1 (nl) |
Cited By (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1024002C2 (nl) * | 2003-07-25 | 2005-01-26 | Innas Bv | Hydraulische inrichting. |
DE102007016519A1 (de) | 2007-04-05 | 2008-10-09 | Muller, Katherina | Hydromotor |
US10830221B2 (en) | 2016-05-19 | 2020-11-10 | Innas Bv | Hydraulic device, a method of manufacturing a hydraulic device and a group of hydraulic devices |
US10914172B2 (en) | 2016-05-19 | 2021-02-09 | Innas Bv | Hydraulic device |
US11067067B2 (en) | 2016-05-19 | 2021-07-20 | Innas Bv | Hydraulic device |
EP4424985A1 (en) | 2023-03-03 | 2024-09-04 | Innas B.V. | A hydraulic transformer |
Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3434429A (en) | 1967-03-14 | 1969-03-25 | Us Army | Free piston and cylinder assembly for hydraulic pumps and motors |
-
2002
- 2002-01-12 NL NL1019736A patent/NL1019736C1/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3434429A (en) | 1967-03-14 | 1969-03-25 | Us Army | Free piston and cylinder assembly for hydraulic pumps and motors |
Cited By (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1024002C2 (nl) * | 2003-07-25 | 2005-01-26 | Innas Bv | Hydraulische inrichting. |
EP1508694A1 (en) * | 2003-07-25 | 2005-02-23 | Innas B.V. | Hydraulic Device |
DE102007016519A1 (de) | 2007-04-05 | 2008-10-09 | Muller, Katherina | Hydromotor |
US10830221B2 (en) | 2016-05-19 | 2020-11-10 | Innas Bv | Hydraulic device, a method of manufacturing a hydraulic device and a group of hydraulic devices |
US10914172B2 (en) | 2016-05-19 | 2021-02-09 | Innas Bv | Hydraulic device |
US11067067B2 (en) | 2016-05-19 | 2021-07-20 | Innas Bv | Hydraulic device |
EP4424985A1 (en) | 2023-03-03 | 2024-09-04 | Innas B.V. | A hydraulic transformer |
WO2024184141A1 (en) | 2023-03-03 | 2024-09-12 | Innas Bv | A hydraulic transformer |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1020932C2 (nl) | Hydraulische inrichting. | |
NL2005504C2 (nl) | Hydraulische inrichting met een spiegelplaat. | |
NL1019736C1 (nl) | Hydraulische inrichting. | |
AU2008226194A1 (en) | Pump or motor | |
KR20160119815A (ko) | 축방향 피스톤 디바이스 | |
US4581896A (en) | Infinitely variable hydraulic transmission | |
HUT76629A (en) | Continuously variable hydrostatic transmission | |
US5129797A (en) | Equal velocity universal joint and axial piston pump motor device using the joint | |
JPH02191883A (ja) | 非圧縮性の媒体のための容積型機械 | |
US5573388A (en) | Eccentric pump with lock valve and with bidirectional rotational operation | |
US4222719A (en) | Reversible unidirectional fluid flow pump | |
JP6787556B2 (ja) | 液圧機械 | |
JP6951590B2 (ja) | 油圧システム | |
US3772965A (en) | Axial plunger pump | |
EP3477102B1 (en) | A hydraulic device | |
CN110360076A (zh) | 静液压轴向柱塞机 | |
US5495713A (en) | Hydrostatic differential transmission | |
EP3246566B1 (en) | A hydraulic device, a method of manufacturing a hydraulic device and a group of hydraulic devices | |
NL2000749C2 (nl) | Machine voor het verplaatsen van fluïdum. | |
JP2004324675A (ja) | 接続部構造 | |
CA2617672A1 (en) | Displacer unit with a valve plate body | |
NL1008256C2 (nl) | Inrichting voor het omzetten van een eerste vloeistofstroom met een eerste hoogste druk in een tweede vloeistofstroom met een tweede hoogste druk. | |
US224331A (en) | James f | |
BE1009171A3 (nl) | Drijfwerk met traploze overbrengingsverhouding. | |
US888658A (en) | Fluid or water jacket connection. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD2 | Lapsed due to expiration of the term of protection |
Effective date: 20080112 |