NL1019550C2 - Instrument en werkwijze voor het verruimen van een ademweg in de farynx van een persoon en werkwijze voor het gebruik van het instrument. - Google Patents

Instrument en werkwijze voor het verruimen van een ademweg in de farynx van een persoon en werkwijze voor het gebruik van het instrument. Download PDF

Info

Publication number
NL1019550C2
NL1019550C2 NL1019550A NL1019550A NL1019550C2 NL 1019550 C2 NL1019550 C2 NL 1019550C2 NL 1019550 A NL1019550 A NL 1019550A NL 1019550 A NL1019550 A NL 1019550A NL 1019550 C2 NL1019550 C2 NL 1019550C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
instrument
pharynx
guide frame
tongue
base element
Prior art date
Application number
NL1019550A
Other languages
English (en)
Inventor
Peter Tjong Joe Wai
Original Assignee
Peter Tjong Joe Wai
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1019263A external-priority patent/NL1019263C2/nl
Application filed by Peter Tjong Joe Wai filed Critical Peter Tjong Joe Wai
Priority to NL1019550A priority Critical patent/NL1019550C2/nl
Priority to US10/493,926 priority patent/US20060247496A1/en
Priority to AU2002338218A priority patent/AU2002338218A1/en
Priority to PCT/NL2002/000692 priority patent/WO2003051186A1/en
Priority to ES02773035T priority patent/ES2347771T3/es
Priority to DE60236748T priority patent/DE60236748D1/de
Priority to AT02773035T priority patent/ATE471107T1/de
Priority to EP02773035A priority patent/EP1439776B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1019550C2 publication Critical patent/NL1019550C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B1/00Instruments for performing medical examinations of the interior of cavities or tubes of the body by visual or photographical inspection, e.g. endoscopes; Illuminating arrangements therefor
    • A61B1/267Instruments for performing medical examinations of the interior of cavities or tubes of the body by visual or photographical inspection, e.g. endoscopes; Illuminating arrangements therefor for the respiratory tract, e.g. laryngoscopes, bronchoscopes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M16/00Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes
    • A61M16/04Tracheal tubes

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Surgery (AREA)
  • Radiology & Medical Imaging (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Pulmonology (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Physiology (AREA)
  • Otolaryngology (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Medical Informatics (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Orthopedics, Nursing, And Contraception (AREA)

Description

Titel : Instrument voor het verruimen van een ademweg in de farynx van een persoon en werkwijze voor het gebruik van het instrument b De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een instrument voor het verruimen van een ademweg in de farynx of mondkeelholte van een persoon en werkwijze voor het gebruik van het instrument. In het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op het inbrengen van een instrument in de farynx van een persoon ter ondersteuning van het beademen van een persoon.
Wanneer een persoon niet meer zelfstandig kan ademen of hulp nodig heeft bij het ademen, bijvoorbeeld tijdens een operatie of na een ongeval waarbij de persoon het bewustzijn heeft verloren, is het noodzakelijk dat de ademhaling zo spoedig mogelijk weer op gang komt lb en in ieder geval wordt ondersteund. Zodra iemand bijvoorbeeld gedurende een operatie onder narcose is gebracht, of comateus is geraakt is het garanderen van een vrije ademweg van levensbelang. De buiten bewustzijn zijnde persoon is niet meer in staat zelfstandig te ademen en de musculatuur van de mondkeelholte verslapt. Hierdoor 2(: zakt de tong naar achter in de mondkeelholte en verspert de ademweg.
Een zeer veel toegepaste procedure om in een dergelijk geval toch de ademweg enigszins vrij te maken, is het in de mondkeelholte van de persoon aanbrengen van een instrument en het via dit instrument toevoeren van lucht aan de persoon m kwestie.
2! Een aeraelijk instrument voor het verruimen van een ademweg en dat is ingericht om te worden inaeDracht in een mondkeelholte is omschreven in ae aanhef van conclusie 1, en omvat een basiselement met ten minste een gekromd insteekdeei.
Een instrument volgens de aanhef van conclusie 1 is 3C bijvoorbeeld een uit de praktijk bekende keelpijp van Guedel of een keelpijp van Berman.
Een dergelijk instrument is gevormd als een tot een haakvorm gebogen holle buis dat fungeert als insteekdeei. Aan een vrij uiteinde van ae bekende keelpijp is een in hoofdzaak haaks daarop -/- staanöe sluitplaat verschaft. De bekende keelpijp wordt bij gebruik met het insteekdeel langs de tong van de persoon tot in de mondkeelholte geleidt. De sluitplaat blijft bij gebruik van de keelpijp buiten de mond van een persoon en voorkomt dat de keelpijp i in de mondkeelholte verdwijnt.
In ingebrachte toestand houdt de keelpijp de tong van de achterzijde van de mondkeelholte af en zorqt voor een luchtweg naar de longen. Verder wordt ter ondersteuning van de ademhaling in het algemeen een beademingsmasker over neus en mond van een persoon 10 geplaatst en stroomt de beademingslucht door de keelpijp of holle buis naar de longen.
Een bezwaar van de bekende keelpijpen is echter, dat zij in de praktijk onvoldoende zekerheid bieden wat betreft het vrijhouden van de toegang tot de longen en derhalve niet in alle gevallen een vrije 11 ademweg kunnen garanderen.
In het bijzonder is het een nadeel van de bekende keelpijpen, dat de plaats in de mondkeelholte waar de luchtstroom vanaf het beademingsapparaat terecht komt, zich dichtbij de ingang van de luchtpijp bevindt en hinder ondervindt van de epiglottis oi 20 strotteklepje.
Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding een instrument te verschaffen dat bovengenoemde bezwaren, althans gedeeltelijk, opheft of althans een alternatief te verschaffen voor 21 de bekende instrumenten.
In het bijzonder is het een doel van de onderhavige uitvinding een instrument voor het verruimen van een ademweg te verschaffen waarmee het mogelijk is om voldoende ruimte te creëren in de farynx of mondkeelholte teneinde een vriie aaemwea te verschaffen.
30
Dit wordt bereikt door een instrument volgens conclusie 1.
Het instrument is hiertoe ingericht om te worden ingebracht in een farynx, en omvat een basiselement met ten minste een gekromd insteekdeel. Voorts is een geleidmgsframe is verschaft voor het 3.'. geleidend ondersteunen van het basiselement, waarbij hei.
geleidingsframe is voorzien van een gekromd volgdeel voor het volgen van de contour van een tong. Het basiselement is langs ten minste een gedeelte van het geleidingsframe verplaatsbaar.
Door deze combinatie van maatregelen wordt een instrument verschaft, dat twee gekromde delen omvat die bij het inbrengen r. daarvan in de mondkeelholte de anatomie van de mondkeelholte kunnen volgen. Daarnaast kan er dankzij de onderlinge verplaatsbaarheid van het basiselement en het geleidingsframe voldoende ruimte worden gemaakt in de mondkeelholte, zodat de ademweg met een grote mate van zekerheid wordt vrijgemaakt.
1( In het bijzonder zorgt de onderlinge verplaatsbaarheid van het basiselement en het geleidingsframe ervoor, dat de epiglottis of het strotteklepje dat de luchtpijp afsluit wanneer een persoon iets doorslikt, op een geschikte wijze wordt weggeklapt. Hierdoor zal de toegang tot de luchtpijp geheel of althans gedeeltelijk worden 11 vrijgelaten en wordt een vrije luchtweg verschaft en in ieder geval de ademweg verruimt.
Bovendien zorgt de onderlinge verplaatsbaarheid van het basiselement en het geleidingsframe ervoor, dat in een ingebrachte toestand het basiselement uitmondt nabij de achterzijde van de 20 mondkeelholte en van daaruit de beademingslucht toevoert aan de mondkeelholte, hetgeen een verbeterde toevoer aan de luchtpijp verschaft.
In een voorkeursuitvoeringsvorm oegrenst het basiselement een doorstromingskanaal voor het toevoeren van beademingslucht, zodat 21 zeer gericht in de mondkeelholte de beademingslucht kan worden toegevoerd en zeer gericht de beademingslucht aan de luchtpijp kan worden toegevoerd.
In een voorkeursuitvoerinasvorm omvat het geleidingsframe een op afstanc van elxaar geplaatst* iramebenen. Hieröoo: is hei 3( mogelijk de gecombineerde dikte van het instrument beperkt te houden en een goeae geleiding van het basisdeel door het geleidingsframe te bewerkstelligen.
In variant van het instrument omvat basiselement geleidings-goten voor het geleidend opnemen van de framebenen, zodat een verder 2; verbeterde geleiding van het basisdeel door het geleidingsframe wordt bereikt.
-4-
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn het geleidings-irame en het basiselement voorzien van complementair in elkaai grijpende geleidinasmiddelen, zodat een eenvoudige en zeker», geleiding van het basiselement in en/of langs het geleidingselement. b wordt gewaarborgd.
In een volgende variant van het instrument is het geleidings-trame aan een vrij uiteinde voorzien van een eerste begrenzings-lichaam voor het beperken van de insteekdiepte van het geleidingsframe. Hierdoor kan worden voorkomen dat bij het inbrengen 10 van het instrument het geleidingsframe te ver in de mond van een persoon wordt gestoken en geheel in de mond en/of mondkeelholte terecht komt.
In nog een verdere variant van het instrument omvat het eerste begrenzingslichaam ten minste een doorvoeropening voor het daarin 11 geleidend ondersteunen van ten minste een gedeelte van hei basisdeel, zodat een eenvoudige geleiding en koppeling tussen het basiselement en het geleidingselement wordt verschaft.
In een volgende variant van het instrument is het basiselement aan een vrij uiteinde voorzien van een tweede begrenzingslichaam voor 2C het beperken van de insteekdiepte van het basiselement. Het tweede begrenzingslichaam zal bij verplaatsen van het basiselement door het geleidingselement tot stilstand komen tegen het eerste begrenzingslichaam en daarmee kan worden voorkomen dat het basiselement te ver in de mondkeelholte kan worden ingebracht.
2'; In een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van her instrument is voorzien in vergrendelmiddelen voor het in ten minste één positie ten opzichte van elkaar vergrendelen van hei basiselement en het geleidingsframe. Hierdoor wordt voorkomen, dat het geopende instrument door de krachten die hierop woraei 3( uitgeoefend door de achterwand van de mondkeelholte en de weke delen in de mondkeelholte, zal worden teruggeduwd naar een gesloten positie.
In een variant van het instrument is het insteekdeel ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit een vervormbaar materiaa^, in het 3: bijzonder uit een elastisch vervormbaar materiaal. Het vervormbaar zijn van ten minste het gekromde insteekdeel van het geleidingselement, en in het bijzonder het elastisch vervormbaar zijn daarvan, -h- biedt de mogelijkheid om de kromming of radius van het gekromde insteekdeel te veranderen. Hiermee wordt een instrument verschaft waarmee het mogelijk is de luchtstroom die aan de persoon wordt toegevoerd beter te richten naar de opening van de luchtpijp, i In een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van het instrument strekt het volgdeel zich uit over een hoek van ten minste 90°, in het bijzonder over een hoek groter dan 90°. Hierdoor haakt het volgdeel zich als het ware vast in een hoek die wordt ingesloten door de tong (basis) en de epiglottis en kan het instrument niet meer 1C eenvoudig uit de mondkeelholte worden gedrukt.
Overige voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding en een werkwijze voor het inbrengen van een instrument volgens de uitvinding in een farynx zijn nader uitgewerkt in de lb onderconclusies.
Kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt aan de hand van de hiernavolgende beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen van een instrument en 20 een werkwijze volgens de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: figuur 1 in zijaanzicht een instrument volgens de uitvinding 2b toont; figuur 2 een bovenaanzicht toont van het instrument van figuur 1; figuur 3 een zijaanzicht toont van het instrument van figuur 1 in een ingébrachte positie daarvan; 3C figuur 4 een zijaanzicht toont van het instrument van figuur ] in een ingebrachte en geopende positie daarvan; figuur b een alternatieve uitvoeringsvorm toont van het instrument volgens de uitvinding; figuur 6 schematisch in perspectief een vrij uiteinde toont van 3' het instrument van figuur ikfiguur Ί een dwarsdoorsnede toont langs de lijn II-II in figuur 5 van het instrument van figuur b, er.
-6- figuur 8 schematisch in perspectief vergrendelmiddelen toont voor gebruik met het instrument van figuur 5.
Figuur 1 toont een in zijn geheel met 1 aangeduid instrument l volgens de uitvinding. Het instrument 1 omvat een basiselement 2 en een geleidingsframe 3. Het basiselement 2 en het geleidingsframe 3 zijn beide in hoofdzaak J-vormig. Het basiselement 2 omvat een gekromd insteekdeel 4 met een vrij uiteinde 11. Het geleidingsframe 3 omvat een gekromd volgdeel 5 met een vrij uiteinde 12. Het 1C volgdeel 5 is ingericht om de contour van een tong te volgen en bij voorkeur strekt het gekromde volgdeel 5 zich uit over een hoek groter dan 90°. Voorts omvatten het basiselement 2 en het geleidingsframe 3 elk een op het insteekdeel 4 resp. het volgdeel 5 aansluitend, in hoofdzaak recht gedeelte 6 resp. 7. Het rechte 1!. gedeelte 7 van het geleidingsf rame 3 is hier zeer kort uitgevoerd, maar kan ook langer zijn.
Het basiselement 2 begrenst in de getoonde uitvoeringsvorm een doorstromingskanaal S, hetgeen in de figuur schematisch is weergegeven met onderbroken lijnen, voor het geleiden van 20 beademingslucht tot in een mondkeelholte van een persoon. Het rechte gedeelte 6 van het basisdeel 2 omvat een uiteinde 13 waaraan in hoofdzaak haaks op het rechte gedeelte 6 een eerste begrenzings-lichaam 14 is aangebracht. Het eerste begrenzingslichaam 14 kar. bijvoorbeeld een sluitplaat omvatten of een ander geschikt lichaam, 21 dat bij gebruik van het instrument ] de mond van een persoor: afsluit. In het eerste begrenzingslichaam 14 is een niet nader in de figuur getoonde doorvoeropening aangebracht die aansluit op het inwendige van het doorstromingskanaal £.
Het gej ei dingst rame 3 heeft eei, open structuur en is bi ; 3( voorkeur gevormd als een in hoofdzaak J-vormig gebogen geraamte, bijvoorbeeld van een buisvormig matenaa.. De open structuur van het geleidingsframe 3 wordt begrenst door een onderlinge afstand tussen twee in hoofdzaak evenwijdige framebenen lb en 16 van het geraamte. In de figuur is slechts één van beide framebenen 15 te zien.
3! De afmetingen in dwarsrichtmq van het basiselement 2 zijn geringer dan ae onderlinge afstand tussen de framebenen 15, 16 van het geleidingstrame 3 en derhalve past het basiselement 2 in de open -7- structuur van het geleidingsframe 3, en is het voor het basiselement 2 mogelijk door geleidingsframe 3 heen te bewegen. Hiertoe is het geleidingsframe 3 aan een vrij uiteinde eveneens voorzien van een tweede begrenzingslichaam 31. In het tweede begrenzingslichaam 31 is I een doorvoeropemng aangebracht voor het toestaan van een beweging van het basiselement 2, en het geleidend ondersteunen van het basiselement 2 in het geleidingselement 3. Dit is schematisch aangeduid met behulp van een dubbele pijl 30.
Voorts is het basiselement 2 op het rechte gedeelte 6 aan beide 10 zijden voorzien van geleidingsgoten 18, waarin de framebenen 15, 16, althans gedeeltelijk zijn opgenomen. Hierdoor wordt een zekere geleiding van het basiselement 2 in het geleidingselement 3 gewaarborgd. Het is echter eveneens mogelijk geen geleidingsgoten toe te passen.
15 Figuur 2 toont het instrument 1 in een bovenaanzicht daarvan.
Zoals duidelijk is te zien in de figuur, ligt het basiselement 2 tussen de framebenen 15, 16 van het geleidingsframe 3. Met onderbroken lijnen is wederom aangegeven, dat het basiselement 2 een doorstromingskanaal S begrenst. Het geleidingsframe 3 is in de 2C getoonde uitvoeringsvorm gevormd van een gebogen draadvormic materiaal, zoals een dunne holle metaalbuis, of een massieve buigzame metaaldraad, dat in een in hoofdzaak J-vorm wordt gebogen. Voorts is goed te zien, dat het basiselement 2 door het tweede begrenzingslichaam 31 heen steekt.
2! Het eerste begrenzingslichaam 14 en het tweede begrenzings lichaam 13 hebben bij voorkeur een m hoofdzaak ellipsvormigr contour, maar kunnen ook een andere vorm hebben, zoals een ronde of een vierkante vorm. De in hoofdzaak ellipsvormige contour heeft echter de voorkeur, raar deze vorm geen scherpe hoeken heeft die 3( eventueel de mond van een persoon kunnen beschadigen. Tevens sluit een ellipsvorm goed aan op de gesloten mond van een persoon.
In de in figuren 1 en 2 getoonde configuratie, bevindt het basiselement 2 zich in de open structuur van het geleidingsframe 3 en steekt derhalve door het geleidingsframe 3 heen. Daar het.
3! basiselement 2 zich tussen de framebenen 15 en 16 van he4 geleidingsframe 3 bevindt en het basiselement 2 ten minste door de doorvoeropemng steekt, is een zijdelingse verplaatsing van het -6 - basiselement 2 ten opzichte van het geleidingsframe 3 verhinderd.
Een verplaatsing langs het rechte gedeelte 7 van het geleidingsframe 3 is wel mogelijk. Dit is in figuren 1 en 2 weergegeven met een dubbele pijl 30.
k
Een gebruik van het instrument volgens de uitvinding zal in de hiernavolgende beschrijving nader worden toegelicht.
De uitgangspositie van het instrument 1 voordat deze is 10 ingebracht in een mondkeelholte van een persoon, is de positie zoals getoond in figuur 1. Het basiselement 2 ligt grotendeels tussen de benen 15, 16 van het geraamte. Vanuit de in figuur 1 getoonde positie kan het instrument 1 in een geopende mond van een persoon worden ingebracht. Dit is getoond in figuur 3.
15 Figuur 3 toont het instrument 1 ingebracht in een mondkeelholte 40 van een slechts schematisch weergegeven hoofd 50 van een persoon. In het hoofd 50 bevinden zich ten minste een tong 41, een mondopening 42, een tandenrij 43, en een luchtpijp 46.
Teneinde het instrument 1 in de in figuur 1 of 2 getoonae 20 positie te brengen, wordt het instrument 1 vanuit een buiten de mondopening 42 gelegen positie middels een draaiende beweging met het volgdeel 5 via het oppervlak van de tong 41 tot in de mondkeelholte 40 geleid. Dit is weergegeven met behulp van een pijl 60. Het naar binnen geleiden van het instrument 1 stopt op he; 25 moment waarop het vrige uiteinde 12 van het volgdeel 5 rust in een hoek die wordt ingesloten tussen de tong 41 en een epiglottis 44. Op deze wijze komt het inbrengen van het instrument 1 tot een natuurlijk einde en kan een te ver doorschuiven van het instrument 1 in de mondkeelholte 40 worden voorkomen.
30 Zoals duidelijk in de figuur is te zien, haakt het volgdeel 5 op een zodanige wijze in de hoek tussen ae epiglottis 44 en de tong 41, dat het instrument 1 niet eenvoudig uit de mondkeelholte 40 kan worden genomen. De enige wijze waarop het instrument 1 weer uit de mondkeelholte 40 kan worden genomen is het middels een draaiende 3! beweging (in de figuur met de richtina van de klok mee) teruggeleiden van het volgdeel 5 over het oppervlak van de tong 41. Het is daarbij voordelig dat het volgdeel 5 zich uitstrekt over een hoek -9- van meer dan 90°. Hierdoor wordt een zekere plaatsing van het instrument 1 gewaarborgd en wordt voorkomen dat tijdens gebruik het instrument 1 eenvoudig uit de mondkeelholte 40 zal geraken.
Om te voorkomen dat het vrije uiteinde 12 van het volgdeel 5 5 uit genoemde hoek losraakt en/of om het plaatsen van het instrument 1 in de mondkeelholte 40 verder te vereenvoudigen, is het voordelig om het vrije uiteinde 12 van het volgdeel 5 te voorzien van een uitsparing. Bij voorkeur is de uitsparing afgerond teneinde het toebrengen van letsel aan de tong 41 en/of de epiglottis 44 te 10 voorkomen. De uitsparing kan echter ook een andere geschikte vorm hebben.
Figuur 3 toont het instrument 1 in een positie waarbij het instrument 1 zich nog in de uitgangspositie of gesloten positie bevindt, maar waarbij ten minste het volgdeel 5 en het insteekdeel 4 11 zich in de mondkeelholte 40 van de persoon bevinden.
In de in figuur 3 getoonde toestand heeft de persoon zijn mond 42 geheel geopend. Zoals echter duidelijk in de figuur is te zien, is er nog een aanzienlijke ruimte tussen de boventanden en het instrument 1 en is het niet noodzakelijk dat de persoon zijn mond 42 20 geheel heeft geopend om het inbrengen van het instrument 1 mogelijk te maken. De volgende stap van het inbrengen van het instrument 1 in de mondkeelholte 40 wordt nader toegelicht aan de hand van figuur 4.
Figuur 4 toont het instrument 1 in een uitgeschoven of geopende positie. Vanuit de in figuur 3 getoonde gesloten positie wordt door 2t degene die het instrument 1 hanteert het basiselement 2 ten opzichte van het geleidingsframe 3 verplaatst, hetgeen in de figuur i; aangeduid met behulp van pijl 30.
Door het verplaatsen van het basiselement 2 in de richting van pij- 30, zal hel gekromae. insteekdee.1 4 aaarvan als het ware uit hef 31 gekromde volgdeel b van het basiselement 2 treden en zich verplaatsen naar een achterzijde 4b van oe mondkeelholte 40 en daar tot stilstand komen. Wanneer vervolgens vanuit deze situatie het basiselement 2 verder in de richting van pijl 30 wordt verplaatst, wordt er ruimte gescnapen in de mondkeelholte 40 doordat hei 3.' insteekdeel 4 en het volgdeel 5 zich van elkaar af bewegen en het volgdeel 5 daarbij de tong 41 wegdrukt in de richting van de tandenrij 43. Daarnaast zal door het van elkaar af bewegen van het •i f. i.
-10- insteekdeel 4 en het volgdeel b, de epiglottis 44 omklappen in de richting van de tong 41. Dit is aangeduid met behulp van pijl 1'/. Hierdoor komt de opening van de luchtpijp 46 geheel vrij te liggen, in ieder geval wordt bereikt dat de epiglottis 44 de opening van de 5 luchtpijp 46 minder afsluit. Bovendien wordt de opening van de luchtpijp 46 extra geopend door het spreiden van de mondkeelholte 40, dat wil zeggen, dat het strottehoofd van de achterzijde 45 van de mondkeelholte 40 wordt weggeduwd, zodat er ruimte wordt gemaakt in de mondkeelholte 40. Wanneer het instrument 1 zich in de in 10 figuur 4 getoonde positie bevindt, kan vervolgens een beademinqsmasker dat is verbonden met een beademingsapparaat, ove: de mond van de persoon worden geplaatst ter ondersteuning van de ademhaling. Dit is in de figuur niet nader getoond.
Om het instrument 1 in de geopende positie te houden is het 15 voordelig het instrument 1 te voorzien van geschikte vergrendelmiddelen die ervoor zorgen, dat het basiselement 2 en het geleidingsframe 3 in de geopende positie van het instrument 1 niet meer ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door een klem over de eerste en tweede 20 begrenzingslichamen 14, 31 te plaatsen. Een dergelijke klem zal begrenzingslichamen 14, 31 tegen elkaar aandrukken en voorkomen dat het basiselement 2 onder invloed van daarop uitgeoefende drukkrachten weer naar buiten verschuift. Andere mogelijkheden zijn eveneens denkbaar.
25 In het geval dat het basiselement 2 is vervaardigd van een flexibel materiaal, dan zal het bovengelegen deel van het insteekdeel 4 zich verder willen verplaatsen indien degene die het instrument 1 hanteert kracht blijft uitoefenen in de richting van pij] 30 en zal een verplaatsing van het bovengeleaen deel van he* 30 insteekdeel 4 een toename van de kromming daarvan tot gevolg hebben en zal zich de hoek en/of richting waarmee het vrije uiteinde 11 van het insteekdeel 4 is gericht naar de opening van de luchtpijp 4 6 wijzigen. Door vanuit deze positie het insteekdeel 4 verder in de mondkeelholte 40 te verplaatsen, zal door de tegendruk die de 35 achterwand 45 van de mondkeelholte 40 uitoefent op het insteekdeel 4, ae kromming van het insteekdeel 4 veranderen.
-11-
De mate van kromming van het insteekdeel 4 dient bij voorkeur zodanig te zijn, dat het vrije uiteinde 11 van het insteekdeel 4 is gericht naar een punt gelegen onder de epiglottis 44. De epiglottis 44 markeert namelijk het begin van de luchtpijp 46 en door het vrije 5 uiteinde 11 aldus te richten zal de met het instrument 1 te geleiden luchtstroom makkelijker in de luchtpijp 46 geraken.
Figuur 5 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van het instrument 1 volgens de uitvinding in een zijaanzicht, die in het 10 algemeen is aangeduid met het verwijzingscijfer 100. Het instrument 100 omvat eveneens een basiselement 102, dat in hoofdzaak gelijk is aan het basiselement 2 zoals getoond in de voorgaande figuren en omvat derhalve eveneens een gekromd insteekdeel 104. Voorts omvat het instrument 100 een in hoofdzaak J-vormig geleidingsframe 103 met 15 een gekromd volgdeel 105. In plaats van een vormgesloten doorstromingskanaal, is het basiselement 102 gevormd als een zich in langsrichting uitstrekkende goot begrensd door opstaande randen. Het basiselement 102 heeft een binnenoppervlak 104a.
Het volgdeel 105 heeft een grotere afmeting D in 20 breedterichting dan ruimte T tussen de benen 115 en 116 van hei geleidingsframe 103. Dit is getoond in figuur 6. Dit houdt in, dat het insteekdeel 104 met zijn binnenoppervlak 104a rust op hei volgdeel 105 wanneer het instrument 100 zich in een gesloten positie bevindt. Hiertoe omvat het insteekdeel 104 een verhoogd uitgevoerde 25 langsrand 104b, die over het volgdeel 105 valt. Dit is in figuur 5 weergegeven met een stippellijn. Bij voorkeur omvat het insteekdeel 104 in de verhoogde langsrand 104b een uitsparing 200 waarin dr benen 115 resp. 116 van het volgdeel 105 kunnen worden opgenomen.
Di t is schematisch getoond in figuur , waai een dwarsdoorsneaf var. 30 het instrument 100 is getoond langs de lijn II-I1 in figuur 5.
De kromming van het insteekdeel 104 is aangepast aan dt kromming van het volgdeel 105, teneinde een zo compact mogelijk instrument te verschaffen. De kromming van het volgdeel 105 ir echter zo gekozen, dat deze kromming ae contour van een tong zo goed 35 mogelijk zal kunnen volgen. Het insteekdeel 104 kan een in hoofdzaak vlakke dwarsdoorsneae omvatten, maar het is ook mogelijk dat hei -12- insteekdeel 104 een meer rond dwarsdoorsnede omvat zoals getoond in figuur V.
Het gebruik van het instrument 1, 100 volgens de onderhavige uitvinding kan met voordeel nog verder worden vereenvoudigd, dooi 5 het instrument 1, 100 te voorzien van vergrendelmiddelen, die het mogelijk maken dat het in de mondkeelholte 40 ingebrachte instrument 1, 100 in de geopende positie blijft staan. Een mogelijkheid is getoond in figuur 8.
Figuur 8 toont schematisch en opengewerkt in perspectief een 10 gedeelte van het instrument 100. Het geleidingsframe 103 omvat een tussen de benen 115, 116 aangebracht tussenstuk 300, dat kan worden opgenomen in daartoe in het basiselement 102 verschafte opnameopeningen 301, 302, hetgeen in de figuur is aangegeven met onderbroken lijnen.
15 Door het basiselement 102 met de opnameopeningen 301, 302 ovej het tussenstuk 300 te plaatsen, wordt een verplaatsing van het basiselement 102 ten opzichte van het geleidingsframe 103 vergrendeld, zodat degene die het instrument 100 hanteert geen kracht meer hoeft uit te oefenen en het instrument 100 in de 20 geopende positie in de mondkeelholte 40 kan laten zitten.
In de in figuur 8 getoonde uitvoeringsvorm omvat het basiselement 102 vier opnameopeningen 301, 302 waarvan er echter slechts twee zichtbaar zijn, en omvat het geleidingsframe 103 één tussenstuk 300. Het zal echter duidelijk zijn dat ook een ander 25 aantal opnameopeningen resp. tussenstukken mogelijk zijn.
De beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding is niet enkel beperkt tot de getoonde uitvoeringsvormen, doch diverse wijzigingen en modificaties aaarvan zijn mogelijk zonder ai t< 30 wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.
Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om het insteekdeel een sterkere kromming te geven dan het volgdeel, zodat de beademingslucht noc gerichter aan de luchtpijp kan worden toeqevoerd.

Claims (15)

1. Instrument (1) voor het verruimen van een ademweg, ingericht om te worden ingebracht in een farynx (40), omvattende een basiselement 5 (2) met ten minste een gekromd insteekdeel (4), met het kenmerk, dal een geleidingstrame (3) is verschaft voor het geleidend ondersteunen van het basiselement (2), waarbij het geleidingsframt (3)is voorzien van een gekromd volgdeel (5) voor het volgen van de 10 contour van een tong (41), en waarbij het basiselement (2) langs ten minste een gedeelte van het geleidingstrame (3) verplaatsbaar is.
2. Instrument (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat hei basiselement (2) een doorstromingskanaal (S) begrenst voor het 15 toevoeren van beademingslucht.
3. Instrument (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het geleidingsframe (3) op afstand (T) van elkaar geplaatste framebenen omvat (15, 16). 20
4. Instrument (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het basiselement (2) geleidingsgoten (18) omvat voor het geleidend opnemen van de framebenen (15, 16).
5. Instrument (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het geleidingsframe (3) en het basiselement (2, zijn voorzien van complementair in elkaar grijpende geleiding?' middelen. 3C t. Instrument (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het geleidingstrame (3) aan een vrij uiteinae i.r voorzien van een eerste begrenzingslichaam (31) voor het beperken van de insteekdiepte van het geleidingstrame (3).
1. Instrument (1) volgens conclusie b, met het kenmerk, dat het eerste begrenzingslichaam (31) ten minste een doorvoeropening omvat -14- voor het daarin geleidend ondersteunen van ten minste een gedeelte (7) van het basisdeel (2).
8. Instrument (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met 5 het kenmerk, dat het basiselement (2) aan een vrij uiteinde (13) i .1 voorzien van een tweede begrenzingslichaam (14) voor het beperken van de insteekdiepte van het basiselement (2) .
9. Instrument (1) volgens conclusies 8, met het kenmerk, dat het 10 tweede begrenzingslichaam (14) een in hoofdzaak vlakke sluitplaat omva t.
10. Instrument (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het instrument (1) is voorzien van 15 vergrendelmiddelen voor het in ten minste één positie ten opzichte van elkaar vergrendelen van het basiselement (2) en het geleidingsframe (3).
11. Instrument (1) volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de 20 vergrendelmiddelen zijn aanaebracht nabij de begrenzingslichamen (14, 31) .
12. Instrument (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het insteekdeel (4) ten minste gedeeltelijk is 25 vervaardigd uit een vervormbaar materiaal, in het bijzonder uit eer. elastisch vervormbaar materiaal.
15. Instrument (1) volgens een willekeurige van de voorgaand? conclusies, met het kenmerk, dat het volgdee] (5) zich uitstrek; 30 over een hoek van ten minste 9CC, in het biizonaer over een hoek groter dan 90c.
14. Werkwijze voor gebruik van een instrument (1) volgens één var. de voorgaande conclusies in een farynx (40), omvattende de stappen: 35 - het positioneren van het instrument (1) door een langs d<- tonq (41) geleiden van het volgdeel (5) tot in de farynx (40); -15- - het uit elkaar bewegen van het basiselement (2) en het geleidingstrame (3); - het plaatsen van een beademingsmasker over ten minste dat deel van het instrument (1) dat buiten een mond (42) van een persoon 5 is gelegen; en - het toevoeren van beademingslucht lucht aan de persoon.
15. Werkwijze voor het gebruik van een instrument (1) volgens conclusie 14 en conclusie 2, omvattende de stappen: 10. het plaatsen van een beademingsmasker over ten minste dat deel van het doorstromingskanaal (S) dat aan een mond van een persoon grenst; en - het toevoeren van beademingslucht lucht aan de persoon via het doorstromingskanaal (S).
16. Werkwijze voor het gebruik van een instrument (1) volgens conclusie 14 of 15 en conclusie 10, voorts omvattende de stap: - het vergrendelen van het basiselement (2) met het geleidingstrame (3). 20
NL1019550A 2001-10-31 2001-12-12 Instrument en werkwijze voor het verruimen van een ademweg in de farynx van een persoon en werkwijze voor het gebruik van het instrument. NL1019550C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019550A NL1019550C2 (nl) 2001-10-31 2001-12-12 Instrument en werkwijze voor het verruimen van een ademweg in de farynx van een persoon en werkwijze voor het gebruik van het instrument.
US10/493,926 US20060247496A1 (en) 2001-10-31 2002-10-31 Instrument for creating space in a human pharynx, and method for using the instrument
AU2002338218A AU2002338218A1 (en) 2001-10-31 2002-10-31 Instrument for creating space in a human pharynx, and method for using the instrument
PCT/NL2002/000692 WO2003051186A1 (en) 2001-10-31 2002-10-31 Instrument for creating space in a human pharynx, and method for using the instrument
ES02773035T ES2347771T3 (es) 2001-10-31 2002-10-31 Instrumento para crear un espacio en la faringe humana.
DE60236748T DE60236748D1 (de) 2001-10-31 2002-10-31 Instrument zur verschaffung von raum in einem menschlichen mundkehlloch
AT02773035T ATE471107T1 (de) 2001-10-31 2002-10-31 Instrument zur verschaffung von raum in einem menschlichen mundkehlloch
EP02773035A EP1439776B1 (en) 2001-10-31 2002-10-31 Instrument for creating space in a human pharynx

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019263A NL1019263C2 (nl) 2001-10-31 2001-10-31 Instrument en werkwijze voor het inbrengen van een buisvormig voorwerp in de farynx van een persoon.
NL1019263 2001-10-31
NL1019550A NL1019550C2 (nl) 2001-10-31 2001-12-12 Instrument en werkwijze voor het verruimen van een ademweg in de farynx van een persoon en werkwijze voor het gebruik van het instrument.
NL1019550 2001-12-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019550C2 true NL1019550C2 (nl) 2003-05-02

Family

ID=26643409

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019550A NL1019550C2 (nl) 2001-10-31 2001-12-12 Instrument en werkwijze voor het verruimen van een ademweg in de farynx van een persoon en werkwijze voor het gebruik van het instrument.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1019550C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2272632A1 (en) * 1974-05-27 1975-12-26 Jost Guy Laryngoscope with external handle - has two curved spatula blades movable apart
DE3007994A1 (de) * 1979-02-28 1980-09-11 Medizin Labortechnik Veb K Fuehrungseinrichtung fuer medizinische geraete und instrumente
GB2258398A (en) * 1991-08-01 1993-02-10 Stuart Donald Macdonald Laryngoscope

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2272632A1 (en) * 1974-05-27 1975-12-26 Jost Guy Laryngoscope with external handle - has two curved spatula blades movable apart
DE3007994A1 (de) * 1979-02-28 1980-09-11 Medizin Labortechnik Veb K Fuehrungseinrichtung fuer medizinische geraete und instrumente
GB2258398A (en) * 1991-08-01 1993-02-10 Stuart Donald Macdonald Laryngoscope

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6311688B1 (en) Airway device with provision for coupling to an introducer
US3930507A (en) Adjustable oral airway
US6338343B1 (en) Airway device with provision for lateral alignment, depth positioning, and retention in an airway
US7900632B2 (en) Laryngeal mask with esophageal blocker and bite block
US8695590B2 (en) Adjustable stylet for endotracheal tube
US4919126A (en) Flexible oral airways and methods
US5934276A (en) Oral tube holder
US5765560A (en) Trachostoma valve and tissue connector and housing for use as a part thereof
US20060081245A1 (en) Surgical tube guard
US20020092526A1 (en) Securing device for an endotracheal tube
EP1043039B1 (en) Adjustable oropharyngeal airway apparatus
US10835701B2 (en) Oral airway device
US10849783B2 (en) Full movement jaw advancement oral appliance to reduce the effects of snoring and/or sleep apnea
JP2020072930A (ja) 気管内チューブ挿管用の導入器
US20160038703A1 (en) Method and Apparatus for Holding Oral Airway Devices
US20020189618A1 (en) Airway device with provision for coupling to an introducer
US4881540A (en) Device and method for assisting in artificial respiration
US4365625A (en) Expandable oral airway
US8974382B2 (en) Medical tube retaining device
NL1019550C2 (nl) Instrument en werkwijze voor het verruimen van een ademweg in de farynx van een persoon en werkwijze voor het gebruik van het instrument.
US20060247496A1 (en) Instrument for creating space in a human pharynx, and method for using the instrument
CA2220750A1 (en) Indwelling one-way valve prosthesis for hands-free tracheoesophageal speech
EP0982045A2 (en) An airway bite protector
NL1019547C1 (nl) Instrument en werkwijze voor het inbrengen van een buisvormig voorwerp in de farynx van een persoon.
GB2367009A (en) Airway bite protector

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060701