NL1019255C2 - Samenstel van ten minste twee koppelbare wagens. - Google Patents

Description

SAMENSTEL VAN TEN MINSTE TWEE KOPPELBARE WAGENS

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van ten minste twee, langs een in beginsel vrije route stuurbare, koppelbare wagens, waarbij een eerste wagen is 5 voorzien van middelen voor het in een bepaalde richting trekken van de tweede wagen, en de tweede wagen is voorzien van middelen voor het in hoofdzaak doen volgen door de tweede wagen van de route van de eerste wagen.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een set als onderdeel van een dergelijk samenstel alsmede op een disseldeel als onderdeel van een dergelijk 10 samenstel of als onderdeel van een dergelijke set.

Een dergelijk samenstel is bekend uit de praktijk. Een dergelijk samenstel treft men bijvoorbeeld aan in fabrieken als onderdeel van een -vrij stuurbare, dus niet op rails rijdende- trein omvattende een trekker die is voorzien van een trekhaak en daarachter aanhangende wagens elk voorzien van een bijvoorbeeld tri angel vormige 15 dissel waarbij de dissel deel uitmaakt van de sturende voorasconstructie en van een achterop de wagen geïnstalleerde trekhaak.

Indien men de bekende trein met een dergelijk bekend samenstel opbouwt en wagens aan elkaar koppelt, is het niet mogelijk de rijrichting van de gehele trein om te keren door aan het achtereind van de trein deze met een trekker de andere kant op 20 te trekken.

Bij het inslaan met de bekende trein in een fabriek, een hal of op een industrieterrein van een weg die ook retour moet worden afgelegd moet de bekende trein omdat hij niet omkeerbaar is, zonder van rijrichting te veranderen gekeerd worden, hetgeen er op neerkomt dat een draai gemaakt moet worden.

25 Voor het maken van een draai is een relatief omvangrijke draaiplaats nodig, afhankelijk van lading, omvang en draaicirkel van de trein. Het beschikbaar hebben of maken van ruimte is echter een zeer kostbare zaak, en bovendien is een draaimanoeuvre waarbij zo scherp mogelijk gedraaid wordt bezwaarlijk en riskant indien de wagens beladen zijn met lasten van een zeer groot gewicht, zoals 30 bijvoorbeeld het geval is bij intem transport in de zware metaalindustrie, bijvoorbeeld in een fabriek waar verpakkingsstaal wordt gewalst en bekleed. Bij intern transport met behulp van de onderhavige trein door een dergelijke fabriek -2- bevjndt zich bijvoorbeeld op elke wagen een rol verpakkingsstaal met een gewicht van bijvoorbeeld ongeveer 25,000 kg.

Behalve het bezwaar van ruimtebeslag voor draaien is er ook nog een bezwaar dat de bekende trein die immers vrij bestuurbaar is, in de zin dat deze niet aan een 5 door rails opgelegd parcours vastzit, door de trekker in een “doodlopend” gebied kan worden gebracht, waarop er met nadere hulpmiddelen als hef- en hijstoestellen gewerkt moet worden om de trein te ontzetten.

Deze en andere bezwaren worden weggenomen en verdere voordelen bereikt, indien de tweede wagen is voorzien van middelen voor het in tegenovergestelde 10 richting trekken van de eerste wagen, en de eerste wagen is voorzien van middelen voor het in hoofdzaak doen volgen door de eerste wagen van de route van de tweede wagen.

Door aan bijvoorbeeld een dissel-trekhaak-combinatie middelen te voorzien waardoor deze ook als trekhaak-dissel-combinatie kan dienen, is het mogelijk de 15 trein vanaf het andere uiteinde te trekken, zij het door de trekker af te koppelen en aan het andere uiteinde van de trein aan te koppelen, of door een tweede trekker aan het andere uiteinde in te zetten.

Hoewel het noodzakelijk is dat genoemde middelen als voormeld voorzien zijn, is dat voor het daadwerkelijk in twee richtingen bedrijven van de trein op zich 20 onvoldoende: Voor het met goed gevolg trekken van de trein in de ene of de diametraal tegenoverliggende richting moeten de bovenvermelde vereiste middelen wel daadwerkelijk operationeel worden gemaakt voor de betreffende richting: Waar een getrokken dissel functioneerde moet nu een trekkende trekhaak functioneren en omgekeerd. Het is mogelijk dit op verschillende manieren te realiseren, te 25 mechaniseren en te automatiseren.

In een uitvoeringsvorm omvatten de middelen een vanuit de voor-respectievelijk achterkant van twee opeenvolgende wagens stekend disseldeel, en een koppelstang geschikt om wagens via een nabij de voor- respectievelijk achterkant van de wagen aanwezig draaipunt te koppelen, waarbij de koppelstang en het 30 disseldeel, naar keuze en in afhankelijkheid van de richting al of niet ten opzichte van elkaar draaibaar met elkaar koppelbaar zijn.

-3-

Indien de koppelstang met het disseldeel verdraaibaar gekoppeld is, treedt een met de wagen verbonden draaipunt waar de koppelstang om kan draaien als het ware als trekhaak op, en indien koppelstang en disseldeel niet verdraaibaar gekoppeld zijn wordt door de aldus optredende disseldeel-koppelstang-combinatie als het ware een 5 disselfunctie vervuld.

In een uitvoeringsvorm omvatten de middelen een tussen disseldeel en koppelstang monteerbare pen, die geschikt is gestoken te worden door met elkaar in lijn te brengen openingen in het disseldeel enerzijds en de koppelstang anderzijds voor het bij ingestoken toestand en in samenwerking met het draaipunt verhinderen 10 van relatieve verdraaiing tussen disseldeel en koppelstang.

Het omschakelen van trekhaak- naar disselfunctie en omgekeerd wordt in deze uitvoeringsvorm tot stand gebracht door het al of niet ingrijpen van een vergrendeling in de vorm van een pen-gat verbinding voor het niet of wel draaibaar koppelen van koppelstang en disseldeel, hetgeen voordelig is omdat de constructie 15 eenvoudig en robuust kan worden uitgevoerd.

In een uitvoeringsvorm zijn de wagens stuurbaar doordat zij in stuuruitslag verstelbare wielen omvatten die via stangen koppelbaar zijn voor het onderling afhankelijk doen zijn van de stuuruitslagen van de wielen.

Hierdoor is het mogelijk de uitslagen van de wielen met elkaar te doen 20 corresponderen.

In een uitvoeringsvorm zijn de wielen van een wagen stuurbaar door beweging van het disseldeel ten opzichte van die wagen.

Hiermede is bereikbaar dat de stuuruitslagen van de wielen via bewegin van het betreffende disseldeel rechtstreeks worden aangepast aan de baan van de te 25 volgen wagen.

In weer een uitvoeringsvorm is het disseldeel van een wagen via een stuurkoppelstang koppelbaar met het andere disseldeel van dezelfde wagen.

Indien de disseldelen worden gebruikt om de stuuruitslag van bepaalde wielen te bepalen, kunnen door de disseldelen onderling te koppelen de stuuruitslagen van 30 bepaalde groepen wielen, bijvoorbeeld de voor- respectievelijk de achterwielen, op elkaar worden afgestemd, waardoor een nog kleinere draaicirkel binnen bereik komt..

-4- ln nog weer een uitvoeringsvorm omvat het samenstel middelen voor het doen zijn gekoppeld van uitsluitend de gewenste van een van beide middelen.

Op deze wijze kan omschakelen op efficiënte wijze en foutloos geschieden.

Het omschakelen kan worden geautomatiseerd door het schakelen automatisch te 5 laten plaatsvinden in afhankelijkheid van aan welk uiteinde van de trein een trekker wordt aangekoppeld: De ene stand wordt bijvoorbeeld ingesteld als luchtvoeding vanuit de trekker aan het ene uiteinde van de trein wordt aangesloten en omgekeerd.

Tevens worden uitsluitende rechten gevraagd voor een set van disseldeel, koppelmiddelen en koppelstang als onderdeel van een samenstel volgens de 10 uitvinding, alsmede voor een disseldeel als onderdeel van een samenstel volgens de uitvinding of als onderdeel van een set volgens de uitvinding.

De uitvinding zal vervolgens worden toegelicht aan de hand van enkele figuren.

Fig. 1 toont een trein omvattende een samenstel volgens de uitvinding gereed 15 voor rijden in een richting.

Fig. 2 toont een geschematiseerd onderaanzicht van een samenstel volgens de uitvinding.

In Fig. 1 zijn schematisch wagens 1, 2 elk met een rol staal 9 erop weergegeven. De trein staat opgesteld voor aansluiting van wagen 1 aan een trekker 20 voor rijden naar bestemmingen rechts van de tekening gelegen. Dissel 3,4,5,6 van wagen 2 is draaibaar gekoppeld met trekhaak 4’ voor aanhangen van wagen 2 achter wagen 1.

Indien de trein zou worden opgesteld voor aansluiting van wagen 2 aan een trekker voor rijden naar bestemmingen links van de tekening gelegen, zouden 25 middelen 3’, 4’ en 5’ door insteken van pen 5’ tot dissel moeten worden gemaakt, en draaipunt 4 aan wagen 2 tot trekhaak door pen 5 op te trekken en daarmee de verbinding van disseldeel 3 en koppelstang 6 aldaar te lossen.

Deze omschakeling zou kunnen worden gerealiseerd door een pendelinrichting 7 te bedienen die pen 5 uitneemt en tegelijkertijd pen 5’ in aangrijping brengt en 30 omgekeerd bij wederomkering van de rij- en trekrichting.

In Fig. 2 is behalve een aantal reeds besproken onderdelen ook stuurkoppelstang 8 duidelijk waarneembaar. Indien een disseldeel van een wagen een -5- uitslag krijgt medegedeeld zullen door aangrijping van stuurkoppelstang 8 met draaipunten 11, 1Γ via verdere draaipunten en stuurstangen als getoond zowel de voorwielen als de achterwielen de gevraagde curve inzetten.

Door de pennen 5 en 5’ met een pendelconstructie 7 te bedienen, die zelf weer 5 door een inrichting bestuurd wordt die de pendelconstructies van de samenstellen coördineert, is het mogelijk bij trekken in de ene of de andere richting de bij de richting behorende stand van de pennen 5 en 5’ automatisch te doen innemen, bijvoorbeeld in afhankelijkheid van het aan een zijde aankoppelen van een trekker.

Het zij hierbij opgemerkt dat omkering van de trekrichting van de trein dient te 10 geschieden in een toestand waarin de gehele trein recht staat, tenzij middelen voorzien zijn om het met de koppelstang 6 te koppelen disseldeel 3, 3’ met elkaar in lijn te brengen voor het insteken van pen 5 respectievelijk 5’.

Het zal duidelijk zijn dat het dankzij de uitvinding mogelijk is transport met behulp van een niet op rails rijdende trein met grotere flexibiliteit uit te voeren 15 doordat geen draaimanoeuvres meer hoeven worden gemaakt en het parcours niet meer in draaiplaatsen hoeft te voorzien.

Claims (9)

1. Samenstel van ten minste twee, langs een in beginsel vrije route stuurbare, koppelbare wagens (1,2), waarbij een eerste wagen (1) is voorzien van 5 middelen (3’) voor het in een bepaalde richting trelcken van de tweede wagen (2), en de tweede wagen (2) is voorzien van middelen (3,4,5,6) voor het in hoofdzaak doen volgen door de tweede wagen (2) van de route van de eerste wagen (1), met het kenmerk, dat de tweede wagen (2) is voorzien van middelen (4) voor het in tegenovergestelde richting trekken van de eerste 10 wagen (1), en de eerste wagen (1) is voorzien van middelen (3’,4’,5’,6) voor het in hoofdzaak doen volgen door de eerste wagen (1) van de route van de tweede wagen (2).

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen (3, 4, 5, 6) omvatten een vanuit de voor- respectievelijk achterkant van twee 15 opeenvolgende wagens (1, 2) stekend disseldeel (3, 3’), en een koppelstang (6) geschikt om wagens (1,2) via een nabij de voor- respectievelijk achterkant van de wagen aanwezig draaipunt (4,4’) te koppelen, waarbij de koppelstang (6) en het disseldeel (3,3’), naar keuze en in afhankelijkheid van de richting al of niet ten opzichte van elkaar draaibaar met elkaar koppelbaar zijn.

3. Samenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de middelen (5,5’) een tussen disseldeel (7, 7’) en koppelstang (10) monteerbare pen (5, 5’) omvatten, welke pen (5, 5’) geschikt is gestoken te worden door met elkaar in lijn te brengen openingen in het disseldeel (3, 3’) enerzijds en de koppelstang (6) anderzijds voor het bij ingestoken toestand en in samenwerking met het 25 draaipunt (4, 4’) verhinderen van relatieve verdraaiing tussen disseldeel (3,3’) en koppelstang (6). 1 Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wagens (1,2) stuurbaar zijn doordat zij in stuuruitslag verstelbare wielen (10) omvatten die via stangen koppelbaar zijn voor het onderling afhankelijk doen 30 zijn van de stuuruitslagen van de wielen. -7-

5. Samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de wielen van een wagen (1, 2) stuurbaar zijn door beweging van het disseldeel (3,3’) ten opzichte van die wagen.

6. Samenstel volgens een der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat het 5 disseldeel (3) van een wagen (2) via een stuurkoppelstang (8) gekoppeld is met het andere disseldeel van dezelfde wagen.

7. Samenstel volgens een der conclusies 2 - 6, met het kenmerk, dat dit middelen (7) omvat voor het gekoppeld doen zijn van uitsluitend de gewenste van een van beide middelen (5,5’).

8. Wagen als onderdeel van een samenstel volgens een der conclusies 1-7.

9. Set van disseldeel (3,3’), middelen (5,5’) en koppelstang (6) als onderdeel van een samenstel volgens een der conclusies 1-7

10. Disseldeel als onderdeel van een wagen volgens conclusie 8 of als onderdeel van een set volgens conclusie 9.