NL1019205C2 - Samenstel houder van een noodhamer en een wandhouder. - Google Patents

Description

(

Titel: Samenstel houder van een noodhamer en een wandhouder

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van een noodhamer en een wandhouder. De noodhamer is bestemd voor het inslaan van een raam in het geval van noodsituaties. Hierbij valt te denken aan het kapotslaan van een voertuigraam nadat als gevolg van een ongeluk de 5 voertuigdeuren niet meer geopend kunnen worden. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een samenstel van een noodhamer en een wandhouder dat bestemd is om te worden toegepast in het openbaar vervoer of openbare ruimtes. Voor dergelijke toepassingen is het een veel voorkomend probleem dat de noodhamers als gevolg van baldadigheid of 10 vandalisme uit de wandhouders worden genomen.

EP-A-696 528 openbaart een samenstel van een noodhamer en een wandhouder waarbij de noodhamer via een staalkabel permanent verbonden is met de wandhouder. In de wandhouder is een onder veerspanning staande wikkeltrommel voorzien. De staalkabel heeft een 15 totale lengte van enkele meters en is in de ongebruikte toestand om de wikkeltrommel heen gewikkeld. Indien in geval van nood een gebruiker de noodhamer uit de wandhouder neemt wordt de staalkabel tegen de veerspanning in afgewikkeld en kan met de noodhamer een raam worden ingeslagen.

20 Nadelig hierbij is dat de staalkabel leidt tot zeer gevaarlijke situaties. In het geval van een in een bus opgehangen wandhouder met noodhamer vormt de staalkabel in afgewikkelde toestand een draad waarover passagiers, zeker in een paniektoestand, snel kunnen struikelen. Bovendien kan de staalkabel in de praktijk wel eens net te kort blijken te 25 zijn om een bepaald raam in te slaan. Doordat de staalkabel onder veerspanning staat zal de noodhamer indien losgelaten na gebruik, terugschieten in de richting van de wandhouder. Ook dit kan aanleiding 1019205* 2 geven tot verwondingen indien de noodhamer tijdens het terugschieten aanbotst tegen andere mensen. Hoewel diefstal van de noodhamer wordt voorkomen door de staalkabel, is het uit baldadigheid uit de wandhouder nemen van de noodhamer nog steeds mogelijk. Tot slot brengt de 5 voorziening van staalkabel met wikkeltrommel aanzienlijke kosten met zich mee.

Het doel van de onderhavige uitvinding is een samenstel van een noodhamer en een wandhouder te verschaffen waarbij deze nadelen worden ondervangen. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een 10 samenstel van een noodhamer en een wandhouder volgens conclusie 1.

Bij een dergelijk samenstel wordt ervoor zorggedragen dat de noodhamer niet uit de wandhouder kan worden genomen dan na breking van ten minste de koppelingsmiddelen en/of de verbindingsmiddelen. De koppelingsmiddelen en/of de verbindingsmiddelen zijn hiertoe vervaardigd 15 uit met handkracht breekbaar materiaal. Hiervoor zullen eerst hetzij de koppelingsmiddelen hetzij de verbindingsmiddelen kapot moeten worden gemaakt, hetgeen gepaard zal gaan met lawaai en de aandacht van de omgeving zal trekken. De gebruikte materialen kunnen hierop eenvoudig worden uitgekozen. In echte noodsituaties is het nog steeds zeer eenvoudig 20 om de noodhamer uit de wandhouder te nemen. Het eerst kapot moeten maken van hetzij de koppelingsmiddelen hetzij de verbindingsmiddelen vormt dan nagenoeg geen belemmering en zal zeker niet worden nagelaten. Vervolgens kan de noodhamer vrijelijk gebruikt worden, zonder dat de gebruiker in zijn mogelijkheden beperkt wordt of gehinderd wordt 25 door een stalen kabel zoals bij de bovengenoemde bekende noodhamer.

In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een in een wandhouder vastgeklemde noodhamer afgedekt door een afdekkap. De afdekkap is met behulp van geschikte verbindingsmiddelen verbonden met de wandhouder. De verbindingsmiddelen zijn zodanig uitgevoerd dat de afdekkap slechts 1019205· 3 verwijderd kan worden door kapotmaken van hetzij de afdekkap hetzij de verbindingsmiddelen. De noodhamer ligt ten minste met een deel opgesloten tussen de afdekkap en de wandhouder. De noodhamer kan daardoor slechts door het kapot maken van hetzij de afdekkap hetzij de verbindingsmiddelen 5 worden verwijderd uit de wandhouder. De afdekkap voorkomt het zomaar even uit de wandhouder kunnen nemen van de noodhamer.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is een alarm voorzien dat een alarmsignaal, bijvoorbeeld een akoestisch signaal, afgeeft wanneer de noodhamer verwijderd wordt uit de wandhouder, althans de 10 koppelingsmiddelen worden verbroken. Het alarm heeft een dubbele functie. Enerzijds zal het alarmsignaal de omgeving attenderen op eventueel vandalisme zodat, indien er geen sprake is van een noodsituatie, de dader gegrepen kan worden. Anderzijds wordt in het geval van een echte noodsituatie met voordeel de gehele omgeving gewaarschuwd.

15 De afdekkap is bij voorkeur ten minste voor een deel transparant.

Hierdoor houdt een gebruiker zicht op de onder de afdekkap liggende noodhamer en zal daardoor sneller begrijpen wat de functie is van de noodhamer en hoe deze uit de wandhouder kan worden genomen. Teneinde dit nog verder te verduidelijken kan een instructiesticker nabij het 20 samenstel van wandhouder en noodhamer worden aangebracht.

Door in een verdere voordelige uitvoeringsvorm de noodhamer uit te voeren met een hamerkop die breder is dan de hamersteel en de afdekkap de hamerkop en ten minste het bovenste deel van de hamersteel af te laten dekken wordt op eenvoudige wijze bereikt dat de noodhamer alleen 25 verwijderd kan worden na breken van de afdekkap of de verbindingsmiddelen.

Door bovendien de wandhouder zodanig uit te voeren dat de hamersteel in ieder geval aan de achterzijde vrij hangt kan een gebruiker de hamersteel stevig vastgrijpen en vervolgens met een eenvoudige ruk de 1Ό19208« 4 noodhamer uit de wandhouder trekken terwijl tegelijkertijd hetzij de koppelingsmiddelen worden verbroken. Dit bevordert een snel in kunnen grijpen tijdens noodsituaties. Verder verlaagt het de kracht die benodigd is voor het breken van de koppelingsmiddelen, althans de 5 verbindingsmiddelen dankzij de hefboomwerking van de hamersteel.

In een alternatieve uitvoeringsvorm is de wandhouder voorzien van een element dat zich door de noodhamer heen uitstrekt en voor de noodhamer is verbreed, zodanig dat de noodhamer daardoor wordt opgesloten en slechts door verbreking van genoemd element, althans 10 verbindingsmiddelen waarmee dit is vastgezet kan worden verbroken. Uiteraard kan een dergelijk element ook aan de hamer worden voorzien, zodanig dat dit zich door de wandhouder heen uitstrekt. Dergelijke uitvoeringsvormen bieden het voordeel dat zij de noodhamer aan de voorzijde ten minste grotendeels vrijlaten.

15 Verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zijn vastgelegd in de verdere volgconclusies.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin:

Figuur 1 een vooraanzicht is van een uitvoeringsvorm van een 20 wandhouder een daarin vastgeklikte noodhamer en een over de noodhamer aangebrachte transparante afdekkap;

Figuur 2 een aanzicht is in doorsnede over de lijn II- II in Figuur I;

Figuur 3 een aanzicht is in doorsnede over de lijn III-III in Figuur 1;

Figuur 4 een aanzicht is in doorsnede over de lijn lv- IV in Figuur 1; 25 Figuur 5 een zij aanzicht is van Figuur 1;

Figuur 6 een aanzicht is in langsdoorsnede van de afdekkap.

Figuur 7 in zijaanzicht een alternatieve uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding; 10192 05# ( 5

Figuur 7A een gedeelte van het samenstel volgens fig. 7, in vooraanzicht; en

Figuur 8 in zijaanzicht een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding.

5 In Figuur 1 en 2 is een op zich bekende noodhamer 1 getoond die is vastgeklemd in een wandhouder 2. De noodhamer 1 is T-vormig en omvat een hamerkop S en een hamersteel 6. De hamerkop 5 heeft twee conusvormige metalen punten 7 waarmee een voertuigruit kapot kan worden geslagen. In het ondereinde van de hamersteel ,6 is een mes 8 10 opgenomen, dat bijvoorbeeld kan dienen voor het doorsnijden van een veiligheidsgordel .De wandhouder 2 i s eveneens in hoofdzaak T-vormig uitgevoerd en is geschikt voor het klemmend vasthouden van de noodhamer 1. Hiertoe omvat de wandhouder 2 twee verende, klemvingers' 10 met verdikte uiteinden ( zie ook Figuur 4) .De klemvingers 10 omsluiten 15 klemmend het bovenste deel van de hamersteel 6. De steelhamer 6 steunt met zijn onderste deel op een in de wandhouder 2 aangebrachte steunwand 12. Het bovenste deel van de hamerkop 5 ligt onder een naar beneden toe uitstekend wanddeel 13 van de wandhouder 2. De wandhouder' 2 heeft twee schroefuitsparingen 18 voor het op een wand monteren. De 20 wandhouder 2 is verder voorzien van een fluoriscerende knop 40 die in het donker duidelijk aangeeft waar de noodhamer 1 zich bevindt.

Over de voorzijde van de wandhouder 2 is een afdekkap 20 aangebracht. De afdekkap 20 is eveneens in hoofdzaak T-vormig uitgevoerd, hetgeen duidelijk te zien is in figuur 1 waarin de wanddikte 25 van de afdekkap 20 met een rondlopende onderbroken lijn 21 is aangegeven. De afdekkap 20 is via verbindingsmiddelen verbonden met de wandhouder 2. In de getoonde uitvoeringsvorm vormen de verbindingsmiddelen één geheel met de afdekkap 20 en worden gevormd door twee binnen in ~e afdekkap aangebrachte vergrendelnokken 23 die 10192(15· 6 aangrijpen in uitsparingen 24 in de wandhouder 2. De uitsparingen 24 zijn hier aangebracht in de buitenste zijwanden van de klem vingers 10. Dit is in het bijzonder duidelijk te zien in Figuur 4. De afdekkap 20 is aan zijn ondereinde voorzien van een cilindervormig uitsteeksel 25. Het uitsteeksel 5 25 grijpt aan in een complementaire uitsparing 26 in de wandhouder 2. Tot slot ligt het bovenste deel van de afdekkap 20 aansluitend aan tegen het wanddeel 13 van de wandhouder 1. Aldus kan de afdekap 20 op eenvoudige wijze worden vastgeklikt op de wandhouder 2.

De vergrendelnokken 23 in combinatie met het uitsteeksel 25 en 10 de aanligging van de afdekkap 20 tegen het wanddeel 13 voorkomen het van de wandhouder 2 af kunnen nemen van de .afdekkap 20. Een verwijdering van de afdekkap 20 is alleen mogelijk door de afdekkap 20 kapot te maken. De afdekkap 20 is van een zodanig bros materiaal vervaardigd, bijvoorbeeld polystyreen, dat het kapotbreken van de 15 afdekkap 20 gepaard zal gaan met veel lawaai.

De afdekkap 20 is vervaardigd uit transparant materiaal; Hierdoor is het voor een gebruiker in een oogopslag zichtbaar wat er achter de afdekkap 20 ligt. De afdekkap kan ook slechts voor een deel doorzichtig en voor de rest gematteerd of ondoorzichtig zijn uitgevoerd, of geheel ondoorzichtig.

20 In de wandhouder 2 is een alarm 30 opgenomen. Het alarm 30 wordt geactiveerd zodra de afdekkap 20, althans de noodhamer 1 van de wandhouder 2 verwijderd wordt danwel op enigerlei wijze de koppelmiddelen 20, 40 worden verbroken. Tussen de wandhouder 2 en de afdekkap 20 is een schakelplaat 32 voorzien die verbonden is met een 25 schakelaar 33. De schakelplaat 32 is zodanig U-vormig gebogen dat hij met zijn middendeel vrij op en neer beweegbaar onder de hamersteel 6 ligt, terwijl zijn vrije einden zijn opgesloten tussen de randen van de afdekkap 20 en de wandhouder 2. Indien de afdekkap 20 wordt verwijderd zal de schakelplaat 30 in de richting van de hamersteel 6 bewegen, als gevolg 1 o 13205¾ 7 waarvan de schakelaar 33 wordt bediend. De schakelaar 33 zet het alarm 33 in werking. Ten behoeve van de opsluiting van de vrije einden van de schakelplaat 32 zijn in de afdekkap 20 uitsparingen 34 voorzien (zie Figuur 6).

5 Aan de achterzijde van de hamersteel 6 is ruimte vrijgelaten voor het met de hand omgrijpen van de hamersteel 6. Hierdoor is het mogelijk om de hamersteel 6 vast te grijpen terwijl de afdekkap nog op zijn plaats zit. Ter plaatse van de hamersteel 6 is de afdekkap 20 verjongd (zie Figuur 5 en 6), hetgeen een beter omgrijping van de hamersteel 6 10 mogelijk maakt. Het is nu mogelijk om in één handeling de noodhamer 1 uit de wandhouder 2 te trekken en tegelijkertijd de afdekkap 20 kapot te trekken. Vervolgens kan de noodhamer 1 direct gebruikt worden om een ruit kapot te slaan. In het bijzonder is de afdekkap 20 hiertoe ter plaatse van de metalen punten 7 van de hamerkop 5 voorzien van uitsparingen 15 45, zodat de afdekkap 20 tijdens het slaan om de noodhamer 1 heen kan blijven zitten.

Aldus is het volgens de uitvinding bereikt dat de noodhamer 1 slechts uit de wandhouder 2 kan worden verwijderd nadat de afdekkap 20 door kapot maken valt de wandhouder 2 verwijderd is. Dit kapot maken 20 gaat gepaard met lawaai en stelt bovendien een alarm 30 in werking. Het lawaai van het kapot gaan van de afdekkap 20 en het afgegeven alarmsignaal zal de omgeving op de noodsituatie of het eventuele vandalisme attenderen.

In een niet getoonde variant zijn de afdekkap en/of de wandhouder 25 aanzienlijk kleiner uitgevoerd. De afdekkap dekt hierbij slechts de hamerkop af. Mits de hamerkop breder is dan de hamersteel en de afdekkap ook het bovenste deel van de hamersteel afdekt kan ook dan de noodhamer slechts uit de wandhouder worden genomen door het kapot maken van de afdekkap. In deze variant hangt de hamersteel vrij in de 30 lucht, hetgeen het bedieningsgemak zal vergroten omdat de gehele 1019205# 8 hamersteel stevig omgrepen kan worden.

In plaats van de getoonde verbindingsmiddelen die een geheel vormen met de afdekkap is het natuurlijk ook mogelijk om de afdekkap met afzonderlijke borgelementen vast te maken op de wandhouder. Het is 5 dan zelfs mogelijk de afdekkap sterker uil te voeren dan de borgelementen, waardoor een verwijderen van de afdekkap gepaard gaat met het breken van de borgelementen. Doordat nieuwe borgelementen veelal goedkoper zullen zijn dan een geheel nieuwe afdekkap zal deze uitvoeringsvorm in het gebruik goedkoop zijn.

10 Als verbindingsmiddelen kunnen ook paddestoelachtige verdikkingen op de afdekkap worden toegepast die aangrijpen in complementaire uitsparingen in de wandhouder. Van belang is dat de verbindingsmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat zij na eenmaal te zijn aangebracht een verwijderen van de noodhamer alleen toestaan na het 15 breken van de verbinding tussen de noodhamer en de wandhouder door materiaalbreuk.

In fig. 7 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding getoond, waarbij de met de overige figuren corresponderende elementen met dezelfde verwijzingscijfers zijn 20 aangeduid, hetgeen tevens geldt voor fig. 8. In de uitvoeringsvorm volgens figuur 7 is geen afdekkap voorzien, hoewel dat uiteraard wel mogelijk is. Hierbij is aan de wandhouder een uitstekend koppelingsmiddel 50 voorzien in de vorm van een verbreed element 41 dat via een verbindingsmiddel 23 met de wandhouder 2 is verbonden. Het verbindingsmiddel strekt zich 25 door een opening 42 in de hamersteel 6 uit, vlak onder de kop 5. Bij losnemen van de hamer 1 uit de wandhouder 2 zal ofwel het element 41 breken, ofwel het verbindingsmiddel 23 ofwel beide, hetgeen bij voorkeur gepaard gaat met veel lawaai en/of afgaan van het alarm dat op vergelijkbare wijze kan zijn aangebracht als eerder beschreven. Bij 1019205« 9 voorkeur zijn de koppelingsmiddelen uitgevoerd als een verwisselbare breekpen.

In fig. 8 is een verdere alternatieve uitvoeringsvorm getoond, waarbij een breekpen 51 als koppelmiddel is verbonden met de achterzijde van de 5 hamersteel 6. De breekpen omvat een schacht als verbindingsmiddel 23 en een verbrede kop 41 die zich in een opening 42 in de houder 2 uitstrekt en daaruit niet kan worden verwijderd dan na breken van de schacht 23, de kop 41 en/of de houder 2. Wederom kan op vergelijkbare wijze een alarm zijn voorzien. De breekpen 50 kan bijvoorbeeld zodanig zijn uitgevoerd dat 10 deze vanaf de achterzijde van de houder door de opening 42 in het steel 6 kan worden vastgezet, bijvoorbeeld met behulp van schroefdraad, bajonetkoppeling, smeltkoppeling, lijm of dergelijke middelen. Na gebruik kan dan het resterende deel uit de hamer worden verwijderd, de wandhouder worden losgenomen en de breekpen worden vervangen, 15 waarna de houder met hamer kan worden teruggeplaatst.

Bij de in fig. 7 en 8 getoonde uitvoeringen is de voorzijde van de hamer nagenoeg volledig vrij waardoor herkennen en aangrijpen daarvan nog eenvoudiger mogelijk is.

Het samenstel van de noodhamer en wandhouder, inclusief 20 koppelmiddelen volgens de uitvinding is zeer geschikt om te worden toegepast in bussen, trams en andere openbare ruimten. Het samenstel is in het bijzonder met het alarm zodanig uitgevoerd dat baldadigheid met de noodhamer voorkomen wordt terwijl vandalisme, bijvoorbeeld diefstal, wordt gesignaleerd. In geval van een daadwerkelijke noodsituatie kan de 25 noodhamer nog steeds snel gepakt worden zonder daarbij ernstig belemmerd te worden door de koppelmiddelen. Het alarm dient dan met voordeel voor het attenderen van de omgeving op de noodsituatie.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop T019205* 10 zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.

Zo kunnen verschillende combinaties van elementen uit de verschillende getoonde uitvoeringsvoorbeelden worden gemaakt, 5 bijvoorbeeld voor wat betreft de koppelingsmiddelen, in het bijzonder de bevestiging daarvan. Andere materialen kunnen worden gebruikt terwijl bijvoorbeeld het mes kan worden weggelaten of op een andere positie kan worden aangebracht. De koppelingsmiddelen kunnen op andere posities worden aangebracht, bijvoorbeeld nabij een ondereinde van de steel.

10 Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.

1019205·

Claims (11)

1. Samenstel van een noodhamer (1) en een wandhouder (2) , de noodhamer (1) omvattende een hamerkop (5) en een hamersteel (6), de wandhouder (2) omvattende klemmiddelen (10) voor het vastklemmen van de noodhamer (1), met het kenmerk, dat koppelmiddelen zijn voorzien voor 5 koppeling van de noodhamer (1) met de wandhouder (2), welke koppelmiddelen (20, 50) breekmiddelen (23, 25) omvatten, zodanig dat de verbindingsmiddelen (23,25) een verwijderen van de koppelmiddelen (20, 50. of de noodhamer (1) alleen toestaan na breken van de koppelmiddelen (20, 50) en/of de verbindingsmiddelen (23, 25).

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de koppelmiddelen een afdekkap (20) omvatten die via de verbindingsmiddelen (23,25) met de wandhouder (2) is verbonden en in de vastgeklemde stand van de noodhamer (1) ten minste een deel van de hamer afdekt, waarbij: • de afdekkap (20) of de verbindingsmiddelen (23,25) zijn vervaardigd uit 15 breekbaar materiaal; en - de verbindingsmiddelen (23,25) een verwijderen van de afdekkap (20) of de noodhamer (1) alleen toestaan na breken van de afdekkap (20) en/of de verbindingsmiddelen.

3. Samenstel volgens conclusie 2, waarbij de afdekkap (20), ten 20 minste voor een deel transparant is.

4. Samenstel volgens conclusie 2 of 3, waarbij de hamerkop (5) breder is dan de hamersteel (6) , en de afdekkap ( 20) de hamerkop (5) en ten minste het bovenste deel van de hamersteel (6) afdekt.

5. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de koppelmiddelen een via 25 de verbindingsmiddelen (23) met de wandhouder (2) verbonden element (41) omvatten dat zich bij in de wandhouder (2) opgenomen stand door de noodhamer (1) uitstrekt, in het bijzonder door een opening in de hamerkop 1019205· of hamersteel, welk element (41) een verbreding heeft tegen de van de wandhouder (2) afgekeerde zijde van de noodhamer, zodanig dat verwijderen van de koppelmiddelen (50) of de noodhamer (1) alleen mogelijk is na breken van genoemd element (41) en/of de verbindingsmiddelen.

6. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de koppelmiddelen een via de verbindingsmiddelen (23) met de noodhamer (1) verbonden element (41) omvatten dat zich bij in de wandhouder (2) opgenomen stand door de wandhouder (2) uitstrekt, in het bijzonder door een opening daarin, welk element (41) een verbreding heeft tegen de van de noodhamer (1) afgekeerde 10 zijde van de wandhouder (2), zodanig dat verwijderen van de koppelmiddelen (50) of de noodhamer (1) alleen mogelijk is na breken van genoemd element (41) en/of de verbindingsmiddelen en/of de wandhouder (2).

7. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij aan 15 de achterzijde van de hamersteel (6) ruimte is vrijgelaten voor het door een gebruiker omgrijpen van de hamersteel (6).

8. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verbindingsmiddelen (23,25) een geheel vormen met de koppelmiddelen (20, 50).

9. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de koppelmiddelen (20, 50) zijn vervaardigd is uit polystyreen.

10. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verbindingsmiddelen paddestoelachtige verdikkingen omvatten die aangrijpen in complementaire uitparingen in de wandhouder.

11. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een alarm is voorzien voor het afgeven van een alarmsignaal na verwijderen van de koppelmiddelen (20, 50) of de noodhamer (1). f019205·