NL1019027C2 - Inrichting voor het handhaven van overdruk in een met vloeistof gevuld reservoir. - Google Patents

Description

Inrichting voor het handhaven van overdruk in een met vloeistof gevuld reservoir.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het handhaven van overdruk in een met vloeistof gevuld 5 reservoir, waarbij de temperatuur van de vloeistof en de uitwendige druk waaraan het reservoir is onderworpen kunnen variëren, welke inrichting omvat: een voetdeel en een bovenkap waarvan de omtreksranden zich op afstand van elkaar bevinden en met elkaar zijn verbonden door een 10 rondom lopend, uit een flexibel materiaal zoals rubber vervaardigd, membraan zodat de afstand tussen het voetdeel en de bovenkap kan variëren en tussen het voetdeel, het membraan en de bovenkap een gesloten expansie-ruimte wordt gevormd die op het reservoir kan worden aangesloten, waar-15 bij ten minste één veer aanwezig is die de bovenkap naar het voetdeel toe drukt zodat de olie in de expansie-ruimte en het er mee verbonden reservoir onder een zekere overdruk wordt gehouden.

Een inrichting van het boven beschreven type is ge-20 toond in NL-A-1012940. Daarbij is in het bijzonder gedacht aan een door een elektromotor aangedreven pomp, die in de zuigbuis van een sleephopperzuiger is aangebracht.

De elektromotor is daarbij geheel gevuld met olie. Tijdens het bedrijf van de motor of door atmosferische om-25 standigheden kan de temperatuur van de olie hoger worden en zal de olie dus uitzetten.

Verder kan de zuigbuis en daardoor dus de pomp met de elektromotor, zich op verschillende diepten onder water bevinden. Het handhaven van een zekere overdruk van de olie 3 0 in de elektromotor is gewenst om binnendringen van water daarin te voorkomen waardoor de motor zou worden beschadigd. De overdruk moet een lage, redelijk constante waarde hebben om te voorkomen dat de asafdichtingen van de elektromotor overbelast worden.

35 Om de volume toename op te vangen en de overdruk nage noeg constant te houden wordt gebruik gemaakt van de boven beschreven inrichting.

Gebleken is nu dat het vervaardigen van een dergelijke 2 inrichting bepaalde moeilijkheden oplevert en daardoor relatief kostbaar is. Om een voldoend gelijkmatige druk te kunnen handhaven bij het naar elkaar toe en van elkaar af bewegen van het voetdeel en de bovenkap moet noodzakelij-5 kerwijs gebruik worden gemaakt van een aantal veren. Deze zijn paarsgewijs opgenomen in vijf geleidingsbussen, die met de bovenkap zijn verbonden en naar het voetdeel toe lopen en aan de zijde van de bovenkap zijn afgesloten. Door elke geleidingsbus heen loopt een met het voetdeel verbon-10 den stang, die aan zijn andere einde is voorzien van een steunplaat waar het verenpaar tegen aan ligt. Het andere einde van het verenpaar ligt aan tegen een met de geleidingsbus verbonden flensring, die zich nabij het voetdeel bevindt.

!5 Om te voorkomen dat één of meer bussen zich op de steunplaat vast klemmen bij verplaatsing van de bovenkap ten opzichte van het voetdeel moeten de bussen zeer nauwkeurig op de juiste plaats in de bovenkap worden aangebracht. De hartlijn van de stang, waarmee de steunplaat is 20 verbonden, moet namelijk nauwkeurig samenvallen met de hartlijn van de betreffende bus. Door de laswerkzaamheden kunnen echter gemakkelijk afwijkingen in de maatvoering ontstaan.

Verder moeten de in de omtreksrand van de bovenkap 25 aangebrachte boutgaten, ter verbinding van de omtreksrand met de ene rand van het membraan, nauwkeurig in lijn liggen met de boutgaten in het voetdeel waarmee de andere rand van het membraan wordt verbonden.

De uitvinding beoogt nu de inrichting zodanig te 30 wijzigen, dat de fabricage ervan aanmerkelijk wordt vereenvoudigd en de kosten van de inrichting nagenoeg met de helft kunnen worden teruggebracht.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat het voetdeel een basisplaat omvat, die in het midden is 35 voorzien van een haaks er op staande pen waarover heen een bus verschuifbaar is, waarvan het dichtst bij de basisplaat liggende einde is verbonden met een evenwijdig aan de basisplaat lopende, met de bovenkap verbonden, steunplaat voor het ondersteunen van, rondom de bus aangebrachte, 3 veren, die anderzijds aanliggen tegen een drukplaat, die centraal wordt ondersteund door een, van inwendige schroefdraad voorziene, huls die geschroefd is op de pen.

Hierdoor wordt een eenvoudige constructie verkregen, 5 doordat slechts een enkele steunplaat aanwezig is waar alle veren tegen aan liggen en die alleen in het midden wordt ondersteund door de huls. De einden van de veren kunnen zijdelings worden ondersteund door op de steunplaat en de drukplaat aangebrachte naar buiten stekende randen.

10 Hierbij kan de bovenkap gemakkelijk worden verdraaid ten opzichte van het voetdeel, zodat de verbinding met de randen van het membraan nooit moeilijkheden op zal leveren.

Om een gemakkelijke verdraaiing van de huls op de pen mogelijk te maken is de huls voorzien van een houtkop en 15 bevindt zich tussen de boutkop en de drukplaat een lager.

In het bijzonder kan er in worden voorzien, dat het uit rubber of een dergelijk flexibel materiaal vervaardigde membraan bestaat uit twee gelijke delen, die bij hun langs-randen met elkaar zijn verbonden. De vervaardiging van een 20 dergelijk membraan is op deze wijze veel eenvoudiger, waardoor het membraan veel goedkoper is.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoerings-voorbeeld getoond in de tekening waarin:

Fig. 1 schematisch een vertikale doorsnede toont over 25 een inrichting volgens de uitvinding, volgens de lijn I - I in fig. 2; en

Fig. 2 schematisch een deel van het bovenaanzicht toont van de inrichting van fig. 1.

De in de tekening getoonde inrichting omvat twee 30 hoofdonderdelen, namelijk een voetdeel 1 en een bovenkap 2. Het voetdeel 1 wordt gevormd door de basisplaat 3 met de centraal daarin aangebrachte pen 4 en een zich langs de buitenomtrek ervan uitstrekkende opstaande rand 5, voorzien van de flensrand 6. De flensrand 6 is, op niet nader be-35 schreven wijze, verbonden met de rand 7 van een membraan 8, dat bijvoorbeeld kan zijn vervaardigd uit rubber of een dergelijk flexibel materiaal. Het membraan 8 bestaat uit twee gelijke delen 9, die bij hun langsranden 10 met elkaar zijn verbonden.

4

De andere omtreksrand 11 van het membraan 8 is verbonden met een flensrand 12 van de bovenkap 2, waarbij zich tussen de delen 11 en 12 een flensrand 13 bevindt, die door een kegelvormig deel 14 is verbonden met een steunplaat 15.

5 In het kegelvormige deel 14 bevinden zich openingen 16.

De steunplaat 15 is voorzien van een bus 17, die door schetsplaten 18 is afgesteund en verschuifbaar is op de pen 4 van het voetdeel 1. De steunplaat 15 is voorzien van niet nader aangeduide, uitstekende randen voor het zijdelings 10 ondersteunen van de einden van een aantal binnen elkaar liggende veren 19 en 20. Anderzijds liggen de veren 19, 20 aan tegen een, eveneens van uitstekende randen voorziene, drukplaat 21 die centraal wordt ondersteund door een, van inwendige schroefdraad voorziene, huls 22 die geschroefd is 15 op de pen 4. De huls 22 is voorzien van een boutkop 23 voor het verdraaien ervan en tussen deze boutkop 23 en de drukplaat 21 bevindt zich een lager 24.

Voor het vullen met olie van de inrichting en het verbinden ervan met de, niet getoonde, elektromotor is 20 voorzien in een aansluitstuk 25, terwijl de bovenkap op zijn hoogste punt is voorzien van een ontluchtings-plug 26.

Ter bescherming van het membraan 8 is rondom de opstaande rand 5 van het voetdeel 1 een, uit twee of meer delen bestaande, ringvormige plaat 27 aangebracht, die is 25 verbonden met de flensrand 6 van het voetdeel 1. De omtreksrand van de plaat 27 is verbonden met een opstaande plaat 28. De platen 27 en 28 zijn voorzien van openingen, die klein zijn om te voorkomen dat zich in het water bevindende vaste delen het membraan 8 kunnen beschadigen.

30 De bovenkap is op overeenkomstige wijze voorzien van een ringvormige plaat 29 met een omtreksplaat 30, die om de plaat 28 heen valt. Bij het van het voetdeel 1 af bewegen van de bovenkap 2 zal de omtreksplaat 30 er voor zorgen, dat de bescherming van het membraan 8 gewaarborgd blijft, 35 doordat de vrije omtreksrand van de omtreksplaat 30 niet buiten de omtreksrand van de plaat 28 komen te liggen. Dit is met streeplijnen getoond in het linker deel van fig. 1 waarin eveneens de maximale afstand is aangegeven, die de bovenkap 2 van het voetdeel 1 af kan komen te liggen.

5

Afhankelijk van de temperatuur van de olie in de inrichting en in het, niet in de tekening getoonde, reservoir waarin zich de elektromotor bevindt, zal er zich een zekere hoeveelheid olie onder een bepaalde druk in de inrichting 5 bevinden. Bij het toe- dan wel af nemen van de temperatuur van de olie zal de bovenkap 2 van het voetdeel 1 af respectievelijk daar naar toe bewegen, terwijl onder invloed van de veren 19 en 20 de olie onder een zekere overdruk wordt gehouden.

10 Om bij een bepaalde temperatuur van de olie de gewens te oliedruk in de inrichting te verkrijgen zal de juiste hoeveelheid olie in de inrichting moeten worden gebracht. Daartoe is op een, aan de basisplaat 3 van het voetdeel 1 gemonteerde, indicator 31 een temperatuur-schaal 32 aange-15 bracht, die samenwerkt met een aanwijsstrip 33 gemonteerd aan de, met de bovenkap 2 verbonden, plaat 29. Wanneer de door de aanwijsstrip 33 op de temperatuur-schaal 32 aangegeven temperatuur overeenkomt met de temperatuur van de olie in de inrichting, zal de bovenkap 2 op de juiste af-20 stand van het voetdeel 1 staan en zal zich de juiste hoeveelheid olie in de inrichting bevinden. Tevens zal de temperatuur-schaal 32, tezamen met de aanwijsstrip 33, kunnen dienen om te controleren of lekkage van olie is opgetreden.

25 Er zijn hijspunten 34 aangebracht om de inrichting op verantwoorde wijze te kunnen transporteren.

Het zal duidelijk zijn, dat slechts een enkele mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding in de tekening is weergegeven en hierboven beschreven 30 en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindings-gedachte te vallen, zoals deze in bijgaande conclusies is aangegeven.

conclusies

Claims (3)

1. Inrichting voor het handhaven van overdruk in een met vloeistof gevuld reservoir, waarbij de temperatuur van de vloeistof en de uitwendige druk waaraan het reservoir is 5 onderworpen kunnen variëren, welke inrichting omvat: een voetdeel (1) en een bovenkap (2) waarvan de omtreksranden (6,12) zich op afstand van elkaar bevinden en met elkaar zijn verbonden door een rondom lopend, uit een flexibel materiaal zoals rubber vervaardigd, membraan (8) zodat de 10 afstand tussen het voetdeel (1) en de bovenkap (2) kan variëren en tussen het voetdeel (1), het membraan (8) en de bovenkap (2) een gesloten expansie-ruimte wordt gevormd die op het reservoir kan worden aangesloten, waarbij ten minste één veer (19,20) aanwezig is die de bovenkap (2) naar het 15 voetdeel (1) toe drukt zodat de olie in de expansie-ruimte en het er mee verbonden reservoir onder een zekere overdruk wordt gehouden, met het kenmerk, dat het voetdeel (l) een basisplaat (3) omvat, die in het midden is voorzien van een haaks er op staande pen (4) waarover heen een bus (17) ver-20 schuifbaar is, waarvan het dichtst bij de basisplaat (3) liggende einde is verbonden met een evenwijdig aan de basisplaat lopende, met de bovenkap (2) verbonden, steun- plaat (15) voor het ondersteunen van, rondom de bus (17) aangebrachte, veren (19,20), die anderzijds aanliggen tegen 25 een drukplaat (21), die centraal wordt ondersteund door een, van inwendige schroefdraad voorziene, huls (22) die geschroefd is op de pen (4).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de huls (22) is voorzien van een boutkop (23) voor het ver- 30 draaien ervan, terwijl zich tussen de boutkop (23) en de drukplaat (21) een lager (24) bevindt.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het uit rubber of een dergelijk flexibel materiaal vervaardigde membraan (8) bestaat uit twee gelijke delen 35 (9) , die bij hun langsranden (10) met elkaar zijn verbon den .