NL1018767C2

NL1018767C2 - Inrichting voor het trekken van witlof.

Info

Publication number: NL1018767C2
Application number: NL1018767A
Authority: NL
Inventors: Joni Groot; Adrianus Jacobus Ruiter; Sjoerd Paarlberg
Original assignee: Bulbfust B V; Falmic B V
Priority date: 2001-08-15
Filing date: 2001-08-15
Publication date: 2002-07-02
Also published as: DE60212013D1; ATE328473T1; DE60212013T2; EP1284099A3; EP1284099A2; EP1284099B1

Description

Inrichting voor het trekken van witlof

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het trekken van witlof omvattende een trekbak voor het rechtop opnemen van witlofpennen en het opnemen van voeding voor de witlof, waarbij in de trekbak positioneerorganen zijn 5 opgenomen voor het rechtop houden van de witlofpennen.

Witlof wordt traditioneel in zogenaamde witloftrek-bakken geteeld. In de bakken worden de wortels rechtopstaand met de ene wortel tegen de andere aan geplaatst en afhankelijk van de worteldiameter en grootte van de witlofrekbak, 10 kan het aantal wortels per bak variëren tussen de 320 a 550 stuks of meer. Een probleem van traditionele witloftrekbakken is, dat een aantal wit lof kroppen, welke op de top van de wortel ontstaan, in verdrukking komen door het betrekkelijk grote aantal wortels in een bak.

15 Een inrichting overeenkomstig de aanhef is bekend uit het Nederlands octrooi NL-C-1005207.

In de bekende inrichting is de trekbak uitgevoerd met sleuven die van elkaar gescheiden rijen witlofpennen kunnen opnemen. In de onderscheidenlijke sleuven worden de wit-20 lofpennen met de positioneerorganen op hun plaats gehouden.

De positioneerorganen zijn daartoe gevormd uit elastisch vervormbare binnenwaarts vanaf steunen reikende uitsteeksels die op de witlofpennen kunnen aangrijpen.

Nadelig aan de bekende inrichting voor het trekken 25 van witlof is dat deze een gecompliceerde constructie kent terwijl bovendien niet is uitgesloten dat de wortels van de in de sleuven opgenomen rijen witlofpennen tijdens het trekken van de witlof in elkaar verstrengeld raken.

Met de uitvinding is derhalve beoogd een inrichting 30 van de in de aanhef bedoelde soort te verschaffen die eenvoudig van constructie is en dientengevolge tegen lage kosten vervaardigbaar is en welke bovendien garandeert dat de wortels van de witlof tijdens het trekken daarvan vrij van elkaar blijven.

35 De inrichting volgens de uitvinding wordt er daartoe door gekenmerkt dat de positioneerorganen zijn uitgevoerd in 1018767# 2 de vorm van een in de trekbak opneembaar rooster dat voorzien is van mazen, waarbij iedere maas dient voor opname van een enkele witlofpen. Met een dergelijke inrichting waarin de witlofpennen niet strak tegen elkaar staan, wordt dan bereikt 5 dat het witlof dat bovenop de witlofpennen groeit, voldoende ruimte heeft om zich volledig te ontwikkelen, zodat een grotere opbrengst per wortelpen kan resulteren. Gebleken is dat deze meeropbrengst en de met de inrichting volgens de uitvinding bereikte hogere witlofkwaliteit, het mindere aantal wor-10 tels dat plaatsbaar is in de trekbak tenminste compenseert.

De inrichting volgens de uitvinding verschaft een ideale verdeling tussen de beschikbare oppervlakte in de trekbak en het aantal gebruikte wortelpennen. Doordat het aantal mazen van het rooster vooraf bepaald is, kan bovendien 15 een betrouwbare voorspelling gemaakt worden van de witlofpro-ductie en het daarvoor benodigde in de trekbak op te nemen aantal wortels, voeding en verdere benodigde materialen.

Het volgens de uitvinding voorgestelde rooster leidt bij toepassing van vloeibare voeding bovendien tot een even-20 wichtige verspreiding van voedingsstoffen en een overeenkomstige adequate opname van de voedingsstoffen door de wortelpennen, terwijl ook middelen ter bestrijding van productie-remmende factoren, zoals ziekten en plagen, effectief kunnen worden toegevoerd.

25 De regelmatige opstelling van de wortelpennen en het witlof zoals bepaald door de mazen van het rooster, biedt verder een ideale mogelijkheid om het oogsten volledig te mechaniseren, doordat de plaats van de wortels en het witlof bekend is.

30 Het heeft de voorkeur dat het rooster is samenge steld uit in elkaar klikbare in hoofdzaak eenvormige strips. Dergelijke strips kunnen met gebruikmaking van diverse technieken geproduceerd worden. Genoemd kunnen worden spuitgie-ten, stansen en snijden. Wanneer dergelijke strips uit kunst-35 stof zijn gevormd, kunnen deze met genoemde technieken tegen zeer lage kosten verschaft worden en bovendien in verschillende lengtes, zodat aan het toe te passen rooster eenvoudig op de situatie afgestemde afmetingen kunnen worden gegeven.

1018767· 3

In een verder aspect van de uitvinding is het rooster benedenzijdig voorzien van afstandhouders voor het vrijhouden van het rooster van de trekbakbodem. Daarmee wordt bereikt dat het rooster geen of nauwelijks invloed heeft op de 5 stroming van de in de trekbak ingebrachte vloeibare voeding.

De grootte die aan de mazen van het rooster wordt gegeven, is afhankelijk van een aantal factoren zoals het gebruikte wortelras, de gebruikte teeltmethode, het gewenste wit lof gewicht en andere omstandigheden. In de praktijk blij-10 ken maasafmetingen van 47 x 47 mm goede resultaten op te leveren. De bovenzijde van het rooster dient zich dan bij voorkeur op 70 mm vanaf de trekbakbodem te bevinden. Een en ander levert een goede verhouding op tussen het aantal wortels van de witlofpennen en de beschikbare kweekoppervlakte.

15 Uiteraard kan aan de mazen van het rooster iedere andere gewenste vorm gegeven worden, zoals rechthoekig of meerhoekig.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, welke 20 - in figuur 1 een kale trekbak toont, en - in figuur 2 een trekbak voorzien van een rooster volgens de uitvinding toont, en - in figuur 3 een witlof met wortel toont.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers 25 verwijzen naar dezelfde onderdelen.

Verwijzend nu eerst naar figuur 3 wordt schematisch een witlof getoond welke loof 1 omvat dat groeit op een wit-lofpen 2. De witlofpen 2 is verder voorzien van een aantal (haar)wortels 3. Witlofpennen 2 met beginnend loof l worden 30 op voor de vakman bekende wijze in inrichtingen geplaatst voor het trekken van witlof. Een dergelijke inrichting omvat een in figuur 1 getoonde trekbak 4. Figuur 1 toont de trekbak 4 in boven- en zijaanzicht en wel zonder verdere voorzieningen waarmee de trekbak 4 in de praktijk is uitgerust, zoals 35 voorzieningen voor het aanvoeren van vloeibare voeding en water .

In figuur 2 is getoond dat de trekbak 4 is uitgerust met een rooster 5, welke zoals de figuur duidelijk toont, een 1018767« 4 veeltal mazen 6 heeft. Ieder maas 6 dient voor opname van een enkele witlofpen 2, zoals het zijaanzicht van figuur 2 duidelijk toont.

Op voor de vakman duidelijke wijze, die hier niet 5 nader behoeft te worden toegelicht, is het rooster 5 bij voorkeur samengesteld uit in elkaar klikbare en in hoofdzaak eenvormige strips. De strips kunnen uit metaal zijn gevormd maar bij voorkeur worden kunststofstrips toegepast. Figuur 2 toont verder dat het rooster 5 benedenzijdig is voorzien van 10 afstandhouders 7 voor het vrijhouden van het rooster 5 van de trekbakbodem 8. De haarwortels 3 aan de onderzijde van de wortelpennen 2 hebben zodoende voldoende ruimte. De mazen 6 van het rooster 5 kunnen diverse vormen hebben zoals vierkant, rechthoekig of meerhoekig. Wanneer vierkante mazen 6 15 worden toegepast is een geschikte afmeting 47 x 47 mm. De afstandhouders 7 van het rooster 5 worden bij voorkeur zo gedimensioneerd dat de bovenzijde van het rooster 5 zich op 70 mm vanaf de trekbakbodem 8 bevindt.

1018767#

Claims

1. Inrichting voor het trekken van witlof omvattende een trekhak voor het rechtop opnemen van witlofpennen en het opnemen van voeding voor de witlof, waarbij in de trekhak posit ioneerorganen zijn opgenomen voor het rechtop houden van 5 de witlofpennen, met het kenmerk, dat de positioneerorganen zijn uitgevoerd in de vorm van een in de trekhak opneembaar rooster dat voorzien is van mazen, waarbij iedere maas dient voor opname van een enkele witlofpen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 10 dat het rooster is samengesteld uit in elkaar klikbare in hoofdzaak eenvormige strips.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het rooster benedenzijdig is voorzien van af standhouders voor het vrijhouden van het rooster van de trekbakbo- 15 dem.

4. Rooster met mazen kennelijk ingericht voor gebruik in een trekbak volgens een der conclusies 1-3. f018767e