NL1018369C2

NL1018369C2 - Cycloon-stof-verzamel-inrichting voor een stofzuiger.

Info

Publication number: NL1018369C2
Application number: NL1018369A
Authority: NL
Inventors: Jang-Keun Oh
Original assignee: Samsung Kwangju Electronics Co
Priority date: 2000-11-27
Filing date: 2001-06-22
Publication date: 2002-08-27
Also published as: DE10140351B4; JP2002172077A; GB2369291B; CN1355002A; US20020066262A1; KR100398685B1; NL1018369A1; JP3639549B2; FR2817138B1; US6782583B2; KR20020041141A; DE10140351A1; FR2817138A1; GB0118386D0; RU2195149C1; GB2369291A

Description

CYCLOON-STOF-VERZAMEL-INRICHTING VOOR EEN STOFZUIGER

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING 5 1. Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een stofzuiger, en meer in het bijzonder op een cycloon-stof-verzamel-inrichting, dat aangebracht is op een telescopisch verschuifbare buis van een stofzuiger, voor het uitfilteren en verzamelen van relatief grote vervuilende stofdeeltjes die in de stofzuiger worden getrokken.

10 2. Beschrijving van de betreffende stand van de techniek

In het algemeen scheidt een cycloon-stof-verzamel-inrichting deeltjes uit een fluïdum door gebruik te maken van een centrifugaalkracht. Vanwege hun eenvoudige structuur en vermogen om hoge omgevingstemperaturen en hoge omgevingsdrukken te weerstaan, worden cycloon-stof-verzamel-inrichtingen reeds lange tijd wijdverspreid 15 gebruikt in de industrie. Voorts is de cycloon-stof-verzamel-inrichting toegepast in een stofzuiger om eerst relatief grote vervuilende stofdeeltjes, zoals stukjes van tissue, vinyl, haren, en dergelijke, uit de lucht die door een schoonmaakborstel ingetrokken wordt, te filteren en daarna te verzamelen. De cycloon-stof-verzamel-inrichting voorkomt dat deze grote vervuilende stofdeeltjes uitgefilterd worden door een papieren filter, die aanwezig is 20 in een stof verzamelkamer, waardoor de levensduur van het papieren wegwerpfilter verlengd wordt.

Figuur 1 is een perspectief aanzich dat een voorbeeld toont van een stofzuiger die uitgerust is met een gebruikelijke cycloon-stof-verzamel-inrichting.

Zoals in figuur is getoond, omvat de stofzuiger met de gebruikelijke cycloon-25 stof-verzamel-inrichting 10 een schoonmaaklichaam 1, een borstel 4 voor het intrekken van vervuilende stof, een flexibele slang 2 en een telescopisch schuifbare buis 3 voor het verbinden van de borstel 4 aan het schoonmaaklichaam 1, een papieren filter 7 voor het uitfilteren van de vervuilende stof, en een ventilatormotor 8 voor het genereren van een zuigkracht. De cycloon-stof-verzamel-inrichting 10 is aangebracht op een verbindingsdeel 30 tussen de telescopisch schuifbare buis 3 en de flexibele slang 2 om grote vervuilende stofdeeltjes uit te filteren.

De cycloon-stof-verzamel-inrichting 10 voor de stofzuiger trekt lucht en _ tO’ - : .

2 vervuilende stof in door de borstel 4 met een zuigkracht die opgewekt wordt door de ventilatormotor 8, in schuine richting in een cycloonbehuizing 13. Verschillende soorten van relatief grote vervuilende stofdeeltjes, zoals stukjes tissue, vinyl, haren, en dergelijke, worden uit de lucht gescheiden door de centrifugaalkracht, die veroorzaakt wordt door een 5 werveling van lucht. Deze grote vervuilende stofdeeltjes worden daarna verzameld in de cycloonbehuizing 13. Indien de schone lucht de bodem van de cycloonbehuizing 13 bereikt, keert het om van richting en keert het terug in een stijgende luchtstroom die naar het schoonmaaklichaam 1 door de flexibele slang 2 verdreven wordt.

Tijdens de werking van de stofzuiger, kan de oriëntatie van de cycloon-stof-10 verzamel-inrichting 10 veranderen zowel bedoeld als onbedoeld. Dat wil zeggen dat de cycloon-stof-verzamel-inrichting 10 scheef gezet of ondersteboven gezet kan worden bij het schoonmaken van hoger gelegen locaties, waardoor de vervuilende stof die verzameld is in de cycloonbehuizing 13 van de cycloon-stof-verzamel-inrichting 10, zoals tissue, vinyl, haren, en dergelijke, in de richting van een rooster 12 van de cycloon-stof-verzamel-15 inrichting 10 vallen. Indien een dergelijke omgekeerde stroming van vervuilende stof plaatsvindt, kan de vervuilende stof het rooster 12 van de cycloon-stof-verzamel-inrichting 10 blokkeren, waardoor de schoonmaak efficiëntie van de stofzuiger afneemt of de werking ervan onmogelijk gemaakt wordt. Daarom dient verstopping van het rooster ten gevolge van een omgekeerde stroming voorkomen te worden.

20 Voorts, omdat de cycloonbehuizing 13 gescheiden kan worden van het cycloonlichaam 11, om het voor de gebruiker mogelijk te maken de vervuilende stof, die verzameld is in de cycloonbehuizing, weg te doen, zal het rooster 12 van het cycloonlichaam 11 blootgesteld worden. Het omringend gebied kan vuil raken, door de vervuilende stof die van het rooster is gevallen. Bovendien kan het blootgestelde rooster 12 breken als het 25 onjuist behandeld wordt.

SAMENVATTING VAN PR UITVINDING

De huidige uitvinding is gedaan om de bovenstaande problemen op te lossen. Dientengevolge is het een doel van de huidige uitvinding om een cycloon-stof-verzamel-30 inrichting voor een stofzuiger te verschaffen die voorkomt dat vervuilende stof het rooster blokkeren, onafhankelijk van de stand van de cycloon-stof-verzamel-inrichting. Het is een verder doel van de uitvinding dat de inrichting niet de werking van de stofzuiger belemmert.

3

Nog een ander doel van de uitvinding is het voorkomen dat vervuilende stof van het rooster van een cycloonlichaam valt of het voorkomen dat het rooster beschadigd raakt indien de vervuilende stof weggegooid wordt.

Het bovenstaande doel wordt bereikt door een cycloon-stof-verzamel-5 inrichting voor een stofzuiger volgens de huidige uitvinding, welke een cycloonlichaam omvat dat verbonden is met een telescopisch schuifbare buis van de stofzuiger. Het cycloonlichaam genereert een kolkende werveling van een instroom van lucht en vervuilende stof die ingetrokken wordt. De cycloon-stof-verzamel-inrichting omvat voorts een cycloonbehuizing losneembaar gekoppeld met het cycloonlichaam. De cycloonbehuizing 10 heeft een hellend tussenschot met een doorgaande opening erin. Het hellend tussenschot verdeelt het interieur van de cycloonbehuizing in een bovenste ruimte voor het scheiden van vervuilende stof uit de lucht door geleiding van de luchtwerveling, en een onderste ruimte voor het ontvangen van de vervuilende stof die gescheiden is uit de lucht.

De cycloonbehuizing omvat een cycloondeksel met een cilindrische vorm, een 15 open bovenste uiteinde dat gekoppeld is met het cycloonlichaam, en een gesloten onderste uiteinde dat afgesloten is door het hellende tussenschot. De cycloonbehuizing omvat voorts een stofvergaarbak met een open uiteinde losneembaar gekoppeld met een onderste gedeelte van het cycloondeksel. Het open uiteinde van de stofvergaarbak is hellend om overeen te stemmen met het hellende gedeelte van het cycloondeksel.

20 De stofvergaarbak omvat een gesloten uiteinde, dat hellend is om overeen te stemmen met het hellende tussenschot.

Het hellende tussenschot van het cycloondeksel omvat een koepelvormig uitsteeksel dat op een midden daarvan is gevormd.

Ondersteuningsmiddelen zijn voorzien voor het ondersteunen van de 25 cycloonbehuizing ten opzichte van de telescopische schuifbare buis en voor het voorkomen van het scheiden van de cycloonbehuizing van het cycloonlichaam.

De ondersteuningsmiddelen omvatten een bevestigingselement, dat bevestigd op de telescopisch schuifbare buis, een inzetstuk, dat beweegbaar geplaatst is op het bevestigingselement, en aanwezig is in een uitsparing die gevormd is in een onderste uiteinde 30 van de cycloonbehuizing, en een elastisch element omvat voor het onder voorspanning drukken van het inzetstuk in de uitsparing.

De cycloonbehuizing omvat een cycloondeksel, dat een cilindrische vorm 4 heeft, een open bovenste uiteinde gekoppeld met het cycloonlichaam, en een onderste hellende uiteinde, dat hellend is onder een vooraf bepaalde hoek ten opzichte van het spiraalvormige tussenschot. De cycloonbehuizing omvat voorts een stofvergaarbak met een open uiteinde dat gekoppeld is met het onderste gedeelte van het cycloondeksel door een 5 schroef. De stofvergaarbak ontvangt vervuilende stof die door de doorgaande opening van het hellende tussenschot.

Dientengevolge kan normaal schoonmaken uitgevoerd worden ongeacht de stand van de stofzuiger. De huidige cycloon-stof-verzamel-inrichting voorkomt beschadigen van het rooster en verspreiding van verzamelde vervuilende stof van het rooster indien deze 10 weggegooid wordt.

BEKNOPTE OMSCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De bovenstaande doelen en andere kenmerken en voordelen van de huidige uitvinding zullen snel duidelijk worden door verwijzing naar de volgende gedetailleerde 15 beschrijving indien zij beschouwd worden in samenhang met de vergezellende tekeningen, waarin:

Figuur 1 een perspectief aanzicht is van een stofzuiger met een gebruikelijk cycloon-stof-verzamel-inrichting;

Figuur 2 een opengewerkt aanzicht in perspectief is dat een cycloon-stof-20 verzamel-inrichting toont in overeenstemming met de huidige uitvinding;

Figuur 3 een dwarsdoorsnede is van de cycloon-stof-verzamel-inrichting van figuur 2;

Figuur 4 een bovenaanzicht is van een cycloondeksel voor de cycloon-stof-verzamel-inrichting van figuur 2; en 25 Figuur 5 een doorsnede is voor het tonen van een plaatsvervangend, schroefkoppeling tussen het cycloondeksel en een stofvergaarbak van de cycloon-stof-verzamel-inrichting van figuur 2.

30 GEDETAILLEERDE OMSCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORM

Hierna zal een voorkeursuitvoeringsvorm van de huidige uitvinding in detail worden beschreven onder verwijzing naar de aangehechte tekeningen, waarin dezelfde 5 verwijzingscijfers naar dezelfde elementen verwijzen.

Verwijzend naar figuren 2 en 3 heeft een cycloon-stof-verzamel-inrichting een cycloonlichaam 20 en een cycloonbehuizing 30. De cycloonbehuizing 30 omvat een cycloondeksel 31 en een stofvergaarbak 35. Hier is een ondersteuningsgedeelte 50 5 aangebracht op de telescopisch schuifbare buis 3 van de stofzuiger voor het ondersteunen van de stofvergaarbak 35 zodanig dat de stofvergaarbak 35 niet los raakt van het cycloondeksel 31 tijdens een schoonmaakproces.

Het cycloonlichaam 20 is verbonden met de telescopisch schuifbare buis 3 van de stofzuiger en omvat een lucht instroomopening 21 voor het schuin geleiden van lucht 10 en vervuilende stof die door de borstel 4 naar binnen zijn getrokken (figuur 1), een rooster 22 voor het filteren van de lucht binnen het cycloondeksel 31, en een lucht uitstroomopening 23 voor het geleiden van de lucht die door het rooster 22 in een schoonmaaklichaam 1 is getrokken.

Het cycloondeksel 31 heeft een cilindrische vorm en is verbonden met een 15 onderste gedeelte van het cycloonlichaam 20. De cilindrische vorm van het cycloondeksel 31 brengt de lucht die naar binnen is getrokken via de lucht instroomopening 21 van het cycloonlichaam 20 in een werveling. Eén uiteinde van het cycloondeksel 31 heeft een veelheid van daarin gevormde koppeluitsteeksels 33 voor verbinding met het cycloonlichaam 20. Het andere uiteinde van het cycloondeksel 31 is hellend uiteinde 31a.

20 Het hellende uiteinde 31 omvat een doorgaande opening 31b die daarin gevormd is voor het geleiden van de vervuilende stof in de stofvergaarbak 35. De doorgaande opening 31b kan gevormd zijn door het wegsnijden van een deel van het hellende uiteinde 31 a van het cycloondeksel 31 in een omtreksrichting van het cycloondeksel 31 over een vooraf bepaalde lengte. Hier kan de lengte van de doorgaande opening 31b 25 variëren overeenkomstig de afmeting van de cycloon-stof-verzamel-inrichting. Het hellende uiteinde 31a staat onder een hoek in het gebied van 15° tot 30° met betrekking tot een verticale dwarsdoorsnede van het cilindrische cycloondeksel 31.

Voorts is een koppelgedeelte 32 met een getrapte vorm gevormd rond het hellende uiteinde 31a. Het koppelgedeelte 32 maakt het cycloondeksel 31 vast aan de 30 stofvergaarbak 35.

Overeenkomstig een andere uitvoeringsvorm strekt een koepelvormig uitsteeksel 31 c zich uit vanaf een midden van het hellende uiteinde 31 a, voor het efficiënt 6 geleiden van de vervuilende stof naar de stofvergaarbak 35. De diameter van het koepelvormige uitsteeksel 31c kan variëren afhankelijk van de omstandigheden, maar varieert bij voorkeur van ongeveer éénvierde tot éénderde van de diameter van het cycloondeksel 31.

5 De stofvergaarbak 35 is gekoppeld aan het koppelgedeelte 32 van het cycloondeksel 31. De stofvergaarbak 35 heeft een in hoofdzaak cilindrische vorm en een gesloten uiteinde. Het open uiteinde van de stofvergaarbak 35 is hellend om met het hellende uiteinde 31 a van het cycloondeksel 31 overeen te stemmen, zodat het cycloondeksel 31 en de stofvergaarbak 35 in lijn liggen en een rechte lijn vormen indien zij met elkaar gekoppeld 10 zijn. Verder is een uitsparing 35a gevormd in het onderste gedeelte van het gesloten uiteinde van de stofvergaarbak 35 voor het opnemen van het ondersteuningsgedeelte 50 voor het ondersteunen van de stofvergaarbak 35.

Voor het verminderen van de kolkende werveling van lucht vanuit het cycloondeksel 31 en ook om een gebruiker in staat te stellen de stofvergaarbak 35 op de 15 telescopisch verschuifbare buis 3 aan te brengen, is het gesloten einde van de stofvergaarbak bij voorkeur licht taps om zo een kleiner oppervlak te hebben dan dat van het open uiteinde, dat overeenkomt met het hellende uiteinde van het cycloondeksel 31.

De uitsparing 35a die gevormd is in het onderste gedeelte van het gesloten uiteinde van de stofvergaarbak 35 heeft een vorm en een afmeting die overeenstemmen met 20 een inzetstuk 55 van het ondersteuningsgedeelte 50. De uitsparing 35a ontvangt het inzetstuk 55 van het ondersteuningsgedeelte 50 voor het vastmaken van de stofvergaarbak 35 aan de telescopisch verschuifbare buis 3.

Het ondersteuningsgedeelte 50 omvat voorts een bevestigingselement 51 dat is vastgemaakt aan de telescopisch verschuifbare buis 3. Een cirkelvormige klem met een 25 afmeting die overeenkomt met de buitendiameter van de telescopisch verschuifbare buis 3 is aanwezig aan een uiteinde van het bevestigingselement 51 voor het koppelen van de telescopisch verschuifbare buis 3. Het inzetstuk 55 is vastgemaakt aan het andere uiteinde van het bevestigingselement 51.

Het inzetstuk 55 omvat een pen 55a, die in de uitsparing 35a van de 30 stofvergaarbak 35 is ingevoegd, en een druk-schroefveer 55b voor het naar buiten drukken van de pen 55a. De pen 55a en de druk-schroefveer 55b hebben geschikte lengtes om de stofvergaarbak 35 soepel van het koppelgedeelte 32 van het cycloondeksel 31 te scheiden 7 indien een gebruiker de stofvergaarbak 35 vasthoudt en naar beneden drukt, en voor het voorkomen van het scheiden van de stofvergaarbak 35 van het cycloondeksel 31 tijdens een normaal schoonmaakproces.

Een ander voorbeeld van een wijze voor het koppelen van de stofvergaarbak 5 35 met het cycloondeksel 31 is weergegeven in figuur 5. Verwijzend naar figuur 5, is een koppelgedeelte 32' van een cycloondeksel 31' niet gevormd langs de omtrek van het hellende uiteinde, maar gevormd langs de binnenomtrek van het onderste uiteinde van het cycloondeksel 3Γ. Het koppelgedeelte 32' van het cycloondeksel 31' is gevormd door een vrouwelijke schroef 32a’, en de buitendiameter van het open uiteinde van de stofvergaarbak 10 35' is gevormd door een mannelijke schroef 32b’ voor koppeling met de vrouwelijke schroef 32a’. Dientengevolge is de stofvergaarbak 35' verbonden met het cycloondeksel 31' indien het koppelgedeelte 32' van het cycloondeksel 31' geschroefd is op de stofvergaarbak 35'. Overeenkomstig deze wijze van koppeling kan het ondersteuningsgedeelte 50 weggelaten worden.

15 Hierna zal de werking van de cycloon-stof-verzamel-inrichting volgens de huidige uitvinding in detail beschreven worden.

Lucht en vervuilende stof worden in de stofzuiger getrokken door de borstel 4 en stromen in de cycloon-stof-verzamel-inrichting door de lucht instroomopening 21 van het cycloonlichaam 20. Als de lucht en vervuilende stof het cycloondeksel 31 binnengaan 20 vormen zij een kolkende werveling van lucht en vervuilende stof. Grotere vervuilende stofdeeltjes aanwezig in de lucht worden uit de lucht gescheiden door de centrifiigaalkracht van de kolkende werveling en vallen daarna op de bodem van het cycloondeksel 31. De meeste lucht die vrij van vervuilende stof is, botst met het hellende uiteinde 31a van het cycloondeksel 31 en keert om van richting en vormt een stijgende luchtstroom. De stijgende 25 luchtstroom wordt naar het schoonmaaklichaam 1 gedreven door het rooster 22 en de lucht uitstroomopening 23.

Nadat de vervuilende stof gescheiden is uit de lucht door de centrifiigaalkracht, valt de lucht en wordt de lucht afgevoerd in een kolkende luchtstroom door de doorgaande opening 31b die gevormd is in het hellende uiteinde 31a van het 30 cycloondeksel 31. Daar de vervuilende stof geblokkeerd wordt door het hellende uiteinde 31a van het cycloondeksel 31, wordt de vervuilende stof in de stofvergaarbak 35 niet afgevoerd door het cycloondeksel 31, maar in de kolkende luchtstroom geroteerd in de 8 stofvergaarbak 35.

Het cycloondeksel 31 brengt de lucht in een kolkende werveling in samenwerking met het cycloonlichaam 30, en scheidt vervuilende stof uit de lucht door gebruikmaking van centrifugaalkracht. Het doorgaande gat 33 dat gevormd is door het 5 hellende uiteinde 31a geleidt de gescheiden vervuilende stof in de stofvergaarbak 35. De stofvergaarbak 35 dient als een verzamelbak waar de gescheiden vervuilende stof wordt verzameld. Dat wil zeggen dat daar een scheidingsdeel voor het scheiden van vervuilende stof uit de lucht is gescheiden van een stof verzamel gedeelte voor het verzamelen van de uit de aangezogen lucht gescheiden vervuilende stof, zal de door de centrifugaalkracht 10 gescheiden vervuilende stof niet in een omgekeerde richting naar het rooster 22 van het cycloonlichaam 20 stromen en kan daarom het rooster niet blokkeren.

Vervolgens zal een werkwijze voor het leegmaken van de stofvergaarbak 35, die gevuld is met de vervuilende stof, beschreven worden. Een gebruiker houdt de stofvergaarbak 35 vast en drukt naar beneden op het onderste gedeelte van de 15 stofvergaarbak 35, die verwijderbaar is vastgemaakt op het ondersteuningsgedeelte 50, voor het samendrukken van de druk schroefveer 55b. Dit koppelt ook het koppelgedeelte 32 van het cycloondeksel 31 los van de stofvergaarbak 35. De gebruiker kan daarna de stofvergaarbak 35 verwijderen van het ondersteuningsgedeelte 50. Na het leegmaken van de stofvergaarbak 35, voegt de gebruiker de invoerpen 55a van het ondersteuningsgedeelte 20 50 in de uitsparing 35a aanwezig in het onderste gedeelte van de stofvergaarbak 35. Daarna drukt de gebruiker naar beneden op de stofvergaarbak 35 om de schroefveer 55b samen te drukken en om het bovenste gedeelte van de stofvergaarbak 35 in lijn te brengen met het koppelgedeelte 32 van het cycloondeksel 31. Indien de gebruiker de stofvergaarbak 35 loslaat, zal de schroefveer 55b uitzetten, en daarbij de stofvergaarbak 35 in koppeling 25 brengen met het koppelgedeelte 32 van het cycloondeksel 31. Dus de stofvergaarbak 35 is aan een uiteinde ondersteund door het koppelgedeelte 32 en aan het andere uiteinde door het ondersteuningsgedeelte 50.

Verder, in geval van een schroef-koppeling structuur, zoals weergegeven in figuur 5, rotatie van de stofvergaarbak 35' tegen de richting van de klok in, scheidt de 3 0 stofvergaarbak 3 5' van het koppelgedeelte 3 2' van het cycloondeksel 31'. Ondertussen is de stofvergaarbak 35' opnieuw gekoppeld met het cycloondeksel 31' door de stofvergaarbak 35' in de richting van de klok te roteren.

'V

' ·. ^ 9

Zoals hierboven is verklaard, wordt de schoonmaakefficiëntie van de stofzuiger verbeterd door een cycloon-stof-verzamel-inrichting voor een stofzuiger volgens de huidige uitvinding, zelfs indien de stand van de cycloon-stof-verzamel-inrichting verandert tijdens gebruik. Bovendien verschaft de inrichting een veiligere wijze voor het 5 leegmaken van de inhoud van de stofvergaarbak, door te voorkomen dat vervuilende stof uit het rooster kan vallen en door het beschermen van het rooster.

Alhoewel de voorkeursuitvoeringsvorm van de huidige uitvinding beschreven is, dient het begrepen te worden door de vakman dat de huidige uitvinding niet beperkt dient te worden tot de beschreven voorkeursuitvoeringsvorm. Verscheidene veranderingen en 10 modificaties kunnen gemaakt worden binnen de geest en scoop van de huidige uitvinding, zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.

Claims

1. Cycloon-stof-verzamel-inrichting voor een stofzuiger, omvattende: een cycloonlichaam voor verbinding met een telescopisch schuifbare buis van de stofzuiger, welk cycloonlichaam een kolkende werveling opwekt uit een instroom van 5 lucht en vervuilende stof; en een cycloonbehuizing losneembaar gekoppeld met het cycloonlichaam, welke cycloonbehuizing een hellend tussenschot heeft met een doorgaande opening erin, welk hellend tussenschot een interieur van de cycloonbehuizing verdeelt in een bovenste ruimte, voor het scheiden van de vervuilende stof uit de lucht door het geleiden van de kolkende 10 werveling van lucht, en een onderste ruimte, voor het ontvangen van de vervuilende stof die gescheiden is van de lucht.

2. Cycloon-stof-verzamel-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de cycloonbehuizing: een cycloondeksel omvat, dat een cilindrische vorm heeft, een open bovenste 15 uiteinde, en een onderste hellende uiteinde, welk open bovenste uiteinde gekoppeld is met het cycloonlichaam, welk onderste gesloten uiteinde afgesloten is door het hellende tussenschot; en een stofvergaarbak omvat, die losneembaar gekoppeld is met een onderste gedeelte van de cycloonbehuizing, welke stofvergaarbak een open uiteinde heeft dat hellend 20 is om overeen te stemmen met het hellend tussenschot van het cycloondeksel.

3. Cycloon-stof-verzamel-inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de stofvergaarbak een gesloten uiteinde omvat dat hellend is om overeen te stemmen met het hellend tussenschot.

4. Cycloon-stof-verzamel-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 25 het spiraalvormige tussenschot een koepelvormig uitsteeksel omvat dat op een midden daarvan gevormd is.

5. Cycloon-stof-verzamel-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de cycloon-stof-verzamel-inrichting voorts ondersteuningsmiddelen omvat voor het ondersteunen van de cycloonbehuizing ten opzichte van de telescopische schuifbare buis en 30 voor het voorkomen van het scheiden van de cycloonbehuizing van het cycloonlichaam.

6. Cycloon-stof-verzamel-inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de ondersteuningsmiddelen: een bevestigingselement omvatten, dat aangebracht is op de telescopisch schuifbare buis; een inzetstuk omvatten, dat beweegbaar geplaatst is op het bevestigingselement, welk inzetstuk aanwezig is in een uitsparing die gevormd is in een 5 onderste uiteinde van de cycloonbehuizing, indien de cycloonbehuizing gekoppeld is aan het cycloonlichaam; en een elastisch element omvat voor het onder voorspanning drukken van het inzetstuk in de uitsparing.

7. Cycloon-stof-verzamel-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 de cycloonbehuizing: een cycloondeksel omvat, dat een cilindrische vorm heeft, een open bovenste uiteinde, en een onderste uiteinde, welk open bovenste uiteinde gekoppeld is met het cycloonlichaam, welk onderste uiteinde hellend is ten opzichte van het hellende tussenschot onder een vooraf bepaalde hoek; en 15 een stofvergaarbak omvat, die een open uiteinde heeft dat gekoppeld is met een onderste gedeelte van het cycloondeksel door een schroef, welke stofvergaarbak de vervuilende stof ontvangt die door de doorgaande opening van het hellende tussenschot zijn gegaan.

8. Stofzuiger omvattende: 20 een schoonmaaklichaam; een telescopisch schuifbare buis gekoppeld aan het schoonmaaklichaam via een flexibele slag; een cycloon-stof-verzamel-inrichting aangebracht op de telescopisch schuifbare buis, welke cycloon-stof-verzamel-inrichting: 25 een cycloonlichaam omvat, die aangebracht is op de telescopisch schuifbare buis, welk cycloonlichaam een kolkende werveling opwekt uit een instroom van lucht en vervuilende stof; en een cycloonbehuizing omvat, die losneembaar gekoppeld is met het cycloonlichaam, welke cycloonbehuizing een hellend tussenschot heeft met een doorgaande 30 opening erin, welk hellend tussenschot een interieur van de cycloonbehuizing verdeelt in een bovenste ruimte, voor het scheiden van de vervuilende stof uit de lucht door het geleiden van de kolkende werveling van lucht, en een onderste ruimte, voor het ontvangen van de ] n ? vervuilende stof die gescheiden is van de lucht.

9. Stofzuiger volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de cycloonbehuizing: een cycloondeksel omvat, dat een cilindrische vorm heeft, een open bovenste uiteinde, en een gesloten onderste uiteinde, welk open bovenste uiteinde gekoppeld is met 5 het cycloonlichaam, welk gesloten onderste uiteinde afgesloten is door het hellende tussenschot; en een stofvergaarbak omvat, die losneembaar gekoppeld is met een onderste gedeelte van de cycloonbehuizing, welke stofvergaarbak een open uiteinde heeft dat hellend is om overeen te stemmen met het hellende tussenschot van het cycloondeksel.

10. Stofzuiger volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de stofvergaarbak een gesloten uiteinde omvat dat hellend is om overeen te stemmen met het hellend tussenschot.

11. Stofzuiger volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het hellende tussenschot een koepelvormig uitsteeksel omvat dat op een midden daarvan gevormd is.

12. Stofzuiger volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de stofzuiger voorts 15 ondersteuningsmiddelen omvat voor het ondersteunen van de cycloonbehuizing op de telescopische schuifbare buis en voor het voorkomen van het scheiden van de cycloonbehuizing van het cycloonlichaam.

13. Stofzuiger volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de ondersteuningsmiddelen: 20 een bevestigingselement omvatten, dat aangebracht is op de telescopisch schuifbare buis; een inzetstuk omvatten, dat beweegbaar geplaatst is op het bevestigingselement, welk inzetstuk aanwezig is in een uitsparing die gevormd is in een onderste uiteinde van de cycloonbehuizing, indien de cycloonbehuizing gekoppeld is aan het 25 cycloonlichaam; en een elastisch element omvat voor het onder voorspanning drukken van het inzetstuk in de uitsparing.

14. Stofzuiger volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de cycloonbehuizing: een cycloondeksel omvat, dat een cilindrische vorm heeft, een open bovenste 30 uiteinde, en een onderste uiteinde, welk open bovenste uiteinde gekoppeld is met het cycloonlichaam, welk onderste uiteinde hellend is ten opzichte van het hellende tussenschot onder een vooraf bepaalde hoek; en een stofvergaarbak omvat, die een open uiteinde heeft dat gekoppeld is met een onderste gedeelte van het cycloondeksel door een schroef, welke stofvergaarbak de vervuilende stof ontvangt die door de doorgaande opening van het hellende tussenschot zijn gegaan. in· '·