NL1018170C2 - Stoel met ten opzichte van de zitting verplaatsbare rugleuning en daarin toe te passen verplaatsingsinrichting. - Google Patents

Stoel met ten opzichte van de zitting verplaatsbare rugleuning en daarin toe te passen verplaatsingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1018170C2
NL1018170C2 NL1018170A NL1018170A NL1018170C2 NL 1018170 C2 NL1018170 C2 NL 1018170C2 NL 1018170 A NL1018170 A NL 1018170A NL 1018170 A NL1018170 A NL 1018170A NL 1018170 C2 NL1018170 C2 NL 1018170C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
backrest
seat
chair
elements
headrest
Prior art date
Application number
NL1018170A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Theodorus M Rasenberg
Original Assignee
Whiplash Preventie Systems Hol
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Whiplash Preventie Systems Hol filed Critical Whiplash Preventie Systems Hol
Priority to NL1018170A priority Critical patent/NL1018170C2/nl
Priority to PCT/NL2002/000278 priority patent/WO2002085664A2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1018170C2 publication Critical patent/NL1018170C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2/00Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
    • B60N2/02Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles the seat or part thereof being movable, e.g. adjustable
    • B60N2/22Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles the seat or part thereof being movable, e.g. adjustable the back-rest being adjustable
    • B60N2/2213Gear wheel driven mechanism
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2/00Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
    • B60N2/002Seats provided with an occupancy detection means mounted therein or thereon
    • B60N2/0021Seats provided with an occupancy detection means mounted therein or thereon characterised by the type of sensor or measurement
    • B60N2/0024Seats provided with an occupancy detection means mounted therein or thereon characterised by the type of sensor or measurement for identifying, categorising or investigation of the occupant or object on the seat
    • B60N2/0027Seats provided with an occupancy detection means mounted therein or thereon characterised by the type of sensor or measurement for identifying, categorising or investigation of the occupant or object on the seat for detecting the position of the occupant or of occupant's body part
    • B60N2/0028Seats provided with an occupancy detection means mounted therein or thereon characterised by the type of sensor or measurement for identifying, categorising or investigation of the occupant or object on the seat for detecting the position of the occupant or of occupant's body part of a body part, e.g. of an arm or a leg
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2/00Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
    • B60N2/02Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles the seat or part thereof being movable, e.g. adjustable
    • B60N2/0224Non-manual adjustments, e.g. with electrical operation
    • B60N2/0244Non-manual adjustments, e.g. with electrical operation with logic circuits
    • B60N2/0248Non-manual adjustments, e.g. with electrical operation with logic circuits with memory of positions
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2/00Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
    • B60N2/02Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles the seat or part thereof being movable, e.g. adjustable
    • B60N2/0284Adjustable seat-cushion length
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2/00Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
    • B60N2/02Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles the seat or part thereof being movable, e.g. adjustable
    • B60N2/0296Central command actuator to selectively switch on or engage one of several special purpose circuits or mechanisms
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2/00Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
    • B60N2/80Head-rests
    • B60N2/806Head-rests movable or adjustable
    • B60N2/809Head-rests movable or adjustable vertically slidable
    • B60N2/829Head-rests movable or adjustable vertically slidable characterised by their adjusting mechanisms, e.g. electric motors
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2/00Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
    • B60N2/002Seats provided with an occupancy detection means mounted therein or thereon
    • B60N2/0021Seats provided with an occupancy detection means mounted therein or thereon characterised by the type of sensor or measurement
    • B60N2/003Seats provided with an occupancy detection means mounted therein or thereon characterised by the type of sensor or measurement characterised by the sensor mounting location in or on the seat
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2/00Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
    • B60N2/02Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles the seat or part thereof being movable, e.g. adjustable
    • B60N2/0224Non-manual adjustments, e.g. with electrical operation
    • B60N2/0244Non-manual adjustments, e.g. with electrical operation with logic circuits
    • B60N2/0273Non-manual adjustments, e.g. with electrical operation with logic circuits taking into account user data, e.g. knee height or physical state

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Seats For Vehicles (AREA)
  • Chairs For Special Purposes, Such As Reclining Chairs (AREA)
  • Chair Legs, Seat Parts, And Backrests (AREA)

Description

STOEL MET TEN OPZICHTE VAN DE ZITTING VERPLAATSBARE RUGLEUNING EN DAARIN TOE TE PASSEN VERPLAATSINGSINRICHTING
De uitvinding heeft betrekking op een stoel, in het bijzonder een voertuigstoel, omvattende een zitting en een zwenkbaar daarmee verbonden rugleuning.
Bij stoelen die regelmatig gebruikt worden, 5 zoals bijvoorbeeld voertuigstoelen, maar ook bureaustoelen, is de instelbaarheid van de verschillende onderdelen van de stoel, zoals het zitvlak en de rugleuning, van groot belang. Dergelijke stoelen dienen immers elke gebruiker optimaal te ondersteunen. Naast 10 voor de hand liggende voordelen als een verbeterd zitcomfort, waardoor minder snel vermoeidheid intreedt en dus beter en geconcentreerder gewerkt of gereden kan worden, speelt bij voertuigstoelen nog het aspect van een verbeterde veiligheid. Met name bij aanrijdingen van 15 achter zal de stoel immers het lichaam van de inzittende moeten opvangen en beschermen, waarvoor een optimale pasvorm van groot belang is.
Dit laatste aspect geldt in het bijzonder wanneer de stoel is voorzien van een 20 beveiligingsmechanisme als beschreven in aanvraagsters niet-voorgepubliceerde internationale octrooiaanvrage PCT/NLO0/00074. Voor een juiste werking van het daarin beschreven mechanisme, waarbij het bovenste deel van de rugleuning in geval van een aanrijding van achteren om 25 een as naar voren zwenkt onder medeneming van de hoofdsteun, dient de positie van de as ten opzichte van de rug van de gebruiker nauwkeurig ingesteld te worden.
Bij de instelbaarheid van de verschillende onderdelen van een stoel is het verder van belang dat de 30 verschillende instelmogelijkheden elkaar zo min mogelijk beïnvloeden, zodat parameters als de zithoek, zithoogte enzovoorts onafhankelijk van elkaar kunnen worden ingesteld op een optimale waarde.
2
De uitvinding maakt hierbij gebruik van bestaande planetaire stelsels zoals op de markt gebracht door de firma Bertrand Faure, welk stelsel een gesloten verstelmechanisme vormt dat wijdverbreid wordt toegepast 5 in voertuigstoelen.
De uitvinding verschaft derhalve een stoel van de hiervoor beschreven soort, waarbij de rugleuning ten opzichte van de zitting verplaatsbaar is. Door dus de rugleuning ten opzichte van de zitting niet slechts te 10 laten zwenken, maar ook te verplaatsen, kunnen de vorm en de afmetingen van de stoel optimaal worden aangepast aan een gebruiker. Bij voorkeur bepaalt daarbij de rugleuning een hoofdvlak, en is deze in hoofdzaak evenwijdig aan het hoofdvlak daarvan verplaatsbaar. Op deze wijze kan de 15 rugleuning in zijn lengterichting worden verplaatst, waardoor personen met verschillend postuur optimaal kunnen worden ondersteund en beschermd.
Wanneer de stoel voorzien is van middelen voor het waarnemen van de stand van de rugleuning, met de 20 waarnemingmiddelen verbonden middelen voor het vergelijken van de waargenomen stand met de gewenste stand, en bestuurbaar met de vergelijkingsmiddelen verbonden middelen voor het naar de gewenste stand verplaatsen van de rugleuning, kan de aanpassing van de 25 stoel automatisch plaats hebben, zonder tussenkomst van de gebruiker. Hierdoor wordt gewaarborgd dat de stoel onder alle omstandigheden de gebruiker op de juiste wijze steunt en beschermt. Daarbij kunnen de waarnemingsmiddelen en de vergelijkingsmiddelen 30 geïntegreerd zijn en gevormd worden door tenminste één met de rugleuning verbonden zend-/ontvangsteenheid en tenminste één op een vast punt in het zendbereik van de eenheid aangebrachte reflector. Door in het geval van een voertuigstoel de reflector bijvoorbeeld op de voorruit 35 van het voertuig aan te brengen, kan zo op eenvoudige wijze de stand van de rugleuning worden bepaald door het al dan niet afschermen van de reflector door het hoofd van een inzittende.
3
Volgens een ander aspect van de uitvinding vertoont de stoel een beweegbaar met de rugleuning verbonden hoofdsteun, alsmede middelen voor het waarnemen van de stand van de hoofdsteun, met de 5 waarnemingsmiddelen verbonden middelen voor het vergelijken van de waargenomen stand met de gewenste stand, en bestuurbaar met de vergelijkingsmiddelen verbonden middelen voor het naar de gewenste stand verplaatsen van de hoofdsteun. Zo kan, onafhankelijk van 10 de instelling van de rugleuning, ook onder alle omstandigheden een optimale stand van de hoofdsteun worden gewaarborgd. Voor de hoogte instelling van de hoofdsteun kan daarbij weer gebruik gemaakt worden van een zend-/ontvangsteenheid en een reflector, die bij een 15 te lage instelling van de hoofdsteun wordt afgedekt door het hoofd van de gebruiker. Teneinde een juiste afstand van het hoofd van de gebruiker tot de hoofdsteun te kunnen handhaven, omvatten de waarnemingsmiddelen bij voorkeur tenminste één naar het hoofd van de gebruiker 20 gerichte afstandmeter.
De uitvinding betreft ook een inrichting voor het ten opzichte van elkaar verplaatsen van twee zwenkbaar met elkaar verbonden elementen, die geschikt is voor gebruik in een stoel als hiervoor beschreven. In een 25 voorkeursuitvoering is deze inrichting ingericht voor het bij een verplaatsing van de elementen handhaven van een ingestelde hoek daartussen. Zo kan een eenmaal ingestelde, optimale hoek worden gehandhaafd wanneer bijvoorbeeld een rugleuning van een stoel ten opzichte 30 van de zitting wordt verplaatst, zodat niet bij elke verandering van de lengte van de rugleuning ook de stand daarvan weer opnieuw ingesteld behoeft te worden.
Bij een voorkeursuitvoering van de inrichting is één van de elementen, de zitting vast, en het andere 35 element, bijvoorbeeld de rugleuning, onder tussenkomst van tenminste één verbindingsorgaan evenwijdig aan zichzelf verplaatsbaar daarmee verbonden. Daarbij kan het tenminste ene verbindingsorgaan roteerbaar zijn, waardoor 4 een relatief eenvoudige constructie wordt verkregen. Een verschuifbaar of anderszins verplaatsbaar verbindingsorgaan is echter ook denkbaar.
Een robuuste en constructief eenvoudige 5 inrichting kan voorzien zijn van een drietal onderling samenwerkende verbindingsorganen, die tezamen een tandwielstelsel vormen. Met een dergelijk tandwielstelsel kan de gewenste verplaatsing van bijvoorbeeld de rugleuning eenvoudig worden bewerkstelligd, terwijl een 10 dergelijk tandwielstelsel zich bovendien goed leent voor een eventuele combinatie met het zwenkmechanisme tussen de beide elementen. En daarbij kan het tandwielstelsel tenminste twee, elk met één van de elementen verbonden tandwielen en tenminste één daartussen geplaatst 15 tussenwiel omvatten.
Een alternatieve uitvoeringsvorm van de inrichting vertoont een viertal onderling samenwerkende verbindingsorganen, die tezamen een stangenstelsel vormen. Teneinde de hoek tussen de elementen tijdens een 20 verplaatsing constant te houden is het stangenstelsel bij voorkeur een parallellogram.
De inrichting kan verder met het tenminste ene verbindingsorgaan samenwerkende bedieningsmiddelen vertonen, waarmee de onderlinge verplaatsing van de 25 elementen kan worden bewerkstelligd.
Wanneer de inrichting verder voorzien is van een mechanisme voor het instellen van de hoek tussen de elementen, is dit instelmechanisme bij voorkeur bedienbaar verbonden met de bedieningsmiddelen voor de 30 verplaatsing. Op deze wijze kan met een enkele bediening zowel de hoek tussen de elementen als de onderlinge positie van de elementen worden ingesteld.
Met voordeel zijn daarbij de bedieningsmiddelen beweegbaar tussen een stand waarin deze aangrijpen op het 35 verbindingsorgaan en een stand waarin deze aangrijpen op het instelmechanisme. Zo kan dus eenvoudig worden omgeschakeld tussen een zwenkbeweging en een verplaatsing van de elementen. Daarbij vertoont de inrichting bij 5 voorkeur middelen voor het naar één van de standen voorspannen van de bedieningsmiddelen, zodat deze dus een voorkeurspositie hebben. In het algemeen zal dat de stand zijn waarin de bedieningsmiddelen aangrijpen op het 5 instelmechanisme, omdat de hoek tussen de elementen veelvuldiger aangepast zal worden dan de onderlinge positie daarvan.
Verder is de inrichting bij voorkeur voorzien van middelen voor het in tenminste één van de standen 10 vergrendelen van de bedieningsmiddelen. Zo kan worden voorkomen dat de bedieningsmiddelen onverwacht een andere stand innemen, waardoor dus het gebruik van de bedieningsmiddelen een ongewenst resultaat tot gevolg kan hebben.
15 De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening, waarin:
Fig. 1 een gedeeltelijk doorgesneden perspectivisch aanzicht is van een voertuigstoel met een 20 ten opzichte van de zitting verplaatsbare rugleuning en een inrichting voor het verplaatsen van de rugleuning volgens de uitvinding,
Fig. 2 een zijaanzicht is van de wezenlijke onderdelen van de verplaatsingsinrichting in 25 verschillende standen,
Fig. 3 een perspectivisch aanzicht is van de wezenlijke onderdelen van de verplaatsingsinrichting en de daarmee verbonden bedieningsmiddelen,
Fig. 4 een met fig. 3 overeenkomend aanzicht is 30 van de verplaatsingsinrichting wanneer de bedieningsmiddelen daarmee niet verbonden zijn,
Fig. 5 een schematisch zijaanzicht is van een in een voertuig geplaatste stoel met middelen voor het waarnemen van de stand van de rugleuning, en 35 Fig. 6 een doorsnede is door een bovendeel van een stoel met beweegbare hoofdsteun en middelen voor het automatisch instellen van de stand daarvan.
6
Een voertuigstoel 1 (fig. 1) omvat een zitting 2 en een zwenkbaar daarmee verbonden rugleuning 3. De voertuigstoel 1 is op conventionele wijze onder tussenkomst van gèleide-rails 4 verschuifbaar bevestigd 5 op de vloer 5 van een voertuig. De voertuigstoel 1 is op conventionele wijze voorzien van een grendelmechanisme voor het in langsrichting fixeren daarvan ten opzichte van de bodem 5, waarvan slechts een bedieningshandgreep 6 getoond is, alsmede van een mechanisme voor het instellen 10 van de hoogte van het zitvlak, waarvan slechts een bedieningsknop 7 is weergegeven.
De zitting 2 wordt gevormd door een zittingframe 8 en een daarop aangebracht kussen 9. Het kussen 9 kan van elk geschikt materiaal vervaardigd zijn, 15 zoals bijvoorbeeld een kunststof schuim, een korrelbed en dergelijke. Ook de rugleuning 3 wordt gevormd door een frame 10 en een daarop aangebracht kussen 11, dat eveneens van enigerlei geschikt materiaal kan zijn vervaardigd. In het getoonde voorbeeld is aan de 20 bovenzijde van het rugleuningframe 10 nog een extra frame 12 gevormd, dat een hoofdsteun 13 draagt. Het is echter ook denkbaar dat de hoofdsteun op conventionele wijze als afzonderlijke eenheid gevormd is, die in hoogterichting instelbaar met de rugleuning 3 verbonden is.
25 Volgens de onderhavige uitvinding is de stoel 1 voorzien van een inrichting 14 voor het ten opzichte van de zitting 2 verplaatsen van de rugleuning 3. Deze verplaatsingsinrichting 14 is daarbij zo uitgevoerd, dat een eenmaal ingestelde hoek tussen de zitting 2 en de 30 rugleuning 3 tijdens een verplaatsing van de rugleuning wordt gehandhaafd, doordat de rugleuning 3 evenwijdig aan zichzelf wordt verplaatst. Hiertoe is in het getoonde voorbeeld de verplaatsingsinrichting 14 voorzien van een drietal tussen de zitting 2 en de rugleuning 3 35 aangebrachte verbindingsorganen 15,16,17, die tezamen een tandwielstelsel vormen. Daarbij is elk tandwiel 15,17 verbonden met een beugel 18, respectievelijk 19, die onderdeel uitmaakt van het zittingframe 8, 7 respectievelijk het rugleuningframe 10. In het getoonde voorbeeld is aan weerszijden van elk frame 8,10 een dergelijke beugel 18,19 aangebracht, en omvat de verplaatsingsinrichting 14 dus twee tandwielstelsels die 5 met elkaar verbonden zijn door een as 20 die zich dwars door de rugleuning 3 uitstrekt. Het tussenwiel 16 is gelagerd op een verbindingsschalm 21 die zwenkbaar verbonden is met enerzijds de beugel 18 van het zittingframe 8 en anderzijds de beugel 19 van het 10 rugleuningframe 10.
De verplaatsingsinrichting 14 wordt bediend door bedieningsmiddelen 24. Deze bedieningsmiddelen hebben hier de gedaante van een draaiknop die aangebracht is op een uiteinde van de verbindingsas 20. De 15 verbindingsas 20 is overigens door middel van een perspassing of een spieverbinding rotatievast verbonden met de beide beugels 19 van het rugleuningframe 10, terwijl de as 20 vrij roteerbaar gelagerd is in de verbindingsschalmen 21, voorzien van de planetaire 20 stelsels 34 en 35. De as 20 met de beugels 19 vormt zo een mechanisme voor het instellen van de hoek van de rugleuning 3 ten opzichte van de zitting 2.
De verplaatsingsinrichting is'ook voorzien van middelen voor het in de beide bedrijfsstanden fixeren van 25 de bedieningsmiddelen 24. Deze fixatiemiddelen worden in het getoonde voorbeeld gevormd door een tweetal groeven 30,31 in de as 20, waarvan de onderlinge afstand overeen komt met de verplaatsing van de as 20 tussen de beide bedrijfsstanden. Deze groeven werken samen met pennen 32, 30 die door drukveren 33 naar de as 20 worden voorgespannen. Wanneer dus de as 20 van de ene naar de andere stand bewogen wordt, worden de fixatiepennen 32 tegen de kracht van de veren 33 in de betreffende groef gedrukt, en schuift het oppervlak van de as langs deze pennen 32 tot 35 de andere groef met de pennen in register ligt. Dan worden de pennen door de kracht van de veren 33 in deze andere groef gedrukt, waardoor de as 20 weer gefixeerd is.
8
In het getoonde voorbeeld zijn de bedieningsmiddelen 24 dus zowel te gebruiken voor het instellen van de hoek van de rugleuning 3, als voor het bedienen van de verplaatsingsinrichting 14. Daartoe is de 5 as 20 in langsrichting verschuifbaar uitgevoerd, en voorzien van rotatievast daarmee verbonden koppelrozetten 25, die in ingrijping gebracht kunnen worden met de tandwielen 17 van het rugleuningframe 10. Wanneer deze verbindingsrozetten 25 niet ingrijpen in de tandwielen 10 17, kan de as 20 vrij geroteerd worden in het planeetstelsel 35.
De bedieningsmiddelen 24 worden door voorspanmiddelen 26, hier in de gedaante van een drukveer die is ingespannen tussen een beugel 19 van het 15 rugleuningframe en dop 27 van de as 20, voorgespannen naar de stand waarin de verbindingsrozetten 25 buiten aangrijping zijn met de tandwielen 17, en de bedieningsmiddelen 24 dus uitsluitend werkzaam zijn voor het instellen van de hoek van de rugleuning 3 ten 20 opzichte van de zitting 2 (fig. 4). Wanneer in deze stand de knop 24 van de bedieningsmiddelen verdraaid wordt, wordt de as 20 geroteerd onder medeneming van de beugels 19 en dus de rugleuning 3. Het tandwielstelsel zal daarbij verder niet geactiveerd worden, zodat dus de 25 positie van de rugleuning 3 in hoogterichting niet wordt gewij zigd.
Worden daarentegen de bedieningsmiddelen 24 tegen de kracht van de voorspanveer 26 in naar een stand bewogen waarin de verbindingsrozetten 25 ingrijpen in de 30 tandwielen 17, dan leidt een verdraaiing van de knop 24 niet slechts tot een rotatie van de as 20 en dus een verdraaiing van de beugels 19, maar ook tot een overeenkomstige rotatie van het tandwiel 17, waardoor het tussenwiel 16 in rotatie gebracht wordt en het tandwiel 35 15 zal verdraaien onder medeneming van de verbindingsschalm 21 met de beide planetaire stelsels 34 en 35. Hierdoor wordt de rugleuning 3 dus omhoog of omlaag bewogen, waarbij tegelijkertijd een verdraaiing 9 plaatsvindt rond de as 22 van het planeetstelsel 34, die gelijk gericht is aan de verdraaiing van de rugleuning 3 rond de as 20, waardoor dus de stand van de rugleuning 3 ten opzichte van de zitting 2 constant gehouden wordt.
5 Zo kan dus de hoogte van de rugleuning 3 ten opzichte van de zitting 2 eenvoudig worden ingesteld, zonder dat daarbij de hellingshoek van de rugleuning 3 wordt gewijzigd, waardoor personen met uiteenlopende lichaamslengte een optimale zit in de stoel 1 kunnen 10 vinden. Deze optimale zit leidt tot een geringere vermoeiing en een betere bescherming, met name in het geval van aanrijdingen van achteren. Dit laatste voordeel doet zich vooral gelden in combinatie met de beveiligingsinrichting als beschreven in aanvraagsters 15 genoemde, niet vóórgepubliceerde internationale aanvrage PCT/NLO1/00074.
Overigens zijn in het getoonde voorbeeld de beugels 18 van het zittingframe 2 nog voorzien van een lageropening 28 en een veerbelaste vang 29, waardoor het 20 getoonde mechanisme ook geschikt is voor gebruik in een stoel die opklapbaar is, voor het vergemakkelijken voor de instap van achterpassagiers bij voertuigen met slechts twee portieren.
In plaats van een handmatige instelling, is het 25 ook mogelijk gebruik te maken van een automatisch instelmechanisme. Hiertoe kunnen nabij de bovenzijde van de rugleuning 4, in het getoonde voorbeeld ter hoogte van de bovenrand van de hoofdsteun 13 middelen 34 aangebracht zijn voor het waarnemen van de positie van de rugleuning 30 3 in hoogterichting (fig. 5). Deze waarnemingsmiddelen 34 zijn verbonden met middelen 38 voor het vergelijken van de waargenomen positie met een vooraf bepaalde, optimale positie. De vergelijkingsmiddelen 38 zijn op hun beurt besturend verbonden met (hier niet getoonde) middelen 35 voor het verplaatsen van de rugleuning 3 naar de gewenste positie, wanneer de vergelijkingsmiddelen 38 aangeven dat de rugleuning 3 niet de juiste positie inneemt. Deze verplaatsingsmiddelen kunnen gevormd worden door een 10 willekeurige aandrijving, bijvoorbeeld een elektromotor, die in de plaats komt van de draaiknop 24 als getoond in de voorgaande figuren.
De waarnemingsmiddelen 34 zijn in het getoonde 5 voorbeeld geïntegreerd met de vergelijkingsmiddelen 38.
De geïntegreerde waarnemings- en vergelijkingsmiddelen 34, 38 worden daarbij gevormd door een zend-/ontvangsteenheid 35, bijvoorbeeld een lichtbron met lichtgevoelige cel, en een in het zendbereik daarvan 10 geplaatste reflector 36. Deze reflector 36 is verbonden met een vast punt, en is hier aangebracht op de voorruit 37, nabij de bovenrand daarvan. Wanneer een door de zend-/ontvangsteenheid 35 uitgezonden lichtbundel 39 door de reflector 36 weerkaatst wordt, en weer wordt opgevangen 15 door de zend-/ontvangsteenheid, is dit een aanwijzing dat het hoofd 40 van de inzittende zich niet in de bundel 39 bevindt, en de rugleuning 3 met de hoofdsteun 13 dus te hoog staat. De waarnemings- en vergelijkingsmiddelen 34, 38 zenden dan een stuursignaal naar de aandrijving, 20 waardoor de rugleuning 3 omlaag bewogen wordt tot de bundel 39 wordt onderbroken door het hoofd 40.
Afhankelijk van de plaatsing van de zend-/ontvangsteenheid 35 en het ontwerp van de rugleuning 3 en hoofdsteun 13 kan vanaf dat moment de rugleuning 3 nog 25 over een tevoren bepaalde afstand omhoog of omlaag bewogen worden, teneinde de optimale positie in te stellen.
Overigens dient de bundel 39 relatief sterk divergerend te zijn, daar door het instellen van de hoek 30 van de rugleuning 3 ten opzichte van de zitting 2 de hoek waaronder de bundel 39 uitgezonden wordt sterk kan variëren, en uiteraard de reflector 36 onder alle omstandigheden binnen de bundel 39 gevangen dient te worden.
35 Verder zou natuurlijk ook de zend- /ontvangsteenheid 35 op een vast punt in het voertuig aangebracht kunnen zijn, waarbij dan de reflector 36 met de rugleuning 3 zou kunnen worden verbonden.
11
Het is ook mogelijk de hoofdsteun 13 beweegbaar met de rugleuning 3 te verbinden. Hierdoor zou de hoogte van de hoofdsteun 13 ten opzichte van de rugleuning 3 kunnen worden ingesteld, maar belangrijker nog is het 5 instellen van de juiste afstand d tussen het hoofd 40 van de gebruiker en de voorzijde van de hoofdsteun 13. Omdat deze afstand d van groot belang is voor de werkzaamheid van de hoofdsteun 13, wordt de instelling daarvan bij voorkeur niet aan de gebruiker overgelaten, maar 10 automatisch uitgevoerd.
Daartoe zijn in de hoofdsteun 13 middelen 41 opgenomen voor het waarnemen van de positie daarvan, in dit geval in de vorm van een naar het hoofd 40 gerichte afstandmeter 42 (fig. 6). Deze afstandmeter 42 is 15 verbonden met middelen 43 voor het vergelijken van de gemeten afstand met een vooraf bepaalde optimale afstand, bijvoorbeeld in de orde van 4 tot 6 cm. Deze vergelijkingsmiddelen 43 zijn weer verbonden met middelen 44 voor het verplaatsen van de hoofdsteun 13.
20 De verplaatsingsmiddelen 44 omvatten hier een door besturingselectronica 45 aangestuurde motor 46, die via een overbrenging 47 een worm 48 aandrijft, die op zijn beurt ingrijpt in een getand wiel 49. Dit getande wiel 49 is rotatievast verbonden met een bedieningsstang 25 50, waarvan een einde zwenkbaar verbonden is met een deel van het rugleuningframe 10 en het andere einde zwenkbaar verbonden is met het frame 12 van de hoofdsteun 13. In combinatie met een eveneens zwenkbaar met deze beide frames 10, 12 verbonden volgstang 51 wordt zo een 30 parallellogram gevormd. Door de beweging van de stangen 50, 51 te beperken tot het bovenste segment van een cirkelboog rond hun verbinding met het rugleuningframe 10, wordt een nagenoeg horizontale verplaatsing van de hoofdsteun 13 gewaarborgd.
3 5 Teneinde continu heen en weer bewegen van de hoofdsteun bij elke kleine hoofdbeweging van de inzittende te voorkomen, kunnen de waarnemingsmiddelen 41, de vergelijkingsmiddelen 43 en/of de 12 verplaatsingsmiddelen 44 slechts periodiek ingeschakeld worden.
Hoewel de uitvinding hiervoor is toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden, zal het duidelijk 5 zijn dat deze daartoe niet is beperkt. Zo zou in plaats van een tandwielstelsel ook bijvoorbeeld een vierstangenstelsel in de vorm van een parallellogram gebruikt kunnen worden voor het uitvoeren van de beweging van de rugleuning ten opzichte van de zitting. Ook andere 10 mechanismen, bijvoorbeeld op basis van een schuifbeweging met behulp van sledes en geleidingsrails zijn natuurlijk denkbaar. Daarnaast is het uiteraard niet essentieel dat met één stel bedieningsmiddelen zowel de hoekverstelling als de hoogteverstelling bediend zou moeten worden. Voor 15 deze beide mechanismen zouden afzonderlijke bedieningsmiddelen voorzien kunnen zijn. Ook zou de beweegbare hoofdsteun en het bijbehorende instelmechanisme met behoud van de daarmee verbonden voordelen toegepast kunnen worden bij een stoel met 20 conventionele rugleuning. Het instelmechanisme kan overigens natuurlijk ook op velerlei wijze worden gevarieerd.
De omvang van de uitvinding wordt dan ook .uitsluitend bepaald door de bijgevoegde conclusies.

Claims (19)

1. Stoel, in het bijzonder voertuigstoel, omvattende een zitting en een zwenkbaar daarmee verbonden rugleuning, met het kenmerk, dat de rugleuning ten opzichte van de zitting verplaatsbaar is.
2. Stoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rugleuning een hoofdvlak bepaalt en in hoofdzaak evenwijdig aan het hoofdvlak verplaatsbaar is.
3. Stoel volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door middelen voor het waarnemen van de stand van de 10 rugleuning, met de waarnemingsmiddelen verbonden middelen voor het vergelijken van de waargenomen stand met een gewenste stand, en bestuurbaar met de vergelijkingsmiddelen verbonden middelen voor het naar de gewenste stand verplaatsen van de rugleuning.
4. Stoel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de waarnemingsmiddelen en de vergelijkingsmiddelen geïntegreerd zijn en gevormd worden door ten minste één met de rugleuning verbonden zend-/ontvangsteenheid en ten minste één op een vast punt in het zendbereik van de 20 eenheid aangebrachte reflector.
5. Stoel, in het bijzonder volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een beweegbaar met de rugleuning verbonden hoofdsteun, en middelen voor het waarnemen van de stand van de hoofdsteun, met de 25 waarnemingsmiddelen verbonden middelen voor het vergelijken van de waargenomen stand met de gewenste stand, en bestuurbaar met de vergelijkingsmiddelen verbonden middelen voor het naar de gewenste stand verplaatsen van de hoofdsteun.
6. Stoel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de waarnemingsmiddelen ten minste één naar het hoofd van een gebruiker gerichte afstandmeter omvatten.
7. Inrichting voor het ten opzichte van elkaar verplaatsen van twee zwenkbaar met elkaar verbonden 35 elementen, zoals een zitting en een rugleuning van een stoel.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat deze is ingericht voor het bij een verplaatsing van de elementen handhaven van een ingestelde hoek tussen de elementen.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat één van de elementen vast en het andere element onder tussenkomst van tenminste één verbindingsorgaan evenwijdig aan zichzelf verplaatsbaar daarmee verbonden is.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het tenminste ene verbindingsorgaan roteerbaar is.
11. Inrichting volgens conclusie 10, gekenmerkt door een drietal onderling samenwerkende 15 verbindingsorganen, die tezamen een tandwielstelsel vormen.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het tandwielstelsel tenminste twee elk met één van de elementen verbonden tandwielen en tenminste 20 één daartussen geplaatst tussenwiel omvat.
13. Inrichting volgens conclusie 12, gekenmerkt door een viertal onderling samenwerkende verbindingsorganen, die tezamen een stangenstelsel vormen.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het stangenstelsel een parallellogram is.
15. Inrichting volgens één der conclusies 9 tot 14, gekenmerkt door met het tenminste ene verbindingsorgaan samenwerkende bedieningsmiddelen.
16. Inrichting volgens conclusie 15, verder voorzien van een mechanisme voor het instellen van de hoek tussen de elementen, met het kenmerk, dat het instelmechanisme bedienbaar verbonden is met de bedieningsmiddelen.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de bedieningsmiddelen beweegbaar zijn tussen een stand waarin deze aangrijpen op het verbindingsorgaan en een stand waarin deze aangrijpen op het instelmechanisme.
18. Inrichting volgens conclusie 17, gekenmerkt door middelen voor het naar één van de standen 5 voorspannen van de bedieningsmiddelen.
19. Inrichting volgens conclusie 17 of 18, gekenmerkt door middelen voor het in tenminste één van de standen vergrendelen van de bedieningsmiddelen.
NL1018170A 2001-04-25 2001-05-30 Stoel met ten opzichte van de zitting verplaatsbare rugleuning en daarin toe te passen verplaatsingsinrichting. NL1018170C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018170A NL1018170C2 (nl) 2001-04-25 2001-05-30 Stoel met ten opzichte van de zitting verplaatsbare rugleuning en daarin toe te passen verplaatsingsinrichting.
PCT/NL2002/000278 WO2002085664A2 (nl) 2001-04-25 2002-04-25 Seat including backrest movable with respect to seat part and moving device for use therein

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017935 2001-04-25
NL1017935 2001-04-25
NL1018170 2001-05-30
NL1018170A NL1018170C2 (nl) 2001-04-25 2001-05-30 Stoel met ten opzichte van de zitting verplaatsbare rugleuning en daarin toe te passen verplaatsingsinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1018170C2 true NL1018170C2 (nl) 2002-10-29

Family

ID=26643331

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1018170A NL1018170C2 (nl) 2001-04-25 2001-05-30 Stoel met ten opzichte van de zitting verplaatsbare rugleuning en daarin toe te passen verplaatsingsinrichting.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1018170C2 (nl)
WO (1) WO2002085664A2 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2860460B1 (fr) * 2003-10-06 2006-01-27 Peugeot Citroen Automobiles Sa Siege escamotable de vehicule automobile, notamment arriere
US7658448B2 (en) 2004-11-29 2010-02-09 R82 A/S Adjustable chair construction
FR2915784A1 (fr) * 2007-10-12 2008-11-07 Peugeot Citroen Automobiles Sa Ensemble de transmission d'un mouvement de rotation
US8052211B2 (en) 2007-10-29 2011-11-08 University Of Delaware Anti-whiplash vehicle system with active head restraint
FR2934531A3 (fr) * 2008-07-29 2010-02-05 Renault Sas Siege a dossier reglable en profondeur notamment pour vehicule automobile.
JP6357021B2 (ja) * 2014-06-03 2018-07-11 株式会社タチエス 車両用シートの操作レバー構造
US9963050B2 (en) 2016-02-25 2018-05-08 Ford Global Technologies Llc Manual seat height adjuster mechanism
CN111319534A (zh) * 2020-04-17 2020-06-23 常熟汉华机械有限公司 一种用以缩减线性位移空间的可变减速旋转装置
CN115416552A (zh) * 2022-09-02 2022-12-02 浙江吉利控股集团有限公司 一种连接结构、座椅及车辆

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0359962A1 (de) * 1988-09-19 1990-03-28 Bayerische Motoren Werke Aktiengesellschaft, Patentabteilung AJ-3 Sitz, insbesondere Kraftfahrzeugsitz
WO1994021153A1 (en) * 1993-03-23 1994-09-29 Georg Eknes Industrier A/S Arrangement of chair, bench, or the like, with pivotable back rest and associated neck support
WO2000053205A1 (en) 1999-03-11 2000-09-14 Danny Van Eijsselsteijn Use of hop flowers for medicinal treatments

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2690880B1 (fr) * 1992-05-05 1998-07-17 Roth Sa Freres Dispositif d'articulation de siege, en particulier de vehicule automobile.
NL1016560C1 (nl) * 2000-02-01 2001-08-02 Whiplash Preventie Systems Hol Rugleuning met variabele stijfheid voor voertuigstoel.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0359962A1 (de) * 1988-09-19 1990-03-28 Bayerische Motoren Werke Aktiengesellschaft, Patentabteilung AJ-3 Sitz, insbesondere Kraftfahrzeugsitz
WO1994021153A1 (en) * 1993-03-23 1994-09-29 Georg Eknes Industrier A/S Arrangement of chair, bench, or the like, with pivotable back rest and associated neck support
WO2000053205A1 (en) 1999-03-11 2000-09-14 Danny Van Eijsselsteijn Use of hop flowers for medicinal treatments

Also Published As

Publication number Publication date
WO2002085664A2 (nl) 2002-10-31
WO2002085664A3 (nl) 2003-01-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20110163574A1 (en) Automatically Adjustable Head Restraint
US20100141008A1 (en) Headrest for the seat of an automotive vehicle and automotive vehicle seat provided with such headrest
US6494531B1 (en) Vehicle seat for reversible occupant travel
US7159934B2 (en) Vehicle seat and head restraint assembly
US9776533B2 (en) Torsion bar upper seatback support assembly
EP1558460B1 (en) Seat cushion presenter device for folding seat
US7992933B2 (en) Integrated vehicle seat with active head restraint system
US9333882B2 (en) Manual upper seatback support
US20020043860A1 (en) Head restraint for a vehicle seat
NL1018170C2 (nl) Stoel met ten opzichte van de zitting verplaatsbare rugleuning en daarin toe te passen verplaatsingsinrichting.
US7901007B2 (en) Self-raising headrest for vehicle seat and method
US20110316317A1 (en) Adjustable vehicle seat
GB2439818A (en) Vehicle seat with adjustable head restraint
CA2586015A1 (en) Cushion plate with pressure adjusting mechanism in use for vehicle seat
JP2002529308A (ja) シート
JPH04221513A (ja) 座席用ヘッドレスト
US9878643B2 (en) Juvenile vehicle seat with headrest adjustor
US20140077545A1 (en) Child seat, particularly a child safety seat for vehicles
US10589642B2 (en) Easy-entry vehicle seat
US20040051361A1 (en) Motor vehicle seat
CA3024787A1 (en) Head restraint linkage for reversible seat
CA2971818A1 (en) Stow-in-floor seat assembly with pitched easy entry position
JP2017081555A (ja) ヘッドレスト
EP2046600B1 (en) Seat assembly provided with an articulated-quadrilateral supporting device for a motor vehicle
US10434905B2 (en) Collapsible lift mechanism for H-point lift

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20051201