NL1018137C2 - Document omvattende een authenticiteitkenmerk. - Google Patents

Description

Document omvattende een authenticiteitkenmerk

De uitvinding heeft betrekking op een document, bij voorkeur een waardedocument zoals een bankbiljet, voorzien van een authenticiteitskenmerk, waarbij het au-5 thenticiteitskenmerk een serie gaten omvat.

Het gebruik van gaten als beveiligingskenmerk, aangebracht op een waardedocument, is onder meer bekend uit Europese octrooiaanvrage 861 156. De gaten die daarin beschreven worden zijn doorlopende gaten, daar microper-10 f oraties genoemd, en worden door middel van een laser aangebracht om gezamenlijk een patroon te vormen, en in het bijzonder een afbeelding.

In de praktijk is gebleken dat met mechanische middelen, zoals bijvoorbeeld een elektronisch gestuurde 15 naaimachine, een dergelijk patroon van gaten betrekkelijk eenvoudig is te imiteren voor het menselijk oog. De afmetingen en vorm van het nagemaakte gatenpatroon verschilt echter van het origineel, dat met lasertechniek wordt geproduceerd.

20 Daarnaast is de authenticiteit van een waardedo cument met een dergelijk kenmerk niet eenvoudig te verifiëren zonder vergelijking met een authentiek waardedocument .

De uitvinding heeft tot doel de genoemde nadelen 25 althans gedeeltelijk op te heffen.

De uitvinding voorziet daartoe in een document, bij voorkeur een bankbiljet, voorzien van een authentici- 1018137 2 teitskenmerk, waarbij het authenticiteitskenmerk een serie gaten omvat en een serie merktekens in dezelfde orde van grootte als de gaten, waarbij de serie gaten en de serie merktekens gezamenlijk één patroon vormen.

5 Door te kiezen voor het eveneens aanbrengen van een serie merktekens die samen met de gaten een patroon vormen, is het in de praktijk bijna niet meer mogelijk om zonder gecompliceerde apparatuur een visueel niet-onder-scheidbare vervalsing te maken.

10 Omdat het kenmerk dat op het document een ken merk is waarmee de authenticiteit van een document gecontroleerd kan worden, zelfs zonder vergelijking met een zelfde kenmerk op een document waarvan met zekerheid bekend is dat het een authentiek document is, wordt het 15 beveiligingskenmerk hier een authenticiteitskenmerk genoemd .

Een patroon volgens deze beschrijving moet opgevat worden als een rangschikking van merktekens en gaten die door het menselijk oog te herkennen is als één 20 geheel. Dit hoeft niet een regelmatig patroon te zijn. Een regelmatig patroon is echter wel als zodanig eenvoudig te herkennen en zal de voorkeur verdienen. Ook kan het patroon een rangschikking van gaten en merktekens zijn die samen een afbeelding vormen en verdient in dat verband de 25 voorkeur. In de figuren zijn enkele voorbeelden weergegeven .

Indien de gaten en merktekens samen een regelmatig patroon vormen, kunnen ze aangebracht zijn zodanig te opzichte van elkaar dat ze een rooster of array vormen, 30 waarbij de gaten en de merktekens op eenzelfde roosteraf-stand ten opzichte elkaar aangebracht zijn. Ook is het mogelijk dat de gaten onderling en de merktekens onderling subroosters of array's vormen, elk met een eigen rooster-constante. De subroosters of rasters of array's kunnen ook 35 weer ordelijk gerangschikt zijn of een afbeelding vormen.

De gaten lopen bij voorkeur door het document heen, zodat ze doorlopende gaten, dat wil zeggen gaten 1018137 3 door het document heen, ofwel perforaties, vormen. In verband met de afmeting, worden de gaten in het vakgebied ook wel microperforaties genoemd. Dergelijke microperforaties zijn visueel net te onderscheiden, eventueel met behulp 5 van een loep, in het bijzonder bij doorvallend licht. Dergelijke gaten vallen over het algemeen binnen een gebied met gaten, bijvoorbeeld een vlak van ongeveer 32 mm x 15 mm. In dit gebied met gaten, maar ook daarbuiten, wordt een serie merktekens gedrukt in dezelfde orde van 10 grootte als de gaten, waarbij de serie gaten en de serie merktekens gezamenlijk één patroon vormen. In de praktijk zal een gat een diameter hebben van ongeveer 50-200 micron.

De toepassing van microperforaties op (waar-15 de) documenten in alle mogelijke vormen zijn in hun algemeenheid verder onder meer beschreven in octrooischriften WO-95/26274, WO-OO/43216, WO-98/19869 en FR-2.740.727.

De merktekens zijn volgens de uitvinding van dezelfde orde van grootte als de gaten. Hierdoor zijn ze 20 gezamenlijk te combineren in een patroon, in het bijzonder een afbeelding, zodat visueel, eventueel met beeld-vergrotende hulpmiddelen, direct vast te stellen is of er sprake is van een authentiek waardedocument.

De merktekens zijn visueel zichtbare, bij voor-25 keur middels drukwerk aangebrachte objecten, zoals ronde of onronde vlakken, cirkels, kruisen, lijndelen, sterren, of dergelijke.

De gaten kunnen rond van vorm zijn, maar ook bijvoorbeeld elliptisch, langgerekt of vierkant, of zelfs 30 stervormig.

De merktekens kunnen eveneens rond van vorm zijn, maar ook een andere vorm is denkbaar. Zelfs kunnen de merktekens stervormig zijn, kruisjes, of dergelijke.

Bij voorkeur hebben echter de merktekens en de 35 gaten in hoofdzaak dezelfde vorm. Hierdoor wordt een extra beveiliging geboden. Visueel is namelijk eenvoudig vast te stellen of de vorm van de merktekens en de gaten nagenoeg 1018 1 3 7 4 overeenstemt.

Bij voorkeur vormen de gaten en de merktekens samen een patroon, waarbij merktekens een eerste deel van het patroon vormen en de gaten een aanvullend deel van het 5 patroon. Hierdoor is visueel en onafhankelijk van een origineel te zien of het document authentiek is.

Bij voorkeur zijn de gaten en de merktekens op een nagenoeg gelijk rooster of raster zijn aangebracht.

Bij voorkeur is de serie gaten aangebracht in 10 een eerste gebied op het waardedocument volgens een rooster met een regelmatige onderlinge afstand, en eerste serie merktekens in een tweede gebied op het waardedocument, eveneens volgens een rooster met nagenoeg dezelfde onderlinge afstand als de gaten, waarbij het eerste gebied 15 en het tweede gebied elkaar ten minste gedeeltelijk overlappen .

Het verdient de voorkeur wanneer in het overlappende gebied het rooster van de gaten verschoven is ten opzichte van het rooster van de merktekens. Ook kan ten 20 minste een deel van de gaten in ten minste een deel van de merktekens zijn aangebracht.

Een extra moeilijkheid wordt geïntroduceerd wanneer telkens een deel van de gaten en een deel van de merktekens op een gezamenlijke rij aangebracht zijn.

25 Bij voorkeur is een serie merktekens door middel van een drukproces, bijvoorbeeld een offset proces of foliedruk proces, ook wel folielamineren of hot stamp print technique of foil laminating genoemd, aangebracht. Ook is een combinatie van gaten met meerdere drukprocessen 30 mogelijk. Zie bijvoorbeeld figuur 4.

Een goede uitvoeringsvorm is dusdanig ontworpen dat de merktekens zo dicht mogelijk bij de gaten geplaatst kunnen worden. Dit zal in het algemeen langs de rand een gebied met gaten zijn.

35 In een uitvoeringsvorm is ten minste een deel van de merktekens en ten minste een deel van de gaten op nagenoeg dezelfde posities aangebracht, waarbij de diame- 1018137 5 ter van de gaten kleiner is dan de diameter van de merktekens .

Volgens een andere uitvoeringsvorm vormen de gaten en merktekens gezamenlijk een visueel herkenbaar 5 patroon vormen, bij voorkeur een afbeelding.

Volgens nog een andere uitvoeringsvorm is de transmissiviteit ("transmissivity") van de merktekens lager dan de transmissiviteit van het document waarop de merktekens aangebracht zijn, in het bijzonder lager dan de 10 aangrenzende omgeving van een merkteken.

Al deze uitvoeringsvormen, eventueel in combinatie, verschaffen een extra beveiligingsmogelijkheid. De kenmerken kunnen bijvoorbeeld per coupure van bankbiljetten gevarieerd worden, waardoor ze tevens kunnen dienen 15 ter onderscheiding van de diverse coupures.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van authenticiteitskenmerken volgens de uitvinding. Hierin wordt getoond in:

Figuur 1 een rooster van gaten en merktekens, 20 figuur 2 een alternatief rooster, figuur 3 een ander alternatief, figuur 4 een vierde alternatief, figuur 5 een vijfde alternatief.

Figuur 1 toont een authenticiteitskenmerk 1 vol-25 gens de uitvinding, waarbij op een eerste deel 2 van een rooster merktekens 3 zijn aangebracht, en op een tweede deel 4 van het rooster microperf oraties 5, waarbij de microperforatie en de merktekens samen de punten van het rooster of raster vormen, met een onderlinge afstand a in 30 de ene richting en b in de richting loodrecht daarop.

Voor een eenvoudige waarneming van de gaten en merktekens, ook tegen het licht, zijn de merktekens bij voorkeur uitgevoerd in een donkere kleur, of laten op andere wijze beperkt licht door.

35 In figuur 2 is een authenticiteitskenmerk 1 te zien waarbij de microperforaties 5 op de punten van een rooster of array 6 aangebracht zijn, waarnaast een serie 7 «018137 6 merktekens 3 is aangebracht op de punten van een nagenoeg identiek rooster. Visueel is direct te zien dat de roos-terafstand van de microperforaties onderling en de roos-terafstand van de merktekens onderling, overeenstemmen.

5 Figuur 3 toont een authenticiteitskenmerk 1 vol gens de uitvinding, waarbij merktekens 3 (dichte cirkels) en gaten 5 (open cirkels) gezamenlijk een patroon vormen, dat visueel direct als een patroon te herkennen is. Hierbij vormen de merktekens een eerste deel 8 van het patroon 10 en de microperforaties een tweede deel van het patroon. Hier omhullen de merktekens het (sub) patroon van de gaten min of meer.

De merktekens en microperforaties zijn gegroepeerd in rijen 9-1, 9-2, ... aangebracht. Daarbij is de 15 afstand tussen aangrenzende rijen gewoonlijk b, maar wanneer merktekens en microperforaties naast elkaar liggen (regels 9-2 en 9-3 b.v.) is de afstand Z, dusdanig gekozen dat die groter is dan de plaatsingsnauwkeurigheid van de microperforaties en de plaatsingsnauwkeurigheid van de 20 merktekens. In het voorbeeld van figuur 3 is duidelijk dat de authenticiteit van het authenticiteitskenmerk direct visueel te controleren is.

In figuur 4 is een voorbeeld gegeven van een microperforatie 5, hier in de vorm van een elliptisch gat, 25 waarbij in de directe nabijheid van de microperforatie een eerste merkteken 10 in de vorm van een door middel van offsetprint aangebrachte ellips in dezelfde vorm en afmeting als de microperforatie, aangebracht is. In de directe nabijheid van de microperforatie en van het eerste refe-30 rentie merkteken is een tweede merkteken 11 aangebracht, bijvoorbeeld door middel van foliedruk. Dit drietal kan in de vorm van een regelmatig patroon aangebracht zijn, waarbij groepje (hier drie) onderling gegroepeerd is en groepjes een patroon vormen. De groepjes kunnen in een 35 driehoek gegroepeerd zijn, maar ook in elke andere configuratie. De groepjes kunnen bestaan uit ten minste één merkteken en ten minste één gat. Ook kunnen de merktekens 101813? 7 onderling verschillend zijn.

In figuur 5 is een alternatief aangegeven waarbij de gaten in de merktekens zijn aangebracht. In deze uitvoeringsvorm zijn de gaten 5 en de merktekens 3 op 5 nagenoeg dezelfde posities aangebracht. Hierdoor vormen de merktekens, zeker indien de vorm daarvan gelijk is aan de vorm van de gaten, een rand om de gaten. Op deze uitvoeringsvorm zijn verschillende varianten denkbaar. Zo kan de positie van de gaten in de merktekens ook weer een visueel 1 o patroon opleveren, of kan daarin een patroon herkenbaar zijn.

Hierop kunnen natuurlijk varianten bedacht worden, bijvoorbeeld waarbij de gaten op een rooster aangebracht zijn met een andere periode dan de merktekens, 15 of waarbij een deel van de gaten in de merktekens zijn aangebracht. Zolang de gaten en de merktekens daarbij maar een patroon vormen dat herkenbaar is wordt het geacht een alternatief te zijn van het authenticiteitskenmerk volgens de uitvinding.

1018137

Claims (17)

1. Document, bij voorkeur een bankbiljet, voorzien van een authenticiteitskenmerk, waarbij het authenti-citeitskenmerk een serie gaten omvat en een serie merktekens in dezelfde orde van grootte als de gaten, waarbij de 5 serie gaten en de serie merktekens gezamenlijk één patroon vormen.

2. Document volgens conclusie 1, waarbij de gaten doorlopende gaten zijn.

3. Document volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 10 merktekens in hoofdzaak dezelfde vorm hebben als de gaten.

4. Document volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de gaten en de merktekens samen een patroon vormen, waarbij merktekens een eerste deel van het patroon vormen en de gaten een aanvullend deel van het patroon.

5. Document volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij de gaten en de merktekens op een nagenoeg gelijk rooster zijn aangebracht.

6. Document volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de serie gaten aangebracht is in een eerste gebied op het 20 waardedocument volgens een rooster met een regelmatige onderlinge afstand, en eerste serie merktekens in een tweede gebied op het waardedocument, eveneens volgens een rooster met nagenoeg dezelfde onderlinge afstand als de gaten, waarbij de het eerste gebied en het tweede gebied 25 elkaar ten minste gedeeltelijk overlappen.

7. Document volgens conclusie 6, waarbij in het overlappende gebied het rooster van de gaten verschoven is ten opzichte van het rooster van de merktekens.

8. Document volgens één of meer der voorgaande 3 0 conclusies, waarbij telkens een deel van de gaten en een deel van de merktekens op een gezamenlijke rij aangebracht zijn. 1018137

9. Document volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij een serie merktekens door middel van een drukproces, bijvoorbeeld offsetdruk, aangebracht is.

10. Document volgens één of meer der voorgaande 5 conclusies, waarbij een serie merktekens aangebracht is door middel van bijvoorbeeld foliedruk of folielamineren.

11. Document volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een deel van de gaten in ten minste een deel van de merktekens aangebracht is.

12. Document volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij een gat een diameter heeft van ongeveer 50 - 200 micron.

13. Document volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een deel van de merktekens en ten 15 minste een deel van de gaten op nagenoeg dezelfde posities zijn aangebracht, waarbij de diameter van de gaten kleiner is dan de diameter van de merktekens.

14. Document volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de gaten en merktekens gezamenlijk een visu- 20 eel herkenbaar patroon vormen, bij voorkeur een afbeelding.

15. Document volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de transmissiviteit van de merktekens lager is dan de transmissiviteit van het document waarop de 25 merktekens aangebracht zijn, in het bijzonder lager is dan de aangrenzende omgeving van een merkteken.

16. Inrichting omvattend een of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen.

17. Werkwijze omvattend een of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- PvE 1018137