NL1018080C2 - Verpakking met sluitdelen voor het sluiten van de verpakking. - Google Patents

Description

-1-

Verpakking met sluitdelen voor het sluiten van de verpakking.

De onderhavige aanvrage heeft betrekking op een verpak-5 king en dan met name op de wijze waarop een verpakking gesloten kan worden. Hierbij moet gedacht worden aan in het bijzonder dozen of doosjes waarbij de opening met een aantal sluitdelen gesloten kan worden.

10 Een bekende manier waarop een doos gesloten kan worden bestaat bijvoorbeeld uit het over elkaar slaan van een aantal sluitdelen waarbij met een strook plakmateriaal één of meer sluitdelen op de plaats gehouden worden. Ook bekend is om de sluitdelen ten dele over en onder elkaar 15 te brengen waardoor deze zich zelf opsluiten.

De uitvinding beoogt in een verpakking te voorzien waarbij met de sluitdelen, zonder extra hulpmiddelen en zonder veel moeite een verpakking gesloten kan worden en 20 waarbij tevens een zekere afdichting van de verpakking verkregen wordt.

Dienovereenkomstig wordt er volgens de uitvinding in een verpakking voorzien met een aantal sluitdelen voor het 25 sluiten van de verpakking die uit een plano gevormd worden waarbij tenminste drie van uit het plano gevormde sluitdelen van de verpakking door vouwen langs een vouwlijn een sluitzijde van de verpakking kunnen vormen die bij een aan de betreffende sluitzijde gesloten verpakking 30 elkaar tenminste ten dele overlappen en waarbij tenminste twee sluitdelen van de sluitzijde op elkaar aangrijpen.

Volgens een nadere uitwerking is er daarbij verder in voorzien dat de sluitdelen aan één zijde voorzien zijn 35 van een insnijding, welke bestemd is om tenminste een deel van de aanliggende zijde van een opvolgend sluitdeel op te nemen. Door het gelijktijdig over respectievelijke 1 Π 1 Dn ΟΠ

· ö u o U

-2- vouwlijnen naar binnen buigen van de sluitdelen en het daarbij in corresponderende insnijdingen inbrengen van een zijde van de respectievelijke sluitdelen kan de verpakking gesloten worden. De op deze wijze verkregen slui-5 ting is bij toepassing van een voldoende stevig en/of dik verpakkingsmateriaal, zoals bijvoorbeeld een stevige soort karton, zodanig vast dat de inhoud zeker in de verpakking blijft. Opgemerkt zij dat het daarbij om niet al te grote verpakkingen gaat zoals bijvoorbeeld voor choco-10 lateriewaren, suikerbakkerswaren, banketbakkerswaren en andere etenswaren, zoals bijvoorbeeld " f.astfood'"’, maar ook voor bijvoorbeeld luxe artikelen zoals juwelierswaren en bijouteriën.

15 Volgens een eerste uitvoeringsvorm is er in voorzien dat één of meer van de sluitdelen vanaf de vouwlijn in hoofdzaak een boogvormige buitenbegrenzing hebben of voor tenminste een deel door opeenvolgende boogvormige segmenten begrensd wordt. Door er daarbij verder in te voorzien dat 20 de aangebrachte insnijding evenwijdig of tenminste ten dele evenwijdig en op voldoende afstand van die rand verloopt, wordt er enerzijds in voorzien dat het deel tussen de insnijding en de rand voor een voldoend stevige insluiting kan zorgen en wordt er anderzijds een bijzonder 25 esthetisch effect bereikt.

Door er in te voorzien dat één of meer van de sluitdelen aan de zijde bestemd om in een insnijding van een opvolgend sluitdeel gestoken te worden een buitenbegrenzing 30 heeft met tenminste twee opeenvolgende boogvormige segmenten die voor evenveel opeenvolgende holle begrenzings-delen zorgen, krijgt het sluitdeel een min of meer puntig uitsteeksel dat het in de insnijding brengen van het sluitdeel vergemakkelijkt. Bovendien geeft dit eveneens 35 een geheel eigen karakter aan de verpakking.

In plaats van boogvormige sluitdelen of sluitdelen met -3- boogvormige segmenten kunnen ook sluitdelen toegepast worden die bestaan uit een veelhoekig lichaam met in hoofdzaak rechte begrenzingen. Met een dergelijk sluit-deel kan bereikt worden dat het deel van het sluitdeel 5 dat door een insnijding gestoken wordt groter is dan het geval is bij een sluitdeel met één of meer boogvormige begrenzingen. Hierdoor kan een nog betere sluiting gekregen worden.

10 De sluitdelen kunnen geheel identiek uitgevoerd worden waarmee een verpakking te realiseren is met een duidelijke rotatiesymmetrie, bijvoorbeeld een 3-, 4- of andere meerzijdige doos. Ook mogelijk is om de sluitdelen een niet gelijke vorm te geven, bijvoorbeeld twee verschil-15 lende paren waarmee een langwerpige doos te realiseren is.

Daarnaast is het ook mogelijk om de dimensionering van de sluitdelen en de insnijdingen ten opzichte van de door de 20 vouwlijnen begrensde sluitzijde zodanig te kiezen dat de sluitzijde in gesloten positie een in hoofdzaak piramidale vorm heeft.

Met de verpakking volgens de uitvinding kunnen bij een 25 met de sluitdelen gerealiseerde dichte sluitzijde een veelvoud aan meer of minder complexe patronen en effecten bewerkstelligd worden, waarbij het echter steeds mogelijk is om alle samenstellende delen van de verpakking als één geheel uit één enkel plano te kunnen snijden. Dit is een 30 belangrijke voorwaarde om een eenvoudige en vooral ook relatief goedkope vervaardiging van een dergelijke verpakking te kunnen realiseren.

De verpakking wordt in het navolgende aan de hand van het 35 in de tekening gegeven voorbeeld nader toegelicht, waarin: _ .*01 80 80 -4- fig.l een bovenaanzicht van een eerste verpakking toont, fig.2 een uitslag op kleinere schaal toont voor de verpakking volgens de voorgaande figuur, 5 fig.3 een bovenaanzicht van een tweede verpakking toont, fig.4 een uitslag op kleinere schaal toont voor de verpakking volgens de voorgaande figuur, fig.5 een bovenaanzicht van een derde verpakking 10 toont, fig.6 een uitslag op kleinere schaal toont voor de verpakking volgens de voorgaande figuur, fig.7 een bovenaanzicht van een tweede verpakking toont, 15 fig.8 een bovenaanzicht van een derde verpakking toont, fig.9 een bovenaanzicht van een vierde verpakking toont, en fig .10 een bovenaanzicht van een vijfde verpakking 20 toont.

In de figuren zijn zoveel mogelijk dezelfde verwijzings-cijfers gebruikt voor overeenkomende delen van de verschillende verpakkingen. De verpakking 1 volgens fig.l is 25 een doos met een viertal wanddelen 14,15,16,17 en evenveel sluitdelen 4,5,6,7. In elk van de sluitdelen 4,5,6,7 zijn insnijdingen 9,10,11,12 aangebracht waar een deel 4',5",6",7' van een opvolgend sluitdeel doorheen gestoken wordt. Door de opeenvolgende sluitdelen verschillende 30 kleuren te geven of zich herhalende kleuren ontstaat een bijzonder fraai patroon. Een verder effect kan verkregen worden door de in elkaar geschoven sluitdelen niet in een bij benadering plat vlak uit te laten komen maar door voor een andere dimensionering van de sluitdelen te kie-35 zen een piramidale vorm te bewerkstelligen.

De uitslag 20 volgens fig.2 toont hoe de verschillende -5- samenstellende delen uit één plano gesneden kunnen worden . De wanddelen kunnen met elkaar verbonden worden met een lip 19 die bijvoorbeeld door verlijming aan een opvolgend wanddeel gekoppeld kan worden. De bodemdelen 5 23,24,25,26 worden opeenvolgend over elkaar heen gelegd waardoor een bodem met ruim voldoende draagkracht verkregen kan worden.

In de fig.3,4 zijn respectievelijk een bovenaanzicht en 10 een uitslag getoond voor een doos 2 met een vijftal wanddelen 14,15,16,17,18 en evenveel sluitdelen 4,5,6,7,8. In elk van de sluitdelen 4,5,6,7,8 zijn insnijdingen 9,10, 11,12,13 aangebracht waar een deel 4",5',6',7",8" van een opvolgend sluitdeel doorheen gestoken wordt. Evenzo is de 15 bodem nu uit vijf bodemdelen 23,24,25,26,27 opgebouwd.

De vorm van de sluitdelen is in deze uitvoeringsvorm aangepast aan de lengte van de wanddelen en de afstand van een wanddeel tot het centrum van de doos. De sluitdelen 20 krijgen hierdoor een parabolische vorm. Bij de vierkante doos 1 volgens fig.1,2 zijn de sluitdelen halfcirkelvormig. Hoewel het in principe mogelijk is om het aantal wanddelen en sluitdelen nog verder uit te breiden is dat weinig zinvol omdat het steeds moeilijker wordt om met de 25 hand alle sluitdelen tegelijkertijd om te vouwen en naar het midden van de doos te bewegen. Bovendien wordt het deel van een sluitdeel dat door een insnijding steekt steeds kleiner waardoor de sluiting op een gegeven moment ook niet meer gewaarborgd kan worden.

30

De doos 3 volgens fig.5 is een rechthoekige doos met ongelijke zijden, hetgeen zoals in uitslag 22 volgens fig.6 te zien is sluitdelen van duidelijk verschillende vorm geeft.

35

In fig.7 is een bovenzijde van een doos 28 getoond waarbij de sluitdelen 4,5,6,7 begrensd worden door opeenvol- 1018080 -6- gende boogvormige delen 29,30,31,32. Hierdoor komt een puntig deel 4" door het sluitdeel 5 te steken en krijgt het deel 4' de vorm van bij benadering een ruit.

5 In fig.8 hebben de sluitdelen 4,5,6,7 rechte begrenzingen waarvan een eerste begrenzing 34 vanuit een hoekpunt naar het middelpunt loopt, een kort segment 35 vanaf het midden recht op een wanddeel staat, een evenwijdig aan de insnijding 9 verlopend segment 36 naar het wanddeel beho-10 rende bij het sluitdeel 5 loopt en vandaar via het segment 37 bij het andere hoekpunt van het sluitdeel 4 uit-komt.

Bij de variant volgens fig.9 hebben de sluitdelen 4,5,6,7 15 eveneens rechte begrenzingen waarvan een eerste segment 39 ook weer vanuit een hoekpunt naar het middelpunt loopt, een tweede segment 40 vanuit het middelpunt recht naar een wanddeel loopt behorend bij sluitdeel 5 en vandaar met een segment 41 langs de rand van het bedoelde 20 wanddeel naar het andere hoekpunt van het sluitdeel 4 loopt.

De verpakking 42 volgens fig.10 komt in grote lijnen overeen met verpakking 1 volgens fig.l zij het dat de 25 rand 43 van de sluitdelen 4,5,6,7 niet boogvormig is maar uit een aantal opeenvolgende rechte delen bestaat, die onder een hoek ten opzichte van elkaar verlopen. De insnijdingen 9,10,11,12 bestaan ook uit een aantal opeenvolgende rechte delen die in het gegeven voorbeeld even-30 wijdig verlopen aan de rand 43 van een sluitdeel 4,5,6,7.

Duidelijk is dat een groot aantal verschillende uitvoeringsvormen mogelijk zijn met uiteenlopende patronen maar dat steeds weer van opeenvolgende sluitdelen een deel van 35 een sluitdeel in een insnijding van een opvolgend sluitdeel geschoven wordt.

<101 8080

Claims (13)

1. Verpakking met een aantal sluitdelen voor het sluiten van de verpakking die uit een plano gevormd worden waar- 5 bij tenminste drie van uit het plano gevormde sluitdelen van de verpakking door vouwen langs een vouwlijn een sluitzijde van de verpakking kunnen vormen die bij een aan de betreffende sluitzijde gesloten verpakking elkaar tenminste ten dele overlappen en waarbij tenminste twee 10 sluitdelen van de sluitzijde op elkaar aangrijpen.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de sluitdelen aan één zijde voorzien zijn van een insnijding, welke bestemd is om tenminste een deel van de aan-15 liggende zijde van een opvolgend sluitdeel op te nemen.

3. Verpakking volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de insnijding op vooraf bepaalde afstand van de rand van een sluitdeel is aangebracht en of tenminste ten dele even-20 wijdig aan de rand verloopt of onder een hoek ten opzichte van de rand verloopt.

4. Verpakking volgens conclusies 1-3, met het kenmerk dat één of meer van de sluitdelen vanaf de vouwlijn in hoofd-25 zaak een boogvormige buitenbegrenzing hebben of voor tenminste een deel door opeenvolgende boogvormige segmenten begrensd wordt.

5. Verpakking volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de 30 boogvormige buitenbegrenzing opgebouwd is uit een aantal opeenvolgende rechte delen die onder een hoek ten opzichte van elkaar verlopen.

6. Verpakking volgens conclusies 4-5, met het kenmerk dat 35 één of meer van de sluitdelen aan de zijde bestemd om in een insnijding van een opvolgend sluitdeel gestoken te 1018080 -8- worden een begrenzing hebben met tenminste twee opeenvolgende boogvormige segmenten die voor evenveel opeenvolgende holle begrenzingsdelen zorgen.

7. Verpakking volgens conclusies 1-3, met het kenmerk dat de sluitdelen vanaf de vouwlijn in hoofdzaak een veelhoekig lichaam vormen met één of meer in hoofdzaak rechte begrenzingen.

8. Verpakking volgens conclusie 7, met het kenmerk dat gezien bij een dichte sluitzijde een eerste rechte begrenzing van een veelhoekig sluitdeel zich uitstrekt vanaf de vouwlijn naar het middelpunt van de sluitzijde, één of meer aansluitende rechte begrenzingsdelen zich uit-15 strekken vanaf het middelpunt naar de vouwlijn van een opvolgend sluitdeel en een volgende begrenzing bij benadering evenwijdig aan laatstgenoemde vouwlijn terugloopt naar de eigen vouwlijn.

9. Verpakking volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de insnijding nabij de eerste begrenzing is aangebracht.

10. Verpakking volgens één of meer van de conclusies 1-9, met het kenmerk dat de sluitdelen ongelijk van vorm zijn. 25

11. Verpakking volgens één of meer van de conclusies 1-9, met het kenmerk dat bij een dichte sluitzijde begren- zingslijnen van opeenvolgende sluitdelen elkaar kruisen in of direkt nabij het middelpunt van de sluitzijde. 30

12. Verpakking volgens één of meer van de conclusies 1-11, met het kenmerk dat de dimensionering van de sluitdelen en de insnijdingen ten opzichte van de door de vouwlijnen begrensde sluitzijde zodanig gekozen is dat de 35 sluitzijde een in hoofdzaak piramidale vorm heeft. -9-

13. Verpakking bestaande uit een aantal wanddelen, een uit delen opgebouwde bodem en een sluitzijde met een aantal sluitdelen volgens één of meer van de voorafgaande 5 conclusies 1-11, met het kenmerk dat alle samenstellende delen als één geheel uit één enkel plano zijn gesneden. _ >101 8080