NL1017944C2 - Grendel voor het deksel van een houder. - Google Patents

Description

, l

Titel: Grendel voor het deksel van een houder

De uitvinding heeft betrekking op een grendel voor het deksel van een houder, en in het bijzonder op een door de zwaartekracht in werking gezette grendel voor het deksel van een afvalbak.

Afvalbakken, in het bijzonder afvalbakken bestemd voor vuilnis, 5 omvatten een doosvormige omhulling voorzien van een scharnierend deksel. Een deksel is wenselijk om te voorkomen dat regen de afvalbak vult, en om geuren en dergelijke binnen te houden. Om het mogelijk te maken afval in de bak de plaatsen wordt het deksel geopend, en gewoonlijk wordt de afvalbak op zijn kop gezet boven een vuilniswagen voor het legen.

10 Gewoonlijk is het deksel ingericht om open te zwaaien wanneer de bak ondersteboven wordt gezet, zodat de inhoud vrijelijk in een vergaarbak op de vuilniswagen kan vallen.

Het is wenselijk dat het deksel van een afvalbak mede een grendel omvat, en de grendel wordt bij voorkeur door de zwaartekracht in werking 15 gezet zodat het deksel automatisch vergrendelt als het deksel dichtgaat en in vergrendelde toestand blijft totdat het geopend moet worden, of dat de bak geleegd wordt. Een dergelijke grendel moet bij voorkeur eenvoudig en betrouwbaar zijn.

De onderhavige uitvinding voorziet in een grendel voor het deksel 20 van een afvalbak, waarin de grendel een langwerpig element omvat die ingericht is om in het deksel te scharnieren om een hoofdzakelijk horizontale draaias en tussen de uiteinden daarvan, waarin één uiteinde van het langwerpige element massaverzwaring heeft die het langwerpige element dwingt naar een rotatie om de draaias in een 25 vergrendelingsrichting, en waarin het andere uiteinde van het langwerpige element een aangrijpdeel heeft welke zich hoofdzakelijk uitstrekt in de draairichting.

2

De onderhavige uitvinding verschaft aldus een grendel welke óf handmatig te openen is óf om het mogelijk te maken een deksel van de bak te openen kan openen ten gevolge van het hellen van de bak waarop deze is aangebracht, en welke grendel terugkeert tot een vergrendelde positie 5 wanneer het deksel gesloten wordt.

Het aangrijpdeel kan mede een uitsteeksel of holte gelegen op het langwerpige element omvatten, welk uitsteeksel of holte in gebruik geschikt is om aan te grijpen op een corresponderend grendelelement van de afvalbak. In een voorkeursuitvoering omvat het aangrijpdeel mede een 10 schuin ondervlak geschikt om het aangrijp gedeelte van het langwerpige element in staat te stellen soepel over een uitstekend grendelelement van de bak, en in een vergrendelde positie te lopen wanneer het deksel gesloten wordt.

In een voorkeursuitvoering, loopt het langwerpige element schuin 15 af in de nabijheid van de massa, in een richting vanaf het aangrijpgedeelte. Deze configuratie heeft tot gevolg dat, in gebruik, de massa over de draaias van het langwerpige element hangt en het aangrijpgedeelte in aangrijping dwingt op het grendelelement van de bak. Gewoonlijk is de grendel geplaatst in het deksel van de afvalbak, aan of nabij de rand tegenover 20 welke het deksel scharniert. Voordelig is dat het langwerpige element zo geconfigureerd is dat de massa weghelt van de zijkant van het deksel en dus niet over de rand heen hangt. Dit vermindert de mogelijkheid dat de grendel per ongeluk ontkoppelt door contact met die massa of dat de grendel beschadigd raakt bij een botsing.

25 De massa kan een afzonderlijk onderdeel zijn van het langwerpige element en kan daaraan vastgemaakt zijn door middel van enig geschikt middel. De massa kan bijvoorbeeld zijn uitgerust met een blind gat waarin een uitstekend gedeelte van het langwerpige element in opgenomen en gezekerd kan worden. Door een losse massa te verschaffen, kan een 30 gemeenschappelijk langwerpig element worden gebruikt voor een aantal 3 verschillende grendeltoepassingen. Massa’s van verschillende afmeting en vorm kunnen zo worden gebruikt met het gemeenschappelijk langwerpig element om te voorzien in een reeks van grendels met verschillende openingskarakteristieken, afhankelijk van de gebruikseisen.

5 In een bepaalde uitvoeringsvorm is de massa hoofdzakelijk cilindrisch van vorm. Echter, in een voorkeursuitvoering heeft de massa een ergonomischer vorm zodat het nauwkeurig in de hand van een gebruiker past wanneer vastgepakt.

Andere aspecten van de uitvinding worden duidelijk in de volgende 10 beschrijving van de voorkeursuitvoering, getoond als voorbeeld in de begeleidende tekeningen, waarin:

Fig. 1 toont een perspectivisch bovenaanzicht van het deksel met grendel van de afvalbak volgens de uitvinding;

Fig. 2 toont een vooraanzicht van het deksel in Fig. 1; 15 Fig. 3 toont een zijaanzicht van het deksel in Fig. 1; en

Fig. 4 toont een vergroting van een deel van Fig. 3.

De tekeningen beelden de buitenkant af van een scharnierend deksel 11 van een afvalbak. De achterste rand, zoals getoond, bepaalt twee 20 scharnierontvangende holten 12 waar het deksel om naar boven kan scharnieren. De voorste rand van het deksel omvat een door zwaartekracht bediende grendel 13 welke in groter detail is afgebeeld in Fig. 4. Het deksel is ongeveer rechthoekig en gevormd van kunststof.

De zwaartekrachtgrendel afgebeeld in Fig. 4 bestaat uit een 25 rechtopstaand, langwerpig element 14 die draaibaar is om zijn middelpunt in een in hoofdzaak cilindrische behuizing 15, die zelf door de wand van het deksel is ingebracht. De voorwand 16 is schematisch afgebeeld.

Het binnenste (lager gelegen) deel van het langwerpige element 14 heeft een naar boven toegekeerde tand 17 die ingrijpt onder een lip 18 van 30 de voorwand 16. In deze stand wordt het openen van het deksel voorkomen.

4

Het langwerpige element kan in een alternatieve uitvoering voorzien zijn van een holte geschikt om de lip 18 te ontvangen.

Het buitenste (bovengelegen) deel van het langwerpige element 14 draagt een relatief grote massa 19 die, zoals afgebeeld, in hoofdzaak 5 cilindrisch van vorm is met een blind gat waarin een tang 20 ontvangen kan worden. Het langwerpige element 14 ligt onder een scherpe hoek ten opzichte van de verticaal zodat de tand 17 onder invloed van de zwaartekracht naar de voorwand 16 wordt gedwongen. In deze toestand blijft het deksel vergrendeld wanneer het zich in de passieve staat bevindt. 10 Voor de deskundige is het duidelijk dat de omvang van het cilindrische element 19, de hoek die het langwerpige element 14 maakt en diens lengte zo gekozen kunnen worden om te voldoen aan de ontwerpparameters van de bak en het deksel.

Om de grendel vrij te maken, wordt de cilindrische massa 19 15 vastgepakt en naar voren getrokken. Dit maakt de tand 17 vrij en laat toe dat het deksel naar boven toe kan openen. De grendel wordt automatisch hervergrendeld bij het vrijlaten van het deksel, waarbij het schuin aflopende onderste vlak van tand 17 de vrije beweging van het deksel langs de flens 18 toelaat.

20 Zoals duidelijk zal zijn, zal de zwaartekracht effect hebben op de massa 19 en zorgen dat het langwerpige element 14 tegen de klok in zal draaien (zoals afgebeeld) en zo het deksel vrijlaat, als het afvalbakdeksel vergrendeld is en de bak ondersteboven wordt gekeerd boven een vuilniscontainer, waardoor de inhoud van de afvalbak in de vuilniswagen 25 kan vallen.

De grendel volgens de uitvinding verschaft dus een eenvoudige, door zwaartekracht in werking gezette grendel om het deksel dicht te houden, een grendel die vrijgemaakt kan worden door de massa 19 vast te pakken, een grendel die automatisch vergrendelt wanneer het deksel in een 5 dichte positie valt, en een grendel die automatisch loslaat wanneer de bak ondersteboven wordt gezet voor het legen.

Een bijzonder kenmerk van de uitvinding is dat de noodzakelijk grote massa 19 ook een passende bedieningshandel omvat, waardoor 5 afzonderlijke onderdelen vermeden worden en de totale kosten verminderd worden. Omdat de massa 19 buiten het deksel is gelegen, wordt die niet bevuild door afval wanneer de bak wordt geleegd.

Zoals duidelijk zal zijn van de tekening, is de grendel van eenvoudige constructie, robuust, en waarschijnlijk betrouwbaar in gebruik.

10 Het gebruik van een afzonderlijke, cilindrische massa 19 staat toe dat de dwingende kracht gevarieerd kan worden al naar gelang de afmeting en het ontwerp van een bepaalde bak, waarbij de rest van de grendel van een gemeenschappelijk ontwerp kan zijn voor alle bakken.

Claims (8)

1. Deksel van een bak met een grendel (13), welk deksel een schar-nieras aan één kant heeft, en waarbij de grendel is aangebracht aan de tegenovergelegen kant, waarbij de grendel een langwerpig element (14) omvat ingericht om in de deksel te scharnieren om een hoofdzakelijk horizontale 5 draaias en tussen de uiteinden daarvan, waarbij de scharnieras en de draaias hoofdzakelijk evenwijdig zijn, waarin één uiteinde (20) van het langwerpige element een massa (19) heeft voor het dwingen van het langwerpige element naar een rotatie om de draaias in een vergrendelingsrich-ting, en waarin het andere uiteinde van het langwerpige element een aan-10 grijpdeel (17) heeft welke zich hoofdzakelijk uitstrekt in de draairichting, waarbij de grendel zodanig is ingericht dat in de rustpositie de massa werkt tussen de draaias en de scharnieras.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de massa (19) een handvat ingericht om vast te pakken omvat om de grendel naar een vrije stand te 15 scharnieren.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarin de massa (19) cilindrisch van vorm is.

4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarin het langwerpige element (14) gescharnierd is in een ringvormige behuizing (15), 20 welke behuizing ingericht is om aan een deksel van de bak te bevestigen.

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarin het aangrijpdeel een uitstekende tong omvat.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de massa (19) bevestigd is aan het langwerpige element (14).

7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de draaias hoofdzakelijk bij het middelpunt van het langwerpige element (14) is gelegen.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarin het ene genoemde uiteinde (20) van het langwerpige element is afgelegen van 30 genoemde tegenovergelegen kant. 101 7944