NL1017689C2 - Verpakking uit gevormd papiervezelmateriaal. - Google Patents

Description

Verpakking uit gevormd papiervezelmateriaal

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verpakking uit gevormd papiervezelmateriaal voor een voorwerp omvattende ten minste een in die verpakking 5 aangebracht beschermingslichaam dat zich met een wand vanaf de basis van die verpakking uitstrekt welk beschermingslichaam een in hoofdzaak plat eindvlak voor contact met dat voorwerp heeft.

Een dergelijke verpakking is in de stand der techniek algemeen bekend. Steeds meer wordt ernaar gestreefd kunststof schuimverpakkingen te vervangen door 10 papiervezelmateriaal. Dit vooral uit milieutechnische overwegingen. Dergelijke verpakkingen zijn bijvoorbeeld eindstukken die op electronische toestellen geschoven worden zoals bijvoorbeeld televisietoestellen, videorecorders en dergelijke. Bovendien worden dergelijke verpakkingen gebmikt voor het aan ten minste vier zijden omvatten van kleinere voorwerpen zoals mobiele telefoontoestellen, scheerapparaten en 15 dergelijke.

Daarbij bestaat steeds de opgave dat in ten minste twee loodrecht op elkaar staande richtingen bufferelementen aangebracht moeten worden. Dergelijke bufferelementen strekken zich van de basiswand van de verpakking uit. Indien een dergelijke verpakking bijvoorbeeld bakvormig uitgevoerd is, betekent dit dat in drie 20 onderling loodrechte richtingen bufferelementen aangebracht moeten worden om in dezelfde drie richtingen bescherming te geven.

Bij het vormen van produkten uit papiervezelmateriaal is het van belang met verhoudingsgewijs eenvoudige matrijzen te kunnen werken welke op eenvoudige wijze lossend uitgevoerd zijn.

25 Een in de stand der techniek bekend bufferelement is afgeknot kegelvormig uitgevoerd. Begrepen zal worden dat het niet mogelijk is twee van dergelijke afgeknotte kegels in loodrecht op elkaar staande richtingen met een eenvoudige eendelige matrijs te vormen.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding in bufferelementen te voorzien die 30 een hoge mate van demping verschaffen en geen beperkingen aan de lossendheid van het produkt opleveren.

2

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven verpakking verwezenlijkt doordat die wand een half cirkelvormig wanddeel met daarop aansluitende rechte wanddelen omvat.

Door de bufferelementen niet volledig cirkelvormig maar half rond uit te voeren 5 en vanzelfsprekend op de juiste wijze te positioneren ontstaan niet langer lossingsproblemen. Weliswaar neemt de werking van dergelijke bufferelementen ten opzichte van de eerder beschreven afgeknot kegelvormige elementen af, maar desondanks wordt een verrassend goede dempende werking verkregen. Bij "bakvormige" verpakkingen is vaak langs de zijwanden voldoende ruimte aanwezig om 10 een aantal van dergelijke elementen aan te brengen zodat de vereiste mechanische eigenschappen bereikt kunnen worden. Verder is gebleken dat de te absorberen energie hoeveelheid constant is per buffer en vermenigvuldigbaar alsmede reproduceerbaar.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding zijn de hierboven beschreven rechte wanden in hoofdzaak parallel. Vanzelfsprekend dient 15 onder parallel ook verstaan te worden de situatie waarin de wanden een geringe hoek met elkaar maken teneinde lossend te zijn.

Op het rechte deel kan volgens een verdere variant van de uitvinding een verder cirkelvormig wanddeel aansluit, waarbij de kromming van dat verdere cirkelvormige wanddeel bij de aansluiting op het rechte wanddeel tegengesteld is aan de kromming 20 van het halfcirkelvormige wanddeel bij de aansluiting op het rechte wanddeel.

De lengte van het rechte deel liggend tussen de twee tegenovergesteld gekromde wanddelen kan afhankelijk van de behoefte variëren. In principe is het mogelijk dat de beide gekromde wanddelen direct op elkaar aansluiten zodat het rechte deel oneindig kort is.

25 Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering strekken die beschermingslichamen of bufferelementen zich in hoofdzaak loodrecht op de betreffende wand uit.

Zoals al aangegeven kunnen verscheidene beschermingslichamen naast elkaar aangebracht zijn en wordt bij voorkeur daartussen een U-vormige ruimte begrensd.

30 Om in voldoende "deformatieruimte" in hoekgebieden te voorzien wordt voorgesteld de beschermingselementen niet in de hoek van twee aangrenzende wanden aan te brengen maar op enige afstand van elkaar. Bij voorkeur komt een dergelijke afstand ongeveer overeen met de kromte straal van het half cirkel vormige wanddeel.

3

Eveneens is het mogelijk deze vrije ruimte zodanig uit te voeren dat het vrije boveneinde van het beschermingslichaam aangebracht aan een zijde niet in contact komt met het vrije boveneinde van een beschermingslichaam aangebracht op een zich daar loodrecht uitstrekkende zijde.

5 De verpakking zal afhankelijk van het te verpakken produkt uitgevoerd worden en kan bijvoorbeeld bakvormig uitgevoerd worden. In ieder geval is het mogelijk een zijde daarvan te voorzien van de eerder beschreven afgeknotte kegelvormige beschermingslichamen. Immers, in een richting bestaat het probleem van niet lossend zijn niet. Dergelijke volledige afgeknot kegelvormige lichamen zijn bij voorkeur 10 zodanig uitgevoerd dat de kegelhoek verhoudingsgewijs klein is. Aan een kegelhoek van ongeveer T wordt de voorkeur gegeven. Bij voorkeur zijn deze kegels niet voorzien van langsnaden (ongeveer evenwijdig met de as van de kegel). Gebleken is dat daardoor een ideale dempingskarakteristiek verkregen wordt. Indien een afgeknotte kegel volgens deze voorwaarden vervaardigd wordt, zal bij het treffen van een 15 voorwerp bij bijvoorbeeld vallen, opstropen van het kegelmateriaal plaatsvinden en niet wegknikken. Daardoor kan het verpakte produkt beter beschermd worden.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen: fig. 1 in perspectivisch bovenaanzicht een uitvoering van de verpakking volgens 20 de uitvinding; fïg. 2 de verpakking volgens fig. 1 in bovenaanzicht; en fïg. 3 de verpakking volgens fig. 1 in zijaanzicht.

In de figuren 1-3 is een voorbeeld van de verpakking volgens de uitvinding in het geheel met 1 aangegeven. Begrepen dient te worden dat een dergelijke verpakking 25 slechts een voorbeeld is. In fig. 1 is schematisch een voorwerp 2 aangegeven dat daarmee verpakt kan worden. Zo is het mogelijk een dergelijk voorwerp aan de beide kopse einden van een dergelijke verpakking te voorzien. Eventueel kan een omverpakking aangebracht worden om verpakking 1 op zijn plaats te houden. Andere soorten verpakkingen kunnen echter ook met de onderhavige uitvinding vervaardigd 30 worden.

De in de figuren getoonde verpakking is bakvormig uitgevoerd. Deze is voorzien van twee zijwanden 3 en tegenover liggende eindwanden 4 en een bodemwand 5.

4

Een aantal bufferelementen is aanwezig. Met 7 zijn half ronde bufferelementen aangegeven terwijl met 8 kegelvormige bufferelementen aangegeven zijn. De eindwand van kegelvormig bufferelement 8 is met 13 aangegeven terwijl de eindwand van bufferelement 7 met 12 aangegeven is. Deze eindwand 12 is uitgevoerd om te rusten 5 tegen het betreffende voorwerp.

Behalve een half rond opstaand wanddeel 9 zijn twee daarop aansluitende rechte opstaande wanddelen 10 aanwezig bij elk bufferelement 7. Deze rechte wanddelen strekken zich in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uit waarbij vanzelfsprekend een voorziening bestaat voor het lossend zijn. De in de figuren getekende trap 6 is 10 aangebracht vanwege een zeer specifieke uitvoering van het te verpakken voorwerp. Begrepen zal worden dat verdere variatie aangebracht kunnen worden zodat optimale bescherming van het te verpakken voorwerp verkregen wordt.

Een groef 15 strekt zich bij de begrenzing van elk van de bufferelementen en de bodemwand 5 uit. Daardoor wordt eventuele deformatie van het bufferelement 15 ontkoppeld van de bodemwand waardoor uitwendige krachten op optimale wijze ingeleid en geabsorbeerd kunnen worden.

Het kegelvormige bufferelement 8 heeft bij voorkeur een kegelhoek van ongeveer 4-10° en meer in het bijzonder ongeveer 7°. Gebleken is dat bij die waarde enerzijds optimale lossing gewaarborgd is en anderzijds de sterkte maximaal is.

20 Zoals hierboven al aangegeven is, is het mogelijk een breed bereik van produkten met verpakkingen volgens de uitvinding te beschermen. Daarbij is slechts de vorm van de bufferelementen van belang en niet de uitvoering van de basiszijden van de verpakking waarvan deze bufferelementen zich uitstrekken. Bovendien zal begrepen worden dat voor degene bekwaam in de stand der techniek een aantal varianten voor de 25 hand liggend is na het lezen van bovenstaande beschrijving welke liggen binnen het bereik van de onderhavige uitvinding zoals beschreven in bijgaande conclusies.

Claims (7)

1. Verpakking uit gevormd papiervezelmateriaal voor een voorwerp (2) omvattende ten minste een in die verpakking aangebracht beschermingslichaam (7) dat zich met 5 een wand vanaf de basis van die verpakking uitstrekt welk beschermingslichaam een in hoofdzaak plat eindvlak (12) voor contact met dat voorwerp heeft, met het kenmerk, dat die wand een half cirkelvormig wanddeel (9) met daarop aansluitende rechte wanddelen omvat.

2. Verpakking volgens conclusie 1, waarbij die rechte wanddelen in hoofdzaak 10 parallel zijn.

3. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij op het rechte wanddeel een verder cirkelvormig wanddeel aansluit, waarbij de kromming van dat verdere cirkelvormige wanddeel bij de aansluiting op het rechte wanddeel tegengesteld is aan de kromming van het halfcirkelvormige wanddeel bij de aansluiting op het rechte 15 wanddeel.

4. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat beschermingslichaam zich in hoofdzaak loodrecht op die basis uitstrekt.

5. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij twee beschermingslichamen aan elkaar grenzend zijn aangebracht en waartussen een U- 20 vormige ruimte (14) begrensd is.

6. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die verpakking twee, een hoekbegrenzende basiswanden (3, 4) heeft, waarbij ten minste een van die wanden voorzien is van een beschermingslichaam waarbij de kleinste afstand (a) van dat beschermingslichaam tot die hoek ongeveer de helft van de straal (r) van het half 25 cirkelvormige wanddeel omvat.

7. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verpakking bakvormig is uitgevoerd en nabij de eindbegrenzing van de bakwanden (3, 4) beschermingslichamen zijn aangebracht, waarbij dat halfcirkelvormige wanddeel zich nabij die eindbegrenzing bevindt en die rechte wanddelen zich naar de bodem van de 30 bak uitstrekken.