NL1017675C2 - Koppelstelsel voor het onderling koppelen van een buisstelsel en een verwarmingsketel. - Google Patents
Koppelstelsel voor het onderling koppelen van een buisstelsel en een verwarmingsketel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1017675C2 NL1017675C2 NL1017675A NL1017675A NL1017675C2 NL 1017675 C2 NL1017675 C2 NL 1017675C2 NL 1017675 A NL1017675 A NL 1017675A NL 1017675 A NL1017675 A NL 1017675A NL 1017675 C2 NL1017675 C2 NL 1017675C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- pipe
- segment
- coupling system
- tube
- connection
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23J—REMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES
- F23J13/00—Fittings for chimneys or flues
- F23J13/04—Joints; Connections
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23J—REMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES
- F23J2211/00—Flue gas duct systems
- F23J2211/10—Balanced flues (combining air supply and flue gas exhaust)
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23J—REMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES
- F23J2213/00—Chimneys or flues
- F23J2213/20—Joints; Connections
- F23J2213/203—Joints; Connections between stack/duct and combustion apparatus
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)
Description
Titel: Koppelstelsel voor het onderling koppelen van een buis- stelsel en een verwarmingsketel
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een koppelstelsel, in het bijzonder bestemd voor het onderling koppelen van een buisstelsel dat een rookgasafvoerbuis en een luchttoevoerbuis omvat en een verwarmingsketel die een afvoeraansluitbuis en een 5 toevoeraansluitbuis omvat, waarbij het koppelstelsel is ingericht om een koppeling tot stand te brengen tussen de rookgasafvoerbuis en de afvoeraansluitbuis van de verwarmingsketel enerzijds en waarbij het koppelstelsel is ingericht om een koppeling tot stand te brengen tussen de luchttoevoerbuis en de toevoeraansluitbuis van de 10 verwarmingsketel anderzijds.
Een dergelijk koppelstelsel is in de praktijk in twee verschillende vormen bekend, te weten in een concentrische vorm en in een excentrische vorm.
In concentrische vorm dient het koppelstelsel voor het 15 onderling koppelen van een concentrisch buisstelsel en een verwarmingsketel. Bij het concentrische buisstelsel strekt de rookgasafvoerbuis zich in het inwendige van de luchttoevoerbuis uit, waarbij genoemde rookgasafvoerbuis doorgaans coaxiaal ten opzichte van genoemde luchttoevoerbuis is opgesteld. Een bekende uitvoerings-20 vorm van het concentrische koppelstelsel is bestemd om bij zijn onderzijde te worden aangesloten op een verwarmingsketel waarbij de afvoeraansluitbuis coaxiaal ten opzichte van de toevoeraansluitbuis is opgesteld en zich in het inwendige van genoemde toevoeraansluitbuis uitstrekt. Het concentrische koppelstelsel omvat een binnen-25 buissegment en een coaxiaal met genoemd binnenbuissegment opgesteld buitenbuissegment, waarbij een bovenste buissegmentopening van het binnenbuissegment een eerste aansluitopening vormt ten behoeve van aansluiting van het koppelstelsel op de rookgasafvoerbuis, en waarbij een bovenste buissegmentopening van het buitenbuissegment 30 een tweede aansluitopening vormt ten behoeve van aansluiting van het koppelstelsel op de luchttoevoerbuis. Ten behoeve van het tot stand brengen van de koppeling tussen het binnenbuissegment en de rookgasafvoerbuis is een bovenste deel van het binnenbuissegment gevormd 1017675· 2 als een mofdeel, waarbij genoemd mofdeel is voorzien van een groef waarin een afdichtring is aangebracht. Het buitenbuissegment van het bekende concentrische koppelstelsel is aan weerszijden voorzien van een groef waarin een afdichtring is aangebracht.
5 In excentrische vorm dient het koppelstelsel voor het onderling koppelen van een excentrisch buisstelsel en een verwarmingsketel.
Bij het excentrische buisstelsel zijn de rookgasafvoerbuis en de luchttoevoerbuis op afstand van elkaar opgesteld, waarbij genoemde buizen zich parallel ten opzichte van elkaar uitstrekken. Een 10 bekende uitvoeringsvorm van het excentrische koppelstelsel is bestemd om bij zijn onderzijde te worden aangesloten op een verwarmingsketel waarbij de afvoeraansluitbuis coaxiaal ten opzichte van de toevoeraansluitbuis is opgesteld en zich.in het inwendige van genoemde toevoeraansluitbuis uitstrekt. Het excentrische koppel-15 stelsel omvat een buitenbuissegment waarin twee maal een haakse bocht is aangebracht, waardoor een buitenbuissegment is verkregen waarvan een bovenste deel en een onderste deel zich niet in eikaars verlengde uitstrekken. Het excentrische koppelstelsel omvat tevens een recht binnenbuissegment, dat coaxiaal ten opzichte van het 20 onderste deel van het buitenbuissegment is opgesteld, waarbij in het buitenbuissegment een opening is aangebracht voor het doorlaten van het binnenbuissegment. Aldus is een koppelstelsel verkregen waarbij een bovenste buissegmentopening van het binnenbuissegment een eerste aansluitopening vormt ten behoeve van aansluiting van het koppel-25 stelsel op de rookgasafvoerbuis van het excentrische buisstelsel, en waarbij een bovenste buissegmentopening van het buitenbuissegment een tweede aansluitopening vormt ten behoeve van aansluiting van het koppelstelsel op de luchttoevoerbuis van het excentrische buisstelsel .
30 Hoewel het bekende koppelstelsel in zowel concentrische als excentrische vorm op zich voldoet, heeft het in beide vormen een belangrijk nadeel, en dat is dat het uitsluitend kan worden toegepast bij één type buisstelsel.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding een koppelstelsel 35 te verschaffen, dat kan worden toegepast voor het onderling koppelen van een verwarmingsketel met een buisstelsel, zowel in het geval dat het buisstelsel van het concentrische type is, als in het geval dat het buisstelsel van het excentrische type is.
Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding 40 wordt bovengenoemd doel bereikt door het verschaffen van een koppel- 1017678· 3 stelsel dat de volgende onderdelen omvat: een binnenbuissegment waarvan een bovenste buissegmentopening een eerste aansluitopening vormt ten behoeve van aansluiting van genoemd binnenbuissegment op de rookgasafvoerbuis; een zich rondom het binnenbuissegment 5 uitstrekkend buitenbuissegment waarvan een bovenste buissegmentopening een tweede aansluitopening vormt ten behoeve van aansluiting van genoemd buitenbuissegment op de luchttoevoerbuis van een concentrisch buisstelsel, waarbij ten minste één luchtdoorlaat-opening in de buiswand van genoemd buitenbuissegment is aangebracht; 10 een opneembuissegment waarvan een bovenste buissegmentopening een derde aansluitopening vormt ten behoeve van aansluiting van genoemd opneembuissegment op de luchttoevoerbuis van een excentrisch buisstelsel, waarbij ten minste één luchtdoorlaatopening in de buiswand van genoemd opneembuissegment is aangebracht; waarbij het opneem-15 buissegment en het buitenbuissegment zich naast elkaar uitstrekken en via hun luchtdoorlaatopeningen met elkaar in open verbinding staan.
Het binnenbuissegment van het koppelstelsel volgens de uitvinding dient voor het onderling koppelen van de afvoeraansluit-20 buis van de verwarmingsketel en de rookgasafvoerbuis van het buisstelsel. Het koppelstelsel volgens de uitvinding is ingericht om op twee verschillende posities aan te kunnen sluiten op de luchttoevoerbuis van het buisstelsel, te weten bij een bovenuiteinde van het buitenbuissegment en bij een bovenuiteinde van het opneembuis-25 segment. Hierdoor is het koppelstelsel volgens de uitvinding geschikt voor toepassing bij zowel een concentrisch buisstelsel als een excentrisch buisstelsel.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het koppelstelsel een losneembaar eerste afsluitorgaan dat aansluit op enerzijds de 30 binnenomtrek van het bovenuiteinde van het buitenbuissegment en anderzijds de buitenomtrek van het binnenbuissegment, en een losneembaar tweede afsluitorgaan dat aansluit op de binnenomtrek van het bovenuiteinde van het opneembuissegment.
Genoemde voorkeursuitvoeringsvorm van het koppelstelsel volgens 35 de uitvinding kan op eenvoudige wijze geschikt worden gemaakt om te worden toegepast voor het onderling koppelen van een verwarmingsketel en een concentrisch buisstelsel, namelijk door het eerste afsluitorgaan weg te nemen en het tweede afsluitorgaan het bovenuiteinde van het opneembuissegment te laten afsluiten. De lucht-40 toevoerbuis van het concentrische buisstelsel kan dan via het IQ 17671· 4 buitenbuissegment worden aangesloten op de toevoeraansluitbuis van de verwarmingsketel.
Het koppelstelsel volgens de uitvinding kan eveneens op eenvoudige wijze geschikt worden gemaakt om te worden toegepast voor 5 het onderling koppelen van een verwarmingsketel en een excentrisch buisstelsel, namelijk door het tweede afsluitorgaan weg te nemen en het eerste afsluitorgaan de ruimte tussen de binnenomtrek van het bovenuiteinde van het buitenbuissegment en de buitenomtrek van het binnenbuissegment te laten afsluiten. De luchttoevoerbuis van het 10 excentrische buisstelsel kan dan via het opneembuissegment worden aangesloten op de toevoeraansluitbuis van de verwarmingsketel.
Uit het bovenstaande blijkt, dat de voorkeursuitvoeringsvorm van het koppelstelsel volgens de uitvinding toepassing kan vinden bij zowel een concentrisch buisstelsel als een excentrisch buis-15 stelsel, en dat de aanpassing van het koppelstelsel aan een gegeven toepassing plaatsvindt door middel van het wegnemen van één van de afsluitorganen en het zijn afsluitende functie laten vervullen van de ander van de afsluitorganen.
De genoemde en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de 20 onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een koppelstelsel volgens de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke onderdelen aanduiden, en waarin: 25 figuur 1 een perspectivisch aanzicht is van een voorkeursuitvoeringsvorm van het koppelstelsel volgens de uitvinding; figuur 2 een dwarsdoorsnede is van het in figuur 1 getoonde koppelstelsel, waarbij door het koppelstelsel te koppelen buizen schematisch zijn weergegeven; 30 figuur 3 een explosietekening is van het in figuur 1 getoonde koppelstelsel; en figuur 4 nogmaals een explosietekening is van het in figuur 1 getoonde koppelstelsel, waarbij het koppelstelsel gedeeltelijk is opengewerkt.
35
Figuren 1, 2, 3 en 4 tonen een voorkeursuitvoeringsvorm van een koppelstelsel volgens de uitvinding, waarbij het koppelstelsel in zijn algemeenheid is aangeduid met het verwijzingscijfer 1. Het koppelstelsel 1 is bestemd om een buisstelsel dat een rookgasafvoer-40 buis en een luchttoevoerbuis omvat, te koppelen met een verwarmings- 1017671· 5 ketel die een afvoeraansluitbuis en een toevoeraansluitbuis omvat, waarbij genoemde aansluitbuizen coaxiaal ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en waarbij de afvoeraansluitbuis zich in het inwendige van de toevoeraansluitbuis uitstrekt. De aansluitbuizen 5 van de verwarmingsketel zijn in dwarsdoorsnede weergegeven in figuur 2, waarbij de afvoeraansluitbuis is aangeduid met het verwijzings-cijfer 80 en de toevoeraansluitbuis met het verwijzingscijfer 85. De rookgasafvoerbuis en de luchttoevoerbuis zijn eveneens in dwarsdoorsnede weergegeven in figuur 2, waarbij de rookgasafvoerbuis is 10 aangeduid met het verwijzingscijfer 90 en de luchttoevoerbuis met het verwijzingscijfer 95. De afvoeraansluitbuis 80 dient voor het afvoeren van rookgassen uit de verwarmingsketel, en dient derhalve te worden gekoppeld met de rookgasafvoerbuis 90 van het buisstelsel. De toevoeraansluitbuis 85 dient voor het toevoeren van lucht aan de 15 verwarmingsketel, en dient derhalve te worden gekoppeld met de luchttoevoerbuis 95 van het buisstelsel.
Het buisstelsel kan concentrisch of excentrisch zijn. Bij een concentrisch buisstelsel strekt de rookgasafvoerbuis 90 zich in het inwendige van de luchttoevoerbuis 95 uit, en zijn de rookgasafvoer-20 buis 90 en de luchttoevoerbuis 95 doorgaans coaxiaal ten opzichte van elkaar opgesteld. Bij een excentrisch buisstelsel bevinden de rookgasafvoerbuis 90 en de luchttoevoerbuis 95 zich op afstand van elkaar en strekken genoemde buizen 90, 95 zich doorgaans in hoofdzaak parallel ten opzichte van elkaar uit. In figuur 2 zijn 25 beide vormen van het buisstelsel schematisch getoond, waarbij de luchttoevoerbuis 95 van een excentrisch buisstelsel door middel van stippellijnen schematisch is weergegeven.
Het koppelstelsel 1 omvat een binnenbuissegment 10 waarvan een onderuiteinde 11 is bestemd om te worden aangesloten op de afvoer-30 aansluitbuis 80 van de verwarmingsketel, en waarvan een bovenuiteinde 12 is bestemd om te worden aangesloten op de rookgasafvoerbuis 90 van het buisstelsel. Een bovenste buissegmentopening 18 van het binnenbuissegment 10 zal hiernavolgend worden aangeduid als eerste aansluitopening 18 van het koppelstelsel 1.
35 In dit voorbeeld is het binnenbuissegment 10 bij het boven uiteinde 12 voorzien van een mofgedeelte 13 ten behoeve van het opnemen van de rookgasafvoerbuis 90. Voorts is bij het bovenuiteinde 12 een afdichtring 14 aangebracht, die dient om een verbinding tussen het binnenbuissegment 10 en de rookgasafvoerbuis 90 gasdicht 40 te maken.
f017675· 6
In figuren 3 en 4 is getoond dat het binnenbuissegment 10 in dit voorbeeld is voorzien van een meetbuis 15, waarbij een afsluit-dop 16 is verschaft voor het afsluiten van het vrije uiteinde van genoemde meetbuis 15. Wanneer het gewenst is om bijvoorbeeld de 5 temperatuur van de rookgassen in het binnenbuissegment 10 te meten, kan de afsluitdop 16 van de meetbuis 15 worden genomen en kan de meting via de meetbuis 15 worden verricht. De meetbuis 15 is niet van wezenlijk belang voor de werking van het koppelstelsel 1 en zou derhalve achterwege kunnen worden gelaten.
10 Op de buitenomtrek van het binnenbuissegment 10 zijn diametraal ten opzichte van elkaar twee draagnokken 17 aangebracht, die zich in hoofdzaak in radiale richting uitstrekken.
Het koppelstelsel 1 omvat voorts een dubbelstuk 20 dat een coaxiaal ten opzichte van het binnenbuissegment 10 opgesteld buiten-15 buissegment 30 omvat, alsmede een zich parallel ten opzichte van het buitenbuissegment 30 uitstrekkend opneembuissegment 40.
Een bovenste buissegmentopening 34 van het buitenbuissegment 30 zal hiernavolgend worden aangeduid als tweede aansluitopening 34 van het koppelstelsel 1. Een bovenste buissegmentopening 42 van het 20 opneembuissegment zal hiernavolgend worden aangeduid als derde aansluitopening 42 van het koppelstelsel 1.
Het opneembuissegment 40 staat in open verbinding met het buitenbuissegment 30, terwijl een onderzijde 41 van genoemd opneembuissegment 40 volledig is afgesloten. Genoemde open verbinding 25 tussen het opneembuissegment 40 en het buitenbuissegment 30 is in het geval dat de luchttoevoerbuis 95 van een excentrisch buisstelsel op het opneembuissegment 40 is aangesloten, van belang voor het doorlaten van uit de luchttoevoerbuis 95 afkomstige lucht naar het buitenbuissegment 30 en uiteindelijk de toevoeraansluitbuis 85 van 30 de verwarmingsketel. De open verbinding is gerealiseerd doordat zowel de buiswand van het buitenbuissegment 30 als de buiswand van het opneembuissegment 40 zijn voorzien van luchtdoorlaatopeningen, waarbij de luchtdoorlaatopeningen in dit voorbeeld rechtstreeks op elkaar aansluiten. Het is niet noodzakelijk dat de luchtdoorlaat-35 openingen rechtstreeks op elkaar aansluiten. Wanneer het dubbelstuk 20 zodanig is uitgevoerd dat het buitenbuissegment 30 en het opneembuissegment 40 zich op afstand van elkaar uitstrekken, kan een hol verbindingsstuk worden toegepast om de luchtdoorlaatopeningen op elkaar aan te laten sluiten.
*011675· 7
Bij zijn onderzijde omvat het dubbelstuk 20 een bodemstuk 70, dat dient voor het afsluiten van de onderzijde van genoemd dubbelstuk 20, waarbij genoemd bodemstuk 70 een opening 76 omvat voor het doorlaten van het binnenbuissegment 10 en de toevoeraansluitbuis 85 5 van de verwarmingsketel. Het bodemstuk 70 kan met een vlakke onderzijde 71 rechtstreeks of via ten minste één steun op de verwarmingsketel worden geplaatst. Op een bovenzijde 72 van het bodemstuk 70 bevinden zich twee staanders 73 die zich in hoofdzaak in axiale richting uitstrekken en die elk zijn voorzien van een uitsparing 74 10 voor het opnemen van de draagnokken 17 die op de buitenomtrek van het binnenbuissegment 10 zijn aangebracht. Voorts bevinden zich op de bovenzijde 72 van het bodemstuk 70 een aantal steunen 75 die zich evenals de staanders 73 in hoofdzaak in axiale richting uitstrekken en die dienen voor het ondersteunen van het buitenbuissegment 30 en 15 het opneembuissegment 40.
In dit voorbeeld is sprake van twee draagnokken 17 en twee staanders 73. Het genoemde aantal is niet kritisch; er zouden ook meer draagnokken 17 en staanders 73 kunnen worden toegepast.
De onderlinge positionering van de draagnokken 17 is eveneens 20 niet kritisch. Wanneer het koppelstelsel 1 twee draagnokken 17 omvat, zijn genoemde draagnokken 17 bij voorkeur diametraal ten opzichte van elkaar gepositioneerd, zoals dat bij het getoonde voorbeeld het geval is.
Bij een bovenuiteinde 32 van het buitenbuissegment 30 is een 25 afdichtring 33 aangebracht, waarvan een buitenomtrek afdichtend aansluit op de binnenomtrek van het buitenbuissegment 30. De binnenomtrek van de afdichtring 33 is bestemd om afdichtend aan te sluiten op de buitenomtrek van de luchttoevoerbuis 95 van een concentrisch buisstelsel.
30 Bij een bovenuiteinde 45 van het opneembuissegment 40 is een afdichtring 46 aangebracht, waarvan een buitenomtrek afdichtend aansluit op de binnenomtrek van het opneembuissegment 40. De binnenomtrek van de afdichtring 46 is bestemd om afdichtend aan te sluiten op de buitenomtrek van de luchttoevoerbuis 95 van een excentrisch 35 buisstelsel.
Wanneer het buisstelsel dat door het koppelstelsel 1 met de verwarmingsketel dient te worden gekoppeld, excentrisch is, dient het bovenuiteinde 45 van het opneembuissegment 40 te worden aangesloten op de luchttoevoerbuis 95 van het buisstelsel. In dat 40 geval dient de ringvormige ruimte die zich tussen de binnenomtrek 1017675· 8 van het buitenbuissegment 30 en de buitenomtrek van het binnenbuis-segment 10 bevindt, te zijn afgesloten. Het koppelstelsel 1 omvat daartoe een eerste afsluitorgaan 50, dat in dit voorbeeld een afsluitbuisdeel 51 omvat waarvan een bovenuiteinde 52 gedeeltelijk 5 is afgesloten door middel van een in hoofdzaak in een radiaal vlak gelegen afsluitring 53 en waarvan een onderuiteinde 54 open is. De binnendiameter van de afsluitring 53 is afgestemd op de buitendiameter van het binnenbuissegment 10, zodat een goede aansluiting van de afsluitring 53 op de buitenomtrek van het binnenbuissegment 10 10 kan worden verkregen.
De buitendiameter van het afsluitbuisdeel 51 is bij voorkeur gelijk aan de buitendiameter van de luchttoevoerbuis 95 van een concentrisch buisstelsel dat door het koppelstelsel 1 met de verwarmingsketel kan worden gekoppeld. Aangezien het koppelstelsel 1 15 is ingericht om een afdichtende aansluiting tussen genoemde luchttoevoerbuis 95 en het buitenbuissegment 30 te verkrijgen, kan dan namelijk een afdichtende aansluiting tussen het eerste afsluitorgaan 50 en het buitenbuissegment 30 worden verkregen. In het getoonde voorbeeld omvat het koppelstelsel 1 ten behoeve van het afdichten 20 van een verbinding tussen een luchttoevoerbuis 95 en het buitenbuissegment 30 de afdichtring 33.
Wanneer het buisstelsel dat door het koppelstelsel 1 met de verwarmingsketel dient te worden gekoppeld, concentrisch is, dient het bovenuiteinde 32 van het buitenbuissegment 30 te worden 25 aangesloten op de luchttoevoerbuis 95 van het buisstelsel. In dat geval dient de derde aansluitopening 42 van het koppelstelsel 1 volledig te zijn afgesloten. Het koppelstelsel 1 omvat daartoe een tweede afsluitorgaan 60, dat in dit voorbeeld een afsluitbuisdeel 61 omvat waarvan een bovenuiteinde 62 volledig is afgesloten door 30 middel van een zich in hoofdzaak in radiale richting uitstrekkende afsluitschijf 63 en waarvan een onderuiteinde 64 open is.
De buitendiameter van het afsluitbuisdeel 61 is bij voorkeur gelijk aan de buitendiameter van de luchttoevoerbuis 95 van een excentrisch buisstelsel dat door het koppelstelsel 1 met de 35 verwarmingsketel kan worden gekoppeld. Aangezien het koppelstelsel 1 is ingericht om een afdichtende aansluiting tussen genoemde luchttoevoerbuis 95 en het opneembuissegment 40 te verkrijgen, kan dan namelijk een afdichtende aansluiting tussen het tweede afsluitorgaan 60 en het opneembuissegment 40 worden verkregen. In het getoonde 40 voorbeeld omvat het koppelstelsel 1 ten behoeve van het afdichten 1017671· 9 van een verbinding tussen een luchttoevoerbuis 95 en het opneembuis-segment 40 de afdichtring 46.
Voor beide afsluitorganen 50, 60 geldt, dat deze een andere vormgeving kunnen hebben dan hierboven beschreven, rekening houdend 5 met het feit dat de afsluitorganen 50, 60 de hierboven beschreven afsluitende functies moeten kunnen vervullen en losneembaar moeten zijn, bij voorkeur op eenvoudige wijze. Zo is het niet essentieel dat de onderuiteinden 54, 64 van de afsluitorganen 50, 60 open zijn. Genoemde onderuiteinden 54, 64 kunnen ook volledig afgesloten zijn, 10 waarbij de afsluitbuisdelen 51, 61 bijvoorbeeld massief kunnen zijn uitgevoerd. De buiswanden van de afsluitbuisdelen 51, 61 behoeven niet rondom volledig gesloten te zijn en kunnen bijvoorbeeld van zodanige uitsparingen zijn voorzien, dat ze een aantal zich in axiale richting uitstrekkende benen vormen.
15 Het is bijvoorbeeld mogelijk om het eerste afsluitorgaan 50 uit te voeren met uitsluitend de afsluitring 53, en om het tweede afsluitorgaan 60 uit te voeren met de uitsluitend de afsluitschijf 63, waarbij bijvoorbeeld op de bovenzijde van genoemde afsluitring 53 respectievelijk genoemde afsluitschijf 63 een handgreep kan zijn 20 aangebracht om het uitnemen van de afsluitorganen 50, 60 te vergemakkelijken. Een bijkomende mogelijkheid is bijvoorbeeld om de afsluitring 53 respectievelijk de afsluitschijf 63 scharnierend te verbinden met het bovenuiteinde 32 van het buitenbuissegment 30 respectievelijk het bovenuiteinde 45 van het opneembuissegment 40.
25 Uitgaande van een situatie waarin het koppelstelsel 1 is voorzien van beide afsluitorganen 50, 60, dient voor montage van het koppelstelsel 1 tussen de verwarmingsketel en het buisstelsel één van de afsluitorganen 50, 60 te worden weggenomen, teneinde het koppelstelsel 1 geschikt te maken voor aansluiting op het buis-30 stelsel. In het geval van een concentrisch buisstelsel dient het eerste afsluitorgaan 50 te worden weggenomen, en in het geval van een excentrisch buisstelsel dient het tweede afsluitorgaan 60 te worden weggenomen.
In dit voorbeeld is het opneembuissegment 40 voorzien van een 35 meetopening 43 en een dop 44 die aansluit op de binnenomtrek van genoemde meetopening 43. Wanneer de luchttoevoerbuis 95 van een buisstelsel is aangesloten op het opneembuissegment 40 en het gewenst is om bijvoorbeeld de temperatuur van de lucht te meten, kan de meting via de meetopening 43 worden verricht. De meetopening 43 f01767Bm 10 is niet van wezenlijk belang voor de werking van het koppelstelsel 1 en zou derhalve achterwege kunnen worden gelaten.
Bij een concentrisch buisstelsel is 80 mm een gangbare waarde 5 voor de diameter van de rookgasafvoerbuis 90 en 125 mm voor de diameter van de luchttoevoerbuis 95. Bij een excentrisch buisstelsel is 80 mm een gangbare waarde voor zowel de rookgasafvoerbuis 90 als de luchttoevoerbuis 95. De diameters van het binnenbuissegment 10, het buitenbuissegment 30 en het opneembuissegment 40 zijn in een 10 voorkeursuitvoeringsvorm van het koppelstelsel volgens de uitvinding afgestemd op genoemde gangbare waarden, maar kunnen uiteraard ook andere waarden hebben, afhankelijk van de gewenste toepassing.
Het zal voor de deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de 15 onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.
Zo is bij de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van het 20 koppelstelsel volgens de uitvinding sprake van een concentrische opstelling van het binnenbuissegment 10 en het buitenbuissegment 30. Een dergelijke opstelling is niet essentieel. Het is van belang, dat de onderlinge positionering van het binnenbuissegment 10 en het buitenbuissegment 30 bij hun bovenuiteinden 12, 32 zodanig is, dat 25 deze is afgestemd op de onderlinge positionering van de rookgasafvoerbuis en de luchttoevoerbuis van een buisstelsel dat met de verwarmingsketel dient te worden gekoppeld en waarbij de rookgasafvoerbuis zich in het inwendige van de luchttoevoerbuis uitstrekt. Het is tevens van belang, dat de onderlinge positionering van het 30 binnenbuissegment 10 en het buitenbuissegment 30 bij hun onderuiteinden zodanig is, dat deze is afgestemd op de onderlinge positionering van de aansluitbuizen 80, 85 van de verwarmingsketel waarop het koppelstelsel dient te worden gemonteerd, in het geval dat de aansluitbuizen 80, 85 van de verwarmingsketel zich coaxiaal 35 ten opzichte van elkaar uitstrekken.
De getoonde uitvoeringsvorm van het koppelstelsel volgens de uitvinding is bestemd om te worden aangesloten op een verwarmingsketel waarbij de aansluitbuizen 80, 85 zich coaxiaal ten opzichte van elkaar uitstrekken. Er is echter ook een uitvoeringsvorm 40 denkbaar die geschikt is om te worden aangesloten op een 1017675· 11 verwarmingsketel waarbij de aansluitbuizen 80, 85 op afstand van elkaar zijn opgesteld. In dat geval dient de onderzijde 41 van het opneembuissegment 40 open te zijn, en dient de ringvormige ruimte die zich bij de onderzijde van het buitenbuissegment 30 tussen de 5 binnenomtrek van het buitenbuissegment 30 en de buitenomtrek van het binnenbuissegment 10 bevindt, te zijn afgesloten. Een dergelijke vormgeving wordt verkregen onder toepassing van een bodemstuk 70 dat is voorzien van twee openingen, waarbij een eerste opening dient voor het doorlaten van het binnenbuissegment 10, en waarbij een 10 tweede opening dient voor het doorlaten van de toevoeraansluitbuis 85.
Aldus verschaft de onderhavige uitvinding een koppelstelsel 1 voor het onderling koppelen van een buisstelsel dat een rookgasafvoerbuis 90 en een luchttoevoerbuis 95 omvat en een verwarmings-15 ketel die een afvoeraansluitbuis 80 en een toevoeraansluitbuis 85 omvat, waarbij het koppelstelsel 1 is ingericht om een koppeling tot stand te brengen tussen de rookgasafvoerbuis 90 en de afvoeraansluitbuis 80 van de verwarmingsketel enerzijds en waarbij het koppelstelsel 1 is ingericht om een koppeling tot stand te brengen 20 tussen de luchttoevoerbuis 95 en de toevoeraansluitbuis 85 van de verwarmingsketel anderzijds.
Teneinde te kunnen worden toegepast zowel ten behoeve van een koppeling tussen een verwarmingsketel en een concentrisch buis-stelsel als ten behoeve van een koppeling tussen een verwarmings-25 ketel en een excentrisch buisstelsel, is het koppelstelsel 1 bij zijn bovenzijde voorzien van drie aansluitopeningen 18, 34, 42. Hierbij dient de eerste aansluitopening 18 voor aansluiting van het koppelstelsel 1 op de rookgasafvoerbuis 90 van het buisstelsel. De tweede aansluitopening 34 dient voor aansluiting van het koppel-30 stelsel 1 op de luchttoevoerbuis 95 van een concentrisch buisstelsel, terwijl de derde aansluitopening 42 dient voor aansluiting van het koppelstelsel 1 op de luchttoevoerbuis 95 van een excentrisch buisstelsel. De eerste aansluitopening 18 wordt gevormd door de bovenste buissegmentopening van een binnenbuissegment 10. De 35 tweede aansluitopening 34 wordt gevormd door de bovenste buissegmentopening van een buitenbuissegment 30 dat zich rondom het binnenbuissegment 10 uitstrekt. De derde aansluitopening 42 wordt gevormd door de bovenste buissegmentopening van een opneembuissegment 40 dat zich naast het buitenbuissegment 30 uitstrekt en 40 hiermee in open verbinding staat.
1017675·
Claims (7)
1. Koppelstelsel, in het bijzonder bestemd voor het onderling koppelen van een buisstelsel dat een rookgasafvoerbuis (90) en een luchttoevoerbuis (95) omvat en een verwarmingsketel die een afvoer-aansluitbuis (80) en een toevoeraansïuitbuis (85) omvat, waarbij het 5 koppelstelsel is ingericht om een koppeling tot stand te brengen tussen de rookgasafvoerbuis (90) en de afvoeraansluitbuis (80) van de verwarmingsketel enerzijds en waarbij het koppelstelsel is ingericht om een koppeling tot stand te brengen tussen de luchttoevoerbuis (95) en de toevoeraansïuitbuis (85) van de verwarmingΒΙΟ ketel anderzijds, welk koppelstelsel omvat: - een binnenbuissegment (10) waarvan een bovenste buissegmentopening een eerste aansluitopening (18) vormt ten behoeve van aansluiting van genoemd binnenbuissegment (10) op de rookgasafvoerbuis (90); - een zich rondom het binnenbuissegment (10) uitstrekkend buiten-15 buissegment (30) waarvan een bovenste buissegmentopening een tweede aansluitopening (34) vormt ten behoeve van aansluiting van genoemd buitenbuissegment (30) op de luchttoevoerbuis (95) van een concentrisch buisstelsel, waarbij ten minste één luchtdoorlaat-opening in de buiswand van genoemd buitenbuissegment (30) is 20 aangebracht; - een opneembuissegment (40) waarvan een bovenste buissegmentopening een derde aansluitopening (42) vormt ten behoeve van aansluiting van genoemd opneembuissegment (40) op de luchttoevoerbuis (95) van een excentrisch buisstelsel, waarbij ten minste één luchtdoorlaatopening 25 in de buiswand van genoemd opneembuissegment (40) is aangebracht; waarbij het opneembuissegment (40) en het buitenbuissegment (30) zich naast elkaar uitstrekken en via hun luchtdoorlaatopeningen met elkaar in open verbinding staan.
2. Koppelstelsel volgens conclusie 1, gekenmerkt door een losneembaar eerste afsluitorgaan (50) dat aansluit op enerzijds de binnenomtrek van een bovenuiteinde (32) van het buitenbuissegment (30) en anderzijds de buitenomtrek van het binnenbuissegment (10).
3. Koppelstelsel volgens conclusie 1, gekenmerkt door een losneembaar tweede afsluitorgaan (60) dat aansluit op de binnenomtrek van een bovenuiteinde (45) van het opneembuissegment (40) . 101767S·
4. Koppelstelsel volgens conclusie 1, gekenmerkt door een losneembaar eerste afsluitorgaan (50) dat aansluit op enerzijds de binnenomtrek van een bovenuiteinde (32) van het buitenbuissegment 5 (30) en anderzijds de buitenomtrek van het binnenbuissegment (10), en een losneembaar tweede afsluitorgaan (60) dat aansluit op de binnenomtrek van een bovenuiteinde (45) van het opneembuissegment (40) .
5. Koppelstelsel volgens conclusie 2 of 4, met het kenmerk, dat het eerste afsluitorgaan (50) is voorzien van een afsluitbuisdeel (51) waarvan een bovenuiteinde (52) gedeeltelijk is afgesloten door middel van een in hoofdzaak in een radiaal vlak gelegen afsluitring (53) en waarvan een onderuiteinde (54) open is. 15
6. Koppelstelsel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het tweede afsluitorgaan (60) is voorzien van een afsluitbuisdeel (61) waarvan een bovenuiteinde (62) volledig is afgesloten door middel van een zich in hoofdzaak in radiale richting uitstrekkende 20 afsluitschijf (63) en waarvan een onderuiteinde (64) open is.
7. Koppelstelsel volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het binnenbuissegment (10) en het buitenbuissegment (30) coaxiaal ten opzichte van elkaar zijn 25 opgesteld. f017675·
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1017675A NL1017675C2 (nl) | 2001-03-23 | 2001-03-23 | Koppelstelsel voor het onderling koppelen van een buisstelsel en een verwarmingsketel. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1017675A NL1017675C2 (nl) | 2001-03-23 | 2001-03-23 | Koppelstelsel voor het onderling koppelen van een buisstelsel en een verwarmingsketel. |
NL1017675 | 2001-03-23 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1017675C2 true NL1017675C2 (nl) | 2002-09-24 |
Family
ID=19773118
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1017675A NL1017675C2 (nl) | 2001-03-23 | 2001-03-23 | Koppelstelsel voor het onderling koppelen van een buisstelsel en een verwarmingsketel. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1017675C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP3418634A1 (de) * | 2017-06-22 | 2018-12-26 | Robert Bosch GmbH | Zuluft- und abluftadapter für ein heizgerät |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE9001098U1 (de) * | 1990-02-01 | 1990-04-05 | Bettinga, Friedrich, 3004 Isernhagen | Verschluß für Leerrohre |
NL9100209A (nl) * | 1991-02-06 | 1992-09-01 | Muelink & Grol Bv | Aansluithulpstuk voor een verbrandingsinrichting. |
-
2001
- 2001-03-23 NL NL1017675A patent/NL1017675C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE9001098U1 (de) * | 1990-02-01 | 1990-04-05 | Bettinga, Friedrich, 3004 Isernhagen | Verschluß für Leerrohre |
NL9100209A (nl) * | 1991-02-06 | 1992-09-01 | Muelink & Grol Bv | Aansluithulpstuk voor een verbrandingsinrichting. |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP3418634A1 (de) * | 2017-06-22 | 2018-12-26 | Robert Bosch GmbH | Zuluft- und abluftadapter für ein heizgerät |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1017675C2 (nl) | Koppelstelsel voor het onderling koppelen van een buisstelsel en een verwarmingsketel. | |
JP2009072891A (ja) | クランプ装置 | |
JP2004347210A (ja) | 熱交換器の配管接続構造 | |
ES2116515T3 (es) | Intercambiador de calor. | |
FR3103714B1 (fr) | Reacteur tubulaire a lit fixe | |
US20110127770A1 (en) | Coupling ring | |
CA2370479A1 (fr) | Cartouche pour torche a plasma et torche a plasma equipee | |
JPH04131589A (ja) | プラスチックパイプ接続方法及びパイプ接続部 | |
US6637640B1 (en) | Pipe welding tool | |
JP5035771B2 (ja) | 真空用バルブ | |
US20050036923A1 (en) | End cone construction for catalytic converters and method for making same | |
EP0287446B1 (fr) | Dispositif de liaison rapide d'un embout à un appareil récepteur | |
CA2377991A1 (en) | Apparatus for connecting a coriolis flowmeter to a case | |
AU4568200A (en) | Pipe fitting element, particularly for plastic pipes | |
US5944990A (en) | Fluid filter apparatus | |
FR2921010A1 (fr) | Support de fond de moule a derivation pour une machine de fabrication de recipients. | |
US4955210A (en) | Capillary tube assembly and method of manufacture | |
JP2006500527A (ja) | 管を取り付けるための一体型端部取付具 | |
CN208442416U (zh) | 管件连接结构、消音器、空调系统及制冷系统 | |
FR3065274A1 (fr) | Systeme pour assembler deux flexibles pour realiser un flexible a double enveloppe caracterise en ce qu'il ne comporte que les deux embouts des flexibles par cote pour realiser cette liaison. | |
CA2120475C (en) | Pipe connecting structure to be used for a milk delivery pipe | |
CN220049556U (zh) | 一种简易薄壁圆管成型工装 | |
JP4940620B2 (ja) | 二重管分岐構造およびその製造方法 | |
FR3099798B1 (fr) | Ensemble pour une turbine de turbomachine | |
BE1004864A6 (nl) | Buisklem. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
SD | Assignments of patents |
Owner name: INTERACTIVE B.V. Effective date: 20070228 |
|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20071001 |