NL1017567C2

NL1017567C2 - Houder voor een fotovolta´sch paneel.

Info

Publication number: NL1017567C2
Application number: NL1017567A
Authority: NL
Inventors: Jan Jansen
Original assignee: Jazo Zevenaar B V
Priority date: 2001-03-12
Filing date: 2001-03-12
Publication date: 2002-09-20
Also published as: EP1368838A1; WO2002073703A1

Description

f 1 t

Houder voor een fotovoltaïsch paneel

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor een fotovoltaïsch paneel. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een houder voor een fotovoltaïsch paneel, wel-5 ke houder geschikt is voor gebruik op een ondergrond zoals een vlak dak.

Uit de praktijk zijn diverse soorten houders voor fotovoltaïsche panelen bekend. Een soort betreft ééndelige systemen zoals een kunststofbak gevormd door een bodem, een voorwand, een achterwand en twee zijwanden waarbij de zijwanden integraal verbonden zijn met de voorwand, de achterwand en de bodem en waarbij de zijwanden van achter 10 naar voren schuin omlaag verlopen. De voorwand en de achterwand zijn aan hun bovenrand voorzien van bevestigingsmiddelen waaraan een fotovoltaïsch paneel in schuine opstelling aan de houder wordt bevestigd. Om verschuiving van de kunststofbak tegen te gaan wordt de bak verzwaard door er een aantal stenen of betonblokken in te leggen. Een nadeel van dit soort houders is dat de bak volumineus is en daarom moeilijk hanteerbaar is 15 in een situatie waarin een houder van straatniveau naar een dak moet worden gebracht door een persoon die daarbij een ladder moet beklimmen. Ook is het naar boven dragen van een aantal zware stenen of blokken waarbij iemand gebruik maakt van een ladder bepaald ongunstig.

Een ander soort houder betreft een pijler-achtige steun of kolom die vast aan een on-20 dergrond wordt verankerd, bijvoorbeeld door de kolom daar aan vast te schroeven. Aan de bovenkant van de kolom wordt een frame gemonteerd waaraan een fotovoltaïsch paneel en toebehoren worden bevestigd. Ook aan dit soort houders kleeft een aantal nadelen. Montage en installatie van een dergelijke houder vergen veel arbeidstijd en soms speciaal gereedschap. Ook zijn veel soorten ondergrond niet geschikt voor het dragen van pijler-achtige 25 steunen of kolommen. Verder is een dergelijke houder meestal prijzig.

Uit het US-4226256 is bekend een houder voor een fotovoltaïsch paneel, omvattende twee op afstand van elkaar geplaatste, schuin omhoog gerichte langwerpige dragers welke aan hun hoogste uiteinde worden ondersteund door een paar op afstand van elkaar geplaatste, nagenoeg verticaal gerichte staanders. Deze staanders zijn aan hun onderkant door 30 middel van flenzen en langwerpige liggers, welke liggers op een ondergrond steunen, verbonden met het andere, laagste uiteinde van de schuin gerichte langwerpige dragers. Er zijn op de ondergrond rustende steunplaten aangebracht aan beide uiteinden van de langwerpige liggers, zodanig dat de lengte van een steunplaat wezenlijk evenwijdig loopt ten opzichte van de breedte van een bovenop de langwerpige dragers aan te brengen fotovoltaïsch 1017567· 2 paneel. De steunplaten zijn langs hun langszijden voorzien van opstaande randen en ze worden aan hun lengte-uiteinden begrensd door de flenzen die de onderkant van de staanders en de langwerpige liggers, resp. de laagste uiteinden van de langwerpige dragers en de langwerpige liggers met elkaar verbinden. Aldus definiëren de steunplaten een ruimte 5 waarin verzwaringsmiddelen kunnen worden opgenomen om de houder op zijn plaats te houden. Een nadeel van deze houder is dat montage en installatie daarvan veel arbeidstijd vergt. Daarom moet een dergelijke worden geassembleerd voordat hij op de ondergrond kan worden geplaatst. Dit betekent dat er een omvangrijk geheel naar bijvoorbeeld een hoog gelegen ondergrond zoals een dak moet worden gebracht, hetgeen lastig kan zijn.

10 Uit het US-4269173 is bekend een houder voor fotovoltaïsche panelen welke een montagesysteem voor een aantal frames omvat. Een fotovoltaïsch paneel wordt aan een rechthoekig frame gemonteerd, een aantal frames wordt zij-aan-zij in rijen opgesteld en de rijen frames worden schuin omhoog gericht bevestigd aan een soort steiger. De staanders van de steiger zijn vast verbonden met een ondergrond. De hoek die een staander met de 15 ondergrond maakt is instelbaar. Een nadeel van deze houder betreft de vaste verbinding van de staanders met de ondergrond. Installatie en onderhoud vergen blijvend veel aandacht, mede met het oog op lekkages bij de verbindingen tussen de staanders en de ondergrond, met name bij montage aan een dak.

Uit het GB-1598751 is bekend een houder voor een fotovoltaïsch paneel, omvattende 20 een metalen bak. Een aantal bakken kan zij-aan-zij op een dak worden geplaatst. De bakken zijn voorzien van in hoofdzaak vlakke bodems. De bakken zijn langs hun lengtezijden voorzien van opstaande randen welke naar buiten toe omlaag omgebogen zijn tot een omgekeerde U-vorm. Er zijn geen randen langs de breedtezijden van de bakken. De omgekeerde U-vormige van aan elkaar grenzende bakken kunnen elkaar overlappen. Het bij 25 overlapping gevormde kanaal tussen twee aangrenzende bakken kan worden voorzien van een verstijvingsstaaf die in het kanaal wordt geschoven. De metalen bak dient voor het opnemen van losse dakbekledingsmiddelen met het doel de bak te verzwaren. De bak is aan elke breedtezijde voorzien van een evenwijdig aan de breedte aangebrachte horizontale as. Een frame van een fotovoltaïsch paneel wordt aan zijn onderzijde zwenkbaar gemonteerd 30 aan een horizontale as en aan zijn bovenzijde verbonden met schuin omhoog gerichte staanders, welke staanders aan him onderzijde verbonden zijn met de tweede, aan de andere breedtezijde van de bak aangebrachte horizontale as. De verbinding van de bovenzijde van het frame van het fotovoltaïsche paneel met de staanders is verstelbaar langs de lengte van de staander. Een nadeel van deze metalen houder betreft het oppervlak van zijn bodem.

1017567· 3

Dit is te groot en te zwaar om makkelijk naar een hoog gelegen ondergrond zoals een dak te kunnen worden gedragen.

Uit het US-4421943 is bekend een verplaatsbare houder voor een fotovoltaïsch paneel, omvattende een rechthoekige bak waarin het fotovoltaïsche paneel volledig in kan 5 worden opgeborgen. Het fotovoltaïsche paneel kan vanuit zijn horizontale stand, wanneer het volledig opgeborgen is, onder een instelbare hoek ten opzichte van de bodem van de bak worden gekanteld. Hiertoe is het fotovoltaïsche paneel aan zijn onderste breedtezijde verbonden met een daaraan parallel lopende horizontale as, welke as aan de binnenzijde van de bak aan de voorkant daarvan is aangebracht. Verder is het fotovoltaïsche paneel aan 10 zijn bovenste breedtezijde verbonden met een uiteinde van een eerste been van een tweebenig stangenstelsel dat langs een langszijde van de bak is aangebracht. Het eerste been van het stangenstelsel is aan zijn andere uiteinde verbonden met de achterzijde van de bak, en wel bij een hoek van de binnenkant van de bak. Het tweede been van het stangenstelsel verbindt de achterzijde van de bak bij de verbinding met het eerste been met de voorste 15 breedtezijde van de bak bij een uiteinde van de horizontale as waar de onderzijde van het frame van het fotovoltaïsche paneel omheen kan kantelen. Een nadeel van deze houder is dat de binnenzijde van de bak bestemd is voor het opbergen van het fotovoltaïsche paneel en dat er daarin geen verzwaringsmiddelen kunnen worden opgenomen. Verzwaring van de bak gebeurt dan ook door de houder aan de bovenzijde van een aanhangwagen te plaat-20 sen. Dit maakt de houder ongeschikt voor gebruik op een vlak dak.

Het is een doel van de uitvinding om te voorzien in een verbeterde houder voor een fotovoltaïsch paneel.

Het is een ander doel van de uitvinding om te voorzien in een makkelijk verplaats-25 bare houder voor een fotovoltaïsch paneel.

Het is nog een doel van de uitvinding om te voorzien in een houder voor een fotovoltaïsch paneel waarvan montage, installatie en onderhoud zo min mogelijk arbeidstijd vergt.

Het is nog een ander doel van de uitvinding om te voorzien in een houder voor een 30 fotovoltaïsch paneel waarbij het fotovoltaïsch paneel onder verschillende hoeken aan te brengen is.

Volgens een aspect van de uitvinding worden een of meer van deze doelen bereikt met een houder voor een fotovoltaïsch paneel, omvattende een eerste steunorgaan en een 1017567« 4 tweede steunorgaan voor het steunen van een fotovoltaïsch paneel die tijdens gebruik met elkaar verbonden zijn, waarbij elk steunorgaan is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van het fotovoltaïsche paneel, waarbij het eerste steunorgaan tijdens gebruik een hoek maakt met een ondergrond en het tweede steunorgaan op de ondergrond steunt, 5 waarbij bij voorkeur het eerste steunorgaan ten opzichte van het tweede steunorgaan zwenkbaar is tussen een ingeklapte stand en een uitgeklapte stand onder de genoemde hoek, waarbij bij meer voorkeur de hoek tussen het eerste steunorgaan en het tweede steunorgaan instelbaar is in een aantal uitgeklapte standen, waarbij elk steunorgaan is voorzien van een opneemorgaan, welke opneemorganen aangebracht zijn voor het opne-10 men van middelen die de houder verzwaren, waarbij de opneemorganen tevens dienen voor het opnemen van middelen die de steunorganen in hun onderlinge stand schoren,.

Doordat middelen die de steunorganen in hun onderlinge stand schoren kunnen worden opgenomen in de opneemorganen voor het opnemen van verzwaringsmiddelen, verschaft dit het voordeel dat één soort opneemorganen voldoende is voor het opnemen 15 van zowel verzwaringsmiddelen als schoormiddelen.

Doordat de houder twee steunorganen omvat verschaft dit het voordeel dat de steunorganen afzonderlijk kunnen worden verplaatst en eerst bij installatie van de houder met elkaar worden verbonden. Doordat de steunorganen in hun onderlinge stand kunnen worden geschoord eerst nadat in hun opneemorganen schoormiddelen zijn opgenomen, 20 kan de houder tot aan de installatie in een compacte en handzame maat worden gehanteerd. Het zal duidelijk zijn dat de op te nemen schoormiddelen dus los zijn van de steunorganen totdat de schoormiddelen in de opneemorganen van de steunorganen worden opgenomen, bijvoorbeeld eerst bij plaatsing van de houder. De schoormiddelen kunnen van elk materiaal en vorm zijn zolang ze stijf en stabiel zijn onder wisselende windbelasting en 25 weersomstandigheden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het eerste steunorgaan ten opzichte van het tweede steunorgaan zwenkbaar tussen een ingeklapte stand en een uitgeklapte stand onder de genoemde hoek. Dit verschaft het voordeel dat de houder in ingeklapte stand compact is en dat het met gemak wordt verplaatst, ook in situaties waarin er van straatniveau naar een 30 hoger gelegen plaats zoals een dak moet worden geklommen.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de hoek tussen het eerste steunorgaan en het tweede steunorgaan instelbaar in een aantal uitgeklapte standen. Dit verschaft het voordeel dat de houder geschikt is voor gebruik met fotovoltaïsche panelen van verschil- 101756 7 b 5 lende afmetingen. Dit is ook voordelig met het oog op oriëntatie van het fotovoltaïsche paneel ten opzichte van daarop invallend licht.

Volgens een bijzonder aspect van de uitvinding zijn de opneemorganen zodanig geplaatst dat bij het opnemen van de schoormiddelen de schoormiddelen zowel schoren als 5 verzwaren. Dit aspect verschaft het voordeel dat er niet afzonderlijke onderdelen voor schoren en verzwaren nodig zijn. Eén voldoende zwaar en tussen de opneemorganen passend schoormiddel volstaat. Dit is gunstig vanuit het oogpunt van arbeidstijd nodig voor montage en installatie van en onderhoud aan de houder. Enkele voorbeelden van dergelijke schoormiddelen zijn een beton- of grindtegel en een steen.

10 Een geschikte plaats en oriëntatie van een opneemorgaan ten opzichte van zijn steunorgaan zal niet aan de uiteinden in de lengterichting van het steunorgaan zijn, maar ergens tussen die uiteinden in. Een optimale plaats wordt bepaald door de vorm en afmetingen van een te gebruiken schoormiddel. Bij voorbeeld is bij gebruik van een rechthoekig blok zoals een gesloten betontegel een optimale schorende en verzwarende werking te be-15 reiken door de betontegel, waarbij deze in de richting van de verbinding tussen de steunor-ganen schuin omhoog loopt, onder een hoek van ongeveer 15-75 graden ten opzichte van het tweede steunorgaan, bij voorkeur onder een hoek van ongeveer 25-55 graden en bij meer voorkeur onder een hoek van ongeveer 45 graden, en met het massamiddelpunt van de betontegel voldoende dichtbij de verbinding van het eerste steunorgaan met het tweede 20 steunorgaan te plaatsen. Dit betekent voor de opneemorganen van de eerste en tweede steunorganen dat de opneemorganen ten opzichte van de lengterichting van hun betreffende steunorgaan ongeveer halverwege tussen een uiteinde en de verbinding van de steunorganen met elkaar zullen worden verschaft. Voor schoormiddelen met andere vormen en afmetingen gelden dan weer andere optimale posities.

25 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het opneemorgaan van het tweede steunorgaan een U-vormig profiel, welk U-vormig profiel bij voorkeur een rand omvat voor het opnemen van de schoormiddelen. Dit verschaft het voordeel dat het schoren en verzwaren snel en simpel kan plaatsvinden, bijvoorbeeld door een betontegel aan zijn ene rand tegen het opneemorgaan van het tweede steunorgaan te plaatsen en de tegel te kantelen 30 zodanig dat hij aan zijn tegenovergestelde rand in het opneemorgaan van het eerste steunorgaan wordt opgenomen. Naar keuze kan de rand worden voorzien van middelen waarmee kleine afwijkingen in maatvoering van de schoormiddelen worden opgevangen.

In een andere uitvoeringsvorm is het eerste steunorgaan ten minste voor een deel open. Dit is voordelig omdat er luchtstroming door het achtervlak van de houder plaats- 1017557* 6 vindt, waardoor de houder een lagere windbelasting ondervindt. Een ander voordeel hiervan is dat een deel van de ruimte ingesloten door de houder en een daarop aangebracht fotovoltaïsch paneel toegankelijk is en deze ruimte daardoor kan worden benut voor het plaatsen van toebehoren zoals accu's en bekabeling. Nog een voordeel van deze toeganke-5 lijke ruimte is dat bij onderhoud niet eerst het fotovoltaïsche paneel van de houder dient te worden verwijderd.

Ook kan een zwaar accessoire zoals een accu welk verder is voorzien van een passend aangrijpprofiel worden opgenomen in de opneemorganen van de steunorganen. Het is aldus voordelig om voor gebruik van een fotovoltaïsch paneel benodigd toebehoren aan te 10 wenden voor zowel het schoren als het verzwaren van de houder.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat een steunorgaan twee in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar gelegen langwerpige delen waarbij het bijbehorende opneemorgaan de twee langwerpige delen met elkaar verbindt. Deze uitvoeringsvorm is voordelig vanuit het oogpunt van materiaalgebruik. Nog een ander voordeel hiervan is dat het opneemorgaan 15 afneembaar kan worden uitgevoerd waardoor bij transport van een nog te installeren houder de houder in een zo compact mogelijke vorm kan worden verplaatst.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de verbinding tussen het eerste steunorgaan en het tweede steunorgaan verstelbaar in lengterichting langs het tweede steunorgaan. Deze constructieflexibiliteit van de houder is voordelig omdat de houder bijvoorbeeld 20 dichtbij een dakmuur of juist vrijstaand met veel ruimte er omheen kan worden opgesteld en ook geschikt is voor gebruik met fotovoltaïsche panelen onder verschillende kantelhoe-ken tussen het fotovoltaïsche paneel en de houder. Deze verstellingsmogelijkheid brengt verstelbaarheid van de opneemorganen aan hun betreffende steunorganen met zich mee.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het tweede steunorgaan voorzien van 25 uitsteekorganen, op welke uitsteekorganen bevestigingsmiddelen voor een fotovoltaïsch paneel, bij voorkeur in hoogte ten opzichte van de uitsteekorganen instelbare bevestigingsmiddelen, zijn aangebracht, waarbij de uitsteekorganen zodanig zijn dat wanneer het fotovoltaïsche paneel is bevestigd er aan de voorzijde van de houder een doorstroomoppervlak is. Dit is bijzonder voordelig omdat van voren aanstromende lucht onderlangs het fotovol-30 taïsche paneel kan doorstromen. Een dergelijke doorstroming zorgt voor een koelingseffect, wat gunstig is voor het rendement van omzetting van licht in stroom. Hierbij is het voordelig het opneemorgaan van het tweede steunorgaan zodanig in de richting van het eerste steunorgaan te plaatsen dat bij het opnemen van de schoormiddelen zoals een betonplaat de schoormiddelen de doorstromende lucht geleiden in de richting van een aan de houder te 1017567* 7 bevestigen fotovoltaïsch paneel. Dit heeft het voordeel van een gerichte luchtkoeling van de onderzijde van het fotovoltaïsche paneel, wat gunstig is voor het rendement van omzetting van licht in stroom.

Ook met betrekking tot de op te nemen schoormiddelen zijn voordelige technische 5 effecten te bereiken. Een de houder zowel verzwarend als schorend middel kan worden voorzien van een dusdanig aanstroomoppervlak dat bij luchtstroming langs de houder er neerwaartse druk op de houder wordt gecreëerd. Een voorbeeld van een toepasselijk aan-stroomoppervlak is dat van een half-bolvormig schoormiddel waarvan het half-bolvormige oppervlak schuin omlaag en in de richting van de verbinding tussen de twee steunorganen 10 wijst.

In nog een andere uitvoeringsvorm zijn de uitsteekorganen verstelbaar langs de lengterichting van het tweede steunorgaan. Dit verschaft nog een mogelijkheid voor verstelling van de kantelhoek tussen het fotovoltaïsche paneel en de houder.

In een verdere uitvoeringsvorm is ook het eerste steunorgaan voorzien van uitsteek-15 organen, op welke uitsteekorganen bevestigingsmiddelen voor een fotovoltaïsch paneel zijn aangebracht. Dit verschaft een verdere mogelijkheid voor verstelling van de kantelhoek tussen het fotovoltaïsche paneel en de houder.

In een verdere uitvoeringsvorm is een uitsteekorgaan in- en uitklapbaar ten opzichte van zijn steunorgaan. Dit verschaft het voordeel dat de houder in een compacte maat kan 20 worden gebracht. Ook kan met het inklappen van de uitsteekorganen van het tweede steunorgaan het eerste steunorgaan in zijn ingeklapte stand worden vastgehouden. Dit is voordelig bij het verplaatsen van een nog te installeren houder.

Ook kan het tweede steunorgaan worden voorzien van hoogte-verstellingsmiddelen zoals instelschroeven aan de onderzijde van het steunorgaan. Dit verschaft het voordeel dat 25 oneffenheden van de ondergrond kunnen worden opgevangen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de bevestigingsmiddelen van de houder voor het bevestigen van het fotovoltaïsche paneel haakvormig en werken ze samen met een aan het fotovoltaïsche paneel aangebrachte opneemruimte, waarbij de breedte van de opneem-ruimte ongeveer even breed is als de hoogte van de haakvormige bevestigingsmiddelen, 30 waarbij de opneemruimte aan haar binnenzijde is voorzien van een of meer ribben die tegen een in de opneemruimte opgenomen bevestigingsmiddel aandrukken. Dit verschaft een eenvoudige en snelle klembevestiging van het fotovoltaïsche paneel aan de houder.

In een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm omvat een houder voor een fotovolta-isch paneel twee in hoofdzaak verticaal georiënteerde langwerpige delen welke met elkaar rf 017567*1 8 zijn verbonden door een eerste dwars op de langwerpige delen georiënteerd verbindingsor-gaan, waarbij het vlak waarin de twee langwerpige delen en het eerste verbindingsorgaan liggen tenminste voor een deel open is, en omvat verder twee in hoofdzaak over hun gehele lengte op een ondergrond zoals een vlak dak steunende langwerpige delen welke met el-5 kaar zijn verbonden door een tweede dwars ten opzichte van deze twee langwerpige delen georiënteerd verbindingsorgaan, waarbij de verticaal georiënteerde langwerpige delen ieder aan hun onderzijde zijn verbonden met een van de op de ondergrond steunende langwerpige delen, waarbij deze twee verbindingen verstelbaar zijn in lengterichting langs de op de ondergrond steunende langwerpige delen, waarbij de eerste en tweede verbindingsorganen 10 U-vormige profielen zijn waarin verzwarende schoormiddelen zoals een betontegel zijn opgenomen, waarbij de schoormiddelen de verticale en op de ondergrond steunende langwerpige delen in hun onderlinge stand schoren en de houder verzwaren, waarbij de op de ondergrond steunende langwerpige delen zijn voorzien van uitsteekorganen, waarbij zowel deze uitsteekorganen als de twee verticaal georiënteerde langwerpige delen zijn voorzien 15 van haakvormige bevestigingsmiddelen voor een fotovoltaïsch paneel, waarbij de uitsteekorganen zodanig verticaal gericht zijn dat wanneer het fotovoltaïsche paneel is bevestigd er aan de voorzijde van de houder een doorstroomoppervlak is.

Bij voorkeur worden fotovoltaïsche panelen aan elkaar worden onder gebruikmaking van de houder volgens de uitvinding, waarbij de fotovoltaïsche panelen rechtstreeks 20 zij-aan-zij met elkaar worden verbonden door middel van haakvormige bevestigingsmiddelen en waarbij de houders volgens de uitvinding waarop de fotovoltaïsche panelen zijn aangebracht in de lengterichting aan elkaar worden gekoppeld onder gebruikmaking van koppelingsorganen welke samenwerken met een of meer hol uitgevoerde langwerpige delen van het tweede steunorgaan van de houder.

25

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van de tekening, in de diverse figuren verwijzen gelijke cijfers naar gelijke organen van de houder.

Figuur 1 toont een perspectivisch rechter-zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding waarin een schoormiddel is opgenomen en waaraan een 30 fotovoltaïsch paneel is bevestigd.

Figuur 2 toont een voorbeeld van een opneemorgaan van het tweede steunorgaan van een houder volgens de uitvinding.

Figuur 3 toont in perspectivisch aanzicht een uitvoeringsvorm van een opneemorgaan van het eerste steunorgaan van een houder volgens de uitvinding.

1017567· 9

Figuur 4 toont een houder volgens de uitvinding met de steunorganen in hun ingeklapte stand.

Figuur 5 toont de houder volgens Figuur 4 voorzien van een afneembaar opneemor-gaan van het eerste steunorgaan.

5 Figuur 6 toont de houder volgens Figuur 5 met de steunorganen in hun uitgeklapte stand.

Figuur 7 toont de houder volgens Figuur 6 waarbij het afneembare opneemorgaan van het tweede steunorgaan nog niet is aangebracht.

Figuur 8 toont de houder volgens Figuur 7 waarbij er een schoormiddel is opge-10 nomen in de opneemorganen van de steunorganen.

Figuur 9 toont de houder volgens Figuur 8 waarop een fotovoltaïsch paneel is aangebracht.

Figuur 10 toont in detail een uitsteekorgaan van het tweede steunorgaan waarbij het uitsteekorgaan is voorzien van een bevestigingsmiddel voor het bevestigen van een fotovol-15 taïsch paneel.

Figuur 11 toont in detail een uiteinde van een langwerpig deel van het eerste steunorgaan waarop een bevestigingsmiddel voor een fotovoltaïsch paneel is aangebracht.

Figuur 12 toont twee uitvoeringsvorm van een klembevestiging voor het bevestigen van een fotovoltaïsch paneel aan een bevestigingsmiddel van een houder volgens de uit-20 vinding.

Figuur 13 toont in perspectivisch aanzicht van links boven af gezien een deel van een rangschikking van een aantal houders volgens de uitvinding.

Figuur 14 toont in linker-zijaanzicht het deel van de rangschikking van houders volgens Figuur 13.

25 Figuur 15 toont in achteraanzicht het deel van de rangschikking van houders vol gens Figuur 13.

Figuur 16 toont in achteraanzicht een detail van de onderzijde van ene langwerpig deel van het eerste steunorgaan van een houder waarbij het langwerpige deel voorzien is van een koppelingsorgaan.

30

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een voorbeeld van een houder volgens de uitvinding welke in elkaar is gezet en geplaatst, waarbij de houder is voorzien van een schoormiddel en een fotovoltaïsch paneel. De houder 1 omvat een eerste steunorgaan 2 en een tweede steunorgaan 3. In dit voorbeeld omvat het eerste steunorgaan 2 twee lang- 10175671 10 werpige delen 4 en 5 welke met elkaar worden verbonden door een opneemorgaan 6. Het tweede steunorgaan 3 omvat twee langwerpige delen 7 en 8 welke met elkaar worden verbonden door een opneemorgaan 9. De steunorganen 2 en 3 zijn met elkaar verbonden bij plaatsen 10 en 11. De opneemorganen 6 en 9 nemen een schoormiddel 12 op. In het getoon-5 de voorbeeld is het schoormiddel 12 een betonplaat. Het eerste steunorgaan 2 is voorzien van bevestigingsmiddelen 13 en 14, en het tweede steunorgaan 3 is voorzien van uitsteek-organen 15 en 16. Op de uitsteekorganen 15 en 16 zijn bevestigingsmiddelen (niet getoond) voor het bevestigen van een fotovoltaïsch paneel 17 aangebracht.

Figuur 2 toont een voorbeeld van een opneemorgaan van het tweede steunorgaan 10 van een houder volgens de uitvinding. Figuur 2 toont de houder 1 van rechts gezien. Het tweede steunorgaan 3 omvat in dit voorbeeld twee langwerpige delen 7 en 8. Deze twee delen 7 en 8 worden met elkaar verbonden door een opneemorgaan 9 dat in hoofdzaak dwars ten opzichte van de lengterichting van de delen 7 en 8 is georiënteerd. Het opneemorgaan 9 is in dit voorbeeld gootvormig, omvattende een bodem 18 met aan weerszijden van de bo-15 dem wanden 19 en 20, waarbij de wanden aan hun bovenrand naar elkaar toe gebogen zijn ter vorming van middelen voor het klemmen van een in het opneemorgaan op te nemen schoormiddel (niet getoond). De delen 7 en 8 zijn aan hun naar de voorzijde van de houder 1 gerichte uiteinden voorzien van uitsteekorganen 15 resp. 16, waarbij de uitsteekorganen in hun ingeklapte stand zijn. De uitsteekorganen 15 en 16 zijn aan him vrije uiteinden voorzien 20 van bevestigingsmiddelen 21 resp. 22 voor bevestiging aan een fotovoltaïsch paneel (niet getoond). De delen 7 en 8 tonen elk aan hun naar de voorzijde van de houder gerichte uiteinden een rij gaten bedoeld voor gebruik bij het verstellen van de uitsteekorganen 15 en 16 langs de lengterichting van hun betreffende langwerpige deel. De langwerpige delen 7 en 8 zijn aan hun naar de achterzijde van de houder gerichte uiteinden verbonden met een eerste 25 steunorgaan 2 dat twee verticaal georiënteerde langwerpige delen 4 en 5 omvat. De langwerpige delen 4 en 5 zijn met elkaar verbonden door een opneemorgaan 6 dat in hoofdzaak dwars ten opzichte van de lengterichting van de langwerpige delen 4 en 5 is georiënteerd en de delen 4 en 5 met elkaar verbindt. De langwerpige delen 4 en 5 zijn aan hun respectievelijke verticaal georiënteerde vrije uiteinden voorzien van bevestigingsmiddelen 13 resp. 14. 30 Figuur 3 toont in perspectivisch aanzicht een uitvoeringsvorm van een opneemor gaan van het eerste steunorgaan van een houder volgens de uitvinding. De getoonde houder 1 is dezelfde als volgens het voorbeeld van Figuur 2, maar nu van voor naar achter en schuin van rechtsboven af gezien. Kortheidshalve wordt nu alleen de plaats en constructie van het opneemorgaan 6 van het eerste steunorgaan 2 beschreven. Het eerste steunorgaan 2 1017567·! 11 omvat in dit voorbeeld twee langwerpige delen 4 en 5. Deze twee delen 4 en 5 steken in hoofdzaak verticaal omhoog en worden met elkaar verbonden door een opneemorgaan 6 dat in hoofdzaak horizontaal loopt. Het opneemorgaan 6 is in dit voorbeeld in hoofdzaak U-vormig, waarbij zijn middendeel 23 verticaal georiënteerd is en aan weerskanten over-5 gaat in wanden 24 en 25, waarbij de wanden aan hun eindrand langs de lengterichting van het opneemorgaan 6 in eikaars richting gebogen zijn ter vorming van middelen voor het klemmen van een in het opneemorgaan op te nemen schoormiddel (niet getoond).

Figuur 4 toont een houder volgens de uitvinding met de steunorganen in hun ingeklapte stand waarbij de steunorganen elk zijn voorzien van een afneembaar opneemorgaan 10 (niet getoond) voor het opnemen van schoormiddelen.

In het getoonde voorbeeld maken in de ingeklapte stand de uitsteekorganen 15 en 16 van het tweede steunorgaan 3 en de bevestigingsmiddelen 13 en 14 van het eerste steunor-gaan 2 contact met elkaar. Deze uitsteekorganen en bevestigingsmiddelen kunnen aan hun wederzijdse contactpunten worden voorzien van met elkaar samenwerkende middelen 15 (niet getoond) voor zekering van de ingeklapte stand.

In dit figuur is tevens te zien dat er op de plaatsen 10 en 11 waar de langwerpige delen 4 en 5 met de langwerpige delen 7 en 8 scharnierbaar zijn verbonden de langwerpige delen 4 en 5 ieder aan hun onderzijde een uitsnede 24 tonen die, wanneer de houder in uitgeklapte stand is, met het betreffende langwerpige deel van het tweede steunorgaan 3 20 samenwerkt.

Figuur 5 toont de houder volgens Figuur 4 waarbij een afneembaar opneemorgaan 6 de twee langwerpige delen 4 en 5 van het eerste steunorgaan 2 met elkaar verbindt. In dit figuur is niet te zien of er tevens een al dan niet afneembaar opneemorgaan 9 welk de langwerpige delen 7 en 8 van het tweede steunorgaan 3 met elkaar verbindt is aangebracht.

25 Figuur 6 toont de houder volgens Figuur 5 met de steunorganen 2 en 3 in hun uit geklapte stand. Nu is wel te zien dat er geen opneemorgaan is dat de langwerpige delen 7 en 8 van het tweede steunorgaan 3 met elkaar verbindt.

Figuur 7 toont de houder volgens Figuur 6 waarbij er een afneembaar opneemorgaan 9, welk de langwerpige delen 7 en 8 van het tweede steunorgaan 3 met elkaar ver-30 bindt, is aangebracht. De vorm van het opneemorgaan 9 is dezelfde als die van het opneemorgaan 9 hierboven beschreven met betrekking tot Figuur 2.

Figuur 8 toont de houder volgens Figuur 7 waarbij er een schoormiddel 12 is opgenomen in de opneemorganen 6 en 9 van de steunorganen 2 resp. 3.

1017567« 12

Figuur 9 toont de houder volgens Figuur 8 waarop een fotovoltaïsch paneel 17 is aangebracht. Figuur 9 is hetzelfde als Figuur 1; kortheidshalve wordt verwezen naar wat hierboven daarover is beschreven.

Figuur 10 toont in detail het uitsteekorgaan 15 van het langwerpige deel 7 (niet ge-5 toond) van het tweede steunorgaan 3 (niet getoond). Uitsteekorganen 15 en 16 zijn gelijkvormig. Aan de onderzijde van het uitsteekorgaan 15 is er een aantal gaten aangebracht voor gebruik ter verbinding van het uitsteekorgaan met zijn betreffende langwerpige deel 7 (niet getoond). In dit voorbeeld wordt het uitsteekorgaan 15 in zijn uitgeklapte stand getoond. Het uitsteekorgaan is een in hoofdzaak U-vormig profiel omvattende een bodem 26 10 (hier dus rechtopstaand getoond) verbonden met twee wanden 27 en 28. De hoogte van de wanden 27 en 28 neemt af tussen het uiteinde van het uitsteekorgaan waar het met het betreffende langwerpige deel van een steunorgaan wordt verbonden en het uiteinde van het uitsteekorgaan waar het bevestigingsmiddel 21 voor het bevestigen van een fotovoltaïsch paneel (niet getoond) wordt aangebracht. Aan de wanden 27 en 28 is nabij het uiteinde van 15 het uitsteekorgaan met het bevestigingsmiddel 21 voorzien in verstelbare middelen 30 (in dit voorbeeld een vijftal gaten) waarin door middel van een scharnier het bevestigingsmiddel 21 is aangebracht. Het aan een fotovoltaïsch paneel aan te grijpen deel 31 van het bevestigingsmiddel 21 is haakvormig.

Figuur 11 toont het bevestigingsmiddel 13 voor een fotovoltaïsch paneel, welk be-20 vestigingsmiddel in dit voorbeeld zonder tussenkomst van een uitsteekorgaan (niet getoond) is aangebracht op het langwerpige deel 4 van het eerste steunorgaan 2. Het vrije uiteinde van het langwerpige deel 4 is een in hoofdzaak U-vormig profiel omvattende een bodem 32 (hier dus rechtopstaand getoond) verbonden met twee wanden 33 en 34. De hoogte van de wanden 33 en 34 neemt af tussen de plaats 10 (niet getoond) waar het lang-25 werpige deel 4 met het tweede steunorgaan 3 (niet getoond) wordt verbonden en het vrije uiteinde waar het bevestigingsmiddel 13 voor het bevestigen van een fotovoltaïsch paneel (niet getoond) is aangebracht. Aan de wanden 33 en 34 is nabij het vrije uiteinde van het langwerpige deel 4 voorzien in verstelbare middelen 35 (in dit voorbeeld een vijftal gaten) waarmee het bevestigingsmiddel 13 is aangebracht. Het aan een fotovoltaïsch paneel aan te 30 grijpen deel 36 van het bevestigingsmiddel 36 is haakvormig. Volgens dit voorbeeld zijn de constructie en werking van het bevestigingsmiddel 13 ook voor het overige dezelfde als die van het bevestigingsmiddel 21 volgens Figuur 10.

De bevestigingsmiddelen van de houder voor het bevestigen van het fotovoltaïsche paneel aan het eerste steunorgaan kunnen in tegengestelde richting ten opzichte van de be- T0T7567* 13 vestigingsmiddelen van de houder voor het bevestigen van het fotovoltaïsche paneel aan het tweede steunorgaan worden georiënteerd. Ook kunnen ze zodanig worden uitgevoerd en georiënteerd dat ze zowel in lengterichting als in breedterichting van een fotovoltaïsch paneel aan het fotovoltaïsche paneel kunnen worden bevestigd. Wanneer ze zodanig wor-5 den georiënteerd dat ze in breedterichting van een fotovoltaïsch paneel aan het fotovoltaïsche paneel kunnen worden bevestigd, dan kunnen ze wanneer ze twee aan twee en met hun haken onderling van elkaar af gekeerd aan hun betreffende langwerpige delen van een steunorgaan bevestigd zijn, een reeks fotovoltaïsche panelen met elkaar verbinden. Dit is bepaald voordelig bij gebruik van een houder met twee steunorganen waarbij elk steunor-10 gaan twee langwerpige delen omvat, omdat voor montage van elk twee fotovoltaïsche panelen slechts drie in plaats van vier steunorganen nodig zullen zijn.

Figuur 12 toont een aanzicht van een dwarsdoorsnede van twee uitvoeringsvormen van een klembevestiging voor het bevestigen van een fotovoltaïsch paneel aan een houder volgens de uitvinding. In dit voorbeeld betreft het een profiel 37 met twee opneemholten A 15 en B. In de uitvoeringsvorm links in dit figuur zijn de opneemholten A en B versprongen ten opzichte van elkaar, en in de uitvoeringsvorm rechts in dit figuur zijn de opneemholten A en B gestapeld. Opneemholte A is een omrandingsprofiel voor het fotovoltaïsche paneel. Het profiel 37 omvat twee kamers, kamer 38 voor het opnemen van het paneel zelf en kamer 39 voor het opnemen van overtollig lijm dat gebruikt wordt bij het verbinden van op-20 neemholte A met het fotovoltaïsche paneel. Opneemholte B omvat een kamer 40. De ingang van kamer 40 heeft aan weerszijden daarvan twee ribben 41 en 42. Ribbe 41 zorgt voor een vaste aanslag van het bevestigingsmiddel 13. Ribbe 42 zorgt ervoor dat het opgenomen bevestigingsmiddel 13 niet zonder kantelen uit de kamer 40 kan worden getrokken. Wanneer het haakvormige deel van een bevestigingsmiddel in tegengestelde richting is georiënteerd 25 (dus in het figuur naar links wijst), dan vervult ribbe 41 de hierboven aan ribbe 42 toegedichte functie en zorgt ribbe 42 voor een vaste aanslag voor het bevestigingsmiddel.

Een voorbeeld van een werkwijze voor montage van de houder volgens de uitvinding volgt uit de voorgaande beschrijving. Figuren 4-9 geven in deze volgorde de stappen van montage aan.

30 Figuur 13 toont een voorbeeld van aan elkaar gekoppelde houders 1 volgens de uit vinding. Elke houder zoals getoond komt overeen met die volgens Figuur 1. De langwerpige delen 4 en 5 van de voorste houder zijn elk aan hun onderzijde bij de uitsnede 24 -welke uitsnede in de getoonde uitgeklapte stand van de houder samenwerkt met het betreffende langwerpige deel 7 resp. 8 van het tweede steunorgaan 3—voorzien van langwerpige kop- 1017567· 14 pelingsorganen 43 en 44. Deze koppelingsorganen zijn aan hun naar elkaar toe gekeerde zijden voorzien van profielen of randen 45 resp. 46 waarop een verzwaringsmiddel zoals een betontegel te rusten kan worden gelegd. In het getoonde voorbeeld rusten de houders en de koppelingsorganen niet rechtstreeks op een ondergrond zoals een vlak dak maar met 5 tussenkomst van bijvoorbeeld rubberen dragers 47 resp. 48, zulks met het doel beschadiging van de ondergrond, in dit voorbeeld dakbekledingsmateriaal, te voorkomen.

Figuur 14 toont het getoonde volgens Figuur 13 in linker-zijaanzicht. Het is uiteraard mogelijk om meer verzwaringsmiddelen zoals betontegels op elkaar te stapelen, bestemd voor zowel tussen de opneemorganen 6 en 9 als tussen de koppelingsorganen 43 en 44.

10 Figuur 15 toont een achteraanzicht van de houder volgens de uitvinding waarop een fotovoltaïsch paneel is aangebracht. Het getoonde voorbeeld kan zowel een eigenstandige houder als de achterste van een aantal aan elkaar gekoppelde houders voorstellen.

Figuur 16 toont in achteraanzicht de onderzijde van het langwerpige deel 4 van het eerste steunorgaan 2 van een houder 1, waarbij het langwerpige deel 4 hol is en voorzien is 15 van een koppelingsorgaan 43. Ook het langwerpige deel 7 van het tweede steunorgaan 3 is te zien, waarin het koppelingsorgaan 43 is ingeschoven. De verbinding tussen de twee steunorganen van de houder rust op de rubberen drager 47, welke drager 47 op een ondergrond steunt. Ter rechterzijde wordt de rand 45 van het koppelingsorgaan 43 getoond. Er rust een betontegel 49 (waarvan slechts een hoek te zien is) op de rand 45.

20 De houder volgens de uitvinding biedt derhalve een grote constructiestijfheid —te meer wanneer een aantal fotovoltaïsche panelen rechtstreeks aan elkaar gekoppeld is onder gebruikmaking van de haakvormige bevestigingsmiddelen en een aantal houders rechtstreeks aan elkaar gekoppeld is onder gebruikmaking van hol uitgevoerde langwerpige delen van het tweede steunorgaan waarin koppelingsorganen worden opgenomen. Bovendien 25 leidt het koppelen van een aantal houders aan elkaar onder gebruikmaking van de hierboven beschreven koppelingsorganen tot een lagere dakbelasting. De houder volgens de uitvinding is ook in hoge mate bestand tegen druk van aanstromende lucht en tegen neerwaartse krachten uitgeoefend door een aangebracht fotovoltaïsch paneel en boven het paneel rustende materie zoals sneeuw. Ook de dakbelasting is gunstig aangezien er met één 30 verzwarend schoormiddel kan worden volstaan. Verder is het aantal organen waaruit de houder wordt gevormd klein, zijn de organen licht en hebben ze makkelijk hanteerbare vormen, zijn er weinig montagehandelingen nodig, zijn de te maken verbindingen en bevestigingen makkelijk, en is er bij bepaalde uitvoeringsvormen geen montagegereedschap nodig. De houder volgens de uitvinding is geschikt voor gebruik met fotovoltaïsche panelen 1017567* 5 15 van verschillende afmetingen. Bij gebruik zorgen de schoormiddelen onder bepaalde omstandigheden ook voor koeling door doorstromende lucht naar het aangebrachte fotovoltaï-sche paneel te geleiden.

1 017 567M

Claims

1. Houder voor een fotovoltaïsch paneel, omvattende een eerste steunorgaan en een tweede steunorgaan voor het steunen van een fotovoltaïsch paneel die tijdens ge- 5 bruik met elkaar verbonden zijn, waarbij elk steunorgaan is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van het fotovoltaïsche paneel, waarbij het eerste steunorgaan tijdens gebruik een hoek maakt met een ondergrond en het tweede steunorgaan op de ondergrond steunt, 10 waarbij bij voorkeur het eerste steunorgaan ten opzichte van het tweede steunorgaan zwenkbaar is tussen een ingeklapte stand en een uitgeklapte stand onder de genoemde hoek, waarbij bij meer voorkeur de hoek tussen het eerste steunorgaan en het tweede steunorgaan instelbaar is in een aantal uitgeklapte standen, 15 waarbij elk steunorgaan is voorzien van een opneemorgaan, welke opneemorganen aangebracht zijn voor het opnemen van middelen die de houder verzwaren, met het kenmerk, dat de opneemorganen tevens dienen voor het opnemen van middelen die de steunorganen in hun onderlinge stand schoren. 20

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opneemorganen zodanig geplaatst zijn dat bij het opnemen van de schoormiddelen de schoormiddelen zowel schoren als verzwaren.

3. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het op neemorgaan van het tweede steunorgaan een U-vormig profiel omvat, welk U-vormig profiel bij voorkeur een rand omvat voor het opnemen van de schoormiddelen.

4. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste steunorgaan tenminste voor een deel open is. 1017567·

5. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een steunorgaan twee in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar gelegen langwerpige delen omvat waarbij het op-neemorgaan de twee langwerpige delen met elkaar verbindt.

6. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verbinding tussen het eerste steunorgaan en het tweede steunorgaan verstelbaar is in lengterichting langs het tweede steunorgaan.

7. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede steunorgaan 10 is voorzien van uitsteekorganen, op welke uitsteekorganen bevestigingsmiddelen voor een fotovoltaïsch paneel, bij voorkeur in hoogte ten opzichte van de uitsteekorganen instelbare bevestigingsmiddelen, zijn aangebracht, waarbij de uitsteekorganen zodanig zijn dat wanneer het fotovoltaïsche paneel is bevestigd er aan de voorzijde van de houder een doorstroomoppervlak is. 15

8. Houder volgens conclusie 7, waarbij de uitsteekorganen verstelbaar zijn langs de lengterichting van het tweede steunorgaan.

9. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsmid- 20 delen van de houder voor het bevestigen van het fotovoltaïsche paneel aan het eerste steunorgaan in tegengestelde richting zijn georiënteerd ten opzichte van de bevestigingsmiddelen van de houder voor het bevestigen van het fotovoltaïsche paneel aan het tweede steunorgaan.

10. Houder volgens conclusie 9, waarbij de bevestigingsmiddelen van de houder voor het bevestigen van het fotovoltaïsche paneel haakvormig zijn en samenwerken met een aan het fotovoltaïsche paneel aangebrachte opneemruimte, waarbij de breedte van de opneemruimte ongeveer even breed is als de hoogte van de haakvormige bevestigingsmiddelen, waarbij de opneemruimte aan haar binnenzijde is voorzien van 30 een of meer ribben die tegen een in de opneemruimte opgenomen bevestigings middel aandrukken.

11. Houder voor een fotovoltaïsch paneel, omvattende twee in hoofdzaak verticaal georiënteerde langwerpige delen welke met elkaar zijn verbonden door een eerste 1017567· dwars op de langwerpige delen georiënteerd verbindingsorgaan, waarbij het vlak waarin de twee langwerpige delen en het eerste verbindingsorgaan liggen tenminste voor een deel open is, verder omvattende twee in hoofdzaak over hun gehele lengte op een ondergrond zoals een vlak dak steunende langwerpige delen welke met el-5 kaar zijn verbonden door een tweede dwars ten opzichte van deze twee langwerpige delen georiënteerd verbindingsorgaan, waarbij de verticaal georiënteerde langwerpige delen ieder aan hun onderzijde zijn verbonden met een van de op de ondergrond steunende langwerpige delen, waarbij deze twee verbindingen verstelbaar zijn langs de lengterichting van de op de ondergrond steunende langwerpige delen, 10 waarbij de eerste en tweede verbindingsorganen U-vormige profielen zijn waarin verzwarende schoormiddelen zoals een betontegel zijn opgenomen, waarbij de schoormiddelen de verticale en op de ondergrond steunende langwerpige delen in hun onderlinge stand schoren en de houder verzwaren, waarbij de op de ondergrond steunende langwerpige delen zijn voorzien van uitsteekorganen, waarbij zo-15 wel deze uitsteekorganen als de twee verticaal georiënteerde langwerpige delen zijn voorzien van haakvormige bevestigingsmiddelen voor een fotovoltaïsch paneel, waarbij de uitsteekorganen zodanig verticaal gericht zijn dat wanneer het fotovoltaï-sche paneel is bevestigd er aan de voorzijde van de houder een doorstroomopper-vlak is. 20

12. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een langwerpig deel van het tweede steunorgaan hol is uitgevoerd, zodanig dat in de holte een koppelingsorgaan kan worden opgenomen voor het in lengterichting van het langwerpige deel van het tweede steunorgaan aan elkaar koppelen van een aantal 25 houders. -0-0-0- 1017567·