NL1017506C2 - Audio-in-video embedding systeem. - Google Patents

Description

» t

Titel: Audio-in-video embedding systeem

De onderhavige uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op professionele apparatuur voor het verwerken van digitale video- en audiosignalen. Daarbij is het gewenst om te beschikken over middelen die audiosignalen videosignalen met 5 elkaar combineren tot een gecombineerd signaal. Huidige technologie maakt het mogelijk om meerdere kanalen van digitale audio toe te voegen aan de digitale video. Het is derhalve mogelijk om een inrichting voor het combineren van videosignalen en audiosignalen, in het hiernavolgende ook aangeduid 10 met de term "embedder", te voorzien van een groot aantal audio-ingangen; afhankelijk van het aantal kanalen audio dat moet worden gecombineerd met de video, worden dan één of meerdere van die audio-ingangen gebruikt. In de meeste gevallen zal echter slechts een beperkt aantal van de audio-ingangen 15 gebruikt worden. Een embedder die is voorzien van een groot aantal audio-ingangen waarvan er slechts enkele worden gebruikt, is onnodig duur.

Het is daarom thans gebruikelijk om een embedder modulair op te bouwen. Elke embedder-module is ingericht voor het 20 combineren van het videosignaal met een voorafbepaald aantal audiokanalen, doorgaans vier. Indien het gewenst is om meerdere audiosignalen te combineren met het videosignaal, worden meerdere van deze embedder-modules in serie met elkaar verbonden.

25 Figuur 1 illustreert deze conventionele topologie. Die topologie omvat een videoconverter-module 10 met een ingang 11 voor het ontvangen van een conventioneel composiet videosignaal V. De videoconverter-module 10 omvat verder een analoog-naar-digitaal omzetter 12, een logische eenheid 13, en een parallel-30 naar-serieel omzetter 14. De analoog-naar-digitaal omzetter 12, in het hiernavolgende ook aangeduid als ADC, zet het ontvangen composiet videosignaal om in een parallel digitaal videosignaal. De logische eenheid 13, in het hiernavolgende ook aangeduid als LU, voert desgewenst een bewerking uit op het '017506 2 parallelle digitale videosignaal. De parallel-naar-serieel omzetter 14, in het hiernavolgende ook aangeduid als PSC, zet de parallelle digitale videosignalen op een geschikte wijze om in een serieel digitaal videosignaal. Dit seriële gedigitali-5 seerde videosignaal DV wordt aangeboden bij een uitgang 19 van de videoconverter-module 10.

De protocollen voor het omzetten van het analoge composiet videosignaal V naar het gedigitaliseerde videosignaal DV zijn voor een goed begrip van de onderhavige uitvinding niet van 10 belang, en zullen hier niet nader worden besproken. Volstaan wordt met op te merken, dat dit op zich bekende protocollen kunnen zijn, zoals voor een deskundige duidelijk zal zijn.

De conventionele topologie omvat voorts een aantal embedder-modules 20. Elke embedder-module 20 heeft een eerste 15 ingang 21 voor het ontvangen van een serieel digitaal videosignaal DV, en een tweede ingang voor het ontvangen van een analoog audiosignaal AA. Het digitale videosignaal DV wordt toegevoerd naar een serieel-naar-parallel omzetter 23, in het hiernavolgende ook aangeduid als SPC, en het analoge audio-20 signaal wordt toegevoerd naar een ADC 24. De uitgangssignalen van de SPC 23 en de ADC 24 worden toegevoerd naar een LU 25, die het digitale audiosignaal combineert met het parallelle digitale videosignaal. De uitgangssignalen van de LU 25 worden toegevoerd naar een PSC 26, die, op vergelijkbare wijze als de 25 genoemde PSC 14 van de videoconverter-module 10, een serieel digitaal audio/video-combinatiesignaal levert aan een uitgang 29 van de embedder-module 20.

Indien het gewenst is om meerdere audiosignalen te combineren met het videosignaal, worden meerdere embedder-30 modules 20 met elkaar in serie gekoppeld, waarbij steeds de eerste ingang 21 van een embedder-module 20 wordt verbonden met de uitgang 29 van de voorgaande embedder-module 20, zoals geïllustreerd in de figuur.

De bovenbeschreven topologie kan worden toegepast voor 35 individuele audiosignalen. Het is echter reeds gebruikelijk dat conventionele embedder-modules zijn ingericht voor het ontvangen en embedden van vier individuele analoge audiosignalen. Volgens de huidige formattering van digitale videosignalen kunnen er maximaal 16 audiosignalen worden gecombineerd met een 1017506 3 enkel videosignaal. Dit betekent, dat er normaliter maximaal vier embedder-modules 20 met elkaar in serie zullen worden geplaatst.

Zoals duidelijk zal zijn uit de bovenstaande beschrijving 5 van figuur 1, bevat elke embedder-module 20 een SPC, een PSC, een ADC, en een LU. Dit maakt elke embedder-module toch nog betrekkelijk gecompliceerd. Daarenboven is het dus bij de geïllustreerde conventionele topologie nodig om, indien het gewenst is om het maximale aantal audiosignalen te combineren 10 met een videosignaal, een achtvoudige conversie-bewerking uit te voeren op het seriële digitale videosignaal, namelijk vier opeenvolgende conversies van serieel naar parallel en terug.

Dit grote aantal conversies is nadelig voor de 'signaal-kwaliteit.

15 Een verder probleem van de conventionele topologie betreft het mechanische ontwerp. Uiteraard is het mogelijk om elke module 10, 20 uit te voeren als op zichzelf staande apparaten, waarvan de gewenste ingangen en uitgangen door middel van kabels met elkaar moeten worden verbonden door de gebruiker.

20 Dit is echter erg onpraktisch. Het is gewenst om de modules 10, 20 uit te voeren als printplaten die worden gemonteerd in een gemeenschappelijke systeemkast. De printplaten worden daartoe geplaatst in standaard in die systeemkast gemonteerde connectoren. Conventioneel is daartoe in een systeemkast steeds 25 een connector voor de videoconverter-module 10 geassocieerd met een groep van vier connectoren voor de maximaal vier embedder-modules 20. Wanneer het gebruikte aantal embedders minder dan het maximale aantal bedraagt, moeten er dus enkele connectoren onbenut blijven, hetgeen een verlies van ruimte binnen de 30 systeemkast betekent.

Daarbij is het dan een probleem, dat een uitgang van een embedder-module, afhankelijk van de omstandigheden, moet worden verbonden met de uitgang van de systeemkast dan wel met de ingang van een volgende embedder-module. Wanneer een extra 35 embedder-module moet worden geplaatst, moet de reeds bestaande verbinding van de uitgang van de voorgaande embedder-module met de uitgang van de systeemkast worden losgemaakt, en moet een nieuwe verbinding worden gemaakt van de uitgang van de voor- 1 0 1 7 5 0 6 - 1 4 gaande enibedder-module naar de ingang van de extra embedder-module.

Uiteraard is het mogelijk om voor elke module meerdere connectoren te monteren in de systeemkast, en een module 5 slechts in één van die betreffende connectoren te plaatsen, afhankelijk van de configuratie. Ook dan zal echter, steeds wanneer een extra embedder-module moet worden geplaatst, de voorgaande embedder-module moeten worden verplaatst naar een andere connector. Bovendien is dan het aantal connectoren in de 10 systeemkast onnodig groot, terwijl het grote aantal niet-gebruikte connectoren een verlies van ruimte binnen de systeemkast betekent.

De onderhavige uitvinding beoogt een oplossing voor de bovengenoemde problemen te bieden.

15 Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding worden de functies van bewerking van het parallelle gedigitaliseerde videosignaal enerzijds, en embedding van audiosignalen anderzijds, uitgevoerd in een enkele geïntegreerde videoconverter/audio-embedder module. Deze 20 geïntegreerde module heeft ingangen voor het ontvangen van gedigitaliseerde audiosignalen. Voorts zijn audioconverter-modules aanwezig, die analoge audio-signalen omzetten in digitale audio-signalen, en aanbieden aan corresponderende ingangen van de geïntegreerde videoconverter/audio-embedder 25 module.

Volgens een verder belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding worden is elke audioconverter-module ingericht voor het overdragen van het digitale audio-signaal zoals geleverd door een volgende audioconverter-module, zodat de verbinding 30 van een extra te plaatsen audioconverter-module plaats vindt onder tussenkomst van alle voorgaande audioconverter-modules, zonder dat die voorgaande audioconverter-modules losgenomen hoeven te worden.

In een systeemkast zijn connectoren op een geschikte 35 manier met elkaar verbonden. Als bij een bepaalde videoconverter/audio-embedder module slechts een gering aantal audioconverter-modules wordt toegepast, kunnen de overige connectoren toch worden gebruikt door een volgende groep van 1017506 5 een videoconverter/audio-embedder module en daarmee geassocieerde audioconverter-modules.

Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de 5 onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: 10 figuur 1 het ontwerp van een conventioneel audio-in-video embedding systeem illustreert; figuur 2 een met figuur 1 vergelijkbare figuur is die het ontwerp van een audio-in-video embedding systeem volgens de onderhavige uitvinding illustreert; 15 figuur 3 schematisch een perspectiefaanzicht toont van een systeemkast met daarin gemonteerde modules volgens de onderhavige uitvinding; figuur 4 schematisch de verbindingen van bij de onderhavige uitvinding toegepaste connectoren illustreert; 20 en figuur 5 schematisch twee naast elkaar gemonteerde groepen van modules illustreert.

Figuur 2 is een met figuur 1 vergelijkbare figuur die de topologie illustreert van een audio-in-video embedding systeem 25 volgens de onderhavige uitvinding. Dit door de onderhavige uitvinding voorgestelde systeem 1 omvat nu een geïntegreerde videoconverter/audio-embedder module 30 die in veel opzichten vergelijkbaar is met de eerder beschreven conventionele video-converter unit 10. Meer in het bijzonder omvat de geïntegreerde 30 videoconverter/audio-embedder module 30, in het hiernavolgende ook aangeduid als IVCAEM 30, een ADC 32 die vergelijkbaar is met de conventionele ADC 12, een LU 33 die vergelijkbaar is met de conventionele LU 13, en een PSC 34 die vergelijkbaar is met de conventionele PSC 14. De IVCAEM 30 volgens de onderhavige 35 uitvinding onderscheidt zich door extra ingangsaansluitingen 35 die zijn gekoppeld met de LU 33. Deze ingangsaansluitingen 35 zijn elk bestemd voor het ontvangen van een gedigitaliseerd audiosignaal.

1017506 6

In het geïllustreerde voorbeeld is de IVCAEM 30 ingericht voor het verwerken van vier audiokanalen, elk in feite corresponderend met vier individuele gedigitaliseerde audio-signalen, hetgeen overeenkomt met het maximale aantal van de 5 huidige formattering. De IVCAEM 30 heeft daartoe vier van dergelijke extra ingangsaansluitingen 35, die onderling zijn onderscheiden door toevoeging van een letter; elke extra ingangsaansluiting 35 is dus in feite een viervoudige ingangs-aansluiting, maar dit detail zal in het hiernavolgende niet 10 worden herhaald. In het hiernavolgende zullen de extra ingangsaansluitingen 35 ook worden aangeduid als audio-ingang.

Het systeem 1 volgens de onderhavige uitvinding omvat voorts een aantal audio-convertermodules 40 (in dit voorbeeld maximaal vier per IVCAEM 30), die onderling zijn onderscheiden 15 door toevoeging van een letter. Elke audio-convertermodule 40 heeft een ingang 41 en een ADC 42, vergelijkbaar met de ADC 24 van de conventionele embedder-module 20. Elke audio-convertermodule 40 heeft een uitgang 49 voor het verschaffen van een gedigitaliseerd audiosignaal. In gebruik is de uitgang 49 van 20 een audio-convertermodule 40 verbonden met een audio-ingang 35 van de IVCAEM 30, zodat het door audio-convertermodule 40 gedigitaliseerde audiosignaal wordt aangeboden aan de LU 33 van de IVCAEM 30. De LU 33 bewerkt het van de ADC 32 afkomstige gedigitaliseerde videosignaal, rekening houdend met het 25 gedigitaliseerde audiosignaal van de ADC 42, zodat er aan de uitgang 39 van de IVCAEM 30 direct een serieel digitaal audio/video-combinatiesignaal wordt verschaft. Het uitvoeren van additionele conversiestappen zoals bij de stand der techniek noodzakelijk is, is volgens de onderhavige uitvinding 30 dus niet meer nodig.

In figuur 2 is getoond, dat de uitgang 49A van een eerste audio-convertermodule 40A is verbonden met een eerste audio-ingang 35A van de IVCAEM 30. Wanneer er meerdere audiosignalen moeten worden ingevoegd, wordt een tweede audio-convertermodule 35 40B toegepast, waarvan de uitgang 49B wordt verbonden met een tweede audio-ingang 35B van de IVCAEM 30. In een mogelijke uitvoeringsvorm van het systeem volgens de onderhavige uitvinding wordt de tweede audio-convertermodule 40B rechtstreeks aangesloten op de IVCAEM 30. In de geïllustreerde 1 0 1 7 5 Θ e 7 voorkeursuitvoeringsvorm echter wordt de tweede audio-convertermodule 40B aangesloten op de IVCAEM 30 onder tussenkomst van de eerste audio-convertermodule 40A. De eerste audio-convertermodule 40A heeft daartoe een eerste 5 transferleiding 51A met een eerste transferingang 54A en een eerste transferuitgang 57A. De eerste transferuitgang 57A is standaard verbonden met de tweede audio-ingang 35B van de IVCAEM 30. De uitgang 49B van de tweede audio-convertermodule 40B wordt verbonden met de eerste transferingang 54A. Aldus is 10 de uitgang 49B van de tweede audio-convertermodule 40B via de eerste transferleiding 51A van de eerste audio-convertermodule 40A verbonden met de tweede audio-ingang 35B van de IVCAEM 30. De IVCAEM 30 ontvangt nu de audiosignalen van twee audio-convertermodules 40, en de LU 33 houdt bij het bewerken van de 15 digitale videosignalen direct rekening met deze twee audio-signalen.

Bij voorkeur zijn de audio-convertermodules 40 identiek. Getoond is derhalve in figuur 2, dat ook de tweede audio-convertermodule 40B is voorzien van een eerste transferleiding 20 51B met een eerste transferingang 54B en een eerste transfer uitgang 57B.

In het weergegeven voorbeeld is het systeem 1 bestemd voor het aansluiten van maximaal vier audio-convertermodules 40 op de IVCAEM 30. Elke audio-convertermodule 40 heeft daartoe een 25 tweede transferleiding 52 met een tweede transferingang 55 en een tweede transferuitgang 58, alsmede een derde transferleiding 53 met een derde transferingang 56 en een derde transferuitgang 59. Van de eerste audio-convertermodule 40A zijn de tweede transferuitgang 58A en de derde transferuitgang 30 59A standaard verbonden met respectievelijk de derde audio- ingang 35C en de vierde audio-ingang 35D van de IVCAEM 30. Wanneer de tweede audio-convertermodule 40B is aangesloten op de eerste audio-convertermodule 40A, zijn de eerste en tweede tbansferuitgangen 57B, 58B van de tweede audio-convertermodule 35 40B’. standaard verbonden met respectievelijk de tweede en derde transferingangen 55A, 56A van de eerste audio-convertermodule 40A. Derde, en vierde audio-convertermodules 40C, 40D (niet weergegeven in figuur 2) worden op vergelijkbare wijze 1 0 1 7 5 0 6 8 aangesloten op respectievelijk de tweede en derde audio-convertermodule 40B, 40C.

Aldus is dan de uitgang 49C van de derde audio-converter-module 40C via de eerste transferleiding 51B van de tweede 5 audio-convertermodule 40B en via de tweede transferleiding 52A van de eerste audio-convertermodule 40A verbonden met de derde audio-ingang 35C van de IVCAEM 30, en is dan de uitgang 49D van de vierde audio-convertermodule 40D via de eerste transfer-leiding 51C van de derde audio-convertermodule 40C en via de 10 tweede transferleiding 52B van de tweede audio-convertermodule 40B en de derde transferleiding 53A van de eerste audio-convertermodule 40A verbonden met de vierde audio-ingang 35D van de IVCAEM 30. De IVCAEM 30 ontvangt dan de audiosignalen van vier audio-convertermodules 40, en de LU 33 houdt bij het 15 bewerken van de digitale videosignalen direct rekening met deze vier audiosignalen.

Het moge voor een deskundige duidelijk zijn, dat het principe van dit systeem makkelijk kan worden uitgebreid naar meerdere audio-convertermodules 40, door elke module 40 te 20 voorzien van meerdere transferbanen en de IVCAEM 30 te voorzien van meerdere audio-ingangen.

Aldus wordt volgens de onderhavige uitvinding het belangrijke voordeel geboden, dat geen additionele conversie-25 stappen nodig zijn. Belangrijk hierbij is, dat de audio- uitgangen 49 van de audio-convertermodules 40 moeten worden verbonden met de juiste audio-ingangen 35 van de IVCAEM 30. Als een audio-convertermodule 40 rechtstreeks zou worden aangesloten op de IVCAEM 30, zou de gebruiker dus handmatig de 30 juiste audio-ingang van de IVCAEM 30 moeten kiezen. Als alternatief zouden er meerdere connectoren beschikbaar kunnen zijn voor het plaatsen van audio-convertermodules 40, waarbij elke connector zou zijn verbonden met een corresponderende audio-ingang 35 van de IVCAEM 30, maar een nadeel zou dan zijn, 35 dat connectoren ongebruikt blijven. Doordat de audio-convertermodules 40 zijn voorzien van transferleidingen zoals hierboven beschreven, waarbij steeds de signaaluitgang en transfer-uitgangen van een volgende audio-convertermodule 40 worden aangesloten op transferingangen van een vorige audio-converter- 1017506 9 module 40, terwijl voorts de signaaluitgang en de transfer-uitgangen van de eerste audio-convertermodule 40A standaard zijn verbonden met de audio-ingangen 35 van de IVCAEM 30, wordt automatisch voor de elke audio-convertermodule 40 de juiste 5 audio-ingang van de IVCAEM 30 gekozen.

In het voorgaande is beschreven, dat de opeenvolgende audio-convertermodules 40 op elkaar worden aangesloten, en dat de signaaloverdracht van een audio-convertermodule 40 naar de 10 IVCAEM 30 plaatsvindt via de tussengelegen audio-convertermodules 40. Dit kan in principe worden bereikt door de opeenvolgende audio-convertermodules 40 ook fysiek met elkaar te verbinden, maar dat heeft niet de voorkeur. Bij voorkeur worden de verschillende modules 30, 40, zoals hierboven reeds vermeld, 15 geplaatst in vast in een systeemkast gemonteerde connectoren.

De hierboven beschreven signaaloverdracht vindt dan dus plaats via die connectoren, waartoe de connectoren in de systeemkast op een voorafbepaalde manier met elkaar zijn gekoppeld, zoals in het hiernavolgende nader zal worden uitgelegd.

20 Figuur 3 toont een schematisch perspectiefaanzicht van een systeemkast 100 met meerdere opneemposities voor het plaatsen van een module 30 of 40. Die opneemposities zijn in het weergegeven voorbeeld gedefinieerd door langwerpige geleide-beugels 110 die zich uitstrekken van een voorzijde 101 van de 25 systeemkast naar een achterzijde 102 daarvan. De modules 30 en 40 zijn uitgevoerd als of gemonteerd op printplaten 103, 104 die bij hun achteruiteinden zijn voorzien van plaatconnectoren 60. De plaatconnectoren 60 zijn in principe identiek. Elke plaatconnector heeft, zoals gebruikelijk, een aantal connector-30 aansluitingen corresponderend met respectieve ingangs- aansluitingen of uitgangsaansluitingen van de betreffende module, hetgeen in figuur 3 niet is weergegeven. Bij voorafbepaalde locaties in de systeemkast 100 is, voor elke opneempositie, een op een als printplaat uitgevoerde drager 111 35 gemonteerde kast-connector 120 aanwezig, passend bij de plaatconnectoren 60. Ook de kast-connectoren 120 hebben elk, zoals gebruikelijk, een voorafbepaald aantal connector-aansluitingen. De connector-aansluitingen van naast elkaar gelegen kast- _ 1017506 10 connectoren 120 zijn met elkaar verbonden, zoals hierna zal worden uitgelegd onder verwijzing naar figuur 4.

Figuur 4 illustreert schematisch een reeks van vijf connectoren 120x t/m 120s, aangebracht op de drager 111. Het 5 aantal connectoren 120 zal in de praktijk groter zijn dan vijf. De connectoren 120i zijn in principe identiek. Elke connector 120i omvat een vooraf bepaald aantal N ingangsaansluitingen Ai(ïl en een even groot aantal N uitgangsaansluitingen Bi,n, met n = 1, 2, ... N. In dit voorbeeld zijn de connectoren 120 10 bestemd voor een topologie met maximaal vier audio-converter-modules 40 per IVCAEM 30, zodat N=4. Van opeenvolgende connectoren 120 zijn steeds de ingangsaansluitingen A en uitgangsaansluitingen B paarsgewijs met elkaar verbonden door een vaste verbinding 130. Meer in het bijzonder geldt, dat 15 steeds een uitgangsaansluiting Bi,x van een connector 120i door middel van een vaste verbindingsleiding 130x is verbonden met een ingangsaansluiting Ai+i,x van de volgende connector 120i+1, voor elke x van 1 tot N.

In figuur 4 is voorts getoond, dat een IVCAEM 30 is 20 gemonteerd op een printplaat 103. De plaatconnector 60 van deze printplaat 103 omvat N ingangsaansluitingen Ti t/m TN (N=4), die verbonden zijn met respectievelijk de audio-ingangs-aansluitingen 35A t/m 35D van de IVCAEM 30. Wanneer de printplaat 103 wordt geplaatst in een systeemkast 100 volgens de 25 onderhavige uitvinding en de corresponderende plaatconnector 60 verbinding maakt met een kastconnector 120i, zijn de ingangsaansluitingen Tx verbonden met respectieve uitgangsaansluitingen Bi,x van die betreffende kastconnector 120i, voor x = 1 t/m N.

30 In figuur 4 is voorts getoond, dat een audio-converter- module 40 is gemonteerd op een printplaat 104. De plaatconnector 60 van deze printplaat 104 omvat N-l ingangsaansluitingen Ti t/m TN_i (N=4), die verbonden zijn met respectievelijk de transferingangen 54 t/m 56 van de audio-35 convertermodule 40. De plaatconnector 60 van deze printplaat 104 omvat voorts N uitgangsaansluitingen Ui t/m UN (N=4), die verbonden zijn met respectievelijk de audio-uitgang 49 en de drie transferuitgangen 57 t/m 59 van de audio-convertermodule 40. Wanneer de printplaat 104 wordt geplaatst in een systeem- 1017506 11 kast 100 volgens de onderhavige uitvinding en de corresponderende plaatconnector 60 verbinding maakt met een kast-connector 120i+1, zijn de ingangsaansluitingen Tx verbonden met respectieve uitgangsaansluitingen Bi+i,x van die betreffende 5 kastconnector 1201+1, voor x = 1 t/m N-l, en zijn de uitgangsaansluitingen Uy verbonden met respectieve ingangsaansluitingen Ai+i,y van die betreffende kastconnector 120i+i, voor y= 1 t/m N.

In het bovenstaande is module 40 gemonteerd op een printplaat 104, en maken de transferleidingen 51, 52, 53 deel 10 uit van de module 40. Het is echter ook mogelijk, dat de transfer-verbindingen zijn geïmplementeerd op de printplaat 104 of zelfs direct in de connector 60, dat wil zeggen rechtstreeks tussen de ingangsaansluitingen Tx en de uitgangsaansluitingen

Uy.

15

Voor het aldus aansluiten van vier audio-convertermodules 40 op de ene gemeenschappelijke IVCAEM 30 kan aldus gebruik worden gemaakt van vijf identieke kastconnectoren 120. Daarbij is echter geen enkele kastconnector uitsluitend bestemd voor 20 het ontvangen van een IVCAEM 30 dan wel voor het ontvangen van een audio-convertermodule 40: in principe kan elke kastconnector zowel voor het ontvangen van een IVCAEM 30 als voor het ontvangen van een audio-convertermodule 40 worden gebruikt. Er kunnen derhalve in de systeemkast meerdere groepen van 25 audiomodules en bijbehorende gemeenschappelijke IVCAEM worden aangebracht, waarbij de groepen niet even groot hoeven te zijn, en waarbij het mogelijk is om elke aanwezige kastconnector te benutten.

Figuur 5 illustreert bijvoorbeeld een situatie waarbij een 30 eerste groep 201 twee audio-convertermodules 40A, 40B omvat, en aldus drie naast elkaar gelegen kastconnectoren 120i, 120i+i, 120i+2 bezet. Indien er op de vierde kastconnector l20i+3 een derde audio-convertermodule 40C zou worden gemonteerd, dan zou hierdoor de eerste groep 201 worden uitgebreid naar drie audio-35 convertermodules, waarbij dan het uitgangssignaal van deze derde audio-convertermodule 40C zou worden doorgekoppeld naar de derde audio-ingang 35C van de in kastconnector 201+ gemonteerde IVCAEM 30, zoals in het voorgaande uitgelegd. Hetzelfde zou, mutatis mutandis, gelden voor een op de vijfde 1017506 12 kastconnector 120i+4 gemonteerde vierde audio-convertermodule 40D. Echter, bij de in figuur 5 geïllustreerde situatie is op de vierde kastconnector 120i+3 een tweede IVCAEM 30 gemonteerd, hetgeen de eerste module is van een tweede groep 202. Aangezien 5 een IVCAEM 30 geen uitgangsaansluitingen heeft die corresponderen met genoemde ingangsaansluitingen van de kastconnectoren, zal er geen ongewenst uitgangssignaal vanuit de tweede IVCAEM 30 terecht kunnen komen bij de eerste IVCAEM 30.

Bij bij de in figuur 5 geïllustreerde situatie is op de 10 vijfde kastconnector 120i+4 een audio-convertermodule 40 gemonteerd. Zoals hierboven uitgelegd, zou dit de vierde audio-convertermodule 40D van de eerste groep 201 zijn indien er op de vierde kastconnector 120i+3 een derde audio-convertermodule 40C zou zijn gemonteerd. Echter, nu dat er op de vierde 15 kastconnector 120i+3 een tweede IVCAEM 30 is gemonteerd, is de op de vijfde kastconnector 120i+4 gemonteerde audio-convertermodule de eerste audio-convertermodule 40A van de tweede groep 202. Het uitgangssignaal van deze audiomodule komt nu dus terecht bij de eerste audio-ingang 35A van de tweede IVCAEM, en 20 niet meer bij de vierde audio-ingang 35D van de eerste IVCAEM.

Opgemerkt wordt, dat elke module nog zal zijn voorzien van verdere aansluitingen, bijvoorbeeld voor voedingsspanning en, voor wat betreft de IVCAEM, videosignalen. Deze verdere 25 aansluitingen zijn in het bovenstaande niet besproken, en in de figuren niet getoond, omdat zij geen betrekking hebben op de wederzijdse koppeling van de audiosignalen. Het moge duidelijk zijn, dat voor dergelijke verdere aansluitingen verdere connectoren aanwezig kunnen zijn in de systeemkast. Het is 30 echter ook mogelijk, dat die verdere connectoren met de besproken connectoren een geheel vormen; in dat geval hebben de besproken connectoren 60 en 120 in feite dus meer aansluitingen dan de besproken aansluitingen.

35 Aldus verschaft de onderhavige uitvinding een efficiënt systeem voor het combineren van audiosignalen en videosignalen. Het systeem omvat een IVCAEM 30 met een ingang 31 voor composiet videosignalen en een voorafbepaald aantal N ingangen 35 voor digitale audiosignalen, welke IVCAEM 30 is ingericht om 1017506 13 de ontvangen videosignalen te digitaliseren, te combineren met de ontvangen audiosignalen, en het gecombineerde signaal als uitgangssignaal te verschaffen. Het systeem omvat voorts een audio-convertermodule 40 met een ingang 41 voor analoge 5 audiosignalen en een uitgang 49 voor gedigitaliseerde audiosignalen, welke audio-convertermodule 40 voorts N-l transferleidingen 51, 52, 53 omvat. Het systeem omvat voorts een stelsel van kastconnectoren 120 die een IVCAEM 30 en een audio-convertermodule 40, naar keuze, kunnen ontvangen. Van 10 elke kastconnector 120i zijn de uitgangsaansluitingen Bj.,x verbonden met ingangsaansluitingen Ai+i,x van de naastgelegen kastconnector 120i+i.

Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang 15 van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.

20 Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat de modules 30, 40 niet vanaf de voorzijde 101 maar vanaf de achterzijde 102 in de systeemkast 100 worden geplaatst, en dat de kast-connectoren 120 zich dus bij de voorzijde 101 bevinden.

Voorts is het mogelijk, dat een IVCAEM 30 is ingericht 25 voor het ontvangen van reeds gedigitaliseerde videosignalen. In dat geval is er een video-ingang aanwezig die rechtstreeks is gekoppeld met de LU 33, en kan de ADC 32 worden weggelaten. Als variant kan een dergelijke ingang aanwezig zijn parallel aan de genoemde video-ingang 31.

30 Evenzo is het mogelijk, dat een audiomodule is ingericht voor het ontvangen van reeds gedigitaliseerde audiosignalen. In dat geval is er audio-ingang aanwezig die rechtstreeks is gekoppeld met de audio-uitgang 49, en kan de ADC 42 worden weggelaten.

35 In een andere variant kan het gewenst zijn de gedigitali seerde audio/video-signalen uit te voeren in parallel formaat in plaats van serieel formaat. In dat geval kan de PSC 34 van de IVCAEM 30 worden weggelaten.

1017506 14

Voorts is het mogelijk dat de systeemkast is ingericht voor het toestaan van meerdere audio-convertermodules 40 per IVCAEM 30 dan het genoemde maximale aantal N (N=4). Vooruitlopend op eventuele latere uitbreiding zou elke kastconnector 5 120 dus meer dan N ingangsaansluitingen A en uitgangs- aansluitingen B kunnen hebben, waarbij de corresponderende ingangsaansluitingen A en uitgangsaansluitingen B van naburige kastconnectoren met elkaar zijn verbonden door meer dan N vaste leidingen 130, van welke aansluitingen er dan steeds slecht N 10 in gebruik zijn.

1017506

Claims (11)

1. Geïntegreerde videoconverter/audio-embedder module (30), omvattende: een videoingang (31) voor het ontvangen van videosignalen; een voorafbepaald aantal N audio-ingangen (35) voor het 5 ontvangen van gedigitaliseerde audiosignalen; een logische eenheid (33) voor het met elkaar combineren van de bij genoemde ingangen (31, 35) ontvangen videosignalen en audiosignalen en het genereren van een digitaal audio/video-combinatiesignaal; 10. een uitgang (39) voor het verschaffen van het digitaal audio/video-combinatiesignaal.

2. Module volgens conclusie 1, voorts omvattende een analoog-naar-digitaal omzetter (32) waarvan een ingang is gekoppeld met 15 genoemde video-ingang (31) van de module (30) en waarvan een uitgang is gekoppeld met een ingang van de logische eenheid (33) .

3. Module volgens conclusie 1 of 2, voorts omvattende een 20 parallel-naar-serieel omzetter (34) waarvan een ingang is gekoppeld met een uitgang van de logische eenheid (33) en waarvan een uitgang is gekoppeld met genoemde uitgang (39) van de module (30).

4. Audioconverter-module (40), omvattende: een audioingang (41) voor het ontvangen van audiosignalen; een audio-uitgang (49) voor het verschaffen van gedigitaliseerde audiosignalen; een voorafbepaald aantal N-l transferleidingen (51, 52, 30 53) met respectieve ingangen (54, 55, 56) en uitgangen (57, 58, 59) .

5. Module volgens conclusie 4, voorts omvattende een analoog-naar-digitaal omzetter (42) waarvan een ingang is gekoppeld met 35 genoemde audio-ingang (41) van de module (40) en waarvan een 1017506 uitgang is gekoppeld met genoemde audio-uitgang (49) van de module (40).

6. Systeemkast (100), omvattende een voorafbepaald aantal, 5 onderling in hoofdzaak identieke kastconnectoren (120), waarbij elke kastconnector (120j_) een voorafbepaald aantal N ingangs-aansluitingen (Ai,n) en uitgangsaansluitingen (Bi,n) omvat, met n = 1, 2, 3 ____N; en waarbij van elke kastconnector (120*) elke uitgangs-10 aansluiting (Bj./X) door middel van een vaste leiding (130x) is verbonden met een corresponderende ingangsaansluiting (Ai+liX) van de naastgelegen kastconnector (120i+i) .

7. Audio-in-video embedding systeem (1), omvattende: 15 een systeemkast (100) volgens conclusie 6; ten minste één geïntegreerde videoconverter/audio-embedder module (30) volgens een willekeurige der conclusies 1-3; en ten minste één audioconverter-module (40) volgens een willekeurige der conclusies 4-5. 20

8. Systeem volgens conclusie 7; waarbij het genoemde voorafbepaalde aantal (N) audio-ingangen (35) van de ten minste ene geïntegreerde videoconverter/audio-embedder module (30) gelijk is aan het genoemde voorafbepaalde 25 aantal (N-l) transferleidingen (51, 52, 53) van de ten minste ene audioconverter-module (40) vermeerderd met het aantal audio-uitgangen (49) van die audioconverter-module (40).

9. Systeem volgens conclusie 8; 30 waarbij het genoemde voorafbepaalde aantal (N) ingangs- aansluitingen (Ai,n) en uitgangsaansluitingen (Bi,n) van elke kastconnector (120i) van de systeemkast (100) minstens gelijk is aan het genoemde voorafbepaalde aantal (N) audio-ingangen (35) van de ten minste ene geïntegreerde videoconverter/audio-35 embedder module (30).

10. Systeem volgens een willekeurige der conclusies 7-9, waarbij genoemde geïntegreerde videoconverter/audio-embedder module (30) is voorzien van een module-connector (60) passend 1017506 op de kastconnectoren (120) van genoemde systeemkast (100); welke module-connector (60) is voorzien van ingangs-aansluitingen (Τχ t/m TN) , die respectievelijk verbonden zijn met de genoemde audio-ingangsaansluitingen (35) van de genoemde 5 geïntegreerde videoconverter/audio-embedder module (30); waarbij, in de situatie dat genoemde module-connector (60) is gekoppeld met een bepaalde kastconnector (120χ) van genoemde systeemkast (100), genoemde ingangsaansluitingen (Tx) koppelen met de genoemde uitgangsaansluitingen (Βχ;Χ) van die bepaalde 10 kastconnector (120χ), voor x = 1 t/m N.

11. Systeem volgens een willekeurige der conclusies 7-10, waarbij genoemde audio-convertermodule (40) is voorzien van een module-connector (60) passend op de kastconnectoren (120) van 15 genoemde systeemkast (100) ; welke module-connector (60) is voorzien van ingangsaansluitingen (Τχ t/m ΤΝ_χ) , die respectievelijk verbonden zijn met de genoemde transferleidingen (51, 52, 53) van de genoemde audio-convertermodule (40) ; 20 welke module-connector (60) voorts is voorzien van een eerste uitgangsaansluiting (Ux) , die verbonden is met genoemde audio-uitgang (49) van de genoemde audio-convertermodule (40); welke module-connector (60) voorts is voorzien van uitgangsaansluitingen (U2 t/m UN) , die respectievelijk verbonden zijn 25 met de genoemde transferleidingen (51, 52, 53) van de genoemde audio-convertermodule (40) ; waarbij, in de situatie dat genoemde module-connector (60) is gekoppeld met een bepaalde kastconnector (120χ) van genoemde systeemkast (100), genoemde ingangsaansluitingen (Tx) koppelen 30 met de genoemde uitgangsaansluitingen (Bi/X) van die bepaalde kastconnector (120χ), voor x = 1 t/m N-l, terwijl genoemde uitgangsaansluitingen (Uy) koppelen met de genoemde ingangsaansluitingen (Αχ,γ) van die bepaalde kastconnector (120χ), voor y = 1 t/m N. 1 0 1 7 5 0 6