NL1017316C2 - Vouwbaar zonnescherm. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Vouwbaar zonnescherm.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een vouwbaar zonnescherm met een kantelbaar scherm.

5 Een zonnescherm kan een comfortabéle ruimte voor activi teiten buitenshuis bieden. Een zogenaamd zonnescherm met vrije arm, vervaardigd door Glatz Ltd., omvat een hoofdframe, een steunframe voor een scherm en een scherm. Ofschoon het steunframe voor het scherm van het zonnescherm met vrije arm kantelbaar (draaibaar) in alle 10 richtingen is voor het verkrijgen van optimale schaduw is het echter gebleken, dat de instelling lastig is. Meer in het bijzonder moet de gebruiker het scherm omlaag bewegen naar een bereikbaar niveau (anders wordt een stoel of dergelijke vereist om het scherm te bereiken), het scherm draaien en het scherm weer omhoog bewegen. De gebruiker moet 15 het mechanisme voor het instellen van de hoogte van het scherm tweemaal in werking stellen. In aanvulling is de inrichting, die draaien van het scherm in alle richtingen toestaat, gecompliceerd en kan door sterke wind in werking worden gesteld. Verder is het volume van het zonnescherm verhoudingsgewijs groot en dus ondoelmatig en duur in 20 transport. U.S. octrooi nr. 6.152.156 openbaart een verbeterd zonnescherm, dat gemakkelijke bediening in het instellen van de kantelhoek van het scherm mogelijk maakt. De huidige uitvinding is bestemd voor het verschaffen van een verbeterd ontwerp om verder vouwen van het zonnescherm voor het verminderen van het volume voor transport moge-25 lijk te maken.

Het is een eerste oogmerk van de huidige uitvinding een verbeterd zonnescherm te verschaffen waarin het scherm kantelbaar is en instelling van de kantelhoek van het scherm gemakkelijk kan worden verkregen.

30 Het is een ander oogmerk van de huidige uitvinding een verbeterd zonnescherm te verschaffen waarin het scherm betrouwbaar in een gewenste kantelhoek kan worden vastgehouden.

Het is een verder oogmerk van de huidige uitvinding een verbeterd zonnescherm te verschaffen dat vouwbaar is. In aanvulling 35 kan het steunframe van het scherm samen met het scherm, indien niet in gebruik, van de elleboog worden losgekoppeld.

1017315- 2

Een en ander kan worden bereikt door toepassing van een zonnescherm zoals geclaimd in conclusie 1.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande tekeningen.

5 Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een zonne scherm volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een geëxplodeerd perspectivisch aanzicht van een steunframe voor het scherm van het zonnescherm.

Figuur 3 toont een deel doorsnede van het zonnescherm, 10 waarin het steunframe van het scherm in een geheel uitgestoken stand is.

Figuur 4 toont een met figuur 3 overeenkomend aanzicht onder het weergeven van een vouwen van het steunframe van het scherm.

Figuur 5 toont een zijaanzicht waaruit het kantelen van het 15 scherm blijkt.

Figuur 6 toont een gedeelte van het hoofdframe van het zonnescherm, gedeeltelijk in doorsnede.

Figuur 7 toont een deel van het zonnescherm in perspectief voor het weergeven van een vouwen van het hoofdframe.

20 Figuur 8 toont een gedeelte van het hoofdframe in gevouwen stand, gedeeltelijk in doorsnede.

Figuur 9 toont een zijaanzicht van het zonnescherm in gevouwen stand.

Figuur 10 toont een met figuur 9 overeenkomend zijaanzicht 25 waarin het zonnescherm in geheel gevouwen stand is.

Figuur 11 toont op grotere schaal in doorsnede een deel van de gekromde buis.

Figuur 12 is een met figuur 11 overeenkomend aanzicht waarin een duwknop naar binnen is geduwd.

30 Figuur 13 toont een met figuur 11 overeenkomend aanzicht, waarbij een binnenste buissectie van de gebogen buis teruggetrokken is in een buitenste buissectie van de gebogen buis.

Verwijzend naar de tekeningen en in het bijzonder naar figuur 1 omvat een zonnescherm volgens de huidige uitvinding een 35 hoofdframe 1 en een steunframe 2 (figuur 3) voor een scherm 3. Het hoofdframe 1 omvat een steunstang 12, een schuifbaar om de steunstang '101 7j . _ .

3 12 aangebrachte instel huls 14 en een op de instel huls 14 aangebrachte hefboom 16. Indien de hefboom 16 in een vergrendelde stand is wordt de instelhuls 14 met wrijving op zijn plaats tegengehouden en indien de hefboom 16 in een vrijgeefstand is wordt schuifbeweging van de instel-5 huls 14 ten opzichte van de steunstang 12 toegestaan.

De steunstang 12 omvat tenminste twee buissecties. In deze uitvoeringsvorm omvat de steunstang 12 een onderste buissectie 12a en een bovenste buissectie 12b waarvan een onderste einde telescopisch is opgenomen in de onderste buissectie 12a. Een regelhuls 13 is aange-10 bracht op een bovenste einde van de onderste buissectie 12a om de bovenste buissectie 12b en de onderste buissectie 12a op hun plaats vast te houden of om telescopische beweging van de bovenste buissectie 12b ten opzichte van de onderste buissectie 12a, zoals later zal worden beschreven, toe te staan. Een vasthoudhuls 18 is bij 20 zwenk-15 baar verbonden met een bovenste einde van de bovenste buissectie 12b. Een gebogen buis 24 is aangebracht en omvat tenminste twee buissecties. In deze uitvoeringsvorm omvat de gebogen buis 24 een buitenste buissectie 24a en een binnenste buissectie 24b waarvan een einde telescopisch is opgenomen in de buitenste buissectie 24a. De 20 buitenste buissectie 24a is schuifbaar gestoken door de vasthoudhuls 18. Een regelhuls 26 is aangebracht op een einde van de buitenste buissectie 24a om de binnenste buissectie 24b en de buitenste buissectie 24a op hun plaats vast te houden of om telescopische beweging van de binnenste buissectie 24b ten opzichte van de buitenste buis- 25 sectie 24a, zoals later zal worden beschreven, toe te staan. Een op het andere einde van de binnenste buissectie 24b aangebrachte elleboog 34 en een haspel 28 is aangebracht op een einde van de buitenste buissectie 24a. De haspel 28 omvat een handgreep 30 voor het met de hand in werking stellen van het vouwen en ontvouwen van het scherm 3, 30 zoals later zal worden beschreven.

Verwijzend naar figuren 2 en 3 omvat het steunframe 2 voor het scherm een ophangorgaan 44, een bovenste steunbasis 48 met een aantal daaraan bevestigde ribben voor het ondersteunen van het scherm 3 en een onderste steunbasis 46 met een aantal daaraan bevestigde 35 spanorganen 42 voor het ondersteunen van de ribben 40. De elleboog 34 omvat een niet van een verwijzingscijfer voorziene horizontale sectie i.y ü j. .

. ^ 4 4 en een verticale sectie 36, waarin een ankerkamer 38 is begrensd. Een kabel 32 omvat een eerste einde, dat bevestigd is aan en te bedienen is door de handgreep 30 van de haspel 28 om in terugtrekrichting en in vrijmaakrichting beweegbaar te zijn. Een tweede einde van de kabel 32 5 is bevestigd aan een anker 50 na te zijn gewikkeld door een schijf 52, welke op zijn beurt vrij draaibaar is aangebracht in de elleboog 34 met behulp van een pen 54. Het ophangorgaan 44 is door een pen 64 met de verticale sectie 36 van de elleboog 34 verbonden. De bovenste steunbasis 48 is losmaakbaar in ingrijping met het ophangorgaan 44. In 10 deze uitvoeringsvorm omvat de bovenste steunbasis 48 een buis 61 met een op een boveneinde daarvan aangebrachte knop 60, die door een veerkrachtig orgaan 62 naar buiten wordt gedrongen. Een steunhuls 56 is bovenop de onderste steunbasis 46 aangebracht en een onderste einde van de buis 61 is om de steunhuls 56 aangebracht. Het ophangorgaan 44 15 omvat een in een omtrek daarvan begrensd dwarsgat 58. Bij samenbouw wordt de buis 61 ingestoken in het ophangorgaan 44 en wordt de knop 60 door een binnenwand van het ophangorgaan 44 ingedrukt totdat de knop 66 het dwarsgat 58 bereikt en onder de werking van het veerkrachtig orgaan 62 naar buiten beweegt onder het daarbij verschaffen van een 20 veilige ingrijping tussen het ophangorgaan 44 en de buis 61. Losmaken van het ophangorgaan 44 en de buis 61 kan gemakkelijk worden verkregen door induwen van de knop 60 en naar beneden trekken van de buis 61. De onderste steunbasis 46 omvat een bovenste einde dat door geschikte middelen stevig verbonden is met het anker 50.

25 Het scherm 3 van het zonnescherm is in figuur 1 in geheel geopende stand. Indien niet in gebruik kan de gebruiker de handgreep 30 in werking stellen om de kabel 32 in de vrijgeefrichting te bewegen om daarbij het anker 50 zodanig omlaag te bewegen, dat het anker 50 loskomt uit de ankerkamer 38 van de elleboog 34 (figuur 4) en het 30 scherm 3 samenklapt (figuur 9). De gebruiker kan de handgreep 30 in werking stellen om de kabel 32 in de terugtrekrichting te bewegen teneinde het anker 50 omhoog te bewegen totdat het anker 50 intreedt in en dus wordt verankerd in de ankerkamer 38 zoals het beste is weergegeven in figuur 3. Het anker 50 brengt de elleboog 34 stevig in 35 ingrijping met het ophangorgaan 54 zoals hieronder nog nader zal worden beschreven.

1 0 1 /3 1 Q^ 5

Het scherm van het zonnescherm in figuur 1 is in een opstaande niet gekantelde stand. De regelhuls 26 op de gebogen buis 24 dient als een aanslag om de stand van de gebogen buis 24 vast te houden. Zoals afgebeeld in figuur 1 draagt de regelhuls 26 tegen de 5 vasthoudhuls 18 indien het scherm 3 in de opstaande stand is. Indien instelling van de kantel hoek van het scherm 3 wordt vereist wordt de hefboom 16 vrijgegeven om het mogelijk te maken, dat de instel huls 14 langs de steunstang 12 naar beneden beweegt (figuur 5). De de buitenste buissectie 24a en de binnenste buissectie 24b omvattende 10 gekromde buis 24 wordt langs de vasthoudhuls 18 geschoven totdat een gewenste kantelhoek van het scherm 3 voor optimale schaduw is bereikt. De hefboom 16 wordt dan naar zijn vergrendel stand omgezet. De zwenk-bare verbinding tussen de vasthoudhuls 18 en de steunstang 12 draagt bij in een gelijkmatige schuifbeweging van de gehele gebogen buis 24 15 ten opzichte van de vasthoudhuls 18. Van meer belang is dat het anker 50 het ophangorgaan 44 stevig in ingrijping brengt met de elleboog 34, zodat het 'scherm 3 betrouwbaar in een gewenste kantelhoek ten opzichte van de verticale hartlijn van de steunstang 12 kan worden vastgehouden.

20 Zoals in het bijzonder nader uit figuren 6 en 7 blijkt omvat de instelhuls 14 een verlenging 22, die zich naar buiten en omhoog uitstrekt en is voorzien van tenminste een groef 221 (twee groeven 221 in deze uitvoeringsvorm). Tenminste een verbindingsstang 222 (twee stangen in deze uitvoeringsvorm) heeft een eerste einde 25 zwenkbaar verbonden met de verlenging 22 en een tweede einde zwenkbaar verbonden met het einde van de buitenste buissectie 24a. Een positioneerhuls 223 is schuifbaar aangebracht op de verbindingsstangen 222. Indien de positioneerhuls 223 wordt bewogen naar een stand welke de groeven 221 van de verlenging 22 van de instelhuls 14 omsluit wordt 30 de gebogen buis 24 ondersteund en is het zonnescherm in een ontvouwen stand (figuur 6). Indien niet in gebruik wordt de positioneerhuls 223 wegbewogen van de verlenging 22 van de instelhuls 14 zoals weergegeven in figuur 7, zodat de verbindingsstangen 222 naar beneden kunnen worden verzwenkt naar een in figuur 8 weergegeven stand onder het 35 verlaten van de groeven 221. De groeven 221 kunnen een afmeting hebben voor het vasthouden van een gedeelte van de verbindingsstangen 222 101 731 6·^ 6 onder het toch toestaan van loskoppelen van de verbindingsstangen 222 uit de groeven 221 door middel van het met kracht verzwenken van de verbindingsstangen 222 om de instelhuls 14. Het zal duidelijk zijn, dat vouwen van de verbindingsstangen 222 kan worden voortgezet nadat 5 de instelhuls 14 naar zijn het best in figuur 9 weergegeven onderste stand is bewogen. Het zonnescherm kan dus worden samengevouwen en, indien niet in gebruik, een kleine ruimte innemen, hetgeen doelmatig is voor opslag en transport.

Zoals verder in figuur 10 is weergegeven kan het zonne-10 scherm verder worden samengevouwen voor het verder verminderen van het volume daarvan. Zoals blijkt uit figuur 13 omvat de buitenste buis-sectie 24a een dwarsgat 240 en omvat de regel huls 26 een met het dwarsgat 240 uitgelijnd gat 268. Een veerkrachtig element 262 heeft een eerste einde, dat stevig bevestigd is aan de binnenomtrek van de 15 binnenste buissectie 24b en een tweede einde, waaraan een duwknop 261 is bevestigd. Een eindkap 264 is stevig bevestigd aan het einde van de binnenste “buissectie 24b en omvat een flens 265 in schuivend contact met de binnenomtrek van de buitenste buissectie 24a. In aanvulling is een aanslag 263 stevig aangebracht om de binnenste buissectie 24b. 20 Zoals uit figuur 11 blijkt strekt, indien de gebogen buis 24 van het zonnescherm in een in figuur 9 weergegeven uitgestoken stand is, de duwknop 261 zich uit door het dwarsgat 240 van de buitenste buissectie 24a en het gat 268 van de regelhuls 26. De gebogen buis 24 wordt dus in zijn geheel uitgestoken stand vastgehouden door de duwknop 261. 25 Indien de duwknop 261 naar binnen wordt geduwd (figuur 12) en een langskracht wordt aangebracht op de binnenste buissectie 24 volgens de pijl in figuur 13 bewerkstelligt een koepel 261a van de duwknop 261, dat de duwknop 261 naar binnen wordt bewogen en dus losgekoppeld van het dwarsgat 240 van de buitenste buissectie 24a en het gat 268 van de 30 regelhuls 26. Zoals weergegeven in figuur 13 wordt dan de binnenste buissectie 24b teruggetrokken in de buitenste buissectie 24a. Dienovereenkomstig kan de gebogen buis 24 worden samengevouwen naar een stand zoals weergegeven in figuur 10. Indien de binnenste buissectie 24b uit de buitenste buissectie 24a wordt getrokken zal de duwknop 261 35 worden uitgestoken in het dwarse gat 240 van de buitenste buissectie 24a en het gat 268 van de regelhuls 26 onder de werking van het 10ΐΤ31β^ 7 veerkrachtig element 262 op het tijdstip, dat de duwknop 261 het niveau bereikt van het dwarsgat 240 van de buitenste buissectie 24a en het gat 268 van de regel huls 26. De aanslag 263 draagt tegen een eindvlak van de regel huls 26 om loskoppelen van de duwknop 261 te 5 verhinderen indien de gebogen buis 24 in zijn geheel uitgestoken stand is. De flens 265 van de eindkap 264 voorziet in een ondersteuning om stabiele schuifbeweging van de binnenste buissectie 24b ten opzichte van de buitenste buissectie 24a toe te staan. De regel huls 26 kan zijn voorzien van een concaaf oppervlak 266, dat het gat 268 omgeeft om 10 diepere drukwerking van de vingers van de gebruiker toe te staan.

Het zal duidelijk zijn, dat de regelhuls 13 voor de steunstang 12 een constructie bezit, die overeenkomt met die van de in figuur 11 weergegeven regelhuls 26. Indien dus een duwknop 131 (identiek aan duwknop 261) wordt aangeduwd kan de bovenste buissectie 15 12b worden teruggetrokken in de onderste buissectie 12a naar een in figuur 10 weergegeven stand. Terugtrekken en ontvouwen van de steunstang 12 geschiedt op overeenkomstige wijze als terugtrekken en ontvouwen van de gebogen buis 24 en zal dus niet nader behoeven te worden beschreven.

20 In overeenstemming met de bovenstaande beschrijving zal het duidelijk zijn, dat de kantel hoek van het scherm van het zonnescherm van de huidige uitvinding gemakkelijk kan worden ingesteld en het scherm na instelling betrouwbaar in de gewenste kantel stand wordt vastgehouden. Bovendien kan het gehele zonnescherm na dichtvouwen van 25 het scherm verder worden samengeklapt, hetgeen de kosten voor transport kan verminderen.

Verder kan, indien niet in gebruik, het steunframe 2 van het scherm tezamen met het scherm 3 worden losgekoppeld van de elleboog 34.

1017316^

Claims (17)

1. Zonnescherm voorzien van: een steunstang (12) met een ondereinde en een boveneinde; 5 een schuifbaar om de steunstang (12) aangebrachte instel- huls (14); een zwenkbaar met het boveneinde van de steunstang (12) verbonden vasthoudhuls (18); een zich schuifbaar door de vasthoudhuls (18) uitstrekkende 10 gebogen buis (24), die voorzien is van een eerste einde en een tweede einde; een met het eerste einde van de gebogen buis (24) verbonden elleboog (34), die is voorzien van een ankerkamer (38); een losmaakbaar in de ankerkamer (38) in ingrijping zijnd 15 anker (50); een steunframe (2) voor het ondersteunen van een scherm (3) en voorzien van een met de elleboog (34) verbonden ophangorgaan (44), van een bovenste steunbasis (48) met een aantal daaraan bevestigde ribben (40) voor het ondersteunen van een scherm (3), en van een 20 onderste steunbasis (46) met een aamtal daaraan bevestigde spanorganen (42) voor het ondersteunen van de ribben (40), waarbij de onderste steunbasis (46) met het anker (50) is verbonden; een op het tweede einde van de gebogen buis (24) aangebrachte haspel (28), die voorzien is van een handgreep (30); 25 een kabel (32), die met een eerste einde verbonden is met de handgreep (30) en met een tweede einde verbonden is met het anker (50), waarbij de kabel (32) in een terugtrekrichting en een vrijgeef-richting te bewegen is; een tussen het tweede einde van de gebogen buis (24) en de 30 instelhuls (14) aangesloten verbindingsstang (222); waarin indien de handgreep (30) in werking wordt gesteld voor het vrijgeven van de kabel in de vrijgeefrichting het anker wordt losgemaakt uit de ankerkamer (38) van de elleboog (34), terwijl het scherm (3) wordt gevouwen, en indien de handgreep (30) in werking 35 wordt gesteld om de kabel terug te trekken in de terugtrekrichting het anker in de ankerkamer (30) wordt bewogen en dus het ophangorgaan (44) 1017313« in ingrijping brengt met de elleboog (34) indien het scherm (3) in een geheel open stand is; waarin de instelhuls (14) schuifbaar is langs de steunstang (12) terwijl de gebogen buis (24) schuifbaar is langs de vasthoudhuls 5 (18) om een kantel hoek van het scherm (3) ten opzichte van de steun stang (12) in te stellen; waarin de gebogen buis (24) is voorzien van tenminste twee telescopische buissecties (24a en 24b) om instelling van een totale lengte van de gebogen buis mogelijk te maken; en 10 waarin de steunstang (12) is voorzien van tenminste twee telescopische buissecties (12a en 12b) om instelling van een totale lengte van de steunstang mogelijk te maken.

2. Zonnescherm volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gebogen buis (24) een regelhuls (26) omvat om schuifbeweging van de 15 gebogen buis (24) ten opzichte van de vasthoudhuls (18) tegen te gaan.

3. Zonnescherm volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de regelhuls (26) tegen de vasthoudhuls (18) draagt indien het scherm (3) in een opstaande stand is.

4. Zonnescherm volgens een der voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk, dat de gebogen buis (24) is voorzien van: een buitenste buissectie (24a) met een eerste einde waaraan de haspel (28) is bevestigd en een tweede einde, waarbij de buitenste sectie (24a) is voorzien van een dwarsgat (240); en een binnenste buissectie (24b) met een telescopisch in het 25 tweede einde van de buitenste buissectie (24a) opgenomen eerste einde en met een tweede einde waaraan de elleboog (34) is bevestigd; waarbij de regelhuls (26) op het tweede einde van de buitenste buissectie (24a) is aangebracht en voorzien is van een gat (268), dat in lijn ligt met het dwarsgat (240) van de buitenste 30 buissectie (24a); en verder voorzien van: een veerkrachtig element (262) dat met een eerste einde bevestigd is aan de binnenomtrek van de binnenste buissectie (24b) en aan een tweede einde waarvan een duwknop (261) is bevestigd; 35 waarbij, indien de gebogen buis (24) in een uitgestoken stand is, de duwknop (261) zich uitstrekt door het dwarsgat (240) van '*' n • ij ·' i; . <J'3| de buitenste buissectie (24a) en het gat (268) van de regelhuls (26); en waarbij, indien de duwknop (261) naar binnen wordt geduwd en een langskracht wordt aangebracht op de binnenste buissectie (24b) 5 in een terugtrekrichting de binnenste buissectie (24b) in de buitenste buissectie (24a) wordt teruggetrokken.

5. Zonnescherm volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat indien een langskracht wordt aangebracht op de binnenste buis (24b) in een vrijmaakrichting de binnenste buissectie (24b) uit de buitenste 10 buissectie (24a) wordt getrokken en de duwknop (261) wordt ingestoken in het dwarsgat (240) van de buitenste buissectie (24a) en het gat (268) van de regelhuls (26) onder de werking van het veerkrachtig element (262) indien de duwknop (261) het niveau bereikt van het dwarsgat (240) van de buitenste buissectie (24a) en het gat (268) van 15 de regelhuls (26).

6. Zonnescherm volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de duwknop(261) is voorzien van een koepel (261).

7. Zonnescherm volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste einde van de binnenste buissectie (24b) is 20 voorzien van een daaraan bevestigde eindkap (264), welke eindkap (264) is voorzien van een flens (265) die in schuivend contact is met de binnenomtrek van de buitenste buissectie (24a).

8. Zonnescherm volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aanslag (263) is aangebracht rondom de binnenste 25 buissectie (24b) en draagt tegen een eindvlak van de regelhuls (26) om loskoppelen van de duwknop (261) tegen te gaan indien de gebogen buis (24) in zijn geheel uitgestoken stand is.

9. Zonnescherm volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de aanslag (263) en de flens (265) stabiele schuifbeweging van de 30 binnenste buissectie (24b) ten opzichte van de buitenste buissectie (24a) waarborgen.

10. Zonnescherm volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de instelhuls (14) is voorzien van een zich naar buiten en omhoog uitstrekkende verlenging (22) waarin een groef (221) is 35 gevormd en de verbindingsstang (222) is voorzien van een zenkbaar met de verlenging (22) verbonden eerste einde en een zwenkbaar met het 1017316- tweede einde van de gebogen buis (24) verbonden tweede einde, waarbij een gedeelte van de verbindingsstang losmaakbaar in de groef is opgenomen terwijl een positioneerhuls (223) schuifbaar is aangebracht op de verbindingsstang (222) en beweegbaar is tussen een eerste de 5 groef (221) van de verlenging (22) bedekkende stand om de verbindingsstang (222) op zijn plaats te houden en een tweede van de verlenging (22) losgekoppelde stand om zwenkbeweging van de verbindingsstang (222) ten opzichte van de verlenging (22) toe te staan.

11. Zonnescherm volgens een der voorgaande conclusies, met het 10 kenmerk, dat het ophangorgaan (44) is voorzien van een in een omtrek daarvan begrensd dwarsgat (58) en de bovenste steunbasis (48) is voorzien van een buis (61) met een op een boveneinde daarvan aangebrachte knop (60), die naar buiten wordt gedrongen door een veerkrachtig orgaan (62), waarbij de knop (60) zich losmaakbaar uitstrekt 15 door het dwarsgat (58) van het ophangorgaan (44) om het ophangorgaan (44) losmaakbaar te verbinden met de bovenste steunbasis (48).

12. Zonnescherm volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steunstang (12) is voorzien van: een onderste buissectie (12a) waarop de instelhuls (14) is 20 aangebracht, waarbij de onderste buissectie (12a) is voorzien van een dwarsgat (240); en een bovenste buissectie (12b) waarvan een onderste einde telescopisch is opgenomen in de onderste buissectie (12a) terwijl een vasthoudhuls (18) is bevestigd aan een tweede einde; 25 verder voorzien van een op het boveneinde van de onderste buissectie (12a) aangebrachte regelhuls (13), die voorzien is van een gat (268), dat is uitgelijnd met het dwarsgat (240) van de onderste buissectie (12a); terwijl een elastisch element (262) met een eerste einde 30 bevestigd is aan een binnenomtrek van de bovenste buissectie (12b) en aan het tweede einde waarvan een duwknop (131) is bevestigd; waarbij, indien de steunstang (12) in een uitgestoken stand is, de duwknop (131) is uitgestoken door het dwarsgat (240) van de onderste buissectie (12a) en het gat (268) van de regelhuls (13); en 35 waarbij indien de duwknop (131) naar binnen wordt geduwd en een langskracht wordt aangebracht op de bovenste buissectie (12b) in 0. i een terugtrekrichting de bovenste buissectie (12b) in de onderste buissectie (12a) wordt teruggetrokken.

13. Zonnescherm volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat indien in een vrijmaakrichting een langskracht wordt aangebracht op de 5 bovenste buissectie (12b) de bovenste buissectie (12b) uit de onderste buissectie (12a) wordt getrokken en de duwknop (131) wordt uitgestoken in een dwarsgat (240) van de onderste buissectie (12a) en het gat (268) van de regelhuls (13) onder de werking van het veerkrachtig element (262) op het tijdstip dat de duwknop (131) het niveau bereikt 10 van het dwarsgat (240) van de onderste buissectie (12a) en het gat (268) van de regelhuls (13).

14. Zonnescherm volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de duwknop (131) is voorzien van een koepel (261).

15. Zonnescherm volgens een der voorgaande conclusies, met het 15 kenmerk, dat het eerste einde van de bovenste buissectie (12b) is voorzien van een daaraan bevestigde eindkap (264), die voorzien is van een flens (265), die in schuivend contact is met een binnenomtrek van de onderste buissectie (12a).

16. Zonnescherm volgens een der voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk, dat om de bovenste buissectie (12b) een aanslag (263) is aangebracht, welke aanslag (263) draagt tegen een eindvlak van de regelhuls (13) om loskoppelen van de duwknop (131) te verhinderen indien de steunstang (12) in zijn geheel uitgestoken stand is.

17. Zonnescherm volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de 25 aanslag (263) en de flens (265) stabiele schuifbeweging waarborgen van de bovenste buissectie (12b) ten opzichte van de onderste buissectie (12a). 101731 6-1