NL1017341C2 - Instelhulssamenstel voor een zonnescherm met een kantelbaar scherm. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Instel hul ssamenstel voor een zonnescherm met een kantelbaar scherm.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een instelhuls-5 samenstel voor een zonnescherm met een kantelbaar scherm, en meer in het bijzonder op een instel hulssamenstel met een verbindingsstang, dat tijdens vouwen/ontvouwen van het zonnescherm op zijn plaats kan worden vastgehouden.

Amerikaans octrooi 6.152.156 openbaart een zonnescherm met 10 een kantelbaar scherm. Het zonnescherm omvat een steunstang, een steunframe voor het scherm en een scherm. Een instelhuls is schuifbaar aangebracht op de steunstang en een hefboom is aangebracht op de instelhuls voor het regelen van schuifbeweging van de instelhuls langs de steunstang en voor het met wrijving op zijn plaats vasthouden van 15 de instelhuls. Het steunframe voor het scherm omvat een gebogen buis waarvan een einde verbonden is met een elleboog, die op zijn beurt werkzaam verbonden is met het scherm. Het andere einde van de gebogen buis is verbonden met een haspel welke is voorzien van een handgreep voor het regelen van het openen en/of sluiten van het scherm. Een 20 eerste einde van ieder van een paar verbindingsstangen is zwenkbaar verbonden met een zich vanaf de instelhuls uitstrekkende verlenging en een tweede einde van iedere verbindingsstang is scharnierend verbonden met het andere einde van de gebogen stang. Een plaatsingshuls is schuifbaar aangebracht op de verbindingsstangen. Een gedeelte van 25 iedere verbindingsstang is losmaakbaar in ingrijping in twee in de verlenging gevormde groeven. Indien de verbindingsstangen in de groeven in ingrijping zijn en de plaatsingshuls naar een stand wordt bewogen voor het omsluiten van de groeven in de verlenging worden de verbindingsstangen dus op hun plaats vastgehouden, hetgeen op zijn 30 beurt het scherm in een gewenste kantel hoek ten opzichte van de steunstang vasthoudt. Indien de plaatsingshuls van de verlenging wordt losgekoppeld kunnen de verbindingsstangen van de groeven in de verlenging worden losgekoppeld en dan kunnen de verbindingsstangen, de gebogen buis en het samengevouwen scherm in een opslagstand worden 35 bewogen. Het zonnescherm wordt dan voor gemakkelijk en doelmatig transport op een kleiner volume gevouwen.

1017341 2

Bij het openvouwen van het zonnescherm vanuit zijn samengevouwen stand moet de gebruiker de verbindingsstangen en de gebogen stang omhoog zwenken totdat de verbindingsstangen in de groeven in de verlenging in ingrijping zijn en daarna de plaatsingshuls naar de 5 verlenging schuiven totdat de groeven zijn omsloten en het samengeklapte scherm wordt dan geopend door bedienen van de handgreep op de haspel. Het is echter gebleken, dat het zonnescherm verhoudingsgewijs lang is en dus de neiging heeft om door te buigen indien onderworpen aan wind. Dit veroorzaakt moeilijkheden voor de gebruiker bij het in 10 ingrijping brengen van de plaatsingshuls met de verlenging. Bovendien kan een van de handen van de gebruiker, die de verlenging vasthoudt, zelfs worden verwond door de pl aatsingshul s, die door de andere hand van de gebruiker wordt vastgehouden. Dit probleem wordt vergroot indien de gebogen buis en de steunstang van het zonnescherm beide twee 15 buissecties omvatten met het oog op een verder samenklappen. Dit is omdat bij het openvouwen van het frame van het zonnescherm de gebruiker een onderste van twee buissecties van de gebogen buis moet vasthouden en de bovenste buissectie van de gebogen buis moet grijpen en naar buiten trekken onder het overwinnen van wrijving tussen de 20 twee buissecties. In sommige gevallen is het echter moeilijk de bovenste buissectie van de gebogen buis met slechts een hand te grijpen en uit te trekken daar indien de gebruiker de bovenste buissectie met beide handen moet grijpen de onderste buissectie de verbindingsstangen en de instelhuls dan ook omhoog worden bewogen. Als 25 resultaat is het in dat geval onmogelijk het zonnescherm open te vouwen. Verder is gebleken, dat bij het samenvouwen van het zonnescherm in sommige gevallen loskoppeling van de plaatsingshuls van de verlenging moeilijkheden met zich meebrengt tengevolge van een te stevige ingrijping tussen deze onderdelen.

30 Het is dan ook een oogmerk van de huidige uitvinding een verbeterd zonnescherm te verschaffen, dat een instel hulssamenstel omvat met een verbindingsstang, die gedurende vouwen/ontvouwen van het zonnescherm op zijn plaats kan worden vastgehouden.

Volgens de uitvinding kan dit in het bijzonder worden 35 bereikt door toepassing van de maatregelen volgens conclusie 1.

1017341 3

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.

Figuur 1 toont een zijaanzicht van een zonnescherm met een instelhulssamenstel volgens de uitvinding.

5 Figuur 2 toont een geëxplodeerd perspectivisch aanzicht van een gedeelte van het zonnescherm en het instelhulssamenstel volgens de uitvinding.

Figuur 3 toont een geëxplodeerd perspectivisch aanzicht van het instelhulssamenstel volgens de uitvinding.

10 Figuur 4 toont, gedeeltelijk in doorsnede, een zijaanzicht van een gedeelte van het zonnescherm en het instelhulssamenstel volgens de huidige uitvinding.

Figuur 5 toont een doorsnede-aanzicht van het instelhulssamenstel volgens de uitvinding.

15 Figuur 6 toont een met figuur 5 overeenkomend doorsnede- aanzicht, waarin een duwknop is ingeduwd om zwenkbeweging van een verbindingsstang toe te staan.

Figuur 7 toont een doorsnede-aanzicht volgens lijn 7-7 in figuur 4.

20 Figuur 8 is een met figuur 4 overeenkomend zijaanzicht waarin het zonnescherm in een samengevouwen stand is.

Figuur 9 toont een zijaanzicht van het zonnescherm in een samengevouwen stand.

Figuur 10 toont een zijaanzicht dat toepassing weergeeft 25 van het instelhulssamenstel bij een zonnescherm van een ander type waarin het zonnescherm in een opengevouwen stand is.

Figuur 11 is een met figuur 10 overeenkomend zijaanzicht waarin het zonnescherm in een samengevouwen stand is.

Verwijzend naar figuren 1 en 2 omvat een zonnescherm 30 volgens de huidige uitvinding algemeen een hoofdframe 1, een steun- frame 2 en een door het steunframe 2 ondersteund scherm 3. Het hoofdframe 1 omvat een opstaand steunorgaan, dat bestaat uit een onderste steunbuis 12 en een bovenste steunbuis 21 waarvan een ondereinde telescopisch is opgenomen in de onderste steunbuis 12. Een vasthoud-35 huls 18 is zwenkbaar aangebracht aan een boveneinde van de bovenste steunbuis 21. Een regel huls 14 is aangebracht op een boveneinde van de "1017341 4 onderste steunbuis 12 en een duwknop 141 is op de regel huls 14 op zodanige wijze aangebracht, dat de bovenste steunbuis 21 in een uitgestoken stand ten opzichte van de onderste steunbuis 12 wordt vastgehouden indien de duwknop 141 in een in figuur 1 weergegeven 5 uitgestoken stand is, terwijl de bovenste steunbuis 21 ten opzichte van de onderste steunbuis 12 telescopisch verschuifbaar is, indien de duwknop 141 in een teruggetrokken stand binnen de regel huls 14 is. De onderste steunbuis 12 en de bovenste steunbuis 21 kunnen echter eventueel ook integraal met elkaar zijn waarbij de regelhuls 14 kan 10 worden weggelaten, zoals weergegeven in figuur 10.

Een instelhulssamenstel 5 omvat een instelhuls 50, die schuifbaar is aangebracht om de onderste steunbuis 12, en op de instelhuls 50 is een hefboom 16 aangebracht voor het regelen van schuifbeweging van de instelhuls 50 langs de onderste steunbuis 12. De 15 instelhuls 50 is namelijk schuifbaar langs de onderste steunbuis 12 indien de hefboom 16 in een ontkoppelde stand is en de instelhuls wordt door wrijving op zijn plaats vastgehouden indien de hefboom 16 in een in figuur 1 weergegeven ingrijpingsstand is.

Het steunframe 2 voor het scherm omvat een gebogen buis die 20 bestaat uit een buitenste buissectie 22 en een binnenste buissectie 24. Een haspel 28 is bevestigd aan een einde van de binnenste buissectie 22, welke een handgreep 25 heeft voor het regelen van dichtvouwen en openvouwen van het scherm 3. Een einde van de binnenste buissectie 24 is telescopisch opgenomen in de buitenste buissectie 22 25 en aan het andere einde van de binnenste buissectie 24 is een elleboog 40 voor het ondersteunen van het scherm 3 bevestigd. Een regelhuls 23 is aangebracht op het andere einde van de buitenste buissectie 22 en een duwknop 231 is aangebracht op de regelhuls 23 op een zodanige wijze, dat de binnenste buissectie 24 in een uitgestoken stand ten 30 opzichte van de buitenste buissectie 22 wordt vastgehouden indien de duwknop 231 in een in figuur 1 weergegeven uitgestoken stand is. De binnenste buissectie 22 is daarbij telescopisch verschuifbaar ten opzichte van de buitenste buissectie 22 indien de duwknop 231 in een teruggetrokken stand binnen de regelhuls 23 is. De buitenste buis-35 sectie 22 en de binnenste buissectie 24 kunnen echter uit een stuk bestaan en de regelhuls 23 kan dan worden weggelaten, zoals weer- 1017341 j' 5 gegeven in figuur 10. Behoudens voor het instelhulssamenstel zijn de constructie en werking van het zonnescherm met integrale steunstang 26 en integrale gebogen buis 24 geopenbaard in Amerikaans octrooi 6.152.156 waarvan de inhoud door deze verwijzing geacht wordt hierin 5 te zijn opgenomen.

Verwijzend naar figuren 3 en 4 omvat het instelhulssamenstel 5 verder een zich daarvan omhoog en naar buiten uitstrekkend steunorgaan 51. Een distaai einde van het steunorgaan 51 omvat een sleuf 53, welke uitmondt in een eindvlak van het distale einde van het 10 steunorgaan 51 en in een onderzijde van het steunorgaan 51. In aanvulling omvat, zoals weergegeven in figuur 7, een de sleuf 53 begrenzende binnenwand een doortocht 542 en twee positioneereinden 541 en 543, die in verbinding staan met de doortocht 542. De doortocht 542 en de twee positioneereinden 541 en 543 vormen samen een in hoofdzaak 15 U-vormige baan 54 in het steunorgaan 51.

Het steunorgaan 51 omvat een dwars verlopend doorgaand gat 52, dat in verbinding staat met de sleuf 53. Een zwenkblok 55 is zwenkbaar opgenomen in het dwars verlopende doorgaande gat 52 en omvat een langskamer 551. Een groef 552 is begrensd in een buitenste omtrek 20 van het zwenkbare blok 55 en een in langsrichting verlopend doorgaand gat 553 strekt zich uit door het zwenkbare blok 55 en staat in verbinding met de groef 552. Het zwenkbare blok 55 omvat verder een sleuf 554 (figuur 5) in een buitenste omtrek daarvan, welke met de langskamer 551 in verbinding staat. De sleuf 554 is bij voorkeur begrensd 25 in de buitenomtrek van het zwenkbare blok 55 bij een gebied tegenover de groef 552, zoals het beste weergegeven in figuur 5.

Een verbindingsstang 59 omvat een eerste einde met een gat 591 en een tweede met de buitenste buissectie 22 zwenkbaar verbonden einde, zoals weergegeven in figuur 4. Het eerste einde van de ver-30 bindingsstang 59 is opgenomen in de sleuf 53 en ingestoken in de groef 552 van het zwenkbare blok 55 dat zwenkbaar is opgenomen in het dwars verlopende doorgaande gat 52 van het steunorgaan 51. Een positioneer-pen 58 strekt zich uit door het in lengterichting verlopende doorgaande gat 553 van het zwenkbare blok 55 en het gat 591 van het 35 verbindingsorgaan 59 onder het daarbij verbinden van het eerste einde 1017341 6 van de verbindingsstang 59 met het zwenkbare blok 55 om daarmede te zwenken.

Zoals weergegeven in figuur 5 zijn een veerkrachtig element 57 en een duworgaan 56 aangebracht in de langskamer 551 van het 5 zwenkbare blok 55. Het duworgaan 56 is in de vorm van een steel, welke een eerste einde 563 heeft en een tweede einde 562 waaraan een duwknop 566 is bevestigd, terwijl een flens 561 op een middengedeelte daarvan is gevormd.

Een dwars verlopend opneemdeel 564 is begrensd in de flens 10 561 voor het opnemen van een einde van een positioneerpen 565, welke zich uitstrekt in een van de positioneereinden 541 en 543 van de U-vormige baan 542 door middel van de sleuf 554 in het zwenkbare blok 55. Een einde van het veerkrachtig element 57 is bevestigd aan het eerste einde 563 van het duworgaan 56 en het andere einde van het 15 veerkrachtig element 57 is bevestigd aan een binnenste eindwand van de langskamer 551. Het veerkrachtig element 57 is aangebracht om het andere einde van de positioneerpen 565 te dringen in een van de positioneereinden 541 en 543 van de U-vormige baan 54 in het steun-orgaan 51.

20 Het frame van het zonnescherm (exclusief het scherm 3) is in figuur 4 in een opengevouwen stand. Indien de duwknop 566 naar binnen wordt geduwd (figuur 6) wordt het veerkrachtig element 57 samengedrukt en wordt het andere einde van de positioneerpen 565 vanuit een van de positioneereinden (bijvoorbeeld 541) van de U- 25 vormige baan 54 bewogen naar een einde van de doortocht 542 in het steunorgaan 51, zoals met stippellijnen in figuur 7 is weergegeven. De gebruiker kan dan de verbindingsstang 59 naar beneden zwenken naar een door de getrokken lijnen in figuur 8 weergegeven stand, hetgeen het andere einde van de positioneerpen 565 zal bewegen naar het andere 30 einde van de doortocht 542 in het steunorgaan 51. De duwknop 566 kan tijdens beweging van de positioneerpen 565 langs de doortocht 542 worden vrijgegeven. Indien het andere einde van de positioneerpen 565 het andere einde van de doortocht 542 bereikt wordt de pen 565 in het andere positioneereinde (bijvoorbeeld 543) van de U-vormige baan 54 35 gedrongen en wordt de duwknop 566 teruggevoerd naar zijn aanvankelijke 1017341 7 in figuur 5 weergegeven stand onder de werking van het veerkrachtig element 57.

Zoals weergegeven in figuur 8 wordt dus de verbindingsstang 59 stevig op zijn plaats ten opzichte van het steunorgaan 51 vast-5 gehouden. Dit stelt de gebruiker in staat de buitenste buissectie 24 uit de binnenste buissectie 22 te bewegen om zonder moeite het zonnescherm open te vouwen. De problemen en nadelen van het gebruikelijke in de inleiding beschreven ontwerp worden namelijk vermeden. Het zal duidelijk zijn, dat de gebruiker de duwknop 555 kan induwen en de 10 verbindingsstang 59 vanuit een in figuur 8 weergegeven stand naar een in figuur 4 weergegeven stand kan zwenken voor het voltooien van openvouwen van het frame van het zonnescherm en dan het scherm 3 kan openvouwen door bediening van de handgreep 25 op de haspel 28.

Figuur 9 toont het zonnescherm in een geheel samengevou^en 15 stand. Samenvouwen van het zonnescherm kan worden bewerkstelligd via de bovenbeschreven handeling.

Figuur 10 toont een zijaanzicht welke de toepassing van het instelhulssamenstel weergeeft bij een zonnescherm van een ander type, waarin het zonnescherm in een opengevouwen stand is weergegeven en 20 waarbij de steunbuis 12 en de gebogen buis 24 beiden uit een stuk bestaan in plaats van een telescopische uitvoering bezitten zoals in het eerstbeschreven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 11 toont met een met figuur 10 overeenkomend zijaanzicht waarin het in figuur 10 weergegeven zonnescherm in een 25 samengevouwen stand is weergegeven.

1017341

Claims (9)

1. Zonnescherm voorzien van: een opstaand steunorgaan (12) voorzien van een boveneinde, 5 waarbij een vasthoudhuls (18) zwenkbaar is aangebracht op het boveneinde van het opstaande steunorgaan; een gebogen buis (24) die wordt ondersteund door en verschuifbaar is ten opzichte van de vasthoudhuls en die een eerste en een tweede einde heeft; 10 een aan het eerste einde van de gebogen buis bevestigd scherm (3); en een instelhulssamenstel (5), dat is voorzien van: een schuifbaar om het opstaande steunorgaan aangebrachte instelhuls (50); 15 een hefboom (16) voor het losmaakbaar op zijn plaats ten opzichte van het opstaande steunorgaan vasthouden van de instelhuls; een steunorgaan (51), dat zich vanaf de instelhuls naar buiten uitstrekt en in een distaai einde van het steunorgaan voorzien is van een sleuf (554), welke een U-vormige baan (54) in het steun-20 orgaan begrenst, waarbij de U-vormige baan twee positioneereinden (541 en 543) en een met de positioneereinden in verbinding staande doortocht (542) bezit; een zwenkbaar in het steunorgaan aangebracht zwenkblok (55), dat zich uitstrekt langs een richting dwars op een uit-25 strekkingsrichting van het steunorgaan, terwijl het zwenkbare blok is voorzien van een langskamer (551) en een in een buitenomtrek van het zwenkbare blok begrensde sleuf (554), die met de langskamer in verbinding staat; een verbindingsstang (59) voorzien van een eerste met het 30 zwenkbare blok verbonden einde om daarmede te zwenken en een tweede met het tweede einde van de gebogen buis zwenkbaar verbonden einde; een schuifbaar in de langskamer van het zwenkbare blok opgenomen duworgaan (56) dat voorzien is van een einde (566) voor handbediening, van een positioneerpen (565), welke een eerste aan het 35 duworgaan bevestigd einde heeft om daarmede te bewegen, en een tweede 1017341 zich door de sleuf van het zwenkblok en in een van de positioneer-einden van de U-vormige baan uitstrekkend einde; waarin indien het tweede einde van het duworgaan (56) wordt tegengehouden in een van de twee positoineereinden de verbindingsstang 5 (59) op zijn plaats wordt vastgehouden ten opzichte van het steun- orgaan; en waarin het tweede einde van het duworgaan (56) uit een van de positioneereinden (541) in de doortocht (542) wordt bewogen indien het duworgaan wordt aangeduwd en de verbindingsstang samen met het 10 zwenkbare blok ten opzichte van het steunorgaan verzwenkbaar zijn naar een stand waarin het tweede einde van het duworgaan wordt gedwongen in ingrijping te komen met de andere van de positioneereinden (543).

2. Zonnescherm volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het zwenkbare blok (55) is voorzien van een groef (552) in de buitenomtrek 15 daarvan, terwijl het zwenkbare blok verder is voorzien van een door gaand langsgat (553) dat in verbinding staat met de groef, terwijl het eerste einde van de verbindingsstang (59) een gat (591) omvat en een positioneerpen (58) verloopt door het doorgaande langsgat van het zwenkblok en het gat van de verbindingsstang om daarbij het eerste 20 einde van de verbindingsstang met het zwenkblok te verbinden teneinde daarmede te zwenken.

3. Zonnescherm volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het duworgaan (56) is voorzien van een eerste einde (563) en een tweede einde (562) en een duwknop (566) aan het tweede einde van het 25 duworgaan is bevestigd, terwijl een veerkrachtig element (57) met een eerste einde is bevestigd aan het eerste einde (563) van het duworgaan (56) en met een tweede einde is bevestigd aan een de langskamer (551) van het zwenkblok begrenzende binnenste eindwand.

4. Zonnescherm volgens een der voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat het duworgaan (56) een tussengedeelte (562) met een dwars verlopend opneemdeel (564) omvat en het eerste einde van de positioneerpen (565) aan het duworgaan is bevestigd om daarmede te bewegen.

5. Zonnescherm volgens een der voorgaande conclusies, met het 35 kenmerk, dat het opstaande steunorgaan (12) is voorzien van een onderste steunbuis (12) en een bovenste steunbuis (21) waarvan een 1017341 ' ondereinde telescopisch is opgenomen in de onderste steunbuis, en de vasthoudhuls (18) zwenkbaar is aangebracht op een boveneinde van de bovenste steunbuis, terwijl een regelhuls (14) is aangebracht voor het regelen van telescopische beweging van de bovenste steunbuis ten 5 opzichte van de onderste steunbuis.

6. Zonnescherm volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de gebogen buis (24) een buitenste buissectie (22) en een binnenste buissectie (24), waarvan een einde telescopisch in de buitenste buissectie is opgenomen, omvat en het scherm (3) bevestigd is aan een 10 ander einde van de binnenste buissectie, waarbij het tweede einde van de verbindingsstang (59) zwenkbaar verbonden is met de buitenste buissectie (22) en een verdere regelhuls (23) is aangebracht voor het regelen van telescopische beweging van de binnenste buissectie ten opzichte van de buitenste buissectie.

7. Zonnescherm volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zwenkbare blok (55) in de buitenomtrek daarvan is voorzien van een groef (552) en het zwenkbare blok verder is voorzien van een doorgaand langsgat (553), dat met de groef in verbinding staat, waarbij het eerste einde van de verbindingsstang (59) is 20 voorzien van een gat (591) en een positioneerpen (58) zich uitstrekt door het doorgaande langsgat van het zwenkblok en het gat van de verbindingsstang om daarbij het eerste einde van de verbindingsstang vast te verbinden met het zwenkblok voor gezamenlijke verzwenking.

8. Zonnescherm volgens een der voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat het duworgaan (56) is voorzien van een eerste einde (563) en een tweede einde (562) en een duwknop (566) bevestigd is aan het tweede einde van het duworgaan terwijl een veerkrachtig element (57) met een eerste einde bevestigd is aan het eerste einde (563) van het duworgaan (56) en met een tweede einde bevestigd is aan een langskamer 30 (551) van het zwenkblok begrenzende binnenste eindwand.

9. Zonnescherm volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het duworgaan (56) is voorzien van een tussengedeelte (562) met een dwars verlopend opneemdeel (564), en het eerste einde van de positioneerpen (565) vast aan het duworgaan is bevestigd om daarmede te bewegen. 1017341 1