NL1016807C2 - Schuifafsluiter voorzien van een hydraulisch expandeerbare afdichting. - Google Patents

Description

Schuifafsluiter voorzien van een hydraulisch expandeerbare afdichting.

De uitvinding betreft een schuifafsluiter voorzien van een sluitschijf die motorisch bediend in geleidingen heen en weer beweegbaar is tussen een open en een gesloten stand, waarbij een 5 afdichting voor de sluitschijf aanwezig is. Een schuifafsluiter van deze soort is bekend uit US Patent 4.356.838. Dergelijke afsluiters worden bijvoorbeeld maar niet uitsluitend toegepast als een hydraulisch bediende schuifafsluiter van grote diameter welke gebruikt wordt voor leidingen voor zandzuigers en dergelijke.

Bij dergelijke schuifafsluiters dient de sluitschuif enige speling te hebben in het afsluiterhuis 10 waardoor deeltjes, zoals zand, die zich in het door de afsluiter bewegende medium bevinden, de afdichting bemoeilijken.

Het doel van de uitvinding is het wegnemen van dit bezwaar en het ondanks deze noodzakelijke speling tussen sluitschuif en afsluiterhuis toch garanderen van een goede afdichting, die ongevoelig is voor de deeltjes.

15 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de afdichting voor de sluitschijf elastisch expandeerbaar en inkrimpbaar is tussen de niet afgedichte en de afgedichte stand.

Hierdoor worden de vervuilende deeltjes in de elastische afdichting geperst, waarbij de afdichting wordt verzekerd.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm, is de expandeerbare afdichting aangebracht in een in 20 de sluitschijf of afsluiterhuis uitgespaarde holte.

De afdichting is van het type dat een elastisch deel heeft hetwelk hol is en met vloeistof uitgezet kan worden. Het uitzetten wordt geactiveerd met een ventiel dat opent wanneer de schuif op korte afstand van de gesloten stand is gekomen. Het ventiel verbindt de hydraulische toevoer via een reduceerventiel met een cilinder met een zwevende zuiger welke 25 milieuvriendelijke vloeistof perst naar de afdichting.

De afdichting kan volgens een variant geactiveerd worden bij mechanisch bediende schuifafsluiters middels een door de sluitschijf bediende pomp.

Het bedienen van expandeerbare afdichtingen van op afstand bediende afsluiters is een probleem omdat een terugmelding vereist is van de positie van de sluitschijf en dat een aparte 30 bediening nodig is voor de afdichting. Bij een hydraulisch bediende schuifafsluiter betekent dit minimaal 4 hydraulische leidingen en elektrische verbindingen met de nodige schakelaars.

De uitvinding betreft nu een systeem waarbij de schuifbeweging de afdichting activeert en deactiveert en daarbij gebruik maakt van de bedieningshydrauliek van de schuifafsluiter. De - .· > ^ ·.

2 schuifafsluiter bediening vereist slechts twee leidingen.

De uitvinding maakt gebruik van een ventiel dat geactiveerd wordt op korte afstand van de sluitstand van de sluitschijf en via een reduceerventiel druk toelaat in de afdichting waardoor deze zich vergroot en de spleet tussen sluitschijf en huis afdicht.

5 Een variant van het systeem voorziet in een pomp met korte slag bij mechanisch bediende schuifafsluiters. De pomp wordt dan door de sluitschijf geactiveerd kort voordat de schuif geheel sluit.

Een tweede variant van het systeem dat voorziet in een rond de sluitschijf (1) (zijkanten en onderkant) aangebrachte holle flexibele afdichting (7, 8) die gevuld is met een vloeistof (9). Bij 10 het sluiten van de sluitschijf zal de vloeistof in het gebogen onderste deel worden weg geperst en naar de zijkanten stromen waardoor deze uitzetten en de afdichting wordt verkregen.

De uitvinding houdt eveneens in dat het niet nodig is flexibele leidingen te gebruiken om de afdichtingen te bedienen. Dit is een groot voordeel bij ruw bedrijf.

15 De uitvinding kan eveneens toegepast worden bij schuifafsluiters waarbij de afdichting in het huis bevestigd is of een combinatie van afdichtingen in het huis en aan de sluitschijf.

De uitvinding wordt besproken aan de hand van de tekening.

Fig. 1 toont schematisch de opstelling van aandrijfcilinder en sluitschijf met de hydraulische 20 componenten.

Fig. 2 toont vooraanzicht van de sluitschijf.

Fig. 3 toont zijaanzicht en gedeeltelijke doorsnede van de schuif.

Fig. 4 toont doorsnede I -1.

Fig. 5 toont doorsnede II -II.

25 Fig. 6 toont pomp met aandrijving.

Fig. 7 toont een zijaanzicht van een sluitschijf met zelf activerende afdichting volgens een tweede variant.

Fig. 8 toont een zijaanzicht van een sluitschijf met extern geactiveerde afdichting volgens een derde variant.

30

De sluitschijf (1) is met een (niet getekend) juk verbonden met een cilinderstang (2). In het algemeen worden twee cilinders in parallel gebruikt als aandrijving. De cilinderstang (2) beweegt met de zuiger (3) in de cilinder (4). De cilinder (4) is voorzien van 3 bedieningsleidingen (5) en (6). Aan de rand van de sluitschijf (1) zijn uit elastisch materiaal vervaardigde expandeerbare afdichtingen (7 en 8) gemonteerd. In de afdichtingen (7, 8) is een holte (9) welke in verbinding staat met een holte (10) in de zuigerstang (2) via een leiding (11). In de holte (10) is een vrije zuiger (12) welke een scheiding teweeg brengt tussen 5 hydraulische olie en milieuvriendelijke vloeistof welke gebruikt wordt om de afdichtingen (7,8) te expanderen.

Om de schuifafsluiter af te sluiten wordt de sluitschijf (1) met de zuigerstang (2) door de zuiger (3) onder hydraulische druk uit de bedieningsleiding (5) in de gesloten positie gebracht.

In de zuiger (3) is een ventiel (13) aanwezig, dat geactiveerd wordt door een verende stift (14) 10 even voordat de zuiger (3) zijn laagste stand bereikt en sluitschijf (1) vrijwel gesloten is. Wanneer het ventiel (13) geactiveerd is stroomt hydraulische olie uit een ruimte (15) via een reduceerventiel (16) en een leiding (17) naar een ruimte (18) onder de vrije zuiger (12). De vrije zuiger (12) brengt de druk over op de holte (10) en expandeert de elastische afdichtingen (7,8).

15 Bij het openen van de sluitschijf wordt de bedieningsleiding (5) ontlast en de bedieningsleiding (6) onder druk gezet. De druk op afdichtingen (7, 8) valt weg via een terugslagventiel (19) en de afdichtingen (7, 8) ontspannen en de schuifafsluiter opent. Ventiel (13) komt met een veer (20) in de uitgangspositie. Het ventiel (13) en terugslagklep (19) voorkomen dat tijdens de sluitbeweging door onvoorziene omstandigheden de afdichtingen (7,8) onder druk gezet 20 kunnen worden.

Een variant van de uitvinding voor mechanisch bediende schuifafsluiters voorziet in een pomp (22) welke op sluitschijf (1) is gemonteerd. Bij de sluitbeweging wordt de pomp (22) geactiveerd door een tuimelaar (23) welke door een bout (24) aangeslagen wordt. De pomp (22) is aangesloten via een poort (25) met een aansluiting (26) met de afdichting (7,8).

25 Alle hydraulische verbindingen kunnen met vaste leidingen uitgevoerd worden.

Claims (12)

1. Schuifafsluiter voorzien van een sluitschijf (1) die motorisch bediend in geleidingen heen en weer beweegbaar is tussen een open en een gesloten stand, waarbij een afdichting 5 aanwezig is voor de sluitschijf (1), met het kenmerk dat de afdichting (7, 8) elastisch expandeerbaar en inkrimpbaar is tussen de niet afgedichte en afgedichte stand.

2. Schuifafsluiter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de expandeerbare afdichting (7, 8) is aangebracht in de uitgespaarde holte in het afsluiterhuis.

3. Schuifafsluiter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de expandeerbare afdichting is 10 aangebracht aan de beweegbare sluitschijf.

4. Schuifafsluiter volgens conclusie 1 tot 3, met het kenmerk, dat de expandeerbare afdichting hydraulisch geëxpandeerd wordt.

5. Schuifafsluiter volgens een of meer van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de hydraulische druk wordt afgenomen van een hydraulisch systeem en wordt gereduceerd 15 met reduceerventiel (16), dat d.m.v. een ventiel (13) geactiveerd wordt door een stift (14), die op de bodem van een aandrijfcilinder (4) is aangebracht, op het moment dat sluitschijf (1) vrijwel gesloten is.

6. Schuifafsluiter volgens een of meer van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de afdichtingen (7, 8) geactiveerd worden door de werkdruk op de cilinder (4) waarbij de 20 afdichtingen (7, 8) onder druk gezet worden d.m.v. het ventiel (13) dat geschakeld wordt met de verende stift (14), waarbij via het reduceerventiel (16) de kamer (18), de vrije zuiger (12) en de holte (10) de afdichtingen (7, 8) geëxpandeerd worden.

7. Schuifafsluiter volgens een of meer van de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat de vloeistof waarmee de afdichtingen (7, 8) geëxpandeerd worden een milieuvriendelijke 25 vloeistof is.

8. Schuifafsluiter volgens een of meer van de conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de bediening van de afdichtingen (7, 8) geïntegreerd zijn in de aandrijfcilinder (4).

9. Schuifafsluiter volgens een of meer van de conclusies 1 tot 4 en 6 tot 8, met het kenmerk dat de afdichtingen (7, 8) geactiveerd worden met een zelfstandig hydraulisch stelsel 30 d.m.v. een pomp (22), die d.m.v. een tuimelaar (23) wordt geactiveerd.

10. Schuifafsluiter volgens een of meer van de conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat de afdichtingen (7, 8) gedeeltelijk in het huis en gedeeltelijk aan de sluitschijf (1) verbonden zijn. i I !

11. Schuifafsluiter volgens een of meer van de conclusies 1 tot 10, met het kenmerk dat alle hydraulische verbindingen d.m.v. vaste leidingen uitgevoerd zijn.

12. Schuifafsluiter volgens een of meer van de conclusies 1 tot 5,7 en 10, met het kenmerk dat de afdichtingen (7, 8) een geheel vormen met de onderzijde en waarin de holle ruimte 5 (9) gevuld is met vloeistof. * * * *